UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

Vergelijkbare documenten
UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

Aanvulling bosbeheersplan Gentbos

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA

Bijlage. Bijlage 1: Kaarten

Contactinfo, paswoord

Werkgroep Heide & Vennen 22 januari 2013 NIRAS Dessel

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

Bijlagen. 6 Bijlagen

Postel. Retie Legenda Mol Postel Zuid NEDERLAND. Mol

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel

Domeinbos Ravenhof. Uitgebreid bosbeheerplan Leen Govaere & Kris Vandekerkhove (2006), Tim Audenaert (actualisering 2012)

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Kaarten. Uitgebreid Bosbeheerplan Zoersel

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

LER. Regio Kempense. <Fase> Kaart 1: situering

Europees beschermde natuur

Uitgebreid bosbeheerplan voor het provinciaal domein Puyenbroeck. openbare consultatie

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

4)' 00. Vlaamse Regering ~~ >>J.n. Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats De Zegge te Geel

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

Compensatieplan Meerdink

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Bosgroep IJzer en Leie. Bosgroep Ijzer en Leie 1

VR DOC.0722/3

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Kaart 1: Landschapsatlas & beschermd landschap. Departement Leefmilieu

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

Natuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos

Kaart 12a: Bodemkaart Uitgebreid bosbeheerplan Zoersel

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

situering en afbakening van het plangebied

Briefadvies. Netevallei. Datum

Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

natuur in Gent monitoring

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura Rienk-Jan Bijlsma

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

Landschappelijke inpassing. Guttersdijk (ongenummerd), Bredevoort

Rob van der Burg 6 april 2017 Vochtige bossen Tussen verdrogen en nat gaan

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden


BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Legende: eigenaar. Bestanden. ANB privaat. Uitgebreid bosbeheerplan Hasseltbos. kaart 1.1: Kadastraal plan. Meter. 490a. 491a b. 517a.

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

situering op de topokaart

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Plant Goed aanbevelingslijst

Uitgebreid bosbeheerplan. Elsenbos. te Stabroek. in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos, Antwerpen

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE DEFINITIEVE BESCHERMING ALS LANDSCHAP DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, AMBTE NARENZAKEN EN SPORT,

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Beheerfiche 2017 Houtkant Weterbeekstraat - BIE_2125A

BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG

Vegetatie van Nederland

Klimaatrondetafel Omgeving en Natuur

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Bundel 2 van veldoefening en cases

BRIEFADVIES. 19 april 2012

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

BIJLAGE 1: gewijzigde bestandsfiches

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos

Uitgebreid bosbeheerplan

Natuurbeheerplan en kaartmateriaal. Natuurmanagement: natuurbeheerplan

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Landschappelijk inpassingsplan Gendringseweg 9, Aalten

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

1. ecologische functie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Starters in het bosonderzoek Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit

Briefadvies. Malde. Datum

Domeinbos Teunenberg

Transcriptie:

UITGEBREID BOSBEHEERPLAN OPENBARE BOSSEN PIDPA Mol

Uitgebreid bosbeheerplan Openbare bossen Pidpa MOL Opdrachtgever: Pidpa Desguinlei 246 2018 Antwerpen 03/216.88.00 Opdrachthouder: ESHER bvba Sint-Annaplein 33 9000 Gent 09/265.86.86 www.esher.be Werkten mee: Bert Van der Auwermeulen Bart Opstaele Leen Martens Herman De Bruyne Redactie: Bert Van der Auwermeulen Bart Opstaele september 2008

De opmaak van dit uitgebreid bosbeheerplan werd begeleid door een stuurgroep. Hierin zetelden: Hilde Syen - Pidpa Bart De Jong - Pidpa Hildegarde Quintens - Agentschap voor Natuur en Bos regiobeheerder Els Wouters - Agentschap voor Natuur en Bos Manu Vermeulen - Agentschap voor Natuur en Bos beheerwachter Hierbij onze dank aan de leden van de stuurgroep voor hun medewerking.

