Toezicht en handhaving binnenvaart: Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer

Vergelijkbare documenten
Toezicht en handhaving binnenvaart: Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer

Analyse bestuurlijke boetes

Arbeids- en rusttijd in de binnenvaart

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer)

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Specifieke regels in de binnenvaart, zeescheepvaart en zeevisserij

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Procesbeschrijving beboeten bij overtreding Wet inburgering

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp)

Nieuwe tekst Arbowet na invoering wetswijziging per 1 juli 2017

30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging

Bevoegdheid burgemeester/college

INTERVENTIEBELEID ALCOHOL, DRANK- EN HORECAWET

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Vaststelling nieuwe Beleidsregels boeteoplegging Arbeidstijdenwet

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregel bestuurlijke boete BRP Korendijk

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

nota Handhavingsbeleid ATB-v

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 18a van de Participatiewet, artikel 20a van de IOAW en artikel 20a van de IOAZ;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op dinsdag 8 april 2014, omstreeks uur waren wij op een locatie, gelegen aan de Balkengracht 3 te Assen.

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

Factsheet Toezicht kermisattracties

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

code IB02-SPEC46 versie 06 Inwerkingtreding: 01 september 2017 pag. 1 van 6

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bestuurlijke boete. als bijzonder punitief instrument

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

Algemene toelichting verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen

Een boete van de Arbeidsinspectie, hoe gaat dit in zijn werk?

Aanwijzing rusttijden, vaartijden, bemanningssterkte en stilleggen van schepen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluiten: Behoudens advies van de commissie 1. Het Ontwerp-watersanctiebesluit 2015 voor de inspraak vast te stellen.

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID;

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

Dit reglement neemt de definities en terminologie van de Algemene Voorwaarden van de Erkenningsregeling HOSOWO-instanties (AV HOSOWO-instanties) over.

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen en titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Watersanctiebesluit Besluiten:

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Boetebeleidsregels Wet Kinderopvang (WKo) Handhaving in het algemeen

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Inleidster. Kantoorintroductie. Ellen Timmer, 30 november Ellen Timmer advocaat bij Pellicaan Advocaten

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

Voorwoord 11. Afkortingen 13

Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.

CVDR. Nr. CVDR412641_1. Beleid bijtincidenten honden H1. Juridisch kader. 31 juli Officiële uitgave van Deurne.

Bijlage 1. Procedure inspecties toezichthouder

Transcriptie:

Toezicht en handhaving binnenvaart: Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer Datum juni 2018

Toezicht en handhaving binnenvaart Colofon ILT Scheepvaart Postbus 16191 2500 BD Den Haag Tel. 088 489 00 00 Juni 2018 Pagina 2 van 23

Toezicht en handhaving binnenvaart. 1 Inhoud 2 Inleiding... 4 3 Algemeen... 5 3.1 Bevoegde instanties voor het toezicht... 5 Binnenvaartwet... 5 Arbeidstijdenbesluit vervoer... 5 3.2 Bevoegdheden en plichten van de toezichthouders... 5 Algemene wet bestuursrecht bevoegdheden voor toezicht... 5 Plichten van de toezichthouder... 6 Rechtsbeginselen voor de toezichthouder... 6 Plichten van de buitengewoon opsporingsambtenaar... 7 3.3 De uitvoering van het toezicht, objectinspectie, hercontrole en bedrijfsinspectie... 7 Objectinspectie... 7 Hercontrole... 8 Bedrijfsinspectie... 8 3.4 Interventies Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer... 10 Waarschuwing... 11 Bestuursdwang en last onder dwangsom... 11 Onderbreken gebruik schip o.g.v. artikel 17 Bvw... 12 Bevel staken Arbeid... 12 Boeterapport... 12 4 Binnenvaartwet... 14 4.1 Documenten... 14 Interveniëren bij niet naleving voorschriften over de documenten... 14 4.2 Techniek... 15 interveniëren bij overtredingen van technische voorschriften... 16 4.3 Bemanning... 17 Interveniëren bij onderbemanning en onderkwalificatie... 18 4.4 Overig... 19 Overige voorschriften... 19 betekenis vrijstelling en ontheffing... 19 5 Rust- en arbeidstijden... 20 5.1 Grondslagen voor arbeids- en rusttijden... 20 5.2 Het toezicht op de Rust- en arbeidstijden... 20 5.3 Controle rusttijden... 21 Periode van controle en startpunt van controle... 21 Werknemer geen arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling... 22 Handhavingsbeleid... 23 5.4 Bevoegde toezichthouders... 23 Pagina 3 van 23

