Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

Vergelijkbare documenten
H Anesthesie Ruggenprik

Anesthesiologie. Patiënteninformatie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan. Slingeland Ziekenhuis

Zo krijgt de anesthesioloog een indruk van uw gezondheidstoestand.

Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

Anesthesie. Inleiding. De anesthesioloog. Verschillende soorten anesthesie. Welke vorm van de verdoving is voor u geschikt?

Anesthesie informatie

H Anesthesie Plexus blokkade

adviezen na een hernia-operatie anesthesie ZorgSaam

Informatie over uw anesthesie

Algehele of regionale anesthesie

Informatie voor patiënten die een algehele anesthesie ondergaan

Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

Anesthesiologie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

Anesthesie. Indien u in de ochtend nog medicatie in moet nemen, dan kunt u dat doen tot 2 uur voor de operatie met een paar slokjes water.

Algemene voorlichting over narcose en verdoving. polikliniek anesthesie

VOORBEREIDING OP UW OPERATIE

Anesthesie. Preoperatieve polikliniek. De anesthesioloog

patiënteninformatie anesthesie

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening

MEDISCH CENTRUM WAALRE

Algemene voorlichting narcose en verdoving

Anesthesie. S.v.p. de dag vóór de opname nogmaals doorlezen

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Anesthesie.

Anesthesie. Anesthesie. Afdeling anesthesiologie. Afdeling anesthesiologie

Anesthesie. Anesthesiologie

PRE-OPERATIEVE POLIKLINIEK. Tel: N Diensthoofd Anesthesie - Reanimatie

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening Route 35

Neemt u deze folder en een geldig legitimatiebewijs mee naar uw afspraken met de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige

Anesthesie. Anesthesiologie

Anesthesiologie. patiëntenvoorlichting

Anesthesiologie. De anesthesioloog overlegt met u welke vorm van anesthesie het meest geschikt is voor u.

Anesthesiologie volwassenen

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Anesthesiologie. rkz.nl

Anesthesie. Anesthesiologie

Anesthesie & Pijnbestrijding

Inleiding Voorbereiding op de operatie De ingreep Na de ingreep Is narcose veilig? Naar huis 8. Vragen?

ANESTHESIOLOGIE. Onder anesthesie. Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving

Als u een ingreep onder anesthesie moet ondergaan

Anesthesie bij een nier of (nier) pancreas transplantatie

PATIËNTENFOLDER Anesthesie

Patiënteninformatie. Preoperatief centrum

Als alles in orde is, wordt dit doorgegeven aan Bureau Opname. Zodra uw opnamedatum bekend is, krijgt u bericht van Bureau Opname.

Anesthesie. Algemene informatie

INFOINFO INFOINF. Koningin Julianaplein DV Zaandam Telefoon (075) afdeling Communicatie

Anesthesie bij kinderen

Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving. Onder Narcose?

Als u overgevoelig bent voor medicatie, probeer dan via uw huisarts of apotheek te achterhalen om welke medicijnen het gaat en neem deze gegevens mee.

Anesthesie. Er zijn verschillende vormen van anesthesie: algehele, regionale en lokale anesthesie.

1. Verschillende vormen van anesthesie Algehele anesthesie Plaatselijke anesthesie Naar huis Complicaties en bijwerkingen 5

Anesthesie & Pijnbestrijding

Anesthesie voor kinderen. Informatie voor ouders

Algehele anesthesie met zenuwblokkade (plexus)

Deze informatie is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie waaraan geen rechten kunnen worden ontleend.

