Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Foodreiniging



Vergelijkbare documenten
Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Glazenwasser

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schoonmaker

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Vloeronderhoud

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Reiniger na Calamiteiten

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Landelijke Kwalificaties MBO. Schoonmaak en Glazenwassen

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Monteur Lichte Staalbouw Buitendienst

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van de Allround monteur Systeemwanden en - Plafonds

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Industrieel Lakverwerker

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schilder

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Schoonmaak en glazenwassen

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Zorgmedewerker Schoonmaaksector Beroepscompetentieprofiel

Kerntaak 1: Voert stukadoorswerk uit

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepscompetentieprofiel. Basismedewerker interieurtextiel

Competenties. Overzicht

Beroepsprofiel Vakman gww

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepsprofiel Tekenaar-constructeur. Algemene informatie datum: versie: 01 Onder regie van

Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Beroepscompetentieprofiel: Straler (niveau 2)

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Kerntaak 1: Voert beglazingswerkzaamheden uit

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

LIFT group. LIFT group, afdeling Kwalificatiestructuur

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepstypering Onderhoudsmonteur installatietechniek. Algemene informatie datum: versie: 1

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Beroepscompetentieprofiel. Productiebegeleider mode

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel Kaderfunctionaris Bestratingbedrijf

Operator AGF industrie

datum: 19 april 2005 versie: 2

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten

Eind- en toetstermen Basisopleiding leidinggevenden 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Kenteq d.d Landbouwmechanisatie d.d

Het mede verzorgen van de dagelijkse restauratieve voorzieningen en de uitbrengmaaltijden.

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 3


NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Werkgroep beroepscompetentieprofielen KNWU Onderliggend

Eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan gevelelementen

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL FITNESSTRAINER B NIVEAU 4

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 4

Gediplomeerden kunnen doorstromen naar opleiding Wandeltrainer 2 en Wandeltrainer 3

Beroepscompetentieprofiel assistent machinaal houtbewerker meubelbedrijf. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum

Beroepscompetentieprofiel. Medewerker expeditie

Carrosserieschade herstellen met behulp van scheidende en verbindende technieken

Kerntaak 2: Bereidt de realisatie voor

Beroepscompetentieprofiel Assistent carrosseriebranche (versie juni 2004)

Beroepscompetentieprofiel Assemblagemedewerker natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

Profiel van kwalificatiedossier: Schilderen

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Landelijke Kwalificaties MBO

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Stichting Hout & Meubel. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum. Beroepsprofielen in de Timmerindustrie (Dijk 12 Beleidsonderzoek, 2001)

Beroepscompetentieprofiel Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Regie: ECABO Datum wijzigen: Versie 1

Beroepscompetentieprofiel Vloerenschuurder natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSTECHNICUS INDUSTRIËLE INSTALLATIES

BEROEPSKWALIFICATIE (0215) Schoonmaker

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Kenteq d.d.?? d.d.

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepscompetentieprofiel Leidinggevend Monteur Installatietechniek ; AO Consult (2001)

Beroepscompetentieprofiel Bouwkundig tekenaar Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 7

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Logistiek teamleider

Beoordelingsformulieren BPV

Beroepscompetentieprofiel Mutatie opzichter Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 1

Keuzedeel mbo. Duurzaam stukadoren. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0027

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0092)

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Stukadoor Beroepscompetentieprofiel

Renovatiewerkzaamheden voor de Schilder

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

KWALIFICATIEPROFIEL Wandeltrainer ALGEMENE INFORMATIE Datum maart 2019

Kerntaak 1: Monteert steigers en ondersteuningsconstructies

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

KWALIFICATIEPROFIEL Allround Wandelsportinstructeur niveau 2 (AWI-2)

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Kerntaak 1: Verkoopt versproducten en verleent service

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Beroepscompetentieprofiel Bedrijfsadministratief medewerker Regie: ECABO Datum wijzigen: Versie 1

Onderhoud kleine verbrandingsmotoren (buitenboordmotoren, tuin- en parkmachines)

Kerntaak 1: Voert en verzorgt dieren

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven. Ontwikkeld door:

Transcriptie:

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Foodreiniging gebaseerd op het format Beroepscompetentieprofiel Colo Vakcentrum Afbouw en Onderhoud, Presentatie en Communicatie Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven te Waddinxveen

