R e g i s t r a t i e k a m e r Regiopolitie 1..'s-Gravenhage, 2 augustus 2001.. Onderwerp Bij brief is het conceptreglement RISKIDS ter toetsing aan de Registratiekamer voorgelegd. Het concept geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen. Begripsomschrijvingen Eén van de belangrijkste doeleinden voor de aanleg van het register is het verwerken van risico- of signaalgedrag van minderjarigen teneinde crimineel gedrag te voorkomen. Wat met het begrip 'risico- of signaalgedrag' wordt bedoeld, is in het reglement echter niet nader omschreven. Het verdient aanbeveling om een omschrijving óf op te nemen onder de begripsbepalingen, als het mogelijk is dit begrip kort te omschrijven, of het reglement te voorzien van een korte toelichting waarin het aan de orde komt. Doelstelling In uw brief verwijst u naar eerdere contacten over het register met de Registratiekamer. In die contacten ontstond aan de zijde van de Registratiekamer de indruk dat met de aanleg van dit register vooral werd beoogd om de in verschillende politieregisters en in mutaties voorkomende informatie voorkomende informatie over jeugdigen bij elkaar te brengen en te analyseren met de bedoeling meer zicht te krijgen op factoren die bij jeugdigen tot later crimineel gedrag (kunnen) leiden en om zo eerder en gerichter hulpverlening te kunnen inschakelen voor jeugdigen voor wie het risico van afglijden naar criminaliteit aanwezig wordt geacht. Het nu voorgelegde reglementment, lijkt te wijzen op een intentie om ook gegevens verkregen van hulpverlenende organisaties daarbij te betrekken en om mogelijk in vergaande mate gegevens met die organisaties uit te werken. In een artikel roept daarnaast de vraag op welke andere vormen van Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus 93374 Bijlagen 1 2509 AJ 's-gravenhage Contactpersoon Tel. 070-3811300 Doorkiesnummer Fax 070-3811301
Blad 2 hulpverlening, naast advisering van en doorverwijzing naar hulpverlenende instanties het korps zich tot taak rekent. Naast de hiervoor genoemde doelstelling wordt ook de opsporing en vervolging van minderjarige verdachten als doelstelling genoemd. De doelstelling is daardoor onhelder. Gelet op de verschillende rechtsregimes die voor deze doelstellingen gelden, is deze vermenging ook ongewenst. Een hulpverleningsregister kan slechts aangelegd worden met het oog op de hulpverleningstaak van de politie. Voor dit doel kan ook voor een langere periode gevoelige, zachte en mogelijk onbetrouwbare informatie worden opgeslagen. Er geldt voor dergelijke registers een beperkt verstrekkingenregime. Het is niet de bedoeling dat in verband met hulpverlening vastgelegde gegevens zonder meer ook voor andere politiedoeleinden worden aangewend. Verstrekking uit gewone politieregisters binnen het politieveld is in het algemeen mogelijk voor zover dit noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de politietaak. In dergelijke registers is het vastleggen van 'zachte' informatie, informatie over (nog) onverdachte personen, echter slechts beperkt mogelijk. Wijziging Wet politieregisters, houdende nadere regels over. In het geval van een reglement is het daarom wenselijk alleen hulpverlening als doelstelling op te nemen. Doelstelling en verstrekking De dubbele doelstelling van het register kan ook effect hebben op de mogelijkheden van hulpverlenende organisaties om gegevens over minderjarigen aan de politie te verstrekken ten behoeve van opname in het reglement. Worden in het register persoonsgegevens opgenomen die zijn verkregen van derden, dan dient de verstrekking van die gegevens rechtmatig te hebben plaatsgevonden. Op gegevensverstrekking door organisaties buiten de politie is nu nog de Wet persoonsregistraties (WPR) en vanaf 1 september 2001 de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) van toepassing. De WBP bepaalt dat voor de verstrekking (= verwerking) van persoonsgegevens een rechtmatige grondslag aanwezig moet zijn, dat de verstrekking niet onverenigbaar mag zijn met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld en niet in strijd met een geheimhoudingsplicht mag hebben plaatsgevonden. Worden door hulpverleners op structurele basis persoonsgegevens aan de politie verstrekt die ook voor opsporingsdoeleinden worden gebruikt, dan behoren betrokkenen daarover bij het verkrijgen van hun gegevens te worden geïnformeerd. Alleen dan is de verwerking