Anesthesie bij kinderen. Poli Preoperatieve Screening

Preoperatieve Screening en anesthesie

Anesthesie. Anesthesiologie. Anesthesie. Algehele of regionale. De anesthesioloog

Anesthesie bij kinderen. Poli Preoperatieve Screening

Patiënteninformatie. Preoperatieve poliklinieken

Verdoving van het oog. Anesthesie

Preoperatief spreekuur. Voorbereiding op de operatie en anesthesie

anesthesie en pijnbestrijding

Instructies vóór de operatie

Anesthesie volwassenen

Anesthesie. Afdeling anesthesiologie

Anesthesie bij volwassenen

Anesthesie. Preoperatief spreekuur Voorbereiding op de operatie en anesthesie

SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS. Anesthesie Informatiebrochure

Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Deze brochure beschrijft de gang van zaken rondom de anesthesie (verdoving)

Anesthesie bij kinderen

Anesthesie bij jongeren

Preoperatieve Screening en anesthesie

Ruggenprik. 1 Anesthesie en pijnbehandeling. 2 Over regionale anesthesie

Anesthesie (verdoving, pijnbestrijding en narcose)

Anesthesie bij jongeren

ANESTHESIEBROCHURE. - Patiëntinformatie -

SKB. Uw operatie en anesthesie

Pijnbestrijding tijdens onderzoek of ingreep buiten de operatiekamer

Anesthesie en preoperatief onderzoek

anesthesie en pijnbestrijding kinderen

Anesthesie. Pré Operatieve Screening (POS)

Patiënteninformatie. Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie

Vormen van anesthesie

PSA tijdens een onderzoek of behandeling

Matige tot diepe sedatie

Voorlichting rondom de operatie voor kinderen

Welkom op de afdeling Dagbehandeling Locatie Dordwijk en Zwijndrecht Informatie voor volwassenen

Anesthesie en pré-operatieve screening. Belangrijke informatie over de anesthesie en pijnbestrijding tijdens uw opname

Verdoving (anesthesie) bij volwassenen

Behandeling of onderzoek onder anesthesie

Anesthesiologie Informatie rondom sedatie gepland

Verdoving Algehele en regionale anesthesie

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Anesthesie.

patiëntenwijzer Anesthesie Soorten verdoving en verloop van een operatie

Verwijderen van de sternumdraden

Anesthesiologie en pijnbestrijding. Informatiefolder anesthesie

Behandeling of onderzoek onder anesthesie

Welkom op de afdeling Dagbehandeling

Transcriptie:

Anesthesie Binnenkort ondergaat u een operatie. Uw behandelend specialist heeft u daarover geïnformeerd. Bij die operatie is een vorm van anesthesie (narcose of verdoving) nodig. Daarom bent u door uw specialist doorverwezen naar het preoperatieve spreekuur (POS). Op deze pagina brochure krijgt u meer informatie over: De Time-Out procedure; Het preoperatieve spreekuur; Het Apotheek Service Punt (ASP); De verschillende vormen van anesthesie; De gang van zaken op de operatiedag. Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige. Time-Out procedure Binnen ZorgSaam besteden we veel zorg aan veiligheid. De time-out procedure is een checklijst om de laatste details voor een operatie te controleren. Tijdens het hele proces vragen we herhaaldelijk naar o.a. uw naam, geboortedatum, welke ingreep u zult ondergaan en of u allergieën heeft. Dit alles om er voor te zorgen dat de juiste patiënt de juiste operatie ondergaat. De anesthesist Voor de operatie maakt u kennis met de anesthesist. Dat is de arts die zich heeft toegelegd op de verschillende vormen van anesthesie, de pijnbestrijding en intensieve zorg rondom de operatie. Tijdens de operatie is de anesthesist of de anesthesiemedewerker voortdurend bij u. Als het nodig is, kan de anesthesist op ieder moment de anesthesie bijstellen. Ook zorgt de anesthesist er voor dat uw vochtgehalte op peil blijft en dat u een bloedtransfusie krijgt toegediend bij sterk bloedverlies. Het preoperatieve spreekuur (POS) Het POS bestaat uit een gesprek met een apothekersassistent, een anesthesiemedewerker en/of de anesthesist. De apothekersassistent neemt samen met u uw medicijngebruik door. Mogelijk is er in het verleden een allergie vastgesteld voor bepaalde medicijnen. Als dit zo is, dan noteren we dat. U heeft een vragenlijst over uw gezondheidstoestand ontvangen van uw behandelend arts op de poli of via de post. Deze lijst dient u vooraf in te vullen en daarna opsturen of afgeven bij het POS. Op het POS brengt men uw gezondheidstoestand in kaart. U kunt vragen verwachten over eerdere operaties en hoe u toen op de anesthesie reageerde. Ook bespreekt men de voor u meest geschikte anesthesievorm. Afhankelijk van uw leeftijd en de operatie die u moet ondergaan, kunnen bepaalde onderzoeken nodig zijn, zoals bloedonderzoek en/of ECG. Ook kan het voorkomen dat de anesthesist u doorverwijst naar een andere specialist voor verder onderzoek. Na het POS gesprek krijgt u van de opnameverpleegkundige een voorlopige datum mee van uw operatie. Voor sommige specialisten kan nog geen voorlopige datum meegegeven worden vanwege een lange wachtlijst of een groot aanbod van operaties met een spoedeisend karakter. Het meegeven van een voorlopige datum zou alleen maar leiden tot frequent afbellen en teleurstellingen. Een week voor de operatie ontvangt u de definitieve datum. De resultaten van het POS zijn slechts drie maanden geldig. Daarom passen we een afspraak op het POS aan bij een eventuele wachtlijst. In de regel nemen we u op de dag van de operatie op. Slechts in bijzondere gevallen is opname één of zelfs meerdere dagen voor de operatie nodig. Neem van tevoren de afspraken nog eens goed door die gemaakt zijn op het formulier Afspraken preoperatief spreekuur. Als er na het bezoek aan het POS iets wijzigt in uw gezondheidstoestand, gelieve dan het POS hiervan op de hoogte te brengen op telefoonnummer: 0115-677171.