Beroepscompetentieprofiel van de Medewerker foodreiniging Algemene informatie Datum: 1 juli 2007 Versie: 1 Onder regie van het kenniscentrum Limaweg 25 2743 CB Waddinxveen Ontwikkeld door: Sectie: Ontwikkeling Kwalificatiestructuur Beroepsopleidingen Brondocument(en): - Onderzoek MBO opleiding voor de schoonmaaksector d.d. april 2005 (OOE2005.0361/N) - Werken in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche Research voor Beleid, maart 2007. - Functiehandboek behorend bij CAO voor het Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf 1-1-2005 t/m 31-12-2007 - www.foodholland.nl - www.brc.org.uk Legitimering BCP: - op formatvereisten - op de inhoud - Door d.d. juni 2007 - Door de Begeleidingscommissie Kwalificatiestructuur Schoonmaak d.d. 14 juni 2007 Mogelijke functiebenamingen zijn: Medewerker reiniging (droge/schone food-industrie) Medewerker reiniging/desinfectering Medewerker reiniging industrieel Allround medewerker reiniging industrieel Meewerkend voorman/-vrouw Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden. 2

Beroepsbeschrijving van de Medewerker foodreiniging Beroepscontext / werkzaamheden In de facilitaire dienstverlening is de medewerker foodreiniging werkzaam in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. Hij werkt bij schoonmaakbedrijven die zich richten op het schoonmaken van apparatuur en ruimten in de voedselverwerkende industrie, zoals vleesverwerkingsbedrijven en de levensmiddelenindustrie. Hij werkt op een of meer locaties zowel individueel als in teamverband. Rol en verantwoordelijkheden De Medewerker foodreiniging werkt als uitvoerend medewerker of als meewerkend voorman. Hij reinigt productieruimten en installaties, en eventueel desinfecteert hij deze ruimten ook. Het reinigingsproces kan per opdrachtgever verschillen. Hierbij heeft hij kennis en maakt hij gebruik van de bij het betreffende reinigingsproces gebruikelijke schoonmaakmiddelen en gereedschappen. Hij werkt op basis van een werkprogramma. Hij kan tijdens het werk contact hebben met de opdrachtgever en anderen, en weet hoe hij moet reageren op vragen of opmerkingen van de betreffende persoon. De medewerker foodreiniging heeft een uitvoerende en mogelijk beperkt leidinggevende rol. In opdracht van en in overleg met zijn leidinggevende voert de medewerker foodreiniging op basis van het werkprogramma zelfstandig, maar onder direct toezicht van de (meewerkend) voorman, zijn takenpakket uit volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Als (meewerkend) voorman stuurt hij daarnaast operationele werkzaamheden aan van een team tot 15 medewerkers. Voor de (meewerkend) voorman is de direct leidinggevende telefonisch beschikbaar voor overleg. De medewerker foodreiniging komt met enige regelmaat in contact met andere personen in de te reinigen omgeving: de opdrachtgever en de gebruikers van de ruimten. De (meewerkend) voorman is verantwoordelijk voor de communicatie met de opdrachtgever en gebruikers. Dit is met name bij volcontinu bedrijven van belang. De medewerker foodreiniging bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. 3

