Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Antwoord vraag 1: Daarbij gaat het om werkgeversaanpakken in Limburg en Stedendriehoek, en om fietsprojecten in de Metropoolregio Amsterdam.

MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Ondersteuning projecten duurzaam vervoer en DKTI-Transport. Erik van de Burgwal 5 september 2017

Tijdelijke subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart [Regeling vervalt per ] Geldend van t/m heden

RVO.nl Erik van de Burgwal Johan van Zwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidskader (versie 1.0) DKTI-Transport Demonstratieregeling Klimaat Technologie en Innovatie in Transport

Rijkswaterstaat circulair

Bijeenkomst MKB Infra en Rijkswaterstaat. Guido Hagemann/Arnold Breur 7 juni 2018

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

#RWSinnoveert. Rijkswaterstaat aan de slag met het Regeerakkoord Negen innovatieve projecten uitgelicht. Rijkswaterstaat innoveert samen met partners

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Context en opgave CE community. Voor welke opgaven staan SmartwayZ.NL en InnovA58?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CO2-PRESTATIELADDER DV SCOPE 3 STRATEGISCH PLAN HOOFDDORP, 2 FEBRUARI 2017

Benut het MIRT voor Duurzame mobiliteit

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing. Niet van toepassing.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

Naar een circulaire buitenruimte Wouter Schik, stimulator duurzaamheid gemeente Amersfoort

HOE GEVEN WE GEZAMENLIJK INHOUD AAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

AFID workshop. Nienke Smeets, Gerben Passier, 21 maart 2019

De route naar circulaire afspraken. Evert Schut, Rijkswaterstaat

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Kracht in eigen inkoop

Alternatieve brandstoffen en tunnelveiligheid

LNG en Scheepvaart. Martin Quispel. Zwijndrecht 24 februari 2017

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Duurzaamheid bij RWS. Van visie naar praktijk. Annette Augustijn. Symposium Duurzame Infrastructuur 28 april 2011, Woerden

Kwantitatieve verkenning van het potentieel voor LNG in de binnenvaart. Martin Quispel, DCMR Schiedam 28 maart 2017

De Jong Zuurmond lanceert met GoodFuels en MAN eerste private blendingstation voor Renewable Diesel (HVO) in Nederland.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Visie transitie aanpak LNG BIO-LNG

Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Circulair inkopen. Wow dag 1 oktober Take Padding PIANOo Jeroen van der Waal- Gemeente Amsterdam

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Mobiliteitstafel klimaatakkoord

Eerste Kamer der Staten-Generaal

DUURZAME MOBILITEIT IN TERMEN VAN CO2

Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag!

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan:

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Subsidieregelingen Topsector Energie

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam. Wat doen we zelf. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI)

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Maatregelen op het gebied van autobelastingen ( Autobrief ) VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld..

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Copernicus Institute of Sustainable Development. Koe en klimaat. Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel. Copernicus Institute of Sustainable Development

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De rol van biomassa in de energietransitie.

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzaamheid. Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Voor vragen en opmerkingen:

31 januari 2018 agendapunt 4.4. Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,

De toekomst van energie

BOVAG-BREDE BRANDSTOFVISIE

INDUSTRIETAFEL KLIMAATAKKOORD. Werkconferentie 14 februari 2019 Ede

Beton Bewust Keurmerk Beton What s in it for me?

Subsidies. Energie en Industrie Maurits Clement

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CO2-reductieplan. Project S00164 CO2-prestatieladder HASSELT. Contactpersoon Gert Molenaar. Referentie Versie 1.2

Netwerk Betonketen 27 februari 2017 Nijverdal Daaf de Kok

Kansen en uitdagingen Circulair inkopen

Het KlimaatAkkoord (ieder z n opinie; hier is de mijne)

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

SECTOR- EN KETENINITIATIEVEN 2017 CO 2 -PRESTATIELADDER 3.D.1/3.D.2

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto s.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Green Deal Concreet 1.0

3. Hoeveel tankstations in Vlaanderen beschikken thans over een vergunning voor CNG-levering? Graag een overzicht per provincie.