Belangrijk: wat neemt u mee naar het POS? Een lijst van welke medicijnen u gebruikt (eventueel medicijnlijst van de apotheek); Naam en telefoonnummer van uw contactpersoon; Eventueel een lijst met vragen die u wilt stellen. Het is mogelijk dat u geopereerd wordt met een plaatselijke verdoving, zonder aanwezigheid van iemand van de anesthesie. Uw behandelend arts zal dan aangeven met welke medicijnen u eventueel moet stoppen en welke medicijnen u op de ochtend van de ingreep moet of mag innemen. Verschillende soorten anesthesie Er bestaan verschillende soorten anesthesie of verdoving. De meest bekende is de algehele anesthesie of narcose, waarbij het hele lichaam wordt verdoofd en u tijdelijk buiten bewustzijn bent. Ook algemeen bekend is de lokale verdoving, waarbij een klein stukje huid plaatselijk wordt verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. Bij regionale anesthesie wordt een groter gedeelte van het lichaam, zoals een arm, een been of het onderlichaam, tijdelijk gevoelloos gemaakt. Bij regionale anesthesie blijft u tijdens de operatie wakker, maar als u dat liever heb, kunt u een slaapmiddel krijgen. Overigens ziet u niets van de operatie: alles wordt met doeken afgedekt. Welke vorm van verdoving is voor u geschikt? Welke anesthesie voor u het meest geschikt is, hangt af van verschillende factoren, zoals uw leeftijd, lichamelijke conditie en de soort operatie. Uw eigen wensen kunt u voorleggen aan de anesthesist die daarmee rekening houdt bij de beslissing over het soort anesthesie. Het kan zijn dat de anesthesist u voorstelt narcose te combineren met een ruggenprik. Het voordeel daarvan is de mogelijkheid na de operatie een betere pijnstilling te geven. Voorbereiding op de operatie U dient zes uur voordat u opgenomen wordt nuchter te blijven om braken tijdens en na de operatie te voorkomen. U mag dus uiterlijk zes uur vóór het moment van opname nog twee beschuitjes met zoet beleg en een kopje thee. Een slokje water om medicijnen in te nemen of bij het tanden poetsen is wel toegestaan. Vergeet hierbij niet de medicijnen in te nemen zoals afgesproken op het formulier Afspraken preoperatief spreekuur. Dit is van belang voor een zo veilig mogelijk verloop van de operatie. Wij verzoeken u om op de dag van opname s morgens te douchen. Smeert u zich echter niet in met bodylotion, omdat het desinfecterende middel dan onvoldoende wordt opgenomen door de huid. Make-up, nagellak, gelnagels én piercings moet u voor de operatie verwijderen. Het is voor uw lichaam en het herstel na de operatie belangrijk om goed op temperatuur te zijn en te blijven. Door allerlei factoren rondom de operatie loopt u het risico te veel af te koelen. Zorgt u er daarom voor om op de dag van de operatie voldoende warme kleding te dragen of bij u te hebben. Wanneer u het koud hebt op de verpleegafdeling, terwijl u wacht om naar de operatieafdeling te gaan, vraag dan de verpleegkundige om een extra deken. Het is verstandig in de uren voor de operatie niet te roken. De ademhalingswegen van rokers zijn vaak geïrriteerd en daardoor gevoeliger voor ontstekingen. Bovendien kan hoesten na de operatie erg pijnlijk zijn. In plaats van een pyjama krijgt u een operatiehemd aan. Overleg zo nodig met de verpleegkundige of kostbaarheden op een veilige plaats bewaard kunnen worden. Bijvoorbeeld uw bril of gehoorapparaat. Deze mag u achterlaten op de afdeling. Wanneer u deze liever op- of inhoudt, mag dat ook. Als u algehele narcose krijgt, moet u uw gebitsprothese op de verpleegafdeling achterlaten. Als voorbereiding op de anesthesie kunt u in sommige gevallen een injectie of een tabletje krijgen. Of dit mogelijk is, is van tevoren met u op het POS afgesproken. Hiervan wordt u al wat slaperig. De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling. Daar ziet u de anesthesist en diens assistent. Voor de operatie niet zelf ontharen Als ontharen noodzakelijk is, gebeurt dit in het ziekenhuis met een tondeuse. Wij vragen u om minimaal