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 4 Inhoud 1 Identificatie van het bos... 7 1.1 Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten... 7 1.1.1 Eigendom... 7 1.1.2 Zakelijke en persoonlijke rechten... 7 1.1.2.1 Huurpacht... 7 1.1.2.2 Erfdienstbaarheden... 7 1.1.2.3 Jachtrecht... 7 1.2 Kadastraal overzicht... 8 1.3 Situatieplan... 9 1.4 Situering... 10 1.4.1 Algemeen administratief... 10 1.4.2 Relatie met de andere groene domeinen... 11 1.5 Statuut van de wegen en waterlopen... 12 1.5.1 Wegen... 12 1.5.1.1 Openbare wegen... 12 1.5.1.2 Paden... 12 1.5.2 Waterlopen... 13 1.6 Bestemming volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan... 13 1.7 Ligging in speciale beschermingszones... 14 1.7.1 Waterwingebied... 14 1.7.2 Internationale beschermingszones... 14 1.7.3 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden... 15 1.7.3.1 VEN... 15 1.7.3.2 Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten... 15 1.7.3.3 Landschapsatlas... 16 2 Algemene beschrijving... 18 2.1 Cultuurhistorisch overzicht... 18 2.1.1 Historisch overzicht... 18 2.1.1.1 Historiek van Mol... 18 2.1.1.2 Evolutie van het landschapsbeeld... 19 2.1.1.3 Huidige situatie (zie Kaart 2.4)... 21 2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer... 21 2.2 Beschrijving van de standplaats... 22 2.2.1 Reliëf en hydrografie... 22 2.2.1.1 Reliëf... 22 2.2.1.2 Hydrografie... 22 2.2.1.3 Oppervlaktewaterkwaliteit... 22 2.2.2 Bodem en geologie... 22 2.2.2.1 Geologie... 22 2.2.2.2 Hydrologie... 26 2.2.2.3 Bodem... 26 2.3 Beschrijving van het biotisch milieu... 27 2.3.1 Bestandskaart... 27 2.3.2 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens... 27 2.3.2.1 Boomsoortensamenstelling... 30 2.3.2.2 Dendrometrische gegevens... 31 2.3.3 Vegetatie... 35 2.3.3.1 Biologische Waarderingskaart... 35 ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 5 2.3.3.2 Actuele bostypering... 36 2.3.3.3 Flora... 41 2.3.3.4 Open plekken... 41 2.3.3.5 Autochtone bomen en struiken... 42 2.3.4 Fauna... 42 2.3.4.1 Avifauna... 42 2.3.4.2 Zoogdieren... 42 2.3.4.3 Amfibieën en Reptielen... 42 2.3.4.4 Ongewervelden... 42 2.4 Opbrengsten en diensten... 43 2.4.1 Houtopbrengst... 43 2.4.2 Jacht... 43 2.5 Recreatie... 43 2.6 Knelpunten... 43 3 Beheerdoelstellingen... 44 3.1 Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische functie... 44 3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie... 44 3.3 Beheerdoelstellingen m.b.t. de sociale en educatieve functie... 45 3.4 Beheerdoelstellingen m.b.t. de milieubeschermende functie... 45 3.5 Beheerdoelstellingen m.b.t. de wetenschappelijke functie... 45 4 Beheermaatregelen... 46 4.1 Bosverjonging... 46 4.1.1 Natuurlijke verjonging... 46 4.1.2 Kunstmatige verjonging... 46 4.2 Bosomvorming... 46 4.3 Bebossingswerken... 46 4.4 Ontbossingen... 46 4.5 Bosbehandelings- en verplegingswerken... 47 4.5.1 Inboeten... 47 4.5.2 Exotenbestrijding... 47 4.5.2.1 Methodiek bestrijding... 47 4.5.2.2 Opvolging... 49 4.6 Kapregeling... 49 4.7 Bosexploitatie... 49 4.8 Brandpreventie... 49 4.9 Open plekken... 51 4.10 Bosranden... 51 4.11 Specifieke maatregelen ter bescherming van fauna en flora... 51 4.12 Dood hout en oude bomen... 51 4.13 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. toegankelijkheid, recreatie en educatie... 52 4.14 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht... 52 4.15 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij... 52 4.16 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet houtige bosproducten... 52 4.17 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuur-historische elementen... 52 4.18 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieu-beschermende functie... 52 4.19 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de weten-schappelijke functie... 52 4.20 Werken die de biotische of de abiotische toestand van het bos wijzigen... 53 4.21 Subsidieerbare oppervlakte... 53 4.22 Planning van de beheerwerken... 54 Referenties... 55 Bijlagen... 56 ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 6 Bijlagen Bijlage 1: Kadastrale legger Bijlage 2: Bijlage 3: Bosbouw-, Vegetatie en Tansleyopnames Verslag openbaar onderzoek Kaarten De kaarten zijn opgenomen in een afzonderlijke kaartenmap: Kaart 1.1: Kaart 1.2: Kaart 1.3: Kaart 2.1: Kaart 2.2: Kaart 2.3: Kaart 2.4: Kaart 2.5: Kaart 4.1: Kadastraal plan Luchtfoto Gewestplan Bosleeftijd Hydrografie Bodemkaart Bestanden en lokalisatie opnames Vegetatiekaart Beheerkaart ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 7 1 Identificatie van het bos 1.1 Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten 1.1.1 Eigendom Dit uitgebreid bosbeheerplan behandelt de eigendom van de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) in Mol, met een totale oppervlakte van 6,51 ha (= studiegebied). Bosnaam: Statuut: Eigenaar: Pidpa Mol Diepestraat 2400 Mol Openbaar Pidpa Desguinlei 246 2018 Antwerpen Contactpersoon: Hilde Syen hilde.syen@pidpa.be Uitvoerend beheerder: Agentschap voor Natuur en Bos Dit uitgebreid bosbeheerplan is geldig voor 20 jaar (2009-2028). 1.1.2 Zakelijke en persoonlijke rechten 1.1.2.1 Huurpacht Er worden geen bestanden uit het studiegebied verpacht. 1.1.2.2 Erfdienstbaarheden Door het studiegebied lopen enkele buurtwegen (zie 1.5.1.1). 1.1.2.3 Jachtrecht Het jachtrecht in Pidpa Mol wordt niet verhuurd. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 8 1.2 Kadastraal overzicht Een tabel met overzicht van de kadastrale percelen behorend tot het studiegebied, met vermelding van de overeenkomstige bestanden, is weergegeven in Tabel 1. Een uittreksel uit het recentste kadastraal plan van het gebied is weergegeven op Kaart 1.1. De kadastrale legger is weergegeven in Bijlage 1. Tabel 1: Kadastrale percelen Bestandsnummer Perceelsnummer Oppervlakte (ha) Terreintype Mol, 2 e Afdeling, sectie B 1a 1775, 1776, 1779A, 1779 B 0,76 bos 1b 1743, 1744A, 1745A, 1745B 0,22 bos 1c 1744A, 1745A, 1745B, 1746 0,59 bos 2a 1610 0,28 ruigte 2b 1611D, 1612D, 1591A 0,62 bos 2c 1590 0,38 bos 2d 1589 0,33 bos 3a 1707A 0,18 bos 4a 1761A 0,98 bos 5a 1935C 0,51 bos 6a 1937G, 1937H 0,52 bos 6b 1937F 0,26 bos 7a 1947A, 1947B 0,29 bos 7b 1944, 1945, 1946 0,59 bos Volgens eigen planimetrie is de oppervlakte van het volledige studiegebied 6,51 ha. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 9 1.3 Situatieplan Figuur 1: Situering van Pidpa Mol Het studiegebied bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Mol, ten noordoosten van het gehucht Sluis en tegen de gemeentegrens van Retie. Een kilometer ten oosten van het studiegebied ligt het Provinciaal recreatiedomein Zilvermeer. Een situering op de luchtfoto is weergegeven op Kaart 1.2 Begrenzing Het studiegebied wordt begrensd door de Witte loop (Witte Neet) in het noorden, het kanaal Desse- Kwaadmechelen in het oosten, Sluis in het zuiden en de Diepestraat in het westen. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 10 Geografisch Het studiegebied ligt in de ecoregio van de Kempen, in het oosten van het Centraal-Kempisch rivier- en duinendistrict. Figuur 2: Ligging van Pidpa Mol in de ecoregio 1.4 Situering 1.4.1 Algemeen administratief Het technisch beheer van in het studiegebied gebeurt, overeenkomstig het bosdecreet, door het Agentschap voor Natuur en Bos (toestand 2008): Het technisch beheer van in het studiegebied gebeurt, overeenkomstig het bosdecreet, door het Agentschap voor Natuur en Bos: Buitendienst Bosbeheer: Agentschap voor Natuur en Bos, regio Netebronnen-Zuiderkempen Parklaan 49, bus 1 2300 Turnhout Telefoon: 014/.63.93.63 Fax: 014/63 93 66 Het studiegebied ligt in de beheerregio Zuiderkempen van het ANB. Verantwoordelijke regiobeheerder: mevr. Hildegarde Quintens Verantwoordelijke beheerwachter: dhr. Manu Vermeulen hildegarde.quintens@lne.vlaanderen.be manuel.vermeulen@lne.vlaanderen.be GSM : 0479/67 94 65 ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 11 1.4.2 Relatie met de andere groene domeinen Het studiegebied behoort zelf tot een belangrijk groengebied, en sluit aan bij verschillende andere grote groengebieden, zoals weergegeven in Figuur 3. Figuur 3: Groengebieden in de omgeving van Pidpa Mol - Het studiegebied is gelegen binnen het visiegebied van het erkend natuurreservaat Buitengoor, namelijk in het deelgebied de Broekbeemden. De bestanden van Pidpa zijn niet erkend als reservaat, maar een aantal ervan worden beheerd met beheersvergoeding van Pidpa- door Natuurpunt vzw. Dit zijn de bestanden 2c, 2d, 3a, en het zuidelijk deel van 7a (met kadasternummer 1947 B). De beheerdoelstellingen voor het gebied worden als volgt in het erkenningsdossier beschreven: De algemene doelstellingen voor de Broekbeemden zijn: Voor het deelgebied Broekbeemden willen we het geperceleerde kleinschalige coulissenlandschap behouden. Kunstmatige elementen (vijvers, WE-verblijven) worden zoveel mogelijk 'vernatuurlijkt'. De beheerdoelstellingen voor het gebied op (middel)lange termijn worden verder toegelicht: Gezien de doelstellingen willen we het voor de regio typische coulissenlandschap verder als landschap behouden. Het beheer van het geperceleerd landschap dient echter op een minder arbeidsintensieve wijze verder gezet te worden. Een mozaïek van weiden, hooilanden en verschillende voor de kempen typische akkergewassen over de gehele oppervlakte van de Broekbeemden is daarbij onrealistisch. (...) Binnen deze zone zullen om landschappelijke redenen ook de kleine landschapselementen beheerd worden. De houtkanten zullen cyclisch door kap verjongd worden. De cyclus is afhankelijk van de dominerende boom- of struiksoort. De in het gebied aanwezige knotbomen zullen verder onderhouden worden. Tevens ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 12 willen we in de Broekbeemden een aantal poelen aanleggen. De exacte locaties zijn nog niet bekend en zullen via de jaarplanning medegedeeld worden. Het Buitengoor (en aansluitend het Meergoor) worden gekenmerkt door de rijke afwisseling van slenken bultenmoeras, elzen- en berkenbroekbos, dennenbos, natte en droge heide, hooilandjes, vennen en open water. Vooral de natte heidevegetaties zijn zeer soortenrijk, en er komen tientallen beschermde en zeldzame planten- en diersoorten voor, o.a. Galigaan, Beenbreek, Vleeskleurige orchis, Plat Blaasjeskruid, Klokjesgentiaan,... Het kerngebied van het reservaat ligt ten zuidoosten van het studiegebied. - Ten noordoosten van het Buitengoor liggen de De Maat en Den Diel. Hier werd vroeger veel turf gestoken, en het netwerk van poelen, sloten, moeras en open water maakt het gebied bijzonder aantrekkelijk voor o.a. libellen. We vinden hier het hoogste aantal libellensoorten van Vlaanderen. - De Molse Nete is een waterloop die sterk meandert door een bos- en moerasgebied met talrijke oude turfputten. - De Ronde Put is een uitgestrekt gebied met oude dennenbossen, natte en droge heide, natte graslanden met poelen en brede sloten, gagelstruweel, rietland en grote ondiepe vijvers. 1.5 Statuut van de wegen en waterlopen 1.5.1 Wegen 1.5.1.1 Openbare wegen Er lopen geen openbare wegen door het studiegebied zelf, wel zijn er een aantal buurtwegen die gedeeltelijk door of net langs de bestanden lopen (zie Figuur 4). De buurtweg met nr. 35 loopt door bestand 2a en 2b. De buurtweg met nr. 76 loopt door bestand 1b en 1c. De buurtweg met nr. 72 loopt door bestand 4a. Het traject van deze wegen is grotendeels gewijzigd t.o.v. de Atlas der Buurtwegen en dient te worden geactualiseerd. 1.5.1.2 Paden Op de rand van het studiegebied lopen verschillende paden, waarvan de meeste momenteel toegankelijk zijn voor aangelanden of wandelaars. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 13 Figuur 4: Buurtwegen in Pidpa Mol en omgeving 1.5.2 Waterlopen De Peerloop, een waterloop buiten categorie, loopt langs de zuidrand van bestanden 7b, 7a, 1a en mondt uit in de Waterstraatloop in bestand 2c. De Waterstraatloop (3de categorie) loopt langs de zuidrand van bestand 3a, en doorheen de bestanden 2d en 2c. 1.6 Bestemming volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan BPA s (Bijzondere Plannen van Aanleg), APA s (Algemene Plannen van Aanleg) of RUP s (Ruimtelijke UitvoeringsPlannen) zijn momenteel niet van kracht binnen het studiegebied. De ruimtelijke bestemmingen van het studiegebied werden vastgelegd in het gewestplan Antwerpen (KB 3-11-1979). Een uittreksel van het gewestplan is weergegeven op Kaart 1.3. (kaart aanpassen aub) Het noordelijk gedeelte van het studiegebied is ontginningsgebied met nabestemming natuur, het zuidelijk deel ligt in Landschappelijk waardevol agrarisch gebied. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 14 1.7 Ligging in speciale beschermingszones 1.7.1 Waterwingebied Bij Besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 1998 werden het waterwingebied en de beschermingszones van de waterwinning Mol officieel afgebakend, zoals weergegeven in Figuur 5. 1.7.2 Internationale beschermingszones Het studiegebied valt niet binnen de afbakening van een internationale beschermingszone. In de omgeving zijn De Maat, het Buitengoor, het Meergoor en een gedeelte van de Ronde Put aangeduid als Habitatrichtlijngebied, omwille van de zeldzame veen- en natte heidevegetaties. In het Buitengoor komt het prioritair habitattype Kalkmoerassen met Galigaan voor. De Ronde Put is eveneens opgenomen binnen het Vogelrichtlijngebied. Figuur 5: Afbakening beschermingszones van de waterwinning ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 15 Bestanden Habitatrichtlijngebied Vogelrichtlijngebied VEN-gebied Figuur 6: Beschermingszones in de omgeving van het studiegebied 1.7.3 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden 1.7.3.1 VEN Het studiegebied zelf is niet aangeduid als GEN- of als GENO-gebied. Het Buitengoor, Meergoor, De Maat en een deel van de Ronde Put zijn wel opgenomen in het VEN. (Besluit van de Vlaamse Regering 18 juli 2003). 1.7.3.2 Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten In of in de onmiddellijke omgeving van het studiegebied zijn geen beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten aanwezig. Het Buitengoor-Meergoor is wel aangeduid als beschermd landschap. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 16 Figuur 7: Beschermde landschappen in de omgeving van het studiegebied 1.7.3.3 Landschapsatlas De landschapsatlas (zie Figuur 8) geeft aan waar de historisch gegroeide landschapstructuur tot op vandaag herkenbaar gebleven is en duidt deze aan als relicten van de traditionele landschappen. Het is een inventaris van alle landschapskenmerken met erfgoedwaarde die op mesoniveau (1/50.000) relevant zijn. Zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten van bovenlokaal belang werden gebiedsdekkend gekarteerd. - Samenhangende gehelen met belangrijke erfgoedwaarden en een vrij hoge gaafheid werden gewaardeerd via aanduiding als relictzone met bijbehorende beschrijvingsfiche. - De meest waardevolle ensembles die zowel historisch als genetisch samen horen, werden ankerplaatsen genoemd. Voor ankerplaatsen en relictzones, kortom gave landschappen, worden specifieke beleidswenselijkheden geformuleerd. - Daarnaast werden ook lijnsegmenten gewaardeerd die een waardevol lijnvormig element voorstellen. Deze worden lijnrelicten genoemd. De ankerplaats Buitengoor en Sluismeer (A10075) Het studiegebied valt volledig binnen de grenzen van deze ankerplaats die het cultuurlandschap van Sluis en het Buitengoor omvat. Relictzone Zandwinningsgebied Miramar, De Maat en akkergebied Stokt, Achterbos en Sluis (R10116) Deze grote relictzone strekt zich uit van De Maat over het Buitengoor en Sluis tot aan de zandwinningput Miramar. Lijnrelict Kanaal Dessel-Kwaadmechelen (L17005) Het kanaal Dessel-Kwaadmechelen loopt ten oosten van het studiegebied. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 17 Bestanden Ankerplaats Relictzone Lijnrelict # Puntrelict Figuur 8: Landschapsatlas van Pidpa Mol en omgeving ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 18 2 Algemene beschrijving 2.1 Cultuurhistorisch overzicht 2.1.1 Historisch overzicht 2.1.1.1 Historiek van Mol Op het einde van de laatste ijstijd (70.000 10.000 jaar geleden) werd door krachtige noordenwinden een dekzandpakket aangevoerd van enkele meters dik. Na de ijstijd verminderde het hogedrukgebied boven de noordelijke ijskappen, en de noordenwinden maakten plaats voor westenwinden. Vanuit de (toen nog droogliggende) Noordzee werd zandig materiaal aangevoerd dat in de Kempen werd afgezet onder de vorm van landduinen. Bij verder uitwaaien van de duinen tot op de watertafel werden vennen gevormd. Met de geleidelijke opwarming van het klimaat nam ook de vegetatiebedekking toe. De duingebieden ontwikkelden naar Eiken-berkenbossen, en de beekdalen naar Rietmoerassen en Wilgen- of Elzenbossen. Hier kwamen de afgestorven plantenresten in een waterrijk, zuurstofarm milieu terecht, en zo ontwikkelden zich veenlagen in de beekdalen. Rond 3000 vc had de mens vooral een semi-nomadische levenswijze, waarbij kleine stukjes bos gekapt werden voor akkerbouw, en men verder trok na uitputting van de grond. Wanneer de struikachtige heidevegetatie die zich op dergelijke plaatsen ontwikkelde later begraasd werd als weiland, werd de regeneratie van bos onmogelijk. Vanaf 1000 vc was er een gestage ontbossing van heel West-Europa, en in de Middeleeuwen werden de Kempen massaal ontbost. Er werden dichte drainagestelsels aangelegd, het veen in de beekdalen werd op grote schaal ontgonnen, en de valleigronden kwamen in gebruik als weiland. Het gehucht Sluis was reeds zeer vroeg bewoond (alleszins al vóór 774 vc.) en behoorde samen met 5 andere gehuchten tot de hoofdplaats Mol. Het was gelegen op de rand van het moerassige rivierdal van de Kleine Nete en dicht bij de gemene heidegronden in het noordoosten van Mol. Het studiegebied werd dus al zeer vroeg in cultuur genomen, maar de landbouw bestond er voornamelijk uit hooilanden en extensieve beweiding. De intensivering van de landbouw bleef er grotendeels achterwege, en vele kleinschalige landschapselementen zoals hagen, houtkanten en bosjes zijn dan ook goed bewaard gebleven. De waterwinning werd aangevangen in 1996. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 19 2.1.1.2 Evolutie van het landschapsbeeld Op de beschikbare historische kaarten is er een belangrijke evolutie van het landschapsbeeld te constateren. Ten tijde van Ferraris was het studiegebied en de omgeving al grotendeels ontgonnen. We herkennen de dorpskern van Sluis, en er liepen reeds een groot aantal wegen door het gebied. Het landschap bestond uit vochtige weides met opvallend veel hagen en houtkanten langs de perceelsgrenzen. Naar het noorden en het oosten toe zien we hoofdzakelijk heide. Het aandeel bos beperkte zich tot een scherp omlijnd bosperceel ten noordoosten van het studiegebied. Figuur 9: de Ferrariskaart (1770-1775) en het aandeel bos ten tijde van Ferraris ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 20 Tussen 1770 en 1850 werd de omgeving van het studiegebied verder ontgonnen. In het noorden is het Kanaal Herentals-Bocholt aangelegd, en het traject voor het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen is reeds aangeduid. Er zijn bijkomende paden en wegen aangelegd, maar het uitzicht van het studiegebied zelf is weinig veranderd en blijft grotendeels hooiland/weide. Het aandeel bos lijkt weinig veranderd, we zien een lichte toename. Figuur 10: Vandermaelenkaart (1850) ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 21 Op de kaart uit 1938 zien we enkele belangrijke wijzigingen. De zandontginning zorgde met haar infrastructuur en het grote aantal ontginningsputten voor een sterke verandering in het landschap, de putten waren toen nog niet gevuld met water. De grote oppervlakte heide is versnipperd en deels bebost met naaldhout, de Schansheide is hiervan een restant. Opvallend is dat het aantal hagen, houtkanten en paden nog is toegenomen in het meersengebied. Figuur 11: Topografische kaart 1938 (Militair Geografisch Instituut) 2.1.1.3 Huidige situatie (zie Kaart 2.4) Na 1938 kwamen er nog verschillende ontginningsputten bij, en de oude putten raakten met water gevuld. De bestanden, m.u.v. bestand 1a, raakten pas bebost na 1938, hetzij spontaan of kunstmatig. De bosleeftijdskaart (zie Kaart 2.1) geeft hiervan een overzicht. 2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer Het volledige gebied werd sinds Ferraris steeds beheerd als hooiland of weide, waarbij de verschillende waterlopen s winters konden overstromen. De houtkanten, en later ook de bossen, werden meestal als hakhout of middelhout afgezet, daarvan getuigen vele berken-, elzen- en eikenstoven. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 22 2.2 Beschrijving van de standplaats 2.2.1 Reliëf en hydrografie 2.2.1.1 Reliëf Het Centraal Kempisch rivier- en duinendistrict wordt gekenmerkt door een hoofdzakelijk vlak uitzicht, met hoogtes die veelal variëren van 15 tot 20m. Het studiegebied ligt in het oostelijk deel van het district, waar heuvelruggen voorkomen die reiken tot 35m boven zeeniveau. Voormalige landduinen zorgen plaatselijk voor een golvend reliëf, in het studiegebied zelf en de onmiddellijke omgeving zijn deze afwezig. Het studiegebied ligt in de bovenloop van de Kleine Nete op een hoogte van ongeveer 26m. 2.2.1.2 Hydrografie Het hydrografisch stelsel in en rond het studiegebied is weergegeven op Kaart 2.2 Het studiegebied behoort tot het stroomgebied van de Kleine Nete. In de onmiddellijke omgeving van het studiegebied stromen de Witte loop, de Beemdenloop, de Peerloop (buiten categorie), en de Waterstraatloop (3de categorie). Alle waterlopen stromen naar het westen. De Beemdenloop mondt uit in de Peerloop. De Peerloop en de Witte loop monden beiden uit in de Waterstraatloop, waarvan de naam verandert in Kleine Nete na het samenvloeien met de Vleminckloop, zo n 2 km ten westen van het studiegebied. Wijzigingen in de natuurlijke hydrografie: De waterlopen werden rechtgetrokken ten tijde van Vandermaelen, nadien is hun traject niet veel meer gewijzigd. 2.2.1.3 Oppervlaktewaterkwaliteit Uit metingen van het oppervlaktewater op de Kleine Nete t.h.v. het Kanaal Herentals-Bocholt blijkt dat de biologische waterkwaliteit (BBI) zeer goed is. De chemische kwaliteit (PIO) is matig. De kleinere waterlopen in het studiegebied (Beemdenloop, Peerloop, Waterstraatloop) ontspringen in de onmiddellijke omgeving en zijn zeer kwelrijk. De waterkwaliteit ervan is hoogstwaarschijnlijk zeer goed, al zijn ze niet het hele jaar waterhoudend. De Witte Neet (Witte loop) wordt gevoed door de plas Leblanc (op zijn beurt gevoed door het kanaal Dessel-Kwaadmechelen). De biologische waterkwaliteit is vermoedelijk vrij goed, gezien de roestbruine kleur (ijzerrijke kwel) en de aanwezigheid van o.a. Weidebeekjuffer. 2.2.2 Bodem en geologie 2.2.2.1 Geologie Het studiegebied behoort tot het Centraal Kempisch Systeem. Door tektonische processen werden de oude geologische lagen scheefgesteld met een dalende helling naar het noordoosten. De afgezette sedimentenpakketten werden bijgevolg in die richting geleidelijk aan dikker, waarbij de jongere lagen steeds verder naar het noordoosten gelegen zijn. (zie Figuur 12) ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 23 Figuur 12: Lithostratigrafische kaart De geologische ondergrond in het ecodistrict bestaat uit verschillende mariene sedimentenpakketten, die tijdens het Tertiair en het Vroeg-Pleistoceen (Kwartair) werden afgezet. Het betreft een dik pak zandige en soms kleihoudende formaties met een lichte helling naar het noord(noord)oosten. Daar bovenop bevindt zich de dunne fluviale en eolische afzetting uit het Kwartair. In Figuur 13 is de opbouw van de ondergrond in het studiegebied voorgesteld. Het Tertiair De ondoorlatende laag uit het vroeg-oligoceen, de Formatie van de Rupel (Boomse klei), vormt de basis van een omvangrijk pakket zandige en poreuze lagen die een belangrijke grondwaterreserve bevatten. Deze zijn dus van groot belang voor de drinkwaterwinning in Antwerpen. De poreuze lagen zijn achtereenvolgens de Formatie van Voort, de Formatie van Berchem, de Formatie van Diest, en de Formatie van Kasterlee. Het Kwartair De Zanden van Mol liggen bovenop de Formatie van Kasterlee en vormen een goed waterdoorlatende laag. Daar bovenop ligt een dunne laag (max. 5m) die voor het grootste deel het reliëf in Mol (en ook de rest van de Kempen) bepaalt. De laag bestaat uit (leemhoudende) dekzanden en recent alluvium van kleine waterlopen, in dit geval de Kleine Nete. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 24 ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 25 ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 26 Figuur 13: Geologische doorsnedes van het studiegebied 2.2.2.2 Hydrologie De waterwinning is een element in het hydrologisch systeem. De vergunde onttrekking is afgestemd op de draagdracht van de watervoerende laag zodat een nieuwe evenwichtssituatie ontstaat. In Pidpa Mol wordt jaarlijks bijna 3 miljoen m³ water opgepompt. De vergunning staat toe om tot 3 miljoen m³/jaar op te pompen verspreid over 7 putten. Het opgepompte water is afkomstig uit de freatische en de semi-artesische laag. Het substraat, gevormd door de Boomse klei, kan als ondoorlatend worden beschouwd. Het restwater van het productieproces wordt geherinfiltreerd in de ondergrond via de bezinkings- en infiltratiebekkens die gelegen zijn in het studiegebied. Op jaarbasis bedraagt dit ongeveer 50.000 m³. 2.2.2.3 Bodem Het studiegebied en de omgeving bestaat enkel uit zand en lemig zand, en een groot aantal vergraven gronden. De zandgronden zijn natter dan het lemig zand. Bij de drainageklassen moet worden opgemerkt dat dit een toestand weergeeft uit de jaren 60. Mogelijk is deze situatie intussen gewijzigd onder invloed van de waterwinning of andere hydrologische maatregelen in de omgeving. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 27 In Pidpa Mol komen volgende bodems voor (zie Kaart 2.3): o Nat lemig zand (Seg) komt voor in het grootste deel van het studiegebied, in de bestanden 1b en 1c, en in perceel 2, 3, 4 en 5. o Matig droog tot matig nat zand komt voor in bestand 1a en 2b, en in perceel 6 en 7. 2.3 Beschrijving van het biotisch milieu 2.3.1 Bestandskaart De bestandskaart met locaties van de proefvlakken is weergegeven op Kaart 2.4. Een tabel met weergave van de dominerende boomsoort is opgenomen in Tabel 2. Tabel 2: Bestanden in Pidpa Mol Bestandsnummer Oppervlakte (ha) Aanplantjaar* Dominerende boomsoort 1a 0,76 1920 Grove den 1b 0,22 1975 Zwarte els 1c 0,59 1975 Zachte berk 2a 0,28 - ruigte 2b 0,62 1960 Zachte berk 2c 0,38 1980 Zwarte els 2d 0,33 1975 Zwarte els 3a 0,18 1990 Zwarte els 4a 0,98 1985 Zwarte els 5a 0,51 1945 Zomereik 6a 0,52 1950 Grove den 6b 0,26 1985 Zomereik 7a 0,29 1995 Zwarte els 7b 0,59 1975 gemengd loofhout Totaal = 6,51 * = de aanplantjaren zijn een schatting op basis van het veldonderzoek 2.3.2 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens Bestand 1a Boomlaag met ongeveer 90jaar oude Grove den en een onderetage van Zomereik, Ruwe berk en Am. eik. In de struiklaag vinden we veel verjonging van Wilde lijsterbes, Zomereik, Am. vogelkers, Ruwe berk en wat Am. krent. De kruidlaag is beperkt, met vooral bramen. In het zuidelijk deel is Tweestijlige meidoorn aangeplant, in het noorden heeft zich Kleine maagdenpalm verspreid uit gestort tuinafval. Bestand 1b Voormalig elzenhakhout, maar momenteel evoluerend naar vochtig berken-eikenbos. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 28 Boomlaag: Zwarte els Struiklaag: wat verjonging van Wilde lijsterbes. Kruidlaag: vooral bramen, in de rabatten nog wat Ruwe smele en Grote wederik. Verjonging van Wilde lijsterbes en wat Zwarte els. Bestand 1c Voormalig berken-elzenbroekbos, maar momenteel evoluerend naar vochtig berken-eikenbos. Het westelijk deel is ijler bebost, en plaatselijk komt nog Wilde gagel voor. Boomlaag: Zachte berk Struiklaag: veel verjonging van Wilde lijsterbes, wat Spork, Zomereik, Wilg sp. en Am. vogelkers. Op het pad tussen bestand 1b en 1c groeit veel Am. vogelkers en wat Zwarte els. De kruidlaag is vrij ijl met bramen, wat Ruwe smele en Grote brandnetel. In het westelijk gedeelte staat nog wat Wilde gagel. Bestand 2a Voormalig populierenbestand, gekapt in 2004 en momenteel spontaan verbossend. De boomlaag is nagenoeg afwezig. Langs de westrand vinden we wat Zwarte els. De struiklaag is beperkt tot verspreide opslag van Ruwe berk, Grauwe wilg en Am. vogelkers. De gekapte populieren zijn gedeeltelijk terug opgeschoten. De kruidlaag is sterk verruigd, met tot 2m-hoge bramen en brandnetels, verder wat Ridderzuring, Glanshaver, Kleefkruid, Kleine klit,... Dit bestand is dan ook te typeren als een ruigte die aan het verbossen is. Bestand 2b Boomlaag: Zomereikenbestand met onderetage van Zachte berk Struiklaag: Gewone vlier, Zachte berk en Zomereik De kruidlaag bestaat voornamelijk uit bramen en Grote brandnetel. Verder ook wat Glanshaver, Gevlekte dovenetel, Ruwe smele, Framboos,... Bestand 2d Vrij goed ontwikkeld elzenbos met verschillende kwelsloten, en een kleine poel in het oosten van het bestand. In het westelijk deel staat een betonnen constructie (tuinhuis) met een afsluiting en verschillende verwilderde tuinplanten. Langs de zuidrand loopt de Waterstraatloop en tussen bestand 2d en 2c loopt een dichtgeslibde gracht met een oude elzenhakhout-rij. Ook rondom de 2 bestanden staan oude elzenhakhout-stoven. De boomlaag bestaat uit elzenhakhout. De westelijke zone is jonger met veel Wilg. De struiklaag is matig ontwikkeld met veel soorten. Vooral wilgen, Gewone vlier, Wilde lijsterbes en ook wat Spork, Gelderse roos, Meidoorn sp., Gewone es, ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 29 Gewone esdoorn, Europese vogelkers, Am. vogelkers, Am. eik en Hazelaar. Wilde liguster, Mispel, Am. krent en Haagbeuk zijn verwilderd aan het tuinhuis. De kruidlaag is goed ontwikkeld, met voornamelijk Grote brandnetel, maar ook veel Ruwe smele, Gerimpeld boogsterrenmos, bramen, wat Groot springzaad, Kale jonker, Bosbies,... De bospoel bevat Gele lis, Grote waterweegbree en Koningsvaren. Bestand 2c is gelijkaardig aan bestand 2d, maar is minder nat en sterker verruigd met Grote brandnetel en bramen. In de boomlaag vinden we hakhout van Wilg en Zwarte els. Bestand 3a Boomlaag: Elzen- en berkenhakhout met wat Gewone es en Gewone esdoorn In de struiklaag staat vooral Gewone vlier, Spork, Wilde lijsterbes, Gewone esdoorn en wat Fijnspar. De kruidlaag bestaat uit bramen, Brandnetel, Gewone hennepnetel en wat Klimop en Kruipend zenegroen. Bestand 4a Boomlaag: jong hooghout van homogene Zwarte els De struiklaag is slecht ontwikkeld, wat jonge opslag van Gewone vlier, Wilde lijsterbes, Am. vogelkers, Spork en Zomereik Kruidlaag: Grote brandnetel, Brede stekelvaren en Gewone berenklauw Bestand 5a Boomlaag: Droog bestand met Zomereik, Ruwe berk en Grove den Struiklaag: slecht ontwikkeld, wat Zomereik, Wilde lijsterbes, Grove den en een beetje Zwarte els Kruidlaag: veel verjonging van Zomereik, Am. vogelkers en Spork. Verspreid wat Gestreepte witbol, Bochtige smele en Pijpenstrootje. Verwilderde Bamboe (uit tuinafval) Bestand 6a Boomlaag: homogeen bestand met Grove den. Struiklaag: dicht, met Zomereik, Ruwe berk, Wilde lijsterbes en wat Spork Kruidlaag: Vooral Bochtige smele en Pijpenstrootje. Verjonging van Zomereik, Wilde lijsterbes, Am. eik en Am. vogelkers. Bestand 6b Boomlaag: hakhout van Zomereik met wat Zwarte els. Struiklaag: vrijwel ontbrekend, enkel wat Ruwe berk en Wilde lijsterbes Kruidlaag: veel verjonging van Am. vogelkers, Zomereik en Wilde lijsterbes. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 30 Bestand 7a Verbossend weiland met nog verschillende graslandsoorten in de kruidlaag. De opslag van Zwarte els, Boswilg en Witte els werd gedeeltelijk teruggezet. Boomlaag: recent afgezet jong middelhout, met (nu zeer ijle) Zwarte els, Boswilg, Witte els Struiklaag: wat opslag van Zwarte els, Boswilg, Gewone es, Am. vogelkers en Ruwe berk Kruidlaag: dichte grasmat van Gestreepte witbol en Ruw beemdgras. Veel Grote brandnetel, bramen en wat Brede stekelvaren, Vogelmuur. Wat verjonging van Gewone esdoorn en Zomereik. Bestand 7b Boomlaag: de zuidhelft van het bestand bestaat uit Zomereik en Am. eik, de noordhelft uit jonge Zwarte els en Ruwe- en Zachte berk. Langs de zuidrand staan enkele oudere hakhoutstoven van Zomereik. Struiklaag: is weinig ontwikkeld, wat Wilde lijsterbes, en in de noordhelft ook Zwarte els en Zomereik Kruidlaag: nagenoeg ontbrekend, wat Gestreepte witbol en Gewone hennepnetel. Tabel 3: bestandskenmerken Bestand Opp. (ha) bedrijfsvorm mengingsvorm bestandstype* sluitingsgraad leeftijd leeftijdsklasse % inheems 1a 0,76 hakhout stamsgewijs NH+LH 50-75% ongelijkjarig 81-100 jaar 100% tweevoudig 100% 1b 0,22 hakhout homogeen LH >75% 21-40jr hooghout 1c 0,59 hooghout homogeen LH 50-75% ongelijkjarig 21-40 jaar 100% 2b 0,62 hooghout stamsgewijs LH >75% ongelijkjarig 41-60jr >95% 2c 0,38 hakhout homogeen LH >75% ongelijkjarig 21-40 jaar 100% 2d 0,33 hakhout stamsgewijs LH 50-75% ongelijkjarig 21-40 jaar 100% 3a 0,18 hakhout stamsgewijs LH >75% gelijkjarig 1-20 jaar >95% 4a 0,98 hooghout homogeen LH >75% gelijkjarig 21-40 jaar 100% 5a 0,51 hooghout stamsgewijs LH+NH 50-75% ongelijkjarig 61-80jr 100% 6a 0,52 hooghout homogeen NH 50-75% gelijkjarig 41-60 jaar 100% 6b 0,26 hakhout stamsgewijs LH >75% gelijkjarig 21-40 jaar 100% 7a 0,29 middelhout stamsgewijs LH 25-50% ongelijkjarig 1-20 jaar >90% 7b 0,59 hooghout stamsgewijs LH >75% ongelijkjarig 21-40 jaar 100% * indeling in bestandstypes: LH: >80% loofhout / NH: >80% naaldhout / LH (50-80%) + NH / NH (50-80%) + LH 2.3.2.1 Boomsoortensamenstelling In Tabel 5 en Tabel 6 zijn de gegevens (op basis van de bosbouwopnames) van de soorten in respectievelijk de boomlaag en de struiklaag weergegeven. Ongeveer 50% van de bosbestanden bestaat uit Zwarte els, zowel wat betreft stamtal, grondvlak als volume. Daarmee is Zwarte els de meest voorkomende boomsoort in Pidpa Mol. Grove den en Berk nemen elk ongeveer 20% van het grondvlak en volume in, hoewel Grove den slecht 7% van het stamtal uitmaakt. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 31 2.3.2.2 Dendrometrische gegevens Boomlaag In Pidpa Mol komen gemiddeld 1232 bomen/ha voor. Dit is relatief hoog, wat verklaard wordt door het voormalige hakhoutbeheer in de meeste bestanden. Bestand 4a en 7a zijn de uitschieters met respectievelijk 2201 en 354 bomen/ha. Het gemiddelde bestandsgrondvlak bedraagt 24,5 m²/ha en het gemiddelde bestandvolume is 201 m³/ha. Deze beide parameters zijn normaal voor Vlaanderen. Enkel Am. eik, Fijnspar en de Grove dennen jonger dan 70 jaar zijn uitheems, het aandeel inheems hout op basis van het grondvlak bedraagt dus meer dan 90%. In Tabel 5 zijn de samenvattende gegevens (op basis van de bosbouwopnames) van de soorten in de boomlaag weergegeven. Tabel 4: Overzicht van het Stamtal, Grondvlak en Volume per bestand. Bestand Levend hout Dood hout Stamtal (#bomen/ha) Grondvlak (m²/ha) Volume (m³/ha) Stamtal (#bomen/ha) Grondvlak (m²/ha) Volume (m³/ha) 1a 531 19,7 155 - - - 1b 1847 27,8 183 - - - 1c 472 14 107 39 0,63 4,5 2b 1100 22,1 180 - - - 2d 1965 48,4 526 236 1,55 6,9 3a 1611 20,3 120 - - - 4a 2201 31,6 273 - - - 5a 639 14,4 107 - - - 6a 914 34,5 253 39 0,38 2,4 6b 1768 27,9 217 - - - 7a 354 9,5 76 39 0,95 7,6 7b 1464 21,9 182 - - - Totaal 381 25,2 213 8 0,89 9,7 Tabel 5: Samenvattende gegevens van de boomlaag ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 32 Door het voormalig hakhoutbeheer is in de grafiek van de Stamtalverdeling het aandeel bomen in de lagere omtrekklassen groot. In de grafiek van de Volumeverdeling krijgen we twee pieken, één van de Zwarte els, waarbij het zwaartepunt bij een omtrek van 50 cm ligt, en een kleinere van Grove den, met een zwaartepunt rond 100 cm. Struiklaag De stuiklaag is in de meeste bestanden matig tot goed ontwikkeld, in een aantal bestanden ontbreekt ze nagenoeg. Wilde lijsterbes is de meest algemene soort en Zwarte els is amper vertegenwoordigd, wat aangeeft dat het elzenbos in de meeste bestanden op termijn zal verdwijnen. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 33 De agressieve exoot Am. vogelkers komt voor binnen de bestanden 1a, 2b, 4a en 7a en het pad tussen 1b en 1c. In bestand 5a werd de soort onlangs bestreden, maar ze komt nog uitbundig voor in de kruidlaag. In Tabel 6 zijn de gegevens (op basis van de bosbouwopnames) van de soorten in de struiklaag weergegeven. Tabel 6: Samenvattende gegevens van de struiklaag Verjonging Zomereik, Am. vogelkers en Wilde lijsterbes verjongen opvallend meer dan de overige soorten in het studiegebied. Dit komt voornamelijk door de massale verjonging in bestand 5a (>80% van de verjonging van Zomereik en Am. vogelkers situeert zich in bestand 5a) en in mindere mate door de verjonging in de percelen 6 en 7. Am. vogelkers maakt bijna 25% uit van de totale verjonging en vormt zo een reële bedreiging voor de inheemse soorten. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 34 In Tabel 7 zijn de gegevens (op basis van de bosbouwopnames) van de soorten in de kruidlaag weergegeven. Tabel 7: Samenvattende gegevens van de verjonging van de kruidlaag Dood hout - Staand dood hout is in Pidpa Mol amper aanwezig. Met een volume van 1,4/m³/ha maakt dit 0,7% uit van het totale houtvolume en wordt de doelstelling van 4% (criteria duurzaam bosbeheer) lang niet gehaald. - Het aandeel liggend dood hout is klein. In alle bestanden is liggend dood hout aanwezig, maar meestal enkel dunnen stammen, en soms een klein aantal dikkere stammen. Tabel 8: Aandeel staand dood hout ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 35 Tabel 9: Liggend dood hout in de bestanden Bestand dun dik zeer dik 1a 5-100 stuks/ha 1-10 stuks/ha 0 1b <5 stuks/ha 0 0 1c 5-100 stuks/ha 1-10 stuks/ha 0 2b <5 stuks/ha 0 0 2c 5-100 stuks/ha 1-10 stuks/ha 0 2d 5-100 stuks/ha 1-10 stuks/ha 0 3a <5 stuks/ha 0 0 4a <5 stuks/ha 0 0 5a >100 stuks/ha 0 0 6a 5-100 stuks/ha 0 0 6b <5 stuks/ha 0 0 7a <5 stuks/ha 0 0 7b < 5 stuks/ha 0 0 dun = 20-60 cm omtrek / dik = 60-120 cm omtrek / zeer dik = > 120 cm omtrek 2.3.3 Vegetatie 2.3.3.1 Biologische Waarderingskaart Binnen het studiegebied komen volgens de Natuurgerichte bodembedekkingskaart volgende karteringseenheden voor: biologisch minder waardevol biologisch minder waardevol met waardevolle elementen biologisch minder waardevol met waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch minder waardevolle met zeer waardevolle elementen biologisch waardevol biologisch waardevol met zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol - Hx, Hp en Bs: zeer soortenarme graslanden, permanente cultuurgraslanden en akkers op zandige bodem, in perceel 2, 3, 4, 5, 6 en 7 - Lhb: populierenaanplant op vochtige grond met elzen- of wilgenondergroei in bestand 1b, 1c - Ppmb: aanplant van Grove den met ondergroei van bomen en struiken in bestand 1a, 5a, 6a Figuur 14: BWK van Pidpa Mol Aangezien de Biologische waarderingskaart een algemene beschrijving geeft van de actuele vegetatietypes, wordt een gedetailleerdere bostypering, gebaseerd op vegetatieopnames, hieronder uitgewerkt. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 36 2.3.3.2 Actuele bostypering 2.3.3.2.1 Methodiek Als leidraad voor de vegetatieanalyse wordt de methodiek gevolgd zoals is uitgewerkt in de handleiding Vegetatieanalyse in het kader van uitgebreide bosbeheerplannen. Het voormalige AMINAL, Afdeling Bos & Groen (nu: Agentschap voor Natuur en Bos) heeft een vegetatieanalyse pakket samengesteld dat bestaat uit een aantal Access-databanken, met name: Deter-CD, Deter-CE, Tropres, Syntabel, Spectrum en Rogister. De bostypologie waarmee wordt gewerkt, is gebaseerd op de eerste boskartering van het Vlaams gewest, uitgevoerd in de periode 1997-1999. Deze bostypologie is inmiddels herwerkt en verfijnd (Cornelis, 2007), maar de bijbehorende software hiervan is nog niet beschikbaar. Bij de typering van het vegetatietype dan ook telkens het overeenkomstige type uit de nieuwe typologie vermeld. In totaal werden 12 vegetatie-opnames gemaakt. o Deze opnames werden ingevoerd in de vegetatiedatabank Deter-CE. In Bijlage 2 worden deze opnames weergegeven met de bedekkingen per soort en per vegetatielaag. De boomsoorten die in de nevenetage voorkwamen, werden ook ondergebracht bij de boomlaag. o De classificatie van de opnames gebeurde op basis van de identificatiediagrammen (m.b.v. het Access-programma Tropres) van TPab_K-scores (van de kruidlaagsoorten) en in mindere mate deze van TP-K. Bij de bepaling van TP-scores kan namelijk de invloed van soorten die wijzen op onverzadigde gemeenschappen (storingssoorten zoals bramen en Adelaarsvaren), hoog zijn op de bepaling van het bostype. Bij TPab speelt de trouw- en presentiegraad van de karakteristieke soorten van een bostype een grotere rol en is dan ook een krachtiger identificatiemethode. Per opname werden wel beide types van sterdiagrammen geïnterpreteerd. In het referentiesterdiagram (zie Figuur 9) zijn de 32 onderscheiden bostypes uit de bosinventarisatie van Vlaanderen in een logische volgorde geordend op de assen van het diagram, meer bepaald is de gradiënt van voedselarm en droog naar voedselrijk en nat terug te vinden (Duinbos vormt een uitzondering in deze ordening) als het diagram wordt doorlopen in wijzerszin startend bij Rododendronbos. Nauw verwante bostypen komen naast elkaar te liggen. Hoe meer er uitvlagging is vanuit het centrum naar een bepaald bostype, hoe sterker de verwantschap is met dit type (zie diagrammen in Bijlage 2). Figuur 15: Referentiesterdiagram (Roelandt, 2004) ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 37 o o In de hiernavolgende bespreking werd, om potenties qua natuurlijk bostype bij oorspronkelijke abiotiek af te leiden, de situatie op de bodemkaart en de PNV-kaart (Ecosysteemvisie Bos IBW, zie hoofdstuk 2.3.3.2.4) van het betreffend proefvlak mee opgenomen. Om deze typering van de actuele vegetatie vanuit de kruidlaag te bevestigen en om de proefvlakken te karakteriseren qua abiotische parameters, werd tot slot een mf/mr.mn-ecogram (Rogister, 1958) gemaakt en geïnterpreteerd. Om dit ecogram te bekomen, gebruikte Rogister de Ellenberggetallen R (zuurtegraad), N (stikstofwaarde) en F (vochtwaarde) om elk bostype uit de literatuur in een tweedimensionele ruimte te plaatsen die de ecologische positie van de abiotische factoren vochttoestand en voedselbeschikbaarheid van de bodem (is gerelateerd met de humuskwaliteit) duidelijk maakt. Op basis van de gemiddelde bedekking van de soorten in de verschillende bostypes die resulteren uit de bosinventarisatie van het Vlaams gewest, werden gemiddelde F, R en N waarden berekend (mf, mr en mn). Deze waarden werden dan gebruikt om de ecologische positie van de Vlaamse bostypen te berekenen en te visualiseren in een mf/mr.mn ecogram. Door een query te laten lopen in de Access-databank Rogister, werden deze gemiddelde Ellenbergwaarden per proefvlak van Pidpa Mol berekend. De bekomen waarden worden uitgezet in een spreidingsgrafiek in Excel met als achtergrond het Rogister-ecogram (de zwarte lijnen) o.b.v. de bosinventarisatietypologie. 2.3.3.2.2 Resultaten: bespreking bostypes a.d.h.v. TPab-sterdiagrammen De identificatiediagrammen van de 12 opnames in Pidpa Mol (zie Bijlage 2) zijn voldoende duidelijk (voldoende uitvlagging naar 1 of meer typen) om er een typering uit af te leiden. Hieronder is een overzicht weergegeven van de verschillende bostypes die voorkomen binnen Pidpa Mol, samen met het overeenkomstige bostypenummer en het aantal opnames die de meeste verwantschap (= meeste uitvlagging) hebben met het betreffende bostype. Zie ook Kaart 2.5. Bostype Bostypenummer # opnames Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos 6 9 Witbol eiken-beukenbos 10 3 Het Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos is een derivaatgemeenschap van het Typisch berken-eikenbos en wordt gekenmerkt door een goede ontwikkeling van voornamelijk Amerikaanse vogelkers. De voedselrijkere situatie waarvan dit type afhankelijk is, wordt vaak veroorzaakt door verdroging, bodemverstoring, voormalig of naburig landbouwgebruik, en ook gewoon door een geringere uitspoeling van nutriënten in de neerslag. Het komt voor in bestanden 1a, 1b, 1c, 4a, 5a, 6a, 6b, 7a en 7b. In bestand 7a zijn meerdere interpretaties van het ecodiagram mogelijk, er is eveneens een sterke uitvlagging naar het Elzen-eikenbos, Populierenbeemd én het Witbol Eiken-Beukenbos. In de nieuwe typologie (Cornelis, 2007) worden het Amerikaanse vogelkers berken-eikenbos ingedeeld bij de Dennen-eikenbossen met Amerikaanse vogelkers. Het Witbolrijke Eiken-Beukenbos bestaat vooral uit relatief jonge bossen, aangeplant op voormalige akkers. Deze bossen worden dan ook gekenmerkt door een aantal indicatoren voor ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 38 verstoring, bemesting of voedselaanrijking zoals Gestreepte witbol, Gewone hennepnetel, Gewone braam, Grote brandnetel en Gewone vlier (Roelandt, 2001). Dit type komt voor in bestand 2b, 2d en 3a. In de nieuwe typologie (Cornelis, 2007) wordt het Witbolrijke Eiken-Beukenbos ingedeeld bij het Eiken- Beukenbos met Adelaarsvaren. 2.3.3.2.3 Rogister-Ecogram In Figuur 16 wordt het Rogister-Ecogram weergegeven van de vegetatieopnames die werden uitgevoerd in Pidpa Mol. In deze grafiek wordt voorgesteld welke plantenopnames overeenkomen met welke Vlaamse bostypes en wat de abiotische parameters zijn (zuurtegraad, voedselrijkdom, bodemvocht). De begrenzing van de ecologische gebieden in dit ecogram komen overeen met de volgende bostypes (in vet werden deze aangeduid die volgens de grafiek voorkomen in het studiegebied): BQ: Berken-Eikenbos (Betulo-Quercetum) FQ: (Winter)Eiken-Beukenbos (Fago-Quercetum) SC: arme Eiken-Haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum) MF: Gierstgras-Beukenbos (Milio-Fagetum) EC: Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos (Endymio-Carpinetum) PC: Vochtig Eiken-Haagbeukenbos (Primulo-Carpinetum) UFtyp: typisch Iepen-Essenbos (Ulmo-Fraxinetum typicum) UFaln: Vochtig of Elzenrijk Iepen-Essenbos (Ulmo-Fraxinetum alnetosum) PF: Elzen-Essenbos (Pruno-Fraxinetum) CA: Moesdistel-Elzenbroek (Kalk-Elzenbroek) (Cirsio-Alnetum) FA: Ruigt-Elzenbos (Filipendulo-Alnetum) CEA: Gewoon of mesotroof Elzenbroek (Carici elongatae-alnetum) LQ: Elzen-Eikenbos (Lysimachio-Quercetum) In de X-as is de mate van afbraak van het strooisel of dus het humustype uitgezet. Deze is oplopend van mor, moder naar mull als volgt: De Y-as komt overeen met de vochtklasse als volgt: ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 39 mf/mr.mn-ecogram van alle vegetatieopnames van Mol 0,00 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00 45,00 50,00 3,00 4,00 5,00 6,00 7,00 6a1 BQ FQ 1a1 1c1 1b1 6b1 5a1 7b1 LQ SC of MF3a1 2d1 4a1 8a1 PC 7a1 EC 2b1 UFa UFt PF CEA FA 8,00 CA 9,00 10,00 Figuur 16: Rogister-Ecogram van de vegetatieopnames in Pidpa Mol volgens de bostypologie Vlaams gewest (Roeland, 2004) De opnames in het studiegebied zijn zeer verscheiden wat betreft de humustypes. Zowel mor als actieve mull komen voor, maar het merendeel van de bestanden heeft een matig tot slechte strooiselafbraak. De opnames hebben een bodemvochtklasse tussen hygroclien- mesofiel en hygroclien, dus het betreft matig vochtige tot natte bodems. De identificatie van de opnames met het Rogister-ecogram blijken beter overeen te komen met de bevindingen op het terrein dan met de typologie die voortvloeit uit de sterdiagrammen (zie hoger). De voormalige elzenbroeken vallen onder (of in de buurt van) het Elzen-Eikenbos. De drogere bestanden liggen in de omgeving van het Berken-Eikenbos. Bestand 4a en 7a zijn het minst ontwikkeld en bevatten een groot aantal storingssoorten. Ze vallen momenteel onder het Vochtig Eiken- Haagbeukenbos. 2.3.3.2.4 Vegetatiekaart Op basis van de vegetatieopnames en de resultaten hiervan werd een gebiedsdekkende vegetatiekaart (Kaart 2.5) opgesteld. Op deze kaart is enerzijds weergegeven tot welke groep van bostypes 1 de bestanden behoren (op basis van de sterdiagrammen), en anderzijds is weergegeven of het bestand bestaat uit loof-, naald- of gemengd hout (op basis van de bosbouwopnames). Vegetatietypes die niet binnen deze klassering pasten, zijn Grasland, Ruigte, (jonge) Aanplant, Water, Heide en Tuin. Deze vegetaties werden afzonderlijk vermeld op de vegetatiekaart. Voor een gedetailleerdere beschrijving van de kruid-, struik- en boomlaag per bestand wordt verwezen naar de bestandsbeschrijving (2.3.2). 1 De bostypes die werden getypeerd binnen de bosplaatsen van Pidpa, werden herleid tot 7 bostypegroepen. De verschillende bostypegroepen zijn Berken-Eikenbos, Eiken-Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos, Populierenruigte, Elzenbos, Rompgemeenschap Elzenbos en Wilgenvloedbos. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 40 Natuurlijkheid vegetatie in de bosbestanden Potentieel natuurlijke vegetatie. Op basis van de bodemkaart van Vlaanderen werd een kaart opgesteld met de potentiële natuurlijke vegetatie voor Vlaanderen. Hierop is gebiedsdekkend weergegeven welke vegetatietypes zullen ontwikkelen wanneer de abiotische toestand van het bos wordt hersteld en het bos gedurende een lange periode (min. 150 jaar) wordt gevrijwaard van alle menselijke activiteiten. De mate waarin de huidige vegetatie overeenkomt met de PNV geeft aan hoe goed het bos ontwikkeld is. Men spreekt hierbij van verzadigde- (het huidige type komt in grote mate overeen met de PNV) en onverzadigde (of gedegradeerde) bosgemeenschappen. Uit bovenstaande vegetatieanalyse leiden we af dat er geen verzadigde bosgemeenschappen voorkomen binnen het studiegebied. De jonge bestanden zijn nog niet voldoende ontwikkeld, en de voormalige elzenbroeken zijn verdroogd en gedegradeerd. Bestand 2d lijkt het best ontwikkeld, hoewel ook andere bestanden nog potenties hebben. De verschillende potentiële bostypes (toestand jaren 60) binnen het studiegebied zijn: - Natte variant van het Arme Eiken-beukenbos: Dit type komt voor in alle bestanden, m.u.v. bestand 1a. Het wordt beschouwd als het climaxstadium voor het berken-eikenbos, omdat Beuk op lange termijn de plaats van Berk zal innemen in deze bossen. Soorten die de natte variant van de droge onderscheiden zijn veelvuldig voorkomen van Spork, Pijpenstrootje en Stekelvarens. - Droge variant van het Arme Eiken-beukenbos: Dit type komt voor in bestand 1a, en een gedeelte van bestand 2a, 6a, 6b, 7b. Het onderscheidt zich van de natte variant door de sterke vertegenwoordiging van Bochtige smele en Adelaarsvaren. Aandeel exoten - Het aandeel inheems hout in de boomlaag bedraagt, zoals eerder vermeld, meer dan 90%. Dit aandeel zal in de loop van het beheerplan alvast verhogen door het ouder worden van de Grove dennen (mits ouder dan 70jaar worden deze bij het inheems hout gerekend). Soorten die zullen worden weggedund zijn Fijnspar en Am. eik. Bestanden Typische Eiken-Beukenbos, natte variant Arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos, droge varian Arme Eiken-Beukenbos en Eikenbos, natte variant Figuur 17: PNV-kaart van Pidpa Mol en omgeving ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 41 - Amerikaanse vogelkers komt voor in alle bestanden, maar is voorlopig nergens dominant. Een grondige bestrijding en een goede opvolging is noodzakelijk. Een groot probleem vormt de aanwezigheid van de soort in het particuliere bestand ten zuiden van bestand 6b, waar tientallen zaadbomen staan. Tabel 10: Bedekking Am. vogelkers Bestand < 1 m hoog < 20 cm omtrek > 20 cm omtrek 1a < 5 % < 5% geen 1b < 5 % < 5% < 5% 1c < 5 % < 5% < 5% 2b < 5 % < 5% geen 2c < 5 % < 5% geen 2d < 5 % < 5% geen 3a < 5% < 5% geen 4a < 5% < 5% < 5% 5a < 5% 0 0 6a < 5% < 5% geen 6b < 5% < 5% geen 7a < 5% < 5% geen 7b < 5% < 5% geen 2.3.3.3 Flora 2.3.3.3.1 Oud-bosplanten Het bos in Pidpa Mol is niet ouder dan 100 jaar, en er komen geen oud-bosindicatoren voor. De Kleine maagdenpalm in bestand 1b is verwilderd uit gestort tuinafval. 2.3.3.3.2 Aandachtssoorten Er werd 1 aandachtssoort waargenomen binnen de bosbestanden tijdens de inventarisaties in 2007. Aandachtssoorten zijn plantensoorten die wegens hun zeldzaamheid (kwartieruurhokfrequentie 1 tot 4) en/of hun bedreiging (vermelding op de Rode lijst als sterk bedreigd, bedreigd of achteruitgaand) bijzondere aandacht verdienen. - Wilde gagel (KFK5) komt met enkele exemplaren voor in het westen van bestand 1b, en staat op de Rode lijst als Achteruitgaand. Het is een typische soort van bos en struweel op natte voedselarme zure bodem, hoogveen en natte heide. Ze heeft in Vlaanderen sterk te lijden onder verdroging en vermesting. 2.3.3.3.3 Overige - Koningsvaren (KFK5) staat met een tiental exemplaren aan de poel in bestand 2d. Het is een soort van bos en struweel op natte voedselarme zure bodem. 2.3.3.4 Open plekken Er komen geen permanente open plekken voor in het studiegebied. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 42 - De vegetatie met Wilde gagel in bestand 1b is sterk verbost met wilgen - Bestand 2a is een kapvlakte die opnieuw zal worden ingeplant. - Bestand 7a zal verder verbossen in de komende 20 jaar. 2.3.3.5 Autochtone bomen en struiken In Pidpa Mol komen geen belangrijke autochtone genenbronnen van bomen en struiken voor. Inheemse soorten die in het bos als vrij algemeen tot algemeen voorkomen zoals Wilde lijsterbes, Grauwe wilg (en hybriden) Ruwe berk, Spork, zijn te beschouwen als (hoogst)waarschijnlijk autochtoon ( a en b categorie 2 ) gezien deze soorten weinig of niet aangeplant worden in de omgeving. Alle overige soorten (waaronder Zomereik, naaldbomen,...) zijn aangeplant of spontaan verspreid uit aanplant en hebben geen belang als autochtone genenbron. 2.3.4 Fauna Er is geen gerichte fauna-inventarisatie uitgevoerd, en de gegevens met betrekking tot fauna zijn gebaseerd op eigen waarnemingen (voorjaar - zomer 2007). 2.3.4.1 Avifauna De broedvogels in Pidpa Mol zijn vooral beperkt tot soorten van bos en struwelen. Algemene soorten als Merel, Vink, Winterkoning, Koolmees, Zwartkop, Houtduif,. komen tot broeden in het bosbestanden. Minder algemene soorten als Groene specht, Boomkruiper, Boomklever zijn eveneens aanwezig maar in kleiner aantal. Van de minder algemene broedvogels is Matkop te noemen, die met enkele koppels vertegenwoordigd is binnen het studiegebied. De omgeving van het studiegebied is belangrijk voor enkele minder algemene soorten van halfopen landschap, zoals de Roodborsttapuit en Geelgors. 2.3.4.2 Zoogdieren In de omgeving van het studiegebied komt een vrij grote reeënpopulatie voor, andere soorten zijn Bunzing en Hermelijn. Opmerkelijk is de waarneming van 2 dode dassen in de omgeving. (gegevens Natuurpunt) 2.3.4.3 Amfibieën en Reptielen Enkel Bruine kikker werd waargenomen tijdens het veldwerk. In de omgeving komt een vrij grote populatie van Levendbarende hagedis voor. 2.3.4.4 Ongewervelden Tijdens het terreinonderzoek in 2007 werden losse waarnemingen van invertebraten genoteerd. Hieronder worden deze gegevens weergegeven. 2 a -categorie = zeker autochtoon b categorie = waarschijnlijk autochtoon c categorie = mogelijks autochtoon ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 43 Dagvlinders Er werd geen specifiek onderzoek verricht naar het voorkomen van dagvlinders, maar tijdens het veldwerk werden volgende soorten waargenomen: Gehakkelde aurelia, Boomblauwtje, Atalanta Het erkenningdossier van het Buitengoor vermeld het voorkomen van verschillende rode lijstsoorten in de omgeving van het studiegebied, namelijk Groentje, Bruine eikepage en Kleine ijsvogelvlinder. Het is niet bekend of deze soorten zich in het studiegebied voortplanten, maar het betreft relatief mobiele soorten en ze zullen baat hebben bij het voorgestelde mantelbeheer. Overige Ook de Hoornaar werd opgemerkt tijdens het veldwerk, deze grote wesp maakt haar nest vooral in boomholtes. 2.4 Opbrengsten en diensten 2.4.1 Houtopbrengst Bestand 2a werd gekapt in 2004. De populieren hadden een volume van 55m³ en werden verkocht voor 500. Van andere kappingen en/of ingrepen zijn geen gegevens bekend. Van een aantal bestanden zijn de houtrechten nog in eigendom van de vorige eigenaar, kappingen mogen er echter alleen gebeuren op initiatief van Pidpa. De bestanden zijn: 4a, 5a, 6a, 6b en 7b (deel). 2.4.2 Jacht Het jachtrecht in Pidpa Mol is niet verpacht en er wordt niet gejaagd. 2.5 Recreatie Alle paden in het studiegebied en omgeving zijn momenteel vrij toegankelijk voor recreanten en aangelanden, enkel het pad tussen bestand 1b en 1c is slecht onderhouden en niet meer toegankelijk. 2.6 Knelpunten Samengevat kunnen volgende knelpunten voor Pidpa Mol aangehaald worden. - Aanwezigheid van Am. vogelkers in de bosbestanden van Pidpa Mol en in het particuliere bestand ten zuiden van bestand 6b. Bestrijding van de soort dient te worden besproken met de eigenaar van dit bosbestand. - Verdroging van de bestanden en het verdwijnen van het oligotroof elzen(berken)broekbos. - Gestort groenafval in bestand 1a en 5a; - Ontbreken van open plekken of geleidelijke bosovergangen; - Ongewenste infrastructuur in bestand 2c en 2d (betonnen constructie, omheining), 3a (jagersconstructie) ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 44 3 Beheerdoelstellingen Gelet op het grote maatschappelijk belang van de drinkwatervoorziening is het belangrijk het grondwater als bron te beschermen. Het duurzaam vrijwaren van de goede grondwaterkwaliteit en - kwantiteit is dan ook absolute noodzaak, het bos en de verschillende natuurlijke processen kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. De vergunde drinkwaterwinning en de duurzame bescherming zijn de belangrijkste randvoorwaarden bij de bepaling van de beheersdoelstellingen. 3.1 Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische functie In Pidpa Mol is de waterwinning als economische functie belangrijk, de houtopbrengst daarentegen is van ondergeschikt belang. Concreet zullen de verschillende bosbouwkundige maatregelen zoals kappen en dunnen niet gebeuren enkel in functie van de houtopbrengst, maar vooral om de beheerdoelstellingen van de ecologische en milieubeschermende functie van het bos te realiseren. De dunningsproducten in deze bosplaats worden door een bosontginner of in eigen beheer als brandhout verder verdeeld. Kapkwantum De meeste bestanden zullen verder gedund worden in de looptijd van het beheerplan. Bestand 6a en 6b hebben een dunningsachterstand, en deze achterstand zal worden weggewerkt met het oog op een snelle omvorming. In bestand 1b wordt het hakhoutbeheer hernomen. Met een gemiddelde aanwas van 5 m³/ha/jaar zal de totale aanwas in Mol de komende 20 jaar ongeveer 561 m³ bedragen. Aangezien in enkele bestanden geen dunningen zullen worden uitgevoerd, en in andere een dunningsachterstand zal worden weggewerkt, ligt het kapkwantum niet beduidend hoger of lager. 3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie Zoals blijkt uit de beschrijving van het biotische milieu (zie hoofdstuk 2.3) is de huidige ecologische waarde in Pidpa Mol matig tot goed. De huidige waarden liggen vooral in de relicten van (venig) elzenbroekbos, en de potenties in het herstel en de verdere ontwikkeling van de berken-eikenbossen. Ecologisch herstel en ontwikkeling zal bekomen worden door: o o Toename dood hout: het aandeel dood hout, en in het bijzonder het dik dood hout, zal fors moeten toenemen in de looptijd van het beheerplan om de doelstelling van 4% te halen. Met het ouder worden van de jonge bestanden (vb. bestand 4a) zal er meer door hout bijkomen door zelfdunning, en bij het dunnen van de grove dennenbestanden zal staand dood hout blijven staan. Omvormen van naaldhoutbestanden naar gemengd hout: bestand 6a zal sterk worden gedund teneinde een snelle omvorming te kunnen verwezenlijken. Op lange termijn (>50 jaar) moeten de Grove dennenbestanden worden omgevormd naar inheems loofhout met overstaanders van Grove den (20 à 30 stuks/ha) ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 45 o o o o o Hervatten van het historische hakhoutbeheer: in de meeste bestanden is dit niet haalbaar omwille van een moeilijke toegankelijkheid en een beperkte meerwaarde voor de vegetatie. In bestand 1b zal het hakhoutbeheer wel worden hervat om de Wilde gagel extra kansen te geven. Bestrijden van agressieve exoten: verschillende uitheemse soorten vormen een bedreiging voor de inheemse fauna en flora. Het bestrijden van Amerikaanse vogelkers in de bosbestanden is nodig. De Am. eik zal worden benadeeld bij dunningen en zich zo niet meer kunnen uitbreiden. Verwijderen van ongewenste infrastructuur: in bestand 2c, 2d en 3a Natuurgericht beheer van de open plekken: volgens de criteria van duurzaam bosbeheer moet in openbare bossen 5% tot 15% van de oppervlakte worden ingenomen door (permanente en/of tijdelijke) open plekken. Momenteel zijn er geen permanente open plekken in het studiegebied. In de toekomst zal het aandeel open plekken oplopen tot 0,26 ha, of bijna 4% van de oppervlakte van het studiegebied. Geleidelijke bosovergangen: langs de zuidrand van bestand 5a, en de westrand van bestand 6a en 6b wordt een mantelvegetatie voorzien. Deze zone is hiervoor zeer geschikt omwille van de aanwezigheid van een schrale heidevegetatie in het aanliggende particuliere perceel. Ook langs de oostrand van bestand 2d komt een mantelvegetatie, zodat er voldoende licht doordringt tot de poel. Dergelijke vegetaties zijn bijzonder waardevol voor onder meer dagvlinders en als foerageeren migratiegebied voor kleine zoogdieren, sprinkhanen,... Belangrijke doelsoorten hierbij zijn o.a. Groentje, Bruine eikenpage en Kleine ijsvogelvlinder. 3.3 Beheerdoelstellingen m.b.t. de sociale en educatieve functie Enkel de paden die moeten open blijven voor aangelanden of voor de exploitatie van de bestanden zullen worden onderhouden. De overige paden worden afgesloten. 3.4 Beheerdoelstellingen m.b.t. de milieubeschermende functie Eén van de factoren die de kwetsbaarheid van grondwaterwinningen bepaalt is het bodemgebruik. Het grootste risico vormen de industrie en huishoudens, gevolgd door de intensieve landbouw. Bosen natuurgebieden worden beschouwd als het minst risicodragend. De milieubeschermende functie van het bos zal ondersteund worden door: o o Beperkt bestrijdingsmiddelengebruik: het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt zoveel mogelijk vermeden in het belang van de grondwaterwinning. Enkel in de bestrijding van exoten is beperkt gebruik van glyfosaat toegelaten. Kaalkap vermijden: kaalkap geeft een verhoogd risico op uitloging van nitraten en zal enkel worden toegepast om een snellere omvorming te verwezenlijken. Gerooide bestanden worden heraangeplant met inheems hout en krijgen nadien een duurzamer beheer. 3.5 Beheerdoelstellingen m.b.t. de wetenschappelijke functie In Pidpa Mol is de wetenschappelijke functie niet van belang. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 46 4 Beheermaatregelen 4.1 Bosverjonging 4.1.1 Natuurlijke verjonging Het aandeel natuurlijke verjonging in de bestanden ligt momenteel vrij laag. Aangezien in de meeste bestanden een niets doenbeheer wordt voorgesteld, zal de natuurlijke verjonging niet opmerkelijk toenemen. De verdere ontwikkeling van de bestanden zal dan ook traag verlopen, maar na de looptijd van dit beheerplan zal zich in de meeste bestanden een dichte onder- of nevenetage ontwikkeld hebben. In de boomlaag zijn alle inheemse loofboomsoorten gewenst. Verwacht wordt dat vooral Zomereik en Ruwe berk zullen verjongen, in de nattere bestanden ook Zwarte els en Grauwe wilg. In de struiklaag wordt de natuurlijke verjonging van Wilde lijsterbes, Spork en andere inheemse struiken verwacht. Natuurlijke verjonging van ongewenste soorten als Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers wordt bestreden. De dunningen zullen gebeuren met een omlooptijd van 8 jaar (en facultatief om de 4 jaar), om te vermijden dat er te frequent in de bestanden wordt gewerkt en zodat de schade aan jonge bomen en struiken beperkt blijft. 4.1.2 Kunstmatige verjonging In bestand 2a is na 4 jaar amper natuurlijke verjonging te vinden, en door de sterke dominantie van bramen en ruigtekruiden wordt maar weinig natuurlijke verjonging verwacht in de komende jaren. Daarom zal de ruigtevegetatie worden afgemaaid, en wordt het bestand ingeplant met Winterlinde. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van autochtoon plantgoed. 4.2 Bosomvorming In de looptijd van het beheerplan zullen de Grove dennenbestanden verder worden omgevormd, zodat op lange termijn een loofbos met overstaanders van Grove den wordt ontwikkeld. Dit gebeurt geleidelijk door het uitvoeren van sterke dunningen, waarbij het loofhout en de verjonging zoveel mogelijk wordt vrijgesteld. 4.3 Bebossingswerken In de komende 20 jaar zijn er geen bebossingen (= creëren van bos waar er voordien geen bos was) voorzien in het studiegebied. 4.4 Ontbossingen Er zijn geen ontbossingen gepland in de komende 20 jaar. Het creëren en beheren van de verschillende open vegetaties (ruigte, mantel, zoom) gebeurt in functie van de ecologische ontwikkeling. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 47 4.5 Bosbehandelings- en verplegingswerken 4.5.1 Inboeten In bestand 2a wordt het jaar na de aanplant gecontroleerd of er mislukte, afgestorven planten vervangen moeten worden. Is het mislukkingspercentage meer dan 10% dan wordt het ontbrekende plantsoen vervangen. Normaliter blijft inboeten beperkt tot één jaar na de aanplant. 4.5.2 Exotenbestrijding Het beheer in Pidpa Mol is erop gericht om agressieve exoten te bestrijden. Het betreft hier vooral Am. Vogelkers. In het studiegebied werd deze soort al meermaals bestreden, en de verspreiding ervan is dan ook onder controle. In particuliere bestanden in de omgeving komen echter nog wel zaadbomen voor, en een goede opvolging van de bestrijding is nodig. Sporadische verjonging van Am. eik en Am. krentenboompje zal eveneens worden meegenomen in de bestrijding. 4.5.2.1 Methodiek bestrijding 4.5.2.1.1 Mechanische bestrijding Rooien Het rooien slaat op de volledige verwijdering van de plant, inclusief wortelstelsel. Met manueel rooien kan heel wat bereikt worden, met uitzondering van de echt volgroeide exemplaren. Kleine zaailingen en boompjes tot 1 à 2 meter hoog kunnen zonder spade verwijderd worden. Met behulp van een schop kunnen relatief grote exemplaren verwijderd worden door de wortels door te steken, en de boom los te wrikken. De arbeid wordt wel sterk verzwaard indien men op een dichte grasmat te werk moet gaan, i.p.v. op in een bosbodem. Belangrijk is wel dat men de planten van Am. vogelkers na het rooien met het wortelgestel omhoog hangt (vb. tegen andere bomen) of uit het bos verwijdert. Als de wortels op de omgewoelde bodem blijven liggen kunnen ze zich snel weer vastzetten. Verder kan men rooien met paard of tractor. Grote exemplaren kunnen uitgetrokken worden in bestanden waar genoeg manoeuvreerruimte is. Dit gaat vaak gepaard met grote bodemverstoring, wat een kiembed tot gevolg heeft voor verjonging van gewenste boomsoorten, of van de Amerikaanse vogelkers zelf. Ringen Het ringen werd in het verleden toegepast in Pidpa Grobbendonk. Deze methode bleek echter niet succesvol, en zal niet worden toegepast in het studiegebied. 4.5.2.1.2 Chemisch mechanische bestrijding Als herbicide wordt bij de bestrijding enkel gebruik gemaakt van producten op basis van glyfosaat met een maximale biologische afbreekbaarheid en minimale ecologische impact. Het product is algemeen bekend onder de merknaam Roundup. De bestrijding kan best gebeuren in de late zomer tot de ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 48 vroege herfst. Enkel dan is er immers sprake van een neerwaartse sapstroom die het pesticide tot in de wortel brengt. Artikel 3 van het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest (21 december 2001) verbiedt uitdrukkelijk het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare besturen in groengebieden. Toch kan glyfosaat gebruikt worden voor de bestrijding van exoten in het studiegebied. Het beperkt (!) gebruik van pesticiden bij het bestrijden van exoten valt te argumenteren vanuit de bedreiging die deze exoten vormen voor de ontwikkeling van waardevoller bostypes in het studiegebied en vanuit de beheersproblemen die een louter mechanische bestrijding van deze exoten oplevert. Hak en spuit -methode (stambehandeling) Met een bijl worden in de stam enkele inkepingen aangebracht, onder een hoek van 45 graden. Met behulp van een spuitfles (verstuiver voor kamerplanten) wordt vervolgens het product in de inkepingen gespoten. Deze hak en spuit -methode kan door één persoon worden uitgevoerd, met in de ene hand een bijl, en in de andere een spuitbus. Het aantal inkepingen, en de hoeveelheid glyfosaat is afhankelijk van de stamdiameter. Per inkeping wordt uitgegaan van 2 ml. toegediend herbicide. Dit is ongeveer de hoeveelheid van een spuithoeveelheid. Tabel 11 geeft het aantal inkepingen, en de hoeveelheid glyfosaat weer, naargelang de stamdiameter. Tabel 11: Glyfosaatgebruik bij de hak en spuit -methode Stamdiameter Aantal Hoeveelheid herbicide (ml) op borsthoogte inkepingen - glyfocaat (g) <10 2 4 1,0 10-15 3 6 1,6 15-20 5 8 2,2 20-25 8 16 4,3 >25 >8 >16 >4,3 Stobbebehandeling Deze methode wordt toegepast op bomen vanaf een diameter aan de stambasis van 1 cm. De boom wordt afgezaagd tot net boven grondniveau en vervolgens wordt glyfosaat aangebracht op het verse snijvlak. Dit kan gebeuren met behulp van een borstel of met een holle lans met spons, eventueel gemonteerd op een rugsproeier; waardoor het pesticide zeer gericht kan gedoseerd worden. Deze methode wordt best met 3 personen uitgevoerd waarbij 2 personen afzagen en één persoon sproeit of insmeert. Door het toevoegen van een kleurstof op basis van caroteen of rode bietensap wordt aangegeven welke stobben reeds behandeld werden, waardoor minder stobben zullen vergeten worden. Bladbehandeling Bij deze methode worden de bladeren van jonge planten via een rugsproeier met herbicide besproeid. Deze methode wordt bij Pidpa zeer beperkt toegepast bij bodembedekkende verjonging zonder aanwezigheid van andere gewenste soorten. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 49 4.5.2.2 Opvolging Tot 2014 worden de percelen jaarlijks doorlopen en wordt alle verjonging van de exoten op een mechanische manier verwijderd. Indien blijkt dat er toch nog bomen of struiken werden overgeslagen, kunnen deze alsnog behandeld worden met glyfosaat. Na 2014 worden de percelen 3-jaarlijks gecontroleerd. Er kan vanaf dan geen gebruik meer worden gemaakt van bestrijdingsmiddelen en de bestrijding zal volledig manueel gebeuren. Tegen dan dienen alle zaaddragende bomen en struiken te zijn verwijderd. Indien voor 2015 milieuvriendelijkere bestrijdingsmiddelen op de markt komen, zal hiervan gebruik worden gemaakt. 4.6 Kapregeling Het overzicht van de kapregeling is weergegeven in Tabel 12. De omlooptijd van de dunningen bedraagt 8 jaar met een facultatieve dunning om de 4 jaar. Het hakhoutbeheer in de bestanden 1n en 1c gebeurt met een omlooptijd van 4 jaar, waarbij iedere keer ongeveer een derde van het bestand wordt gekapt. De bestanden 2a, 2c, 2d, 3a en 7a zullen niet worden gedund in de looptijd van het beheerplan. 4.7 Bosexploitatie De aanwezige paden en wegen kunnen gebruikt worden als exploitatieweg. Er wordt in alle bestanden een schoontijd van 1 april tot 30 juni (broedseizoen) gerespecteerd. 4.8 Brandpreventie Het studiegebied bestaat grotendeels uit loofhout en de bestanden zijn versnipperd. Het sluit niet aan bij een groot boscomplex en er is geen bebouwing in de onmiddellijke omgeving, het brandgevaar is dan ook beperkt. De bestanden zijn vrij goed bereikbaar voor de hulpdiensten en er zijn verschillende grote en kleinere watervoorraden (Witte Neet, poelen) aanwezig die kunnen worden aangewend om brand tegen te gaan. ESHER september 2008