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse

9 Pijler 7: Mobiliteit en transport

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Elektrisch Rijden. Transitie Wagenpark en Bestelbussen werksessie 1. Flip Oude Weernink, Mark Gorter 13 april 2018

Overleg CO2 normering voertuigen

Duurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer. Huib van Essen

Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

Programma Aardgasvrije Wijken

De energietransitie in internationaal perspectief Dr. Ir. Martien Visser, lector energietransitie, Hanzehogeschool Groningen.

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

De bijdrage van de gebouwde omgeving in de energietransitie

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 903 Wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018 (Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord) Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 mei 2018 De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 18 april 2018 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Bij brief van 28 mei 2018 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp kst-34903-3 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2018 Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 1

1 Welke regionale projecten onder artikel 14 «Opdrachten wegverkeersbeleid» bent u voornemens te cofinancieren? Antwoord vraag 1: Daarbij gaat het om werkgeversaanpakken in Limburg en Stedendriehoek, en om fietsprojecten in de Metropoolregio Amsterdam. 2 Hoe is de selectie van projecten onder «Opdrachten Wegverkeersbeleid» tot stand gekomen? Antwoord vraag 2: Op basis van de selectiecriteria die bij de Klimaat enveloppe algemeen van toepassing zijn. De belangrijkste criteria die naast cofinanciering zijn gehanteerd, betreffen: verwacht effect van maatregelen, concreetheid van plannen en uitvoerbaarheid dit jaar. 3 Welke selectiecriteria heeft u bij het selecteren van projecten onder «Opdrachten wegverkeersbeleid» gehanteerd? Antwoord vraag 3: Zie antwoord op vraag 2. 4 Hebben de bedrijven die advisering en begeleiding ontvangen onder het programma «lean and green» een inspanningsverplichting om hun milieuprestaties te verbeteren? Antwoord vraag 4: Ja. Daarnaast dragen bedrijven ook financieel bij, zowel in tijd als in implementatiekosten van reductiemaatregelen. 5 Hoe wordt de impact op de CO 2 -reductie van de advisering en begeleiding onder het programma «lean and green» in kaart gebracht? Antwoord vraag 5: Bedrijven gebruiken de Lean analytix methode. Deze methode houdt in dat de CO 2 -uitstoot op basis van werkelijke brandstof- en ladingsgegevens van deze bedrijven wordt bepaald. 6 Wat voor type innovaties gaan onder de Subsidie Innovatie Duurzame Binnenvaart (IDB) gesubsidieerd worden? Antwoord vraag 6: De subsidieregeling Innovaties Duurzame Binnenvaart (IDB) 2018 is momenteel in voorbereiding en zal in het verlengde liggen van de subsidieregeling Innovaties duurzame binnenvaart 2016 2017, die per 31 december 2017 afliep. Voor de precieze tekst van de regeling zoals die in 2017 luidde, zie http://wetten.overheid.nl/bwbr0037968/. Kort samengevat: De subsidieregeling Innovaties Duurzame Binnenvaart staat middelen ter beschikking aan projecten die bijdragen aan de verdere verduurzaming van de binnenvaartsector. In aanmerking komen projecten die gericht zijn op het gebruik van alternatieve brandstoffen, alternatief motorgebruik, voor- of nabehandelingstechnieken, motormanagement, inrichting en gebruik van Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 2