een week voor de operatie niet meer zelf in en rondom het operatiegebied te ontharen. Dit om te voorkomen dat er wondjes in het operatiegebied ontstaan. Algehele anesthesie of narcose Voordat u de narcosemiddelen krijgt toegediend, sluiten we de bewakingsapparatuur aan. U krijgt plakkers op de borst om de hartslag te meten en een klemmetje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. We meten de bloeddruk aan de arm. U krijgt een naald ingebracht in een arm, waarop we soms een infuus aansluiten. Via deze naald spuit de anesthesist de narcosemiddelen in. U valt binnen een halve minuut in een diepe slaap. Kleine kinderen zijn vaak bang voor een prikje. Zij worden daarom veelal in slaap gemaakt door hen via een kapje te laten ademen, waaruit een narcosegas stroomt. Overigens is het ook mogelijk de huid te verdoven met een zalf, waardoor het prikje nauwelijks wordt gevoeld. Om de ademhaling tijdens de anesthesie te kunnen controleren wordt in veel gevallen, voordat de operatie begint, een plastic buisje in de keel gebracht. U merkt daar niets van, want u bent dan onder narcose. Tijdens de operatie blijft de anesthesist of de anesthesieassistent voortdurend bij u. De anesthesist bewaakt en bestuurt tijdens de operatie de functies van uw lichaam. Dankzij de bewakingsapparatuur kunnen we precies vaststellen hoe uw lichaam op de operatie reageert. De ademhaling en de bloedsomloop kunnen we zo nodig bijsturen en we dienen medicijnen toe om de narcose te onderhouden. Het wakker worden uit de narcose U kunt zich kort na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Met het uitwerken van de narcose kan er pijn optreden in het operatiegebied. Door de anesthesie, maar ook als gevolg van de operatie kan er misselijkheid optreden. U kunt de recovery verpleegkundige op de uitslaapkamer gerust vragen om een pijnstiller of een middel tegen misselijkheid. Bijwerkingen van de narcose Terug op de afdeling kunt u zich nog wat slaperig voelen, ook kan misselijkheid en braken optreden en kunt u pijn krijgen. De verpleegkundigen weten precies wat ze u kunnen geven. U mag er gerust om vragen. Hebt u een zwaar of kriebelig gevoel achterin de keel, dan komt dat van het buisje dat tijdens de operatie in uw keel zat om de ademhaling te kunnen regelen. Die irritatie verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen. Veel mensen hebben dorst na een operatie. Als u wat mag drinken, doe dan voorzichtig aan. Mag u niet drinken dan kan de verpleegkundige uw lippen nat maken om de ergste dorst weg te nemen. Is narcose veilig? Door verbetering van de bewakingsapparatuur, het beschikbaar komen van moderne geneesmiddelen en door een goede opleiding van de anesthesist en de anesthesie-medewerkers is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Ondanks alle zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen. Zo kunnen er allergische reacties op medicijnen optreden. Bij het inbrengen van het beademingsbuisje kan uw gebit worden beschadigd. En door een ongelukkige houding tijdens de operatie kan een zenuw in de arm of het been beklemd raken, waardoor tintelingen en krachtverlies kunnen blijven bestaan. Het optreden van ernstige complicaties door de anesthesie is vrijwel altijd te wijten aan een calamiteit of het hangt samen met uw gezondheidstoestand voor de operatie. Vraag uw anesthesist gerust of de anesthesie in uw geval bijzondere risico s met zich meebrengt. Regionale verdoving Bij een regionale anesthesie maken we een gedeelte van het lichaam, bijvoorbeeld een arm of het gehele onderlichaam, tijdelijk gevoelloos en bewegingloos. Door een verdovingsmiddel rond een zenuw te spuiten kunnen zenuwen of zenuwbanen tijdelijk worden uitgeschakeld. In de rug lopen vanuit het ruggenmerg grote zenuwen naar het onderlichaam en de benen. Deze zenuwbanen worden met een ruggenprik verdoofd. Die prik komt niet in de buurt van het ruggenmerg, dat dus niet beschadigd kan raken: Een arm kan worden verdoofd door de zenuwknoop (plexus) die naar de arm loopt tijdelijk uit te schakelen. Dit gebeurt door rond de zenuwen een verdovingsmiddel in te spuiten, bijvoorbeeld in de oksel of in de hals. Bij regionale verdoving worden de zenuwen die op pijn reageren zo volledig mogelijk uitgeschakeld. Het gevoel verdwijnt soms niet helemaal. Het is normaal als u voelt dat u wordt aangeraakt. Vaak lopen de pijnzenuwen samen met de zenuwen die de spieren laten werken. Die worden met de verdoving ook