Toezicht en handhaving binnenvaart 2 Inleiding Deze instructie bevat aanwijzingen voor de toezichthouders van de Binnenvaartwet (Bvw) en voor de toezichthouders van de Arbeidstijdenwet (Aw) met betrekking tot het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atbv) hoofdstuk 5 binnenvaart. De instructie is tevens bedoeld om de onder toezicht staande te informeren over de werkwijze bij het toezicht en de handhaving van de wettelijke voorschriften. De instructie is als volgt opgebouwd: - Algemeen - Toezicht, handhaving en interventie van de Bvw - Toezicht, handhaving en interventie van het Atbv, binnenvaart Deze instructie vervangt: 1. Werkafspraken binnenvaart 5.0 2. Werkinstructie rusttijden in de binnenvaart: : hoofdstuk 5 Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) en het Reglement betreffende scheepvaartpersoneel op de Rijn 3. Stroomschema s rusttijden 4. Instructie Bestuurlijke Boete in de Binnenvaartwet 5. Werkinstructie artikel 17 en artikel 44 Bvw 6. Werkinstructie bedrijfsinspecties De genoemde documenten komen te vervallen. Pagina 4 van 23

Toezicht en handhaving binnenvaart 3 Algemeen 3.1 Bevoegde instanties voor het toezicht Binnenvaartwet De volgende diensten zijn bevoegd om toezicht te houden op de Bvw 1 : - De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) - De Politie - De Divisie Havenmeester van Havenbedrijf Amsterdam N.V. - Rijkswaterstaat (RWS) - De Divisie Havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V. - De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (niet actief) - De provincies Friesland, Groningen en Overijssel - Waternet (gemeente Amsterdam) - Gemeente Aalsmeer (niet actief) - Waterschap Rivierenland Arbeidstijdenbesluit vervoer De volgende diensten zijn bevoegd om toezicht te houden op het Atbv 2 - Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) - De Politie - Rijkswaterstaat 3.2 Bevoegdheden en plichten van de toezichthouders Algemene wet bestuursrecht bevoegdheden voor toezicht Voor de bestuurlijke handhaving beschikt de toezichthouder over de bevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 5. Van de bevoegdheden kan slechts gebruik worden gemaakt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig is 3. Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent de volgende bevoegdheden toe: Elke plaats te betreden met medeneming van de benodigde apparatuur met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. De toezichthouder kan zich hierbij doen vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen. Zo nodig is de toezichthouder bevoegd zich toegang met behulp van de sterke arm te verschaffen. 4 Inlichtingen te vorderen en inzage te vorderen van een identiteitsbewijs. 5 Inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en van deze gegevens en bescheiden kopieën te maken. 6 Schepen te onderzoeken met betrekking waartoe de toezichthouder een toezichthoudende taak heeft. 7 Van de schipper van het vaartuig te vorderen dat deze het schip aanlegt op door de toezichthouder aangegeven plaats. 8 Wanneer medewerking wordt geweigerd na vordering kan de toezichthouder op grond van artikel 184 1 e lid WvSr aangifte doen voor passieve 1 Artikel 40 Bvw juncto artikel 10.1 tot en met 10.4 Bvr 2 Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving (artikelen 1.1, 2.1, 3.7 en 4.3) 3 5:13 Awb 4 5:15 Awb 5 5:16, 5:16a Awb 6 5:17 Awb 7 5:19 Awb 8 5:19 Awb Pagina 5 van 23