het schip ten behoeve van de reductie van COi-, NON- en PM-emissies en/of methaanslip bij de voortstuwing van binnenvaartschepen. 7 Wat zijn de selectiecriteria voor de (additionele) subsidie onder IDB? Antwoord vraag 7: Beoordeling van de ingediende projecten vindt plaats door een onafhankelijke Innovatieraad. Subsidie kan verleend worden voor projecten op basis van een door de Innovatieraad schriftelijk opgestelde rangschikking conform de volgende criteria: De mate waarin de innovatie generiek toepasbaar is voor binnenvaartschepen van een vergelijkbaar scheepstype of vaarprofiel; De mate waarin de innovatie de uitstoot van CO 2, NO x, PM en/of methaanslip reduceert, en; De mate waarin de innovatie een terugverdieneffect heeft voor degene die haar toepast. 8 Wat voor soort pilotprojecten gaan onder artikel 21 «Transitiegericht inkopen» gesubsidieerd worden? Antwoord vraag 8: Onder «Transitiegericht inkopen» gaan pilots ondersteund worden bij overheden en organisaties belast met het uitvoeren van een publieke taak, die in 2018 hulp kunnen gebruiken bij het klimaatneutraal en circulair inkopen. 9 Wat zijn de selectiecriteria onder «Transitiegericht inkopen»? Antwoord vraag 9: Er zijn een aantal selectiecriteria. Zo is deelname alleen mogelijk voor overheden of organisaties belast met het uitvoeren van een publieke taak. Ten tweede moet het een inkooptraject betreffen en er moet een ambitie zijn tot klimaatneutraal en/of circulair inkopen. Het inkooptraject moet worden aangemeld op www.pianoo.nl/klimaatenveloppe om in aanmerking te komen. Tot slot is de laatste voorwaarde voor deelname dat ook wordt gemeten aan alle deelnemende inkooptrajecten. 10 Waarom kiest u voor het subsidiëren van een relatief groot aantal pilotprojecten onder «Transitiegericht inkopen» in plaats van hogere subsidies voor een kleiner aantal pilotprojecten? Antwoord vraag 10: De 100 pilotprojecten worden ondersteund met kennis en leernetwerken. Door de ervaring met onder andere de expertpool, ondersteuning op het (brede) gebied van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) en met het Manifest MVI en onderzoek naar MVI, wordt deze aanpak kansrijk geacht. Deze opzet steunt ook een zo groot mogelijk aantal overheden. Er wordt gestreefd naar het leveren van ondersteuning op maat, zo kan de ondersteuning per pilot nog verschillen afhankelijk van de specifieke vraag en behoefte van de organisatie. 11 Hoe wordt de impactmonitoring voor projecten onder «Transitiegericht inkopen» vormgegeven? Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 3

Antwoord vraag 11: Het RIVM heeft vanuit «Transitiegericht Inkopen» de opdracht gekregen om de impact van dit programma te meten. Het RIVM is vanaf de start van «Transitiegericht Inkopen» betrokken. Het RIVM heeft ervaring met het meten van de impact van MVI. Zie het rapport: Het effect van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen, januari 2018. 12 Vinden de pilotprojecten onder «Transitiegericht inkopen» op gemeentelijk, provinciaal of Rijksniveau plaats? Antwoord vraag 12: De projecten vinden plaats bij alle overheden en bij organisaties belast met het uitvoeren van een publieke taak. 13 Hoe vinden de pilotprojecten onder «Transitiegericht inkopen» aansluiting bij de transitieagenda s en het Grondstoffenakkoord? Antwoord vraag 13: In de transitieagenda s is circulair inkopen genoemd als een kansrijk instrument. Deze pilots zijn een invulling van het ondersteunen van circulair inkopen. Op dit punt wordt in de kabinetsreactie op de transitieagenda s ingegaan. 14 Waarom is het nodig om het chemisch recyclen van kunststoffen te subsidiëren? Antwoord vraag 14: Chemische recycling van kunststoffen biedt voordelen t.o.v. mechanische recycling en verbranding/storten. Voordelen zijn dat plastics weer als nieuw op de markt gebracht kunnen worden zonder additieven (bv. kleurstoffen) en dat chemische recycling (vrijwel) niet leidt tot CO 2 -uitstoot. De marktintroductie van chemische recycling komt echter op dit moment onvoldoende van de grond omdat deze recycling moet concurreren met (nog) relatief goedkope verbrandingsinstallaties en chemische bedrijven hun installaties nog niet aangepast hebben om in plaats van conventionele fossiele bronnen de secundaire bronnen te gebruiken als feedstock voor de productie van kunststoffen. Tegelijkertijd en dat is niet specifiek voor deze branche blijft het moeilijk om bij een nog niet uitontwikkelde techniek op te schalen van het lab naar een piloten voorts een demonstratiefabriek. Om tot een (versnelde) impact te komen op klimaat en circulaire economie (dus CO 2 -uitstoot in NL) is het noodzakelijk om deze partijen te helpen met pilots- en demonstratieprojecten. 15 Levert de sector zelf ook een financiële bijdrage aan de demoplants en pilotprojecten voor het chemisch recyclen van kunststoffen? Antwoord vraag 15: Ja, de sector levert zelf ook een financiële bijdrage. Partijen doen in een consortium mee en betalen gezamenlijk de helft van de investering van het project (m.a.w. projecten zijn op basis van 50% cofinanciering). Daarnaast investeert de industrie ook los van deze projecten in chemische recycling. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 4