Complexiteit Typerende beroepshouding De medewerker foodreiniging past met name routinematige, maar soms ook specifieke procedures toe op een of meer locaties. Dit vraagt om werkinzicht, inlevingsvermogen, organisatievermogen, flexibiliteit, duidelijkheid en sociale vaardigheden. Omdat hij te maken krijgt met afwijkingen van de gangbare procedures moet hij oplossingsgericht te werk kunnen gaan. Hij is in staat om adequaat te functioneren onder tijdsdruk en lastige omstandigheden. Het beroep wordt gekenmerkt door werkzaamheden die voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard zijn. Bij de (meewerkend) voorman is sprake van controlerende en aansturende taken die van complexere aard zijn. De (meewerkend) voorman kan bij het betreden van een object te maken krijgen met aan- en afmeldprocedures. Daarnaast is de (meewerkend) voorman in veel gevallen belast met de taken die betrekking hebben op (de)montage en uitschakelen en opstarten van machines. De medewerker foodreiniging beheerst vaktechnische vaardigheden en combineert daarmee de volgende houdingsaspecten: Zelfstandig: alleen kunnen werken, op eigen kracht handelen. Gericht op het opvolgen van instructies: uitvoeren van het werkprogramma, protocollen en aanwijzingen van de leidinggevende op correcte wijze willen uitvoeren. Oplossingsgericht: doelgericht en resultaatgericht werken, bewust van randvoorwaarden. Flexibel: inspelen op veranderende werkomstandigheden (bijv. kunnen omgaan met andere prioriteitsstelling). Sociaalcommunicatief: in staat om adequaat met klanten/gebruikers om te gaan, met anderen in een team samen te werken, te luisteren, om te gaan met (positieve en negatieve) feedback. Besluitvaardig: durf om beslissingen te nemen. Klantgericht, dienstverlenend: gericht zijn op en goed kunnen omgaan met wensen en eisen van de klant/gebruiker. Accuraat: zorgvuldig werken (bijv. met aandacht voor de kwetsbaarheid van bepaalde onderdelen in apparatuur). Alert: opmerkzaam (bijv. op kapotte apparatuur). Ethisch: in het handelen bewust zijn van algemene waarden en normen en hierop eigen gedrag aanpassen (bijv. doen wat afgesproken is, niet de kantjes ervan af lopen ). Verantwoordelijkheidsgevoel: zich bewust van de problemen die voor de opdrachtgever ontstaan als het productieproces (te lang) wordt verstoord, en zich hiervoor verantwoordelijk voelen. Bewust van werkomstandigheden: in hoge mate veiligheids-, kwaliteits-, Arboen milieubewust. Bewust van het gezondheidsrisico van onvoldoende schoongemaakte productieruimten en -apparatuur. Bewust van de gevaren van het werken met de productieapparatuur in de voedselverwerkende industrie (grote, scherpe messen, elektriciteit). 4

Trends en innovaties Marktontwikkelingen - De toenemende vergrijzing zorgt voor een toenemende vervangingsvraag op de middellange termijn. In de foodreiniging zal dit aanzienlijke gevolgen hebben, omdat de huidige groep werknemers ouder is dan gemiddeld in de schoonmaakbranche. Omdat de werkzaamheden vaak s nachts en/of onder moeilijke omstandigheden plaatsvinden kunnen deze niet door oudere werknemers worden uitgevoerd. - De conjunctuur werkt vertraagd door in de schoonmaakbranche. Nu de economie aantrekt betekent dit ook meer opdrachten in de schoonmaakbranche. In concurrerende branches neemt de vraag naar personeel toe, waarbij de kans bestaat dat de schoonmaakbranche vanwege het negatieve imago het onderspit delft. - In de branche is sprake van een relatief grote instroom van allochtone werknemers. Dit betekent dat in bedrijven rekening moet worden gehouden met de aanwezige verschillende culturen. - Veel schoonmaakwerkzaamheden worden uitbesteed, wat meer werk genereert. Tegelijk worden schoonmaakbedrijven door opdrachtgevers vaak gezien als onderling inwisselbaar (zie artikel Service Management maart 2007). Dit betekent ten eerste dat concurrentie tussen schoonmaakbedrijven met name op de prijs plaatsvindt. Hierbij worden ook steeds vaker zogenaamde makelaars schoonmaakdienstverlening ingeschakeld. Ten tweede worden de contracttermijnen steeds korter. - De bovengenoemde prijsconcurrentie heeft schaalvergroting (door overnames en fusies) tot gevolg gehad. De verwachting is dat de schaalvergroting in de schoonmaak- en glazenwassersbranche de komende jaren voortgezet zal worden. - Opdrachtgevers stellen steeds hogere kwaliteitseisen, met name wat betreft de kwaliteit van het schoonmaakbedrijf (bijvoorbeeld ISOcertificering en een goede klachtenprocedure), maar ook wat betreft de medewerkers, bijvoorbeeld: o goede beheersing van de Nederlandse taal o afgeronde opleiding o betrouwbare achtergrond o representatieve uitstraling - Budgetten van levensmiddelenfabrikanten staan onder druk, onder meer door de langdurige supermarktoorlog (sinds 2003). Men probeert de uitgaven zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld door de hele facilitaire dienst uit te besteden, of door productielijnen te verplaatsen naar lagelonenlanden. Dit heeft mogelijk gevolg voor de werkgelegenheid voor schoonmaakpersoneel in de (Nederlandse) voedselverwerkende industrie. 5