2028 2027 2026 2025 2024 2023 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 jaar soort Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving 50 Tabel 12: Kapregeling Bestandsnummer Opp* (ha) Opmerkingen 1a 0,76 gd 1920 X O X O X 1b 0,22 zels 1975 H H H H H 1c 0,59 zbe 1975 H H H H H 2b 0,62 zbe 1960 X O X O X 2c 0,38 zels 1980 niets doenbeheer 2d 0,24 zels 1975 niets doenbeheer 3a 0,18 zels 1990 niets doenbeheer 4a 0,98 zels 1985 X O X O X 5a 0,37 ze 1945 X O X O X 6a 0,50 gd 1950 X O X O X 6b 0,22 ze 1985 X O X O X 7a 0,29 zels 1995 niets doenbeheer 7b 0,59 LH 1975 X O X O X X = hoogdunning O = facultatieve dunning H = hakhout * = hier is enkel de oppervlakte weergegeven die beheerd moet worden ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Beheermaatregelen 51 4.9 Open plekken De voorziene open plekken bestaan uit de mantelvegetaties die worden beschreven bij 4.10. 4.10 Bosranden Geleidelijke bosovergangen zijn momenteel amper aanwezig. Een aantal bosranden zal in de looptijd van het beheerplan een aangepast beheer krijgen. Het mantelbeheer bestaat uit het 4-jaarlijks gefaseerd afzetten van de boom- en struikopslag (met hier en daar een doorgroeiende boom). Dit betekent dat iedere deelzone een omlooptijd van acht jaar heeft. Het zal worden uitgevoerd langs de volgende bosranden: - langs de oostrand van bestand 2d, met een breedte van 15 tot 20m - langs de zuidrand van bestand 5a, over een lengte van 90m en met een breedte van 10m - langs de westrand van bestand 6a en 6b, met een totale lengte van 70m en met een breedte van 10m 4.11 Specifieke maatregelen ter bescherming van fauna en flora Het hakhoutbeheer in bestand 1c gebeurt om het gagelstruweel de kans te geven om te herstellen en mogelijk uit te breiden. De geleidelijke bosovergang in bestand 5a, 6a en 6b sluit aan bij een klein heidebestand en enkele heidesoorten (Struikhei, Brem,...) zullen zich wellicht uitbreiden in de bosrand. De bosrand in bestand 2d tracht het behoud, of zelfs een uitbreiding van de soorten rond de poel (Grote waterweegbree, Koningsvaren) te bekomen. Voor de volgende faunagroepen zullen volgende maatregelen gunstig zijn: o o o Insecten: geleidelijke bosovergangen zorgen voor warme en beschutte plekjes in het bos waar insecten (zweefvliegen, bijen, vlinders,...) rusten en foerageren. Avifauna: het verouderen van de bosbestanden zal zorgen voor meer structuur (wat goed is voor allerhande zangvogels) en dood hout (spechten, boomkruiper, boomklever). Zoogdieren: het structuurrijker worden van de bosbestanden zorgt voor meer rust- en schuilplaatsen waar zowel kleine als grotere zoogdieren gebruik van maken. Meer dood staand hout zal zorgen voor slaapplaatsen voor vleermuizen. 4.12 Dood hout en oude bomen Het aandeel staand dood hout is momenteel 0,7. Het liggend dood hout betreft voornamelijk dunne stammen (zie 2.3.2.2.). Het voorgestelde beheer zal het aandeel dood hout (zowel staand als liggend) doen toenemen in de looptijd van het beheerplan. De grootste volumes dood hout worden veelal veroorzaakt door windval, omgewaaide bomen zullen in de toekomst dan ook in de bestanden achterblijven. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Beheermaatregelen 52 4.13 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. toegankelijkheid, recreatie en educatie Deze bosplaats is niet toegankelijk. - Het pad tussen bestand 1b en 1c, en het pad door bestand 5a, 6a en 7b is in de toekomst niet meer toegankelijk en zal worden afgesloten. Deze paden zijn reeds sterk verwaarloosd en worden amper gebruikt door wandelaars. Het wegblijven van beheer zal ervoor zorgen dat ze verder dichtgroeien. - De overige (onverharde) paden zijn buiten de eigenlijke bosplaats gelegen. - In bestand 2c, 2d en 3a komt ongewenste infrastructuur voor die zal worden verwijderd tijdens de looptijd van het beheerplan. Het gaat hierbij om afspanningen (prikkeldraad), en niet meer gebruikte constructies (jagershut, opslagplaats). 4.14 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht n.v.t. 4.15 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij n.v.t. 4.16 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet houtige bosproducten n.v.t. 4.17 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuurhistorische elementen n.v.t. 4.18 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieubeschermende functie De omvorming van de naaldhoutbestanden zal de bufferwerking van de bodem op het grondwater verhogen. 4.19 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de wetenschappelijke functie n.v.t. ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Beheermaatregelen 53 4.20 Werken die de biotische of de abiotische toestand van het bos wijzigen o o o o o Hydrologie: wijzigen van de hydrologische toestand is niet toegestaan in het studiegebied, tenzij het gaat om een vergunde wijziging in functie van de grondwaterwinning. Reliëf: er zijn geen reliëfwijzigingen voorzien in de looptijd van het beheerplan. Bodembewerking: bodembewerking is niet toegestaan, tenzij het gaat om de bestrijding van agressieve exoten (frezen, uittrekken). Chemisch wijzigen bovenste bodemlaag: het gebruik van herbiciden is evenmin toegestaan, behalve in het kader van de bestrijding van agressieve exoten (waarbij t.e.m. 2014 gebruik kan worden gemaakt van glyfosaat). Verharding van de bodem door padenaanleg: er worden geen bijkomende verhardingen aangebracht in en langs de bestaande paden. De werken die nodig zijn voor de exploitatie van de waterwinning, maar waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist, kunnen uitgevoerd worden, ook als deze een tijdelijke wijziging van de fysische toestand van het bos tot gevolg hebben. 4.21 Subsidieerbare oppervlakte Tabel 13: Overzicht van subsidieerbare oppervlakten volgens de criteria duurzaam bosbeheer Voorwaarde Opp. (ha) Frequentie Opstellen van een beheerplan volgens criteria duurzaam bosbeheer. 6,51 éénmalig Beheer in bestanden gedomineerd door inheems loofhout: 5,99 jaarlijks - Grondvlak inheemse boomsoorten >90% (- Grove den minimaal 70 jaar oud) Omvorming naar inheems hout 0,52 jaarlijks vanaf 2020 (zelfde criteria als bovenstaande) Natuurbeheer van open plekken (open plek, mantel, ruigte en zoom) 0,26 jaarlijks ESHER september 2008