tijdelijk uitgeschakeld. De spieren raken dan verlamd: ze werken even niet. Als de verdoving volledig is uitgewerkt, hebt u weer de normale kracht en beheersing over de spieren. De ruggenprik We sluiten u aan op de bewakingsapparatuur. We meten uw bloeddruk. We brengen een infuusnaald in een arm. Afhankelijk van de voorkeur van de anesthesist vraagt deze u om te gaan zitten of op een zij te gaan liggen. De ruggenprik is niet pijnlijker dan een gewone injectie. Als de verdoving is ingespoten merkt u eerst dat uw benen warm worden en gaan tintelen. Later worden ze gevoelloos en slap evenals de rest van het onderlichaam. Gedurende de operatie blijft de anesthesist of de anesthesiemedewerker bij u. U blijft bij bewustzijn. Van de operatie ziet u niets; we dekken alles af met doeken. Als u toch liever slaapt, dan kunt u om een licht slaapmiddel vragen. Dit is geen narcose. Dit is echter niet altijd mogelijk. Over het algemeen is dit van te voren met u besproken op het POS. Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het één tot zes uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Met het uitwerken van de verdoving kan ook pijn optreden. Wacht niet te lang om de verpleegkundige om een pijnstiller te vragen. Bijwerkingen tijdens de ruggenprik Onvoldoende pijnstilling Het kan voorkomen dat de verdoving bij u onvoldoende werkt. Soms kan de anesthesist nog wat extra verdoving bijgeven. In andere gevallen is het beter om voor een andere anesthesievorm te kiezen, bijvoorbeeld narcose. De anesthesioloog zal dat met u overleggen. Lage bloeddruk Als bijwerking van een ruggenprik kan een lage bloeddruk optreden. De anesthesist is hierop bedacht en zal daartegen maatregelen nemen. Hoge uitbreiding Soms komt het voor dat het verdoofde gebied zich verder dan bedoeld naar boven uitbreidt. U merkt dat doordat uw handen gaan tintelen. Misschien kunt u wat moeilijker ademen. De anesthesist zal u wat extra zuurstof toedienen. Meestal zijn de klachten daarmee opgelost. Moeilijkheden met plassen De verdoving strekt zich uit tot de blaas. Het plassen kan daardoor moeilijker gaan dan normaal. Het kan nodig zijn de blaas met een katheter leeg te maken. Bijwerkingen en complicaties na de ruggenprik Rugpijn Het komt voor dat er rugpijn ontstaat op de plaats waar de prik is gegeven. Dit heeft te maken met de houding tijdens de operatie. De klachten verdwijnen meestal binnen enkele dagen. Hoofdpijn Na een ruggenprik kan hoofdpijn optreden. Deze hoofdpijn onderscheidt zich van gewone hoofdpijn doordat de pijn minder wordt bij platliggen en juist erger wordt bij overeind komen. Meestal verdwijnt deze hoofdpijn binnen een week vanzelf. Als de klachten zo hevig zijn dat u het bed moet houden, neemt u dan contact op met de anesthesist. Deze heeft mogelijkheden om het natuurlijk herstel te bespoedigen. Plexusanesthesie van de arm De arm kan worden verdoofd door de zenuwknoop (plexus) die naar de arm loopt tijdelijk uit te schakelen. Dit gebeurt door rond de zenuwen een verdovingsmiddel te spuiten, bijvoorbeeld in de oksel of in de hals. Om u tijdens de operatie zo nodig medicijnen te kunnen toedienen, krijgt u een infuusnaald in de andere arm. Afhankelijk van de plaats waar u geopereerd gaat worden, krijgt u de verdovingsprik in de hals of in de oksel. De anesthesist prikt nu met een naald op de plaats waar de zenuwen lopen die naar de arm gaan. Als u tintelingen in de arm of de hand voelt dan moet u niet bewegen, maar dat direct zeggen. De anesthesist weet dan dat de naald op de goede plaats zit. Het kan ook zijn dat de anesthesist een