Wetgeving / overheidsregulering Technologische ontwikkelingen Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Internationale ontwikkelingen Loopbaanmogelijkheden - HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Point System): een methode die bedrijven die werken met voedingsmiddelen moeten gebruiken om de veiligheid van levensmiddelen te waarborgen (n.a.v. Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen, art. 30). Deze methode is ook van belang bij de reiniging van productieruimten en apparatuur. - BRC-certificering: het British Retail Consortium heeft in 1998 richtlijnen opgesteld waaraan een levensmiddelenproducent moet voldoen om aan de grote Engelse supermarkten te mogen leveren. Het BRC-systeem, dat breder is dan de HACCP-normen, is in latere jaren ook als standaard erkend door de Europese Retail Organisatie (CIES), waardoor het ook voor Nederlandse bedrijven van belang is geworden. Het Centraal Bureau Levensmiddelen heeft voor de Nederlandse markt de CBL-BRC normen vastgesteld. Omdat het BRC-systeem ten opzichte van HACCP meer aandacht besteed aan hygiënisch werken, is het voor schoonmaakbedrijven interessant aan te kunnen tonen te werken volgens het BRC-systeem. - Sinds september 2005 bestaat naast deze systemen ook de NEN-EN-ISO 22000 norm. In deze ISO-norm worden de eisen aan een managementsysteem voor voedselveiligheid, gericht op alle schakels in de voedselketen, omschreven. Het is een combinatie van de standaard voor kwaliteitsmanagement ISO-9001, HACCP en aanvullende basishygiënevoorwaarden. - Door gebruik van vernieuwde schoonmaakmachines (bijv. met automatische spoel- en reinigingsprogramma s) wordt de schoonmaaktijd verkort. Omdat de kwaliteit soms nog te wensen overlaat, blijven controle en bijsturing echter nodig. - Onder druk van de milieuwetgeving, maar ook ten behoeve van de gebruikers, wordt steeds vaker gebruik gemaakt van minder milieubelastende schoonmaakmiddelen en methoden. - Er is bij de producenten doorlopend aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van materiaal, bijv. door de grepen van spuitpistolen en trekkers ergonomisch vorm te geven. - Payrolling: een payrollbedrijf neemt de werknemers over van een (schoonmaak)bedrijf, waardoor alle administratieve werkzaamheden, (juridische) plichten en financiële risico s overgaan naar het payrollbedrijf (Bron: Service Management, vol. 26, nr. 10, 2006, blz 18-19.). Door de ondernemersorganisatie OSB wordt dit beschouwd als een negatieve ontwikkeling, omdat werkgevers én werknemers in deze constructie geen rechten kunnen ontlenen aan de CAO Schoonmaak. - BRC-certificering (zie wetgeving) - Fabrikanten kiezen er voor om productielijnen te verplaatsen naar of op te starten in lagelonenlanden zoals Polen en Rusland. Een uitvoerend medewerker kan meer verantwoordelijkheden krijgen, bijvoorbeeld door meewerkend voorman of te worden. Eventueel kan via het lager kader doorstroom plaatsvinden naar het middenkader (objectleider of rayonleider). 6

Kerntaken van de Medewerker foodreiniging 1. Voert natte reiniging uit. 2. Voert droge reiniging uit. 3. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kerntaak 1: Voert natte reiniging uit. Proces: - Input: De medewerker foodreiniging ontvangt van zijn operationeel leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van de reiniging van productieruimten en apparatuur waar met behulp van natte reinigingsmethoden kan/moet worden schoongemaakt. De uitvoering vindt plaats aan de hand van het werkprogramma voor de betreffende ruimten. Met behulp van de gegevens in het werkprogramma verzamelt hij het relevante materiaal en materieel. Het werkprogramma kan per opdrachtgever verschillen. - Verwerking: De werkzaamheden betreffen: Grof vuil verwijderen Demontage/afdekken machines Voorspoelen, inschuimen, handmatig reinigen, afspoelen Controleren Monteren machines Desinfecteren, (eventueel) afspoelen Controleren - Output: De medewerker foodreiniging is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De productieruimten en apparatuur zijn grondig gereinigd en gedesinfecteerd. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De medewerker foodreiniging voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van het werkprogramma, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. De medewerker foodreiniging is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. 7