2028 2027 2026 2025 2024 2023 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 Uitgebreid bosbeheerplan PIDPA Bosplaats Mol Beheermaatregelen 54 4.22 Planning van de beheerwerken De plaats en het tijdstip van de kappingen en dunningen zijn weergegeven in Tabel 12. Overige beheermaatregelen worden vermeld in Tabel 14: Tabel 14: Overige beheermaatregelen Bestand / locatie Beheermaatregel Opp* / lengte* Opmerkingen alle bestanden oostrand 2d * zuidrand 5a westrand 6a, 6b bestrijding/opvolging agressieve exoten mantelbeheer: gefaseerd afzetten van boom- en struikopslag 6,51 ha x x x x x x x x x x 0,26 ha x x x x x 2a 2a aanplant Winterlinde 0,28 ha x plantverband = 2 x 2,5m inboeten 0,28 ha x 2c, 2d, 3a verwijderen afspanningen, ongewenste infrastructuur - x x x x x * = beheer uitgevoerd door Natuurpunt vzw, contactpersoon Jan Dirkx (014/58 64 64) Een regelmatige evaluatie en opvolging van het gevoerde beheer in het studiegebied is noodzakelijk. Dit gebeurt door: Tabel 15: Evaluatie en opvolging Beheerwerk Evaluatiemoment Evaluatie Verdere opvolging Bestrijding exoten 3-jaarlijks - aanwezigheid struiken groter dan één meter? Intenser gaan bestrijden Inboeten éénmalig in 2015 - mislukkingpercentage >10% en/of wildvraat Plantgoed aanvullen en/of rasters verstevigen Hoogdunning 4-jaarlijks - voldoende natuurlijke verjonging? Intensiever of extensiever dunnen september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan PIDPA bosplaats Mol Referentielijst Referenties Wils, C., Paelinckx, D., Adams, Y., Berten, B., Bosch, H., De Knijf, G., De Saeger, S., Demolder, H., Guelinckx, R., Lust, P., Oosterlynck, P., Scheldeman, K., T Jollyn, F., Van Hove, M., Vandenbussche, V. & Vriens, L., 2004. Biologische Waarderingskaart en natuurgerichte bodembedekkingkaart van het Vlaamse Gewest. Integratie van de BWK en vereenvoudiging tot een 90- en 32-delige legende (80% BWK, versie 2 van 1997 tot 2003 en 20% BWK, versie 1). Rapport en digitaal bestand Instituut voor Natuurbehoud IN. R2004. Brussel. 39 pp. Kaartblad Antwerpen N.G.I. (1990). Topografische kaarten van België, kaartblad 17/2 Roelandt, B. (2001). De bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest. Deel 3: Vegetatiekundige resultaten. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Bos & Groen, pp. 215-485. Sevenant M. et al. (2002). Ecodistricten: ruimtelijke eenheden voor gebiedsgericht milieubeleid in Vlaanderen, Deel II, AMINAL, Brussel Cornelis J., Hermy M., De Keersmaker L., Vandekerkhove K., (2007): Een typologie van bossen op basis van de kruidachtige vegetatie. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. De Keersmaker L., Rogiers N., Lauriks R. & De Vos B. (2001) Ecosysteemvisie Bos Vlaanderen, Ruimtelijke uitwerking van de natuurlijke bostypes op basis van bodemgroeperingseenheden en historische boskaarten. Van Langenhove G., Hermy M., (1996) De schermfunctie van bossen. Mogelijkheden die bossen en bomenrijen bieden ter bescherming van het leefmilieu in Vlaanderen. K.U. Leuven, Laboratorium voor Bos, Natuur en Landschap. Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M. Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B., (2004) Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Instituut voor Natuurbehoud, Brussel Gysels, H. (1993). De landschappen van Vlaanderen en Zuidelijk Nederland. Een landschapsecologische studie. Garant/Leuven-Apeldoorn. Hommel P., de Waal R., Muys B., den Ouden J., Spek T. (2007) Terug naar het lindewoud. Strooiselkwaliteit als basis voor ecologisch bosbeheer. KNNV Uitgeverij, Zeist september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Kadastrale legger Bosbouw-, Vegetatie en Tansleyopnames Verslag openbaar onderzoek ESHER september 2008