16 Wat is de verwachte milieu-impact van de subsidies voor het chemisch recyclen van kunststoffen? Antwoord vraag 16: De eerste indicaties spreken over een potentie van minimaal 1 Mton emissiereductie in 2030. De financiële ondersteuning draagt hieraan bij en zet deze beweging in gang. Door te investeren in o.a. chemische recycling is de verwachting dat de productie en het op de markt brengen van nieuwe (virgin) fossiele plastics afneemt van 1.700 naar 1.090 kton (= 36%). 17 Hoe wordt de milieu-impact gemeten van de demoplants en pilotprojecten voor het chemisch recyclen van kunststoffen? Antwoord vraag 17: Het milieuvoordeel moet worden aangetoond volgens gangbare LCA-methoden (Life Cycle Assessment). 18 Welke (bijna) marktrijpe innovaties is Rijkswaterstaat voornemens te gaan testen? Antwoord vraag 18: De voorstellen richten zich op het opschalen en versnellen van het toepassen van innovatieve duurzame materialen (asfalt en beton). Een eerste deel van het voorstel gaat over het testen van marktrijpe asfaltproducten, zoals productie bij lage temperatuur en hergebruik ZOAB in ZOAB. Daarbij richt RWS zich enerzijds op de onderzoeks- en testfase, door marktpartijen in een tender te vragen duurzame CO 2 -arme asfaltmengsels te testen en valideren. Anderzijds richt RWS zich op het daadwerkelijk toepassen van productierijpe CO 2 -arme asfaltmengsels. Nog dit jaar zal RWS bij een aantal lopende werken de opdrachtnemer vragen om CO 2 -arm asfalt toe te passen. Het tweede deel van het voorstel richt zich op kennisvergroting over de circulaire toepassing van beton. Doel is verduurzaming van de productie en toepassing van beton. Dit kan door meer hergebruik van beton en toepassing van nieuwe betonmengsels met een lagere CO 2 -uitstoot. 19 Wat is de verwachte impact op de CO 2 -uitstoot van het optreden van Rijkswaterstaat als launching customer? Antwoord vraag 19: RWS stoot als gevolg van aanleg, beheer en onderhoud van de infrastructuur circa 900.000 ton CO 2 per jaar uit. Dat komt overeen met ongeveer 0,5% van de totale Nederlandse uitstoot. Asfalt bij RWS is goed voor circa 190.000 ton Beton, 80.000 ton CO 2. Met bijna marktrijpe technologie 1 kan die footprint met circa 20% verminderd worden. De maatregelen onder de klimaatenvelop richten zich op het opschalen en versnellen van innovaties gericht op hergebruik van materialen (zodat lagere productie van bindmiddelen nodig is) en het ontwikkelen van 1 Een technologie is (bijna) marktrijp als op alle volgende vragen bevestigend wordt geantwoord: (1) Steken de overheid, grote organisaties, universiteiten of onderzoeksbureaus geld in een verdere ontwikkeling van deze ICT-technologie? (2) Wordt deze ICT-ontwikkeling via producten/diensten van een betrouwbare en bekende leverancier op de markt gebracht? (3) Worden er opleidingen, cursussen en workshops aangeboden via gerenommeerde opleidingscentra? Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 5