Complexiteit: De medewerker foodreiniging staat voor de opgave het werk conform het werkprogramma uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. Tijdens het werk kan blijken dat de werkzaamheden of de werkvolgorde moeten worden aangepast. De medewerker foodreiniging moet hierin op eigen initiatief of in overleg met de leidinggevende voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met gebruikers moet de medewerker foodreiniging hier rekening mee houden. In de voedselverwerkende industrie kunnen voor verschillende ruimten andere hygiënecodes gelden. In dit geval dient de medewerker foodreiniging zich te houden aan de daar geldende protocollen. Verzwarende factoren die complicerend kunnen werken voor de medewerker foodreiniging: de te werken uren (vaak s nachts), de te leveren krachtsinspanning, een eenzijdige spierbelasting, het werken op productieafdelingen waar hinder ondervonden wordt van afwijkende temperaturen, specifieke geuren, lawaai van machines, vuil, werken in een natte omgeving, en de kans op letsel als gevolg van uitglijden op vloeren, vallen vanaf klimmaterialen en door beknelling van vingers en ledematen bij het verplaatsen of demonteren van machinedelen. Daarnaast bestaat er kans op contact met desinfecterende stoffen, zuren en basen. Betrokkenen: De medewerker foodreiniging heeft bij het uitvoeren van de natte reiniging te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever en gebruikers. Hulpmiddelen: Werkkast, materiaalwagen, gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel. Desinfectiemiddelen. Soms klimmaterialen. Werkprogramma. Controleformulieren. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De medewerker foodreiniging moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met (klim)materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de medewerker foodreiniging afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Werkprogramma versus hulp bieden aan de klant: De medewerker foodreiniging moet in voorkomende gevallen kunnen afwegen wanneer hij buiten het werkprogramma om de klant helpt of ingaat op een wens van de klant die niet is opgenomen in het werkprogramma. Werkprogramma versus flexibiliteit: De medewerker foodreiniging moet in voorkomende gevallen kunnen bepalen op welke wijze hij zijn werkvolgorde aanpast, bijvoorbeeld als het productieproces niet gestopt kan worden, en de betreffende apparatuur op dat moment dus niet schoongemaakt kan worden. Tijd versus kwaliteit: De medewerker foodreiniging moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Signaleren versus zelf uitvoeren: De medewerker foodreiniging moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Indien hij een taak niet zelf kan uitvoeren meldt hij dit aan de leidinggevende. 8

Kerntaak 2: Voert droge reiniging uit. Proces: - Input: De medewerker foodreiniging ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van de reiniging van productieruimten en apparatuur waar met behulp van droge reinigingsmethoden kan/moet worden schoongemaakt. De uitvoering vindt plaats aan de hand van het werkprogramma voor de betreffende ruimten. Met behulp van de gegevens in het werkprogramma verzamelt hij het relevante materiaal en materieel. Het werkprogramma kan per opdrachtgever verschillen. - Verwerking: De werkzaamheden betreffen: Vuil verwijderen met perslucht of de waterzuiger Controleren - Output: De medewerker foodreiniging is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De productieruimten en apparatuur zijn grondig gereinigd. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De medewerker foodreiniging voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van het werkprogramma, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. De medewerker foodreiniging is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De medewerker foodreiniging staat voor de opgave het werk conform het werkprogramma uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van niet complexe aard. Tijdens het werk kan blijken dat de werkzaamheden of de werkvolgorde moeten worden aangepast. De medewerker foodreiniging moet hierin op eigen initiatief of in overleg met de leidinggevende voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met gebruikers moet de medewerker foodreiniging hier rekening mee houden. In de voedselverwerkende industrie kunnen voor verschillende ruimten andere hygiënecodes gelden. In dit geval dient de medewerker foodreiniging zich te houden aan de daar geldende protocollen. Verzwarende factoren die complicerend kunnen werken voor de medewerker foodreiniging: de te werken uren (vaak s nachts), de te leveren krachtsinspanning, een eenzijdige spierbelasting, het werken op productieafdelingen waar hinder ondervonden wordt van afwijkende temperaturen, specifieke geuren, lawaai van machines, vuil en de kans op letsel als gevolg van uitglijden op vloeren, vallen vanaf klimmaterialen en door beknelling van vingers en ledematen bij het verplaatsen van machinedelen. Daarnaast bestaat er kans op contact met zuren en basen. Betrokkenen: De medewerker foodreiniging heeft bij het uitvoeren van de natte reiniging te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever en gebruikers. Hulpmiddelen: Werkkast, gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel. Werkprogramma. Controleformulieren. Persoonlijke beschermingsmiddelen. 9