zogenaamde zenuwprikkelaar gebruikt. Met een lage elektrische stroom wordt de zenuw dan geprikkeld. U merkt dat doordat de arm of de hand onwillekeurig beweegt. Het is belangrijk dat u tijdens het prikken stil blijft liggen. Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesist het verdovende middel in. Korte tijd later merkt u dat de arm of hand gaat tintelen en warm wordt. Later verdwijnt het gevoel en kunt u de arm en hand niet meer bewegen. Als de verdoving is uitgewerkt keren de beweging en het gevoel weer terug. De verdoving moet 15 tot 30 minuten inwerken voordat het effect optimaal is. Tijdens de operatie blijft u wakker, tenzij anders met u besproken op het POS. Overigens ziet u niets van de operatie. We dekken alles met doeken af. Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het tot soms 20 uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Met het uitwerken van de verdoving kan ook pijn optreden. Wacht niet te lang om de verpleegkundige om een pijnstiller te vragen. Na een plexusanesthesie van een arm hoeft u soms niet in het ziekenhuis te blijven totdat de verdoving is uitgewerkt. Dat hangt af van de operatie die bij u is verricht. Zolang de arm verdoofd is moet u hem in een draagdoek (mitella) houden. Bijwerkingen en complicaties plexusanesthesie Onvoldoende pijnstilling Het kan voorkomen dat de verdoving bij u onvoldoende werkt. Soms kan de anesthesist nog wat extra verdoving bijgeven. In andere gevallen is het beter om voor een andere anesthesievorm te kiezen, bijvoorbeeld narcose. De anesthesist zal dat met u overleggen. Postoperatieve tintelingen Door irritatie van de zenuwen door de prik of door de gebruikte medicijnen kunt u, nadat de verdoving is uitgewerkt, nog enige tijd last houden van tintelingen in de arm en de hand. Deze tintelingen verdwijnen in de meeste gevallen in de loop van weken tot maanden vanzelf. Overgevoeligheidsreacties Overgevoeligheid voor de gebruikte verdovingsmiddelen komt soms voor. Dit kan zich uiten in benauwdheid, huiduitslag, lage bloeddruk. Behandeling is meestal goed mogelijk. Toxische reacties De zenuwen die verdoofd moeten worden lopen vlakbij grote bloedvaten. Het is mogelijk dat er verdovend medicijn direct in de bloedbaan komt. Dat uit zich in een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, een slaperig gevoel, hartritmestoornissen, trekkingen en uiteindelijk bewusteloosheid. Behandeling is meestal goed mogelijk. Plaatselijke verdoving staaroperaties Staaroperaties in dagbehandeling vinden plaats onder plaatselijke verdoving. Er zijn twee methoden om het oog te verdoven: met een druppelverdoving of een prik onder het oog. Welke techniek wordt gebruikt, hangt af van uw gezondheidstoestand en/of medicijngebruik. Indien u een prik onder het oog krijgt, bespreekt de anesthesiemedewerker dit met u op het preoperatieve spreekuur. Na de ingreep Na de operatie brengen de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker u naar de uitslaapkamer of verkoeverkamer. Dat is een aparte ruimte vlakbij de operatiekamer. Gespecialiseerde verpleegkundigen zien erop toe dat u rustig bijkomt van de operatie. Ook hier bent u aangesloten op de bewakingsapparatuur. Soms loopt er een slangetje door uw neus om uw maag te ontlasten of om u extra zuurstof te geven. Zodra u voldoende wakker bent uit de narcose of de ruggenprik voldoende is uitgewerkt, gaat u terug naar de afdeling. Het kan ook zijn dat u nog enige tijd op een speciale bewakingsafdeling moet blijven, omdat de aard van de operatie een wat langere intensieve zorg noodzakelijk maakt. U gaat dan naar de intensive care. Zowel op de intensive care als op de verpleegafdeling kunt u bezoek ontvangen. Als u nog dezelfde dag naar huis mag, zorg er dan voor dat u door een volwassene begeleid wordt en dat u de eerste nacht niet alleen thuis bent. Regel vervoer per taxi of eigen auto, maar rijd zelf niet! Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie rustig aan. Bestuur geen machines. Neem geen belangrijke beslissingen. Eet en drink licht verteerbare voedingsmiddelen. Het is heel gewoon dat u zich na een operatie nog een tijdlang niet fit voelt. Dat ligt niet alleen aan de anesthesie, maar aan de ingrijpende gebeurtenis die iedere operatie nu eenmaal is. Het lichaam moet zich in zijn eigen tempo herstellen. Dat heeft zijn tijd nodig. Pijnregistratie en pijnbestrijding na een operatie