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving Bijlage 1: Kadastrale legger ESHER september 2008

Gemeente Afdeling Sectie kadastraal nummer Opp. (m²) Mol 2 B 1589 3282 Mol 2 B 1590 3779 Mol 2 B 1591A 12887 Mol 2 B 1610 2837 Mol 2 B 1707A 1840 Mol 2 B 1744A 2953 Mol 2 B 1745A 2093 Mol 2 B 1745B 1688 Mol 2 B 1746 2874 Mol 2 B 1761A 14624 Mol 2 B 1775 1419 Mol 2 B 1776 2288 Mol 2 B 1779A 1788 Mol 2 B 1779B 1947 Mol 2 B 1935C 5094 Mol 2 B 1937F 2574 Mol 2 B 1937G 2695 Mol 2 B 1937H 2553 Mol 2 B 1944 1918 Mol 2 B 1945 1995 Mol 2 B 1946 2004 Mol 2 B 1947A 1545 Mol 2 B 1947B 1396

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving Bijlage 2: Bosbouw-, Vegetatie- en Tansleyopnames (2007) ESHER september 2008

pidpa - Mol Perceel: 1 Bestand: a Proefvlak: 1 366 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 20 18 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 16 Bosbesrijk Berken-Eikenbos M oesdistel-elzenbroek 14 typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos Duinbos Populieren-beemd Populieren-ruigte 12 10 8 6 4 2 0 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Pinus sylvestris Grove den 4 2 x 2 Quercus rubra Ame eik r 4 x 8 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus robur Zomereik 2a 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 2 x 2 Quercus rubra Ame eik r 8 x 8 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Rubus Braam (G) 2a 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 2a 2 x 2 Amelanchier lamarckii Amerikaans krenteboompje + 2 x 2 Quercus robur Zomereik r 2 x 2 Prunus serotina Ame vogelkers + 2 x 4 Descampsia flexuosa Bochtige smele + 4 x 8 Molinia caerulea Pijpestrootje r 8 x 8 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren r 16 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Rhynchostegium confertum Boom-snavelmos r 2 x 4 Eurhynchium praelongum Fijn laddermos r 4 x 4 Dicranella species Pluisjesmos (G) r 4 x 4 Hypnum species Klauwtjesmos (G) r 8 x 8 Pseudoscleropodium purum Groot laddermos r 8 x 8