Kwaliteit proces en resultaat: De medewerker foodreiniging moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, hygiëne-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met (klim)materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de medewerker foodreiniging afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Werkprogramma versus hulp bieden aan de klant: De medewerker foodreiniging moet in voorkomende gevallen kunnen afwegen wanneer hij buiten het werkprogramma om de klant helpt of ingaat op een wens van de klant die niet is opgenomen in het werkprogramma. Werkprogramma versus flexibiliteit: De medewerker foodreiniging moet in voorkomende gevallen kunnen bepalen op welke wijze hij zijn werkvolgorde aanpast, bijvoorbeeld het productieproces niet gestopt kan worden, en de betreffende apparatuur op dat moment dus niet schoongemaakt kan worden. Tijd versus kwaliteit: De medewerker foodreiniging moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Signaleren versus zelf uitvoeren: De medewerker foodreiniging moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Indien hij een taak niet zelf kan uitvoeren meldt hij dit aan de leidinggevende. Kerntaak 3: Voert operationeel leidinggevende taken uit Proces: - Input: De (meewerkend) voorman krijgt van zijn leidinggevende de opdracht conform het afgesproken werkprogramma de operationele leiding en uitvoering te geven aan het schoonmaakwerk in een productieruimte. - Verwerking: Hij stuurt de operationele werkzaamheden aan: Hij wijst taken toe aan medewerkers, stuurt hen op de werkplek aan en bewaakt tijdens de uitvoering aan de hand van kwaliteitsinspecties en controles de kwaliteit en voortgang van de uitvoering en rapporteert over de voortgang. Hij werkt nieuwe medewerkers in op algemene bedrijfsrichtlijnen en te hanteren werkmethoden. Hij besteedt hierbij aandacht aan de hygiënerichtlijnen die in een productieruimte van belang zijn. Hij motiveert en stimuleert medewerkers, schenkt aandacht aan het veiligheids- en kwaliteitsbewustzijn en de juiste (werk)houding van zijn medewerkers. Hij signaleert problemen in het functioneren van een medewerker en bespreekt dit met zijn leidinggevende. Hij draagt zorg voor de voorraad en zorgt voor een deugdelijke opslag en beheer van materialen. Hij signaleert wenselijke aanpassingen in het werkprogramma en bespreekt deze met zijn leidinggevende. Hij communiceert over het werkprogramma met de opdrachtgever, met name via het logboek. Hij voert urenregistraties. Hij ziet toe op de naleving van de gestelde regels t.a.v. beveiliging en eventuele aan- en afmeldprocedures. - Output: De werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen de gestelde tijd en conform de afgesproken kwaliteit. De opdrachtgever is tevreden. 10

Rol / verantwoordelijkheden: De (meewerkend) voorman voert zelfstandig zijn takenpakket uit volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig bedenkt hij passende alternatieven en stelt hij prioriteiten. Hij heeft op de werkplek coördinerende taken, stuurt medewerkers aan en heeft een positief en stimulerende invloed op hen. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe, kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker en is gedreven om goed werk te leveren. De (meewerkend) voorman is verantwoordelijk voor het werk dat hij met zijn team aflevert. Hij controleert hij de uitvoering van de werkzaamheden door zijn team. Hij is verantwoordelijk voor het opvolgen van de gestelde regels t.a.v. beveiliging en eventuele aan- en afmeldprocedures door zijn team. Daarnaast overlegt hij met de opdrachtgever over (kleine) wijzigingen in het werkprogramma. Complexiteit: De (meewerkend) voorman staat voor de opgave om conform het werkprogramma leiding en meewerkend uitvoering te geven aan het werk in een object. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. Betrokkenen: De (meewerkend) voorman overlegt met en ontvangt instructies van zijn leidinggevende. Hij stuurt medewerkers aan. Daarnaast heeft hij te maken met de opdrachtgever en gebruikers. Hulpmiddelen: Werkprogramma. Logboek. Controleformulieren. Urenstaten. Voorraadlijsten. (Vakantie)planningen. Werkinstructies. (Controle)formulieren in het kader van kwaliteitssystemen: ISO, HACCP, BRC. Soms formulieren ten behoeve van de introductie van nieuwe medewerkers. Kwaliteit proces en resultaat: De medewerker foodreiniging moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. De (meewerkend) voorman bestelt bijtijds het materiaal en materieel. Hij stuurt medewerkers aan op de werkplek en bewaakt tijdens de uitvoering aan de hand van kwaliteitsinspecties en -controles de kwaliteit van de uitvoering en rapporteert over de voortgang. Hij is zich bewust van kwaliteit en kosten en weet bedrijfsbelangen te behartigen. De (meewerkend) voorman moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Hij stuurt ook hierin de medewerkers aan. 11

Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de (meewerkend) voorman afwegen wanneer de leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer hij de bevoegdheid heeft het probleem zelfstandig op te lossen. Werkprogramma versus hulp bieden aan de klant: De (meewerkend) voorman moet in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een vraag van een van de medewerkers, afwegen wanneer buiten het werkprogramma om de klant geholpen wordt of ingegaan wordt op een wens van de klant die niet is opgenomen in het werkprogramma. Werkprogramma versus flexibiliteit: De (meewerkend) voorman moet in voorkomende gevallen bepalen of en op welke wijze de medewerkers de werkvolgorde kunnen aanpassen. Tijd versus kwaliteit: De (meewerkend) voorman moet ervoor zorgen dat het team de gevraagde kwaliteit in de daarvoor beschikbare tijd levert. Delegeren versus zelf uitvoeren: De (meewerkend) voorman moet bepalen welke taken door zijn team kunnen worden uitgevoerd en welke taken moeten worden overgelaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Delegeren versus zelf meewerken: De (meewerkend) voorman moet bepalen wat het team uitvoert en wat hij zelf uitvoert. 12

Kernopgaven van de Medewerker foodreiniging Kernopgave 1 Zelf beslissen versus overleggen Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de medewerker foodreiniging dan wel de (meewerkend) voorman afwegen wanneer de leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer hij de bevoegdheid heeft het probleem zelfstandig op te lossen. Kernopgave 2 Tijd versus kwaliteit De medewerker foodreiniging staat (als operationeel leidinggevende) voor de opgave het werk conform het werkprogramma uit te voeren, het werk goed te organiseren, te coördineren en te verdelen. Hij wordt daarbij geconfronteerd met een aantal complicerende factoren: ziekmeldingen van collega s, taken voortkomend uit onverwachte situaties, gewijzigde planning, onvoldoende voorraad, onvoldoende geschikt personeel, onverwachte vervuiling. Kernopgave 3 Werkprogramma versus klantbelang De medewerker foodreiniging staat voor de opgave een juiste afweging te maken tussen het ter wille zijn van een klant/gebruiker en de juiste uitvoering van het werkprogramma, zoals (door zijn leidinggevende) afgesproken met de opdrachtgever. Hierbij dient hij onderscheid te maken tussen incidentele en structurele wijzigingen op het werkprogramma. Kernopgave 4 Werkprogramma versus flexibiliteit De medewerker foodreiniging staat voor de opgave om het werk conform het werkprogramma uit te voeren. Hij wordt daarbij met een aantal complicerende factoren geconfronteerd: wensen van de klant/gebruiker en de staat waarin de schoon te maken ruimte zich bevindt (bijv. sterke vervuiling door onvoldoende dagelijks onderhoud). Daarnaast staat hij voor de opgave flexibel om te gaan met ad hoc veranderingen in het werkprogramma, bijvoorbeeld omdat het productieproces niet gestopt kan worden. Hij staat voor de taak om onder tijdsdruk en wisselende omstandigheden/in wisselende omgevingen kwaliteit te leveren (bijv. bij periodieke werkzaamheden en vervanging bij vakanties). Hierbij is van belang dat hij bij verschillende opdrachtgevers verschillende werkmethoden kan toepassen. 13