circulaire alternatieven. De overheid kan deze innovaties een vliegende start geven als grote opdrachtgever voor de GWW en als launching customer. De doorwerking van deze ontwikkeling naar andere opdrachtgevers (provincies, gemeenten, waterschappen etc.) kan leiden tot een veel groter effect. 20 Is in het kader van «Kies de Beste Band» ook overwogen om het gratis beschikbaar stellen van bandenpompinstallaties bij tankstations te subsidiëren? Zo nee, waarom is daar niet voor gekozen? Antwoord vraag 20: Voor het subsidiëren van het gratis oppompen van banden bij tankstations is niet voorzien in de middelen uit onderhavige suppletoire begroting 2018 inzake de Klimaatenvelop uit het regeerakkoord. Bij verreweg de meeste tankstations dient een klein bedrag ( 0,50) betaald te worden om gebruik te kunnen maken van de bandenpomp. Dit kan voor de consument een barrière betekenen in het gebruik van de bandenpomp, maar dat kan evenzeer gelden voor onbekendheid met het gebruik van de pomp of de effecten van het rijden met een onjuiste bandenspanning. Gekozen wordt daarom niet voor het gratis beschikbaar stellen van bandenpompinstallaties, maar voor een aanpak waarin de verschillende barrières voor de consument zoveel mogelijk worden weggenomen. Bewustwording speelt daarin een rol, maar ook het ontzorgen van de consument. Verwacht wordt dat partijen uit de sector hier ook een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Over de wijze waarop het op juiste spanning houden van banden voor de consument gemakkelijker gemaakt kan worden, maak ik in het kader van het Klimaatakkoord met de sector verdere afspraken. 21 Aan wat voor type innovaties wordt gedacht voor de besteding van de subsidies voor duurzame mobiliteit? Antwoord vraag 21: De subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -Innovaties in Transport (DKTI Transport) geeft invulling aan de afspraken uit het Energieakkoord en Klimaatakkoord en kan benut worden voor nieuwe technologie- en onderzoeksopgaven voor de sector transport en mobiliteit, welke voort kunnen komen uit de energie en klimaattafels voor de komende jaren. Begin 2018 is voor 15 miljoen aan extra klimaatgelden beschikbaar gesteld voor vrachtverkeer (voertuigen, brandstoffen en tankinfrastructuur). Het wordt besteed aan klimaatinnovaties en de uitrol van tanken laadinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor de sector transport en mobiliteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande subsidieregeling DKTI-transport. Deze regeling levert concreet het volgende op: Het aantal waterstofstations gaat van drie naar twaalf eind 2018. Er vinden verschillende praktijkexperimenten plaats met low en zero-emissie voertuigen in het goederenvervoer. Er wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van schone vuilnisophaalwagens en kleine bestelbusjes. 22 Hoe wordt de impact op de CO 2 -uitstoot van deze innovaties op het gebied van duurzame mobiliteit gemeten? Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 6

Antwoord vraag 22: De adviescommissie heeft aangedragen technologieën en innovaties beoordeeld op potentieel effect op CO 2 -reductie. Het uiteindelijke effect op macroniveau is afhankelijk van de uiteindelijke -al dan niet- succesvolle marktopschaling. Dit wordt per brandstofspoor gemonitord door middel van de routeradar brandstofvisie. 23 Is cofinanciering een vereiste bij het verlenen van subsidies aan bedrijven voor duurzame mobiliteit? Antwoord vraag 23: Bij de subsidies die verstrekt gaan worden via de DKTI-transport is cofinanciering een vereiste. De DKTI richt zich nadrukkelijk op proeftuinen en experimenten van consortia, in de pre-commerciële fase tussen industrieel onderzoek en marktintroductie. Een fase van productontwikkeling waarbij investeringen door de deelnemende bedrijven en instellingen een belangrijke kritische succesfactor is. Bij het programma «lean and green» is er ook sprake van cofinanciering. Bedrijven financieren mee, zowel in tijd en als in implementatie-kosten van reductie-maatregelen. Daarnaast wordt van bedrijven die geen extra inspanning leveren aan de ontwikkeling van de methodiek, een bijdrage in cash gevraagd. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017 2018, 34 903, nr. 3 7