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,76 Zaailingen Hoogte (cm):150-199 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 629 Verspreid NV Hoogte (cm):100-149 Wilde lijsterbes 1258 Verspreid NV Zomereik 629 Verspreid NV Hoogte (cm):50-99 Amerikaans krentenboom 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Wilde lijsterbes 1886 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 629 Verspreid NV Totaal 5660 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Ruwe berk 314 0 Verspreid NV Zomereik 157 0 Verspreid NV Zachte berk 157 0 Verspreid NV Zomereik 629 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 472 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 1258 0 Verspreid NV Totaal 2987 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Grove den 216 41% 16,99 86% 142,3 92% 106 18,7 19,0 Berk 196 37% 1,79 9% 8,6 6% 34 11,0 Zomereik 79 15% 0,77 4% 3,1 2% 35 8,0 Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Amerikaanse eik 39 7% 0,20 1% 0,5 0% 25 8,0 Totaal 531 19,7 155 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 180 160 140 stamtal (/ha) 120 100 80 60 40 20 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 omtrekklasse (cm) Grove den Overige Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 omtrekklasse (cm) Grove den Overige Pagina : 3 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 1 Bestand: b Proefvlak: 1 367 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos 2,50E+01 soortenarm Berken-Eikenbos Elzenbroekbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos M oesdistel-elzenbroek 2,00E+01 Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos 1,50 E+0 1 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos 1,00E+01 Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 5,00E+00 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0,00E+00 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Alnus glutinosa Zwarte els 5 2 x 2 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 2 x 2 Alnus glutinosa Zwarte els + 4 x 4 Quercus robur Zomereik r 8 x 16 Betula pubescens Zachte berk r 8 x 16 Salix Wilg (G) r 16 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Rubus Braam (G) 3 2 x 2 Deschampsia cespitosa Ruwe smele 2b 2 x 2 Dryopteris carthusiana Smalle stekelvaren + 2 x 2 Lysimachia vulgaris Grote wederik + 2 x 4 Urtica Brandnetel (G) + 4 x 4 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 4 x 8 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel r 4 x 8 Humulus lupulus Hop r 8 x 8 Betula pubescens Zachte berk r 8 x 16 Quercus robur Zomereik r 8 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Rhynchostegium confertum Boom-snavelmos r 4 x 8 Eurhynchium praelongum Fijn laddermos r 4 x 8 Mnium species Sterremos (G) r 4 x 8 Hypnum species Klauwtjesmos (G) r 8 x 8

Bosbouw: Pidpa b Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa b 0,30 Zaailingen Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els 157 314 Verspreid NV Zwarte els 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 157 0 Verspreid NV Zwarte els 0 157 Verspreid NV Totaal 628 471 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zwarte els 1768 96% 27,25 98% 180,3 98% 44 13,7 15,0 Berk 79 4% 0,58 2% 3,2 2% 31 14,0 Totaal 1847 27,8 183 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa b Stamtalverdeling 600 500 stamtal (/ha) 400 300 200 100 0 25 35 45 55 65 omtrekklasse (cm) Overige Zwarte els Grondvlakverdeling 12 10 grondvlak (m²/ha) 8 6 4 2 0 25 35 45 55 65 omtrekklasse (cm) Overige Zwarte els Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 1 Bestand: c Proefvlak: 1 368 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 6 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 5 Bosbesrijk Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM M oesdistel-elzenbroek Wilgenvloedbos Duinbos 4 3 2 typisch Berken-Eikenbos Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 1 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Betula Berk (G) 3 2 x 2 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 4 2 x 2 Frangula alnus Sporkehout + 2 x 2 Prunus serotina Ame vogelkers r 8 x 8 Quercus robur Zomereik r 8 x 16 Salix Wilg (G) r 16 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 2 x 2 Urtica Brandnetel (G) + 2 x 2 Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie + 2 x 2 Rubus Braam (G) 2a 4 x 4 Prunus serotina Ame vogelkers r 8 x 8 Deschampsia cespitosa Ruwe smele + 8 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Eurhynchium praelongum Fijn laddermos + 2 x 2 Hypnum species Klauwtjesmos (G) r 2 x 2 Polytrichum species Haarmos (G) r 2 x 2 Mnium species Sterremos (G) r 2 x 2 Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos r 8 x 16

Bosbouw: Pidpa c Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa c 0,50 Zaailingen Hoogte (cm):0-49 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 5030 Verspreid NV Zachte berk 3144 Verspreid NV Totaal 8174 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Wilde lijsterbes 943 0 Verspreid NV Sporkehout 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 472 0 Verspreid NV Zachte berk 0 157 Verspreid NV Wilde lijsterbes 786 0 Verspreid NV Zomereik 157 0 Verspreid NV Totaal 2515 157 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Berk 432 92% 13,66 97% 104,2 98% 63 16,0 16,0 Zwarte els 39 8% 0,38 3% 2,4 2% 35 15,0 Totaal 472 14,0 107 Liggend Dood Hout Boomsoort Berk Staand Dood Hout Sortiment Stamtal Grondvlak Volume dun 39 100% 0,63 100% 4,5 100% Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa c 39 0,63 4,5 Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa c Stamtalverdeling 180 160 140 stamtal (/ha) 120 100 80 60 40 20 0 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Pagina : 3 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 2 Bestand: b Proefvlak: 1 369 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 10 9 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 8 Bosbesrijk Berken-Eikenbos M oesdistel-elzenbroek 7 typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos Duinbos Populieren-beemd Populieren-ruigte 6 5 4 3 2 1 0 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Betula pubescens Zachte berk 4 2 x 2 Aesculus hippocastanum Witte paardekastanje r 8 x 16 Salix Wilg (G) 2a 16 x 16 Alnus glutinosa Zwarte els 2a 16 x 16 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sambucus nigra Gewone vlier + 2 x 4 Betula pubescens Zachte berk 2a 4 x 4 Alnus glutinosa Zwarte els r 8 x 8 Quercus robur Zomereik r 16 x 16 Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn r 16 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Urtica Brandnetel (G) 3 2 x 2 Rubus Braam (G) 2b 2 x 2 Arrhenatherum elatius Glanshaver 1 2 x 2 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel 1 2 x 2 Humulus lupulus Hop + 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes r 2 x 2 Sambucus nigra Gewone vlier + 2 x 4 Poa trivialis Ruw beemdgras + 4 x 4 Lamium maculatum Gevlekte dovenetel 1 8 x 8 Prunus serotina Ame vogelkers + 8 x 8 Deschampsia cespitosa Ruwe smele + 16 x 16 Galium aparine Kleefkruid + 16 x 16 Juncus effusus Pitrus + 16 x 16 Rubus idaeus Framboos + 16 x 16 Heracleum sphondylium Gewone bereklauw r 16 x 16

Bosbouw: Pidpa b Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa b 0,62 Zaailingen Hoogte (cm):100-149 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Vlier 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Wilde lijsterbes 629 Verspreid NV Totaal 1258 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Zachte berk 314 0 Verspreid NV Vlier 157 0 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 0 157 Verspreid NV Totaal 471 157 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Berk 1022 93% 18,90 86% 151,7 84% 48 18,0 20,3 Zwarte els 39 4% 2,82 13% 26,3 15% 95 21,0 Zomereik 39 4% 0,38 2% 1,6 1% 35 8,0 Totaal 1100 22,1 180 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa b Stamtalverdeling 350 300 250 stamtal (/ha) 200 150 100 50 0 25 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 2 Bestand: d Proefvlak: 1 419 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos 2,50E+01 soortenarm Berken-Eikenbos Elzenbroekbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos M oesdistel-elzenbroek 2,00E+01 Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos 1,50 E+0 1 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos 1,00E+01 Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 5,00E+00 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0,00E+00 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Alnus glutinosa Zwarte els 5 2 x 2 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 4 x 8 Sambucus nigra Gewone vlier + 8 x 16 Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn + 8 x 16 Prunus serotina Ame vogelkers + 8 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Deschampsia cespitosa Ruwe smele 3 2 x 2 Urtica Brandnetel (G) 2a 2 x 2 Rubus Braam (G) 2a 2 x 2 Poa trivialis Ruw beemdgras 2a 2 x 2 Ranunculus repens Kruipende boterbloem 2m 2 x 2 Galium palustre Moeraswalstro 1 2 x 2 Sambucus nigra Gewone vlier 1 2 x 2 Solanum dulcamara Bitterzoet 1 2 x 2 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren + 2 x 2 Glechoma hederacea Hondsdraf r 2 x 2 Corylus avellana Hazelaar r 2 x 2 Polygonum hydropiper Waterpeper 0 2 x 4 Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn + 4 x 8 Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje + 16 x 16 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel + 16 x 16 Ribes rubrum Aalbes + 16 x 16 Cirsium palustre Kale jonker + 16 x 16 Prunus serotina Ame vogelkers + 16 x 16 Fraxinus excelsior Gewone es r 16 x 16

pidpa - Mol Perceel: 2 Bestand: d Proefvlak: 1 419 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos + 2 x 2 Eurhynchium praelongum Fijn laddermos + 2 x 2 Plagiomnium undulatum Gerimpeld boogsterremos + 8 x 8

Bosbouw: Pidpa d Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa d 0,33 Zaailingen Hoogte (cm):50-99 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Gewone vlier 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Gelderse Roos 1258 Verspreid NV Zomereik 629 Verspreid NV Hazelaar 629 Verspreid NV Gewone vlier 629 Verspreid NV Totaal 3774 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els 157 0 Verspreid NV Gewone vlier 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 157 0 Verspreid NV Totaal 471 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zwarte els 1965 100% 48,42 100% 525,8 100% 56 25,0 25,0 Totaal 1965 48,4 526 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Boomsoort Zwarte els Sortiment Stamtal Grondvlak Volume dun 236 100% 1,55 100% 6,9 100% Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa d 236 1,55 6,9 Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa d Stamtalverdeling 700 600 500 stamtal (/ha) 400 300 200 100 0 25 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Zwarte els Grondvlakverdeling 16 14 grondvlak (m²/ha) 12 10 8 6 4 2 0 25 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Zwarte els Pagina : 3 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 3 Bestand: a Proefvlak: 1 420 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos 2,50E+01 soortenarm Berken-Eikenbos Elzenbroekbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos M oesdistel-elzenbroek 2,00E+01 Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos 1,50 E+0 1 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos 1,00E+01 Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 5,00E+00 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0,00E+00 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Betula Berk (G) 2a 2 x 2 Fraxinus excelsior Gewone es 2b 2 x 4 Alnus glutinosa Zwarte els 4 4 x 4 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes r 8 x 16 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn + 2 x 2 Sambucus nigra Gewone vlier + 4 x 8 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 8 x 8 Picea abies Fijnspar r 8 x 8 Frangula alnus Sporkehout r 8 x 8 Betula Berk (G) + 16 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Rubus Braam (G) 2a 2 x 2 Deschampsia cespitosa Ruwe smele 2a 2 x 2 Urtica Brandnetel (G) 2m 2 x 2 Quercus robur Zomereik + 2 x 2 Sambucus nigra Gewone vlier + 2 x 4 Ilex aquifolium Hulst r 2 x 4 Ajuga reptans Kruipend zenegroen 1 8 x 8 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren + 8 x 8 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 8 x 8 Humulus lupulus Hop r 8 x 8 Hedera helix Klimop + 8 x 16 Cirsium palustre Kale jonker r 16 x 16

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,18 Zaailingen Hoogte (cm):100-149 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Gewone vlier 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Zomereik 629 Verspreid NV Totaal 1258 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Wilde lijsterbes 157 0 Verspreid NV Berk 0 314 Verspreid NV Gewone esdoorn 314 0 Verspreid NV Berk 157 0 Verspreid NV Totaal 628 314 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Gewone es 314 20% 6,82 34% 44,8 37% 53 13,0 Zwarte els 511 32% 6,36 31% 37,4 31% 40 13,0 Berk 707 44% 6,02 30% 31,4 26% 33 13,0 Zomereik 39 2% 0,95 5% 5,6 5% 55 11,0 Fijnspar 39 2% 0,20 1% 0,6 1% 25 6,0 Totaal 1611 20,3 120 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 700 600 500 stamtal (/ha) 400 300 200 100 0 25 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Berk Gew one es Overige Zwarte els Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Berk Gewone es Overige Zwarte els Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 4 Bestand: a Proefvlak: 1 421 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos 2,50E+01 soortenarm Berken-Eikenbos Elzenbroekbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos M oesdistel-elzenbroek 2,00E+01 Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos 1,50 E+0 1 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos 1,00E+01 Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 5,00E+00 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0,00E+00 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Alnus glutinosa Zwarte els 5 2 x 2 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sambucus nigra Gewone vlier 2b 2 x 4 Alnus glutinosa Zwarte els + 8 x 8 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 8 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Prunus serotina Ame vogelkers 1 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 2 x 2 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren + 2 x 2 Urtica Brandnetel (G) 2a 2 x 4 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel r 2 x 4 Heracleum sphondylium Gewone bereklauw + 4 x 4 Rubus Braam (G) + 4 x 8 Sambucus nigra Gewone vlier + 4 x 8 Solanum dulcamara Bitterzoet r 4 x 8 Frangula alnus Sporkehout r 4 x 8 Ranunculus repens Kruipende boterbloem + 8 x 8 Humulus lupulus Hop r 8 x 8 Quercus robur Zomereik + 16 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Eurhynchium praelongum Fijn laddermos + 2 x 2

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,98 Zaailingen Hoogte (cm):150-199 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 629 Verspreid NV Hoogte (cm):50-99 Zomereik 629 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Wilde lijsterbes 1258 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 629 Verspreid NV Totaal 3774 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Gewone vlier 629 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 472 0 Verspreid NV Totaal 1101 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zwarte els 2201 100% 31,65 100% 272,9 100% 43 20,0 21,0 Totaal 2201 31,6 273 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 900 800 700 stamtal (/ha) 600 500 400 300 200 100 0 25 35 45 55 65 omtrekklasse (cm) Zwarte els Grondvlakverdeling 14 12 grondvlak (m²/ha) 10 8 6 4 2 0 25 35 45 55 65 omtrekklasse (cm) Zwarte els Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 5 Bestand: a Proefvlak: 1 422 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 14 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 12 Bosbesrijk Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM M oesdistel-elzenbroek 10 typisch Berken-Eikenbos Wilgenvloedbos 8 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos Populieren-beemd 6 4 2 Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus robur Zomereik 4 2 x 2 Betula Berk (G) 2a 2 x 2 Pinus sylvestris Grove den + 8 x 8 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Pinus sylvestris Grove den + 8 x 8 Quercus robur Zomereik + 8 x 8 Frangula alnus Sporkehout r 8 x 8 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 8 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Prunus serotina Ame vogelkers 2m 2 x 2 Quercus robur Zomereik 2m 2 x 2 Frangula alnus Sporkehout + 2 x 2 Stellaria media Vogelmuur r 2 x 2 Molinia caerulea Pijpestrootje r 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 2 x 4 Holcus lanatus Gestreepte witbol 2m 8 x 16 Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie + 8 x 16 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel r 16 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Hypnum species Klauwtjesmos (G) + 2 x 2 Atrichum undulatum Gewoon rimpelmos r 8 x 16 Lophocolea bidentata Gewoon kantmos r 8 x 16 Eurhynchium praelongum Fijn laddermos r 16 x 16 Pseudoscleropodium purum Groot laddermos r 16 x 16