Blad 3 'behoorlijk en zorgvuldig', zoals artikel 6 WBP voorschrijft. Het voorgaande is reeds aan de orde geweest in het gesprek dat over het systeem is gevoerd. Overige opmerkingen De tekst van het reglement is ook op andere onderdelen niet toereikend of onduidelijk. In een artikel is aangegeven dat gegevens in ieder geval uit het register worden verwijderd nadat (bedoeld zal zijn: zodra) geregistreerde de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt. Gezien het feit dat in het register ook gegevens worden opgenomen over gezinsleden van minderjarigen, andere betrokkenen, hulpverleners en opsporingsambtenaren van wie mag worden aangenomen dat zij in veel gevallen de leeftijd van 21 jaar reeds zullen hebben bereikt, dient in dit opzicht onderscheid te worden gemaakt. Het in dit artikel opgenomen regime voor verwijdering van gegevens is overigens alleen dan in overeenstemming met de wettelijke regels als het gaat om registers die uitsluitend hulpverlening (eventueel handhaving van de openbare orde) als doel hebben. Zoals gezegd is langdurige registratie van 'zachte' informatie in een gewoon opsporingsregister niet toegelaten. In een artikel is onvoldoende uitgewerkt welke instanties en/of personen onder welke voorwaarden gegevens uit het register kunnen verkrijgen. Juist nu het hier gaat om een politieregister waaruit slechts beperkt gegevens kunnen worden verstrekt, is een duidelijke omschrijving hiervan cruciaal. In een artikel van het reglement bevat de weigeringsgronden bij verzoeken om inzage. Deze gronden zijn echter te ruim geformuleerd. Aanbevolen wordt om de tekst van artikel te volgen. In het artikel bevat de mogelijkheid van koppeling van het register met andere politieregisters of persoonsregistraties indien dit noodzakelijk is voor het voorkomen en opsporen van misdrijven die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. De Registratiekamer vraagt zich af of dit artikel, gezien de aard van het onderhavige register, enige praktische betekenis heeft. Indien niet, dan is het wenselijk dit artikel te schrappen.
Blad 4 Tenslotte merkt de Registratiekamer op dat uit het reglement niet blijkt in hoeverre een verband zal bestaan tussen het reglement en het systeem. Dat er enig verband zal bestaan, lijkt aannemelijk. In dat geval dient dit in het reglement te zijn omschreven. Ik geef u in overweging om het reglement in bovengenoemde zin aan te passen. Voor nadere informatie kunt u zonodig contact opnemen met de heer B of met de privacyfunctionaris van uw korps. Hoogachtend,
Toezending bijlagen brief Briefnummer: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Aantal bijlagen: 1 Afschriften brieven Afschrift van brief klager aan RGK d.d. Afschrift van RGK briefnr. Afschrift van stuk wetsgeschiedenis (zie dossier) Informatiemateriaal WPR: Wettekst Informatiepakket WPR/RGK WBP: Wettekst Jaarverslag over 19 Tekst Besluit Genormeerde Vrijstelling Tekst Besluit Gevoelige Gegevens Tekst Besluit Gevoelige Gegevens Europese richtlijn Wettekst diversen O-formulier Beperkte aanmelding P-formulier Aanmelding persoonsregistratie Als de telefoon wordt opgenomen Folder Registratiekamer WPR: folder (beknopt) WPR: folder Vragen en antwoorden In vertrouwen gegeven Een zekere privacy WpolR: folder In beeld gebracht Klant in het web Informatiebladen Klantenadministraties Geadresseerde reclame Bedrijfsinformatie Verenigingen en verstrekkingen Kentekengegevens Doorgeven van personeelsgegevens Het toetsen van uw kredietwaardigheid Uw klacht en de Registratiekamer Sociale dienst Telecommunicatie verkeersgegevens Onderzoeksbestanden Opnemen van telefoongesprekken NAW gegevens Camera's op de werkplek Bemiddeling door de RGK Als de politie u vragen stelt over uw klanten Overig