Beroepscompetenties van de Medewerker foodreiniging Beroepscompetentie 1: Werkzaamheden plannen (VM) De medewerker foodreiniging is in staat om op adequate wijze op basis van het werkprogramma zijn werkzaamheden te kunnen plannen, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - werkprogramma lezen/interpreteren - rekening houden met (nog aanwezige) gebruikers bij het bepalen van de werkvolgorde - signaleren van noodzakelijke wijzigingen in de werkvolgorde, en deze melden aan de leidinggevende. resultaat De werkzaamheden zijn dusdanig gepland dat binnen de gestelde tijd het gewenste resultaat geleverd kan worden. Beroepscompetentie 2: Werkzaamheden voorbereiden (VM) De medewerker foodreiniging is in staat om op adequate wijze op basis van het werkprogramma zijn werkzaamheden te kunnen voorbereiden, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - verzamelt het benodigde materiaal en materieel - signaleert als de voorraad aangevuld moet worden - richt de werkplek in (bijv. afzetten van de werkplek, (laten) uitzetten van machines) resultaat De werkplek is dusdanig ingericht dat de werkzaamheden veilig, goed en efficiënt uitgevoerd kunnen worden met de juiste materialen en gereedschappen. 14

Beroepscompetentie 3: Uitvoeren van foodreiniging (VM) De medewerker foodreiniging is in staat om in een omgeving waar voedsel verwerkt wordt op adequate wijze op basis van het werkprogramma zijn werkzaamheden te kunnen uitvoeren, rekening houdend met aanvullende eisen, zodat een hygiënische omgeving wordt gewaarborgd. Succescriteria: proces - bepaalt op basis van werkprogramma en eigen planning van taken de volgorde van werken. - voert de opdracht zelfstandig en binnen de gestelde tijd uit - kiest/gebruikt het juiste materiaal en materieel - draagt zorg voor schoon materiaal en materieel en (indien van toepassing) een schone werkkast - draagt zorg voor schone kleren, goed schoeisel en eigen hygiëne - houdt rekening met geldende (hygiëne)protocollen - houdt rekening met veiligheids-, hygiëne-, Arbo- en milieuvoorschriften - controleert zijn eigen werkzaamheden - communiceert op heldere wijze - gaat adequaat met feedback om resultaat - de opdracht is op basis van het werkprogramma zelfstandig en binnen de gestelde tijd correct uitgevoerd - het schoonmaakwerk is uitgevoerd conform de gevraagde kwaliteit - de opdrachtgever is tevreden - er wordt veilig gewerkt, rekening houdend met gezondheidsrisico s Beroepscompetentie 4: Operationeel leidinggeven (BOS) De (meewerkend) voorman is in staat om op adequate wijze leiding te geven aan de dagelijkse werkzaamheden van zijn team ten behoeve van een efficiënte en verantwoorde uitvoering van het werkprogramma. Succescriteria: proces resultaat - geeft heldere instructies - motiveert en stimuleert medewerkers - controleert de werklast van medewerkers en verdeelt de taken - controleert en bewaakt de voortgang en de kwaliteit - adviseert en ondersteunt medewerkers bij de veilige uitvoering van de werkzaamheden en de juiste (werk)houding - draagt zorg voor de interne communicatie - communiceert op heldere wijze - gaat adequaat met feedback om - voert enige administratieve taken uit - begeleidt nieuwe/onervaren medewerkers - medewerkers weten wat en waarom zij iets moeten uitvoeren en hebben een evenwichtige taakbelasting - er wordt veilig met een goede beroepshouding gewerkt Toelichting: VM = vakmatig-methodische dimensie BOS = bestuurlijk-organisatorische en strategische dimensie SC = sociaal-communicatieve dimensie ON = ontwikkelingsdimensie 15

OVERZICHT COMPETENTIES COMPETENTIES KERNTAAK KERNOPGAVE Vakmatig - methodisch (VM) 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 1 Werkzaamheden plannen X X X X X 2 Werkzaamheden voorbereiden X X X X 3 Uitvoeren van foodreiniging X X X X X X Bestuurlijk - organisatorisch en strategische (BOS) 10 Operationeel leidinggeven X X X X X Sociaal - communicatieve (SC) *) Ontwikkeling (ON) *) *) N.B. De sociaalcommunicatieve (zoals helder communiceren) en ontwikkelingsdimensies zijn niet apart geformuleerd, maar geïntegreerd in de overige typen beroepscompetenties. Kerntaken van de Medewerker foodreiniging 1. Voert natte reiniging uit. 2. Voert droge reiniging uit. 3. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kernopgaven van de Medewerker foodreiniging 1. Zelf beslissen versus overleggen 2. Tijd versus kwaliteit 3. Werkprogramma versus klantbelang 4. Werkprogramma versus flexibiliteit 16