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,51 Zaailingen Hoogte (cm):0-49 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Zomereik 16348 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 11318 Verspreid NV Sporkehout 1886 Verspreid NV Wilde lijsterbes 629 Verspreid NV Totaal 30181 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 200-400 Zomereik 314 0 Verspreid NV Grove den 157 0 Verspreid NV Totaal 471 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zomereik 472 74% 9,23 64% 62,7 58% 50 12,0 14,7 Berk 167 26% 5,16 36% 44,7 42% 86 20,0 Totaal 639 14,4 107 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 250 200 stamtal (/ha) 150 100 50 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 omtrekklasse (cm) Berk Overige Zomereik Grondvlakverdeling 3,5 3 grondvlak (m²/ha) 2,5 2 1,5 1 0,5 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Zomereik Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 6 Bestand: a Proefvlak: 1 423 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 25 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos M oesdistel-elzenbroek 2 0 Bosbesrijk Berken-Eikenbos typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos 15 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos 10 Witbol Berken-Eikenbos Populieren-beemd 5 Witbol Eiken-Beukenbos Populieren-ruigte 0 Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Pinus sylvestris Grove den 4 2 x 2 Quercus robur Zomereik + 4 x 8 Betula pendula Ruwe berk 2a 8 x 16 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus rubra Ame eik + 2 x 2 Betula pendula Ruwe berk 2a 2 x 4 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 2a 2 x 4 Quercus robur Zomereik 2a 8 x 16 Prunus serotina Ame vogelkers r 16 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Descampsia flexuosa Bochtige smele 3 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 2 x 2 Molinia caerulea Pijpestrootje 1 2 x 2 Quercus robur Zomereik 1 2 x 2 Prunus serotina Ame vogelkers + 2 x 4 Frangula alnus Sporkehout r 8 x 16 MOSLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Eurhynchium praelongum Fijn laddermos 1 2 x 2 Pseudoscleropodium purum Groot laddermos + 2 x 2 Polytrichum species Haarmos (G) r 2 x 2

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,53 Zaailingen Hoogte (cm):150-199 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 1886 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Zomereik 7545 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 629 Verspreid NV Totaal 10060 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Wilde lijsterbes 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 472 0 Verspreid NV Ruwe berk 471 0 Verspreid NV Zomereik 157 0 Verspreid NV Wilde lijsterbes 472 0 Verspreid NV Totaal 1729 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Grove den 678 74% 30,94 90% 228,4 90% 79 16,0 16,0 Ruwe berk 157 17% 3,22 9% 23,8 9% 53 16,0 Zomereik 79 9% 0,39 1% 1,2 0% 25 10,0 Totaal 914 34,5 253 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Boomsoort Grove den Sortiment Stamtal Grondvlak Volume dun 39 100% 0,38 100% 2,4 100% 39 0,38 2,4 Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 250 200 stamtal (/ha) 150 100 50 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 omtrekklasse (cm) Grove den Overige Grondvlakverdeling grondvlak (m²/ha) 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 omtrekklasse (cm) Grove den Overige Pagina : 3 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 6 Bestand: b Proefvlak: 1 424 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 10 9 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 8 Bosbesrijk Berken-Eikenbos M oesdistel-elzenbroek 7 typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos Duinbos Populieren-beemd Populieren-ruigte 6 5 4 3 2 1 0 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus robur Zomereik 5 2 x 2 Alnus glutinosa Zwarte els 2b 2 x 2 Betula pendula Ruwe berk r 8 x 8 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus robur Zomereik + 4 x 8 Betula pendula Ruwe berk + 8 x 8 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Quercus robur Zomereik 2m 2 x 2 Prunus serotina Ame vogelkers 2m 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 2 x 2 Holcus lanatus Gestreepte witbol 2m 2 x 4

Bosbouw: Pidpa b Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa b 0,26 Zaailingen Hoogte (cm):0-49 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Zomereik 8174 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 7545 Verspreid NV Wilde lijsterbes 2515 Verspreid NV Totaal 18234 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Zomereik 157 157 Verspreid NV Ruwe berk 157 0 Verspreid NV Ruwe berk 157 157 Verspreid NV Totaal 471 314 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zomereik 1100 62% 19,92 71% 158,7 73% 48 17,0 17,0 Zwarte els 629 36% 7,57 27% 55,4 26% 39 17,0 Berk 39 2% 0,38 1% 2,7 1% 35 17,0 Totaal 1768 27,9 217 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa b Stamtalverdeling 800 700 600 stamtal (/ha) 500 400 300 200 100 0 25 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Overige Zomereik Zwarte els Grondvlakverdeling 8 7 grondvlak (m²/ha) 6 5 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 omtrekklasse (cm) Overige Zomereik Zwarte els Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 7 Bestand: a Proefvlak: 1 425 M oesdistel-elzenbroek Wilgenvloedbos Rododendron-bos Elzen-Eikenbos 9,00E+00 soortenarm Berken-Eikenbos Elzenbroekbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos 8,00E+00 Ruigt-Elzenbos Bosbesrijk Berken-Eikenbos 7,00E+00 6,00E+00 5,00E+00 typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Duinbos Populieren-beemd Populieren-ruigte 4,00E+00 3,00E+00 2,00E+00 1,00E+00 0,00E+00 Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Alnus glutinosa Zwarte els 2b 2 x 2 Salix Wilg (G) r 8 x 16 Betula pendula Ruwe berk r 8 x 16 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Salix Wilg (G) + 2 x 4 Alnus glutinosa Zwarte els 1 4 x 4 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Holcus lanatus Gestreepte witbol 4 2 x 2 Urtica Brandnetel (G) 2a 2 x 2 Stellaria media Vogelmuur 2m 2 x 2 Alnus glutinosa Zwarte els 1 2 x 2 Rubus Braam (G) + 2 x 2 Quercus robur Zomereik + 2 x 2 Humulus lupulus Hop + 2 x 4 Prunus serotina Ame vogelkers + 4 x 4 Juncus effusus Pitrus r 4 x 4 Epilobium Basterdwederik (G) + 4 x 8 Poa trivialis Ruw beemdgras 2m 8 x 8 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren + 8 x 8 Heracleum sphondylium Gewone bereklauw + 8 x 16 Sambucus nigra Gewone vlier r 8 x 16 Betula pendula Ruwe berk + 16 x 16

Bosbouw: Pidpa a Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa a 0,29 Zaailingen Hoogte (cm):150-199 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Zomereik 4401 Verspreid KV Ruwe berk 1886 Verspreid KV Zwarte els 1258 Verspreid KV Hoogte (cm):50-99 Zomereik 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Zomereik 1886 Verspreid NV Totaal 10060 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 200-400 Zwarte els 2358 0 Verspreid KV Wilg 629 0 Verspreid KV Totaal 2987 0 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zwarte els 275 78% 6,31 66% 52,7 69% 54 18,0 18,0 Wilg 79 22% 3,21 34% 23,3 31% 78 16,0 Totaal 354 9,5 76 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Boomsoort Zwarte els Sortiment Stamtal Grondvlak Volume dun 39 100% 0,95 100% 7,6 100% 39 0,95 7,6 Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa a Stamtalverdeling 250 200 stamtal (/ha) 150 100 50 0 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Overige Wilg Zwarte els Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 35 45 55 65 75 85 95 omtrekklasse (cm) Overige Wilg Zwarte els Pagina : 3 Afgedrukt op : 10-jan-08

pidpa - Mol Perceel: 7 Bestand: b Proefvlak: 1 426 Rododendron-bos Elzen-Eikenbos Elzenbroekbos 20 18 soortenarm Berken-Eikenbos Bochtige smele-rijk Berken-Eikenbos Ruigt-Elzenbos 16 Bosbesrijk Berken-Eikenbos M oesdistel-elzenbroek 14 typisch Berken-Eikenbos TPab_BSKM TPab_KM Wilgenvloedbos Duinbos Populieren-beemd Populieren-ruigte 12 10 8 6 4 2 0 Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos Witbol Berken-Eikenbos Witbol Eiken-Beukenbos Amerikaanse vogelkers Eiken-Beukenbos Brandnetel-V lierenbos Bramenrijk Eiken-Beukenbos Elzen-Essenbos Amerikaanse eik-kastanjebos Elzenrijk Iepen-Essenbos typische Wintereiken-Beukenbos droog Iepen-Essenbos Essenbronbos Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos M eiklokjesrijk Gierstgras-Beukenbos vochtig Eiken-Haagbeukenbos typisch Gierstgras-Beukenbos Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos arme Eiken-Haagbeukenbos droog Eiken-Haagbeukenbos BOOMLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Betula Berk (G) 3 2 x 2 Alnus glutinosa Zwarte els 3 2 x 2 Quercus robur Zomereik 2b 2 x 2 STRUIKLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 2 x 4 Quercus robur Zomereik + 4 x 4 Betula Berk (G) + 8 x 16 KRUIDLAAG Latijnse naam Nederlandse naam BB Coëficiënt Min arealen Holcus lanatus Gestreepte witbol 2b 2 x 2 Rubus Braam (G) 2a 2 x 2 Frangula alnus Sporkehout 1 2 x 2 Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie 1 2 x 2 Quercus robur Zomereik 1 2 x 2 Prunus serotina Ame vogelkers 1 2 x 2 Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes + 2 x 2 Quercus rubra Ame eik + 8 x 16 Juncus effusus Pitrus r 8 x 16 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel + 16 x 16

Bosbouw: Pidpa b Identiteit Domein: Plaats Perceel Bestand: Oppervlakte (ha): Pidpa b 0,59 Zaailingen Hoogte (cm):50-99 Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 629 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Amerikaanse vogelkers 3144 Verspreid NV Zomereik 1886 Verspreid NV Sporkehout 1258 Verspreid NV Totaal 6917 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Hoogte(cm): 600-800 Zwarte els 157 157 Verspreid NV Ruwe berk 157 0 Verspreid NV Totaal 314 157 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume cg (cm) hg (m) hdom (m) Zwarte els 786 54% 8,79 40% 67,9 37% 38 18,5 Zomereik 167 11% 6,49 30% 61,2 34% 88 18,3 Berk 472 32% 6,47 29% 52,6 29% 42 19,0 Wilde lijsterbes 39 3% 0,20 1% 0,8 0% 25 13,0 Totaal 1464 21,9 182 Liggend Dood Hout Staand Dood Hout Pagina : 1 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa b Stamtalverdeling 500 450 400 350 stamtal (/ha) 300 250 200 150 100 50 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 omtrekklasse (cm) Berk Overige Zomereik Zwarte els Grondvlakverdeling grondvlak (m²/ha) 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 omtrekklasse (cm) Be rk Overige Zomereik Zwarte els Pagina : 2 Afgedrukt op : 10-jan-08

Bosbouw: Pidpa Identiteit Domein: Plaats Pidpa Oppervlakte (ha): 5,85 Hoogte (cm):150-199 Zaailingen Boomsoort Stamtal Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 358 Verspreid NV Zomereik 218 Verspreid KV Ruwe berk 93 Verspreid KV Zwarte els 62 Verspreid KV Hoogte (cm):100-149 Wilde lijsterbes 163 Verspreid NV Zomereik 82 Verspreid NV Vlier 67 Verspreid NV Gewone vlier 19 Verspreid NV Hoogte (cm):50-99 Zomereik 137 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 105 Verspreid NV Amerikaans krentenboom 82 Verspreid NV Wilde lijsterbes 63 Verspreid NV Gewone vlier 35 Verspreid NV Hoogte (cm):0-49 Zomereik 2811 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 1883 Verspreid NV Wilde lijsterbes 1119 Verspreid NV Sporkehout 291 Verspreid NV Zachte berk 269 Verspreid NV Gelderse Roos 71 Verspreid NV Hazelaar 35 Verspreid NV Gewone vlier 35 Verspreid NV Totaal 8000 Pagina : 1 Afgedrukt op : 29-aug-07

Bosbouw: Pidpa Hoogte(cm): 600-800 Hoogte(cm): 400-600 Hoogte(cm): 200-400 Struiklaag Boomsoort Stamtal L Stamtal D Verspreiding Verjonging Wilde lijsterbes 100 0 Verspreid NV Ruwe berk 57 0 Verspreid NV Zomereik 55 7 Verspreid NV Zachte berk 54 0 Verspreid NV Zwarte els 33 32 Verspreid NV Sporkehout 13 0 Verspreid NV Berk 0 10 Verspreid NV Wilde lijsterbes 152 0 Verspreid NV Gewone vlier 114 0 Verspreid NV Zomereik 96 0 Verspreid NV Ruwe berk 50 0 Verspreid NV Vlier 17 0 Verspreid NV Gewone esdoorn 10 0 Verspreid NV Zwarte els 8 0 Verspreid NV Berk 5 0 Verspreid NV Zachte berk 0 13 Verspreid NV Wilde lijsterbes 369 0 Verspreid NV Grove den 14 0 Verspreid NV Zomereik 13 0 Verspreid NV Ruwe berk 7 7 Verspreid NV Amerikaanse vogelkers 0 17 Verspreid NV Zwarte els 0 8 Verspreid NV Zwarte els 117 0 Verspreid KV Wilg 31 0 Verspreid KV Totaal 1314 94 Boomsoort Boomlaag Stamtal Grondvlak Volume Zwarte els 714 58% 11,49 47% 100,7 50% Grove den 89 7% 5,01 20% 39,2 20% Berk 260 21% 4,74 19% 36,5 18% Zomereik 130 11% 2,55 10% 19,6 10% Ruwe berk 14 1% 0,29 1% 2,2 1% Pagina : 2 Afgedrukt op : 29-aug-07

Bosbouw: Pidpa Gewone es 10 1% 0,21 1% 1,4 1% Wilg 4 0% 0,16 1% 1,2 1% Amerikaanse eik 5 0% 0,03 0% 0,1 0% Wilde lijsterbes 4 0% 0,02 0% 0,1 0% Fijnspar 1 0% 0,01 0% 0,0 0% Totaal 1232 24,5 201 Staand Dood Hout Boomsoort Zwarte els Berk Grove den Sortiment Stamtal Grondvlak Volume dun dun dun 15 69% 0,13 60% 0,8 56% 3 15% 0,05 24% 0,4 28% 4 16% 0,03 16% 0,2 16% 22 0,22 1,4 Pagina : 3 Afgedrukt op : 29-aug-07

Bosbouw: Pidpa Stamtalverdeling 400 350 300 stamtal (/ha) 250 200 150 100 50 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 omtrekklasse (cm) Berk Gewone es Grove den Overige Zwarte els Grondvlakverdeling 6 5 grondvlak (m²/ha) 4 3 2 1 0 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 omtrekklasse (cm) Be rk Gewone es Grove den Overige Zwarte els Pagina : 4 Afgedrukt op : 29-aug-07

Tansley-opname Mol 2a Ned. naam Lat. naam laag bedekking Brandnetel (G) Urtica k d Braam (G) Rubus k cd Ridderzuring Rumex obtusifolius k o Glanshaver Arrhenatherum elatius k r Zomereik Quercus robur s r Grauwe wilg Salix cinerea s r Fluitekruid Anthriscus sylvestris k r Ruwe berk Betula pendula s r Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna s r Zoete kers Prunus avium s r Populier (G) Populus s o Zwarte els Alnus glutinosa s o Ame vogelkers Prunus serotina s r Kleefkruid Galium aparine k r Hop Humulus lupulus k r Kleine klit Arctium minus k r

Uitgebreid bosbeheerplan Pidpa Mol Algemene beschrijving Bijlage 3: Verslag openbaar onderzoek Het openbaar onderzoek voor het uitgebreid bosbeheerplan voor de bosplaats Pidpa Mol liep van dinsdag 1 juli 2008 (9h) tot woensdag 30 juli 2008 (16h). Opmerkingen op het eindontwerp van het beheerplan konden schriftelijk overgemaakt worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos, Regiokantoor Turnhoutse Kempen, Parklaan 49 bus 1 2300 Turnhout. De aankondiging van het openbaar onderzoek gebeurde in de week van 25 juni 2008 in het regionaal weekblad Passe-Partout. De aankondiging is hierbij gevoegd. Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen opmerkingen op het eindontwerp-beheerplan van Pidpa Mol ontvangen. ESHER september 2008

KAARTENSET - Kaart 1.1: Kadastraal plan - Kaart 1.2: Luchtfoto - Kaart 1.3: Gewestplan - Kaart 2.1: Bosleeftijd - Kaart 2.2: Hydrografie - Kaart 2.3: Bodemkaart - Kaart 2.4: Bestanden en lokalisatie opnames - Kaart 2.5: Vegetatiekaart - Kaart 4.1: Beheerkaart