Pijn is een signaal van weefselbeschadiging. Het hoort er dus een beetje bij na een operatie. Dat wil niet zeggen dat er niet over gepraat hoeft te worden. Pijn wordt door individuele patiënten heel verschillend ervaren. Goede pijnstilling heeft veel voordelen. Na de operatie kunt u beter slapen, eten en drinken en het herstel verloopt vaak voorspoediger. Pijnmeting U bent zelf degene die het best kan aangeven hoeveel pijn u heeft. Daarom vragen we aan u om enkele malen per dag de pijn met een cijfer aan te geven. Het cijfer nul houdt in dat u geen pijn heeft en het cijfer tien is de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. Deze cijfers kunt u noteren op een meetlat. ----I----I----I----I----I----I----I----I----I----I----I 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Juist omdat pijn per persoon verschilt, is het belangrijk dat u dit zelf goed aangeeft. In rust kan pijn acceptabel zijn, maar soms met doorademen, hoesten of bewegen niet. Wilt u dit a.u.b. ook aangeven? Met uw informatie kunnen we de pijnstilling nog beter aanpassen. Tijdens het gesprek met de anesthesist kunt u hier ook vragen over stellen. Vormen van pijnstilling U krijgt op vaste tijden Paracetamol en soms ook nog een pijnstiller uit de groep van NSAID s (pijnstillers die wat sterker werken dan Paracetamol) voorgeschreven als basis voor de pijnstilling. Daarnaast bepaalt de anesthesist samen met u op welke manier u extra pijnstilling kunt krijgen. Vormen van extra pijnstilling Zetpil Voordeel van een zetpil is dat deze ook toegediend kan worden bij patiënten die last hebben van misselijkheid of braken of die niets mogen eten/drinken na een operatie. Een medicijn dat bijvoorbeeld toegediend kan worden is Paracetamol. Injectie De verpleegkundige geeft u een injectie met een morfineachtig product op geleide van de pijn. De injectie wordt op geregelde tijden gegeven. Duizeligheid of misselijkheid kunnen als bijwerking optreden. Via een pomp Er kan met een speciale pomp worden gewerkt. Een morfineoplossing kan door u zelf gedoseerd worden (natuurlijk met een maximum toelaatbare hoeveelheid). De vloeistof komt in uw bloedbaan via een infuus op de hand/onderarm. Via een slangetje in de rug Dit heet epidurale pijnstilling. Voor de operatie wordt met behulp van een holle naald een dun slangetje in uw rug ingebracht. De naald wordt verwijderd en het slangetje wordt vastgeplakt. Nu kunt u continu pijnstilling toegediend krijgen via een pomp die op het slangetje wordt aangesloten. Dit kan een aantal dagen blijven zitten. Voordelen Onderzoek heeft aangetoond dat goede postoperatieve pijnstilling het herstel van een patiënt bevordert. De functie van hart en longen is beter en de werking van de darmen wordt gunstig beïnvloed; u heeft meer energie als u minder bezig bent met de pijn. Uw draagkracht is daardoor groter, ook psychisch. Belangrijk Hoe langer u wacht met het melden van pijn, hoe moeilijker het is om deze te bestrijden. We lopen dan achter de feiten aan. Ook is het van belang dat u meldt of de pijnstillers goed of juist niet goed helpen. Het kan zijn dat ze alleen helpen wanneer u stil ligt; dat is ook niet de bedoeling. Wanneer u dit meldt, kunnen

we passende maatregelen nemen. Pijnstilling thuis Voor volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar, dit advies geldt voor maximum 3 dagen na ontslag. Paracetamol sterkte: dosis: niet gebruiken bij: 500 mg zonodig 2 tabletten (in één keer innemen), maximaal 8 tabletten per dag ernstige leverfunctiestoornis, overgevoeligheid voor paracetamol Als paracetamol onvoldoende helpt: Ibuprofen sterkte: andere namen: dosis: 400 mg Advil, Brufen, Spidifen en Nurofen zonodig 1 tablet, maximaal 3 per dag niet gebruiken bij: maag-darmbloeding (actief of in verleden) hersenbloeding (in verleden) ernstig hartfalen, overgevoeligheid voor ibuprofen / NSAID Verdere informatie (bijvoorbeeld bijwerkingen) in de bijsluiter. Paracetamol en ibuprofen zijn zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek of drogist.