wederspannigheid. Indien de toezichthouder BOA is kan deze zelf een proces verbaal hiervoor opmaken. De Bvw geeft nog enkele specifieke uitzonderingen op deze bevoegdheden. Op grond van artikel 41 Bvw beschikt de toezichthouder niet over de bevoegdheid van artikel 5:18 Awb (monsterneming). In artikel 41 Bvw wordt aan de toezichthouder de bevoegdheid toegekend om afgifte te vorderen van bij of krachtens de Bvw vereiste documenten die ongeldig zijn verklaard of zijn ingetrokken. Plichten van de toezichthouder Naast de bevoegdheden die de toezichthouder heeft bij het uitvoeren van het toezicht, dient de toezichthouder zich ook aan de plichten die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht te houden. Daarnaast gelden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het motiveringsbeginsel. Cautie en horen Vanaf het moment dat het duidelijk is dat er een overtreding is waarvoor een boeterapport of proces-verbaal kan worden opgemaakt, is de overtreder niet verplicht met betrekking tot die overtreding enige eigen verklaring af te leggen. De toezichthouder dient de persoon te wijzen op zijn zwijgrecht (cautie). In het boeterapport moet worden vermeld wanneer de cautie is medegedeeld. De ondertoezichtgestelde moet te allen tijde feitelijke informatie verstrekken. Dit kan afwijken van de eigen verklaring. De toezichthouder kan dus wel over andere zaken waarvoor het nog niet duidelijk is of er een boeterapport wordt opgemaakt informatie vragen. De ondervraagde heeft dan een medewerkingsplicht. 9 Wanneer de overtreder niet of onvoldoende de Nederlandse taal beheerst kan er in een voor hem begrijpelijke taal gehoord worden. Indien dit niet mogelijk is kan de tolkentelefoon ingeschakeld worden. Als de normadressaat niet aan boord is, bijvoorbeeld de werkgever, hoeft deze niet gehoord te worden. Na de aankondiging van het boetevoornemen kan deze normadressaat zijn zienswijze geven. Het kan echter wel handig zijn om bijvoorbeeld telefonisch een verklaring te vragen aan de overtreder omdat het als bewijs meegenomen mag worden (mits de cautie is medegedeeld). Rechtsbeginselen voor de toezichthouder Als toezichthouder kan je uitsluitend optreden op basis van een wettelijke bevoegdheid. Wees daarbij duidelijk over de wet en regelgeving die jij controleert. Wanneer je iets niet zeker weet, geef dat dan duidelijk aan en koppel je uiteindelijke standpunt terug. Gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden. Dit is het gelijkheidsbeginsel. Overleg daarom regelmatig met collega s over hoe je met verschillende situaties omgaat. Wanneer je besluit tot het aanzeggen van een boeterapport of een andere maatregel moet dit op een deugdelijke en draagkrachtige motivering steunen. Tot slot moet je maatregel, dus ook het aanzeggen van het boeterapport, proportioneel zijn. Dit houdt in dat een toegepaste maatregel of sanctie altijd in verhouding moet staan tot de overtreding. Dit wordt ook wel het evenredigheidsbeginsel genoemd. Als toezichthouder moet je daarom voortdurend blijven afvragen of en in hoeverre de sanctiemaat bijdraagt aan het beoogde doel. 9 5:20 Awb Pagina 6 van 23

Plichten van de buitengewoon opsporingsambtenaar In grote lijnen zijn de bevoegdheden en plichten van de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en de toezichthouder vergelijkbaar. De grondslagen voor de bevoegdheden en plichten van de BOA zijn te vinden in het Wetboek van strafvordering en indien van toepassing in de Wet economische delicten (Wed). Omdat de Bvw primair bestuursrechtelijk en slechts bij uitzondering strafrechtelijk wordt gehandhaafd en het Atbv uitsluitend bestuurlijk, wordt hier alleen ingegaan op het horen omdat dit afwijkend is ten opzichte van het bestuursrecht. Vanaf 1 januari 2014 geldt dat de bijstand van een gekwalificeerde (telefonische) tolk moet worden ingeroepen door de opsporingsambtenaar, als de verdachte de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst. Daardoor is de verdachte ook in staat om het verslag van zijn verklaring te controleren met behulp van een onafhankelijke partij. De kosten komen ten laste van de Staat (Wetboek van strafvordering (WvSv), artikel 6 EVRM). Per dienst gelden hiervoor eigen (specifieke) afspraken. Voor aanvang van het verhoor moet de cautie moeten meegedeeld en op het recht op het raadplegen van een advocaat gewezen worden. 3.3 De uitvoering van het toezicht, objectinspectie, hercontrole en bedrijfsinspectie Het toezicht op de binnenvaart vindt plaats door objectinspecties en bedrijfsinspecties. Bij een objectinspectie wordt het schip bezocht. Bij bedrijfsinspecties vindt de inspectie plaats bij het bedrijf of wordt de informatie opgevraagd bij het bedrijf. Bedrijfsinspecties worden alleen door de ILT uitgevoerd. Objectinspecties kunnen door alle bevoegde toezichthouders worden uitgevoerd. Er zijn afspraken gemaakt over de selectie van te inspecteren schepen, met als doel om de toezichtlast te beperken. In dit onderdeel wordt ingegaan op hoe er wordt geselecteerd voor een object- en een bedrijfsinspectie en wat er vervolgens wordt gecontroleerd. Objectinspectie Het toezicht op de binnenvaart vindt risicogestuurd plaats. Wanneer de toezichthouder een objectinspectie wil uitvoeren gaat hij eerst na of een schip in aanmerking komt voor een inspectie. Hier wordt door de meeste diensten inspectieview 10 voor gebruikt. Inspectieview is een schil over de inspectiegegevens van de toezichthoudende instanties. In inspectieview is o.a. aangegeven of en zo ja in welke risicoklasse een schip is ingedeeld. 10 Waterschap Rivierenland, Waternet en de provincies zijn niet aangesloten op Inspectieview. Pagina 7 van 23

Afhankelijk van de risicoklassen en de laatst plaatsgevonden inspectie kan de toezichthouder nagaan of het schip voor een inspectie in aanmerking komt. In onderstaande tabel is aangegeven wanneer een schip in aanmerking komt om te inspecteren. De periode van niet inspecteren loopt vanaf de laatste inspectiedatum. Er wordt eventueel eerder geïnspecteerd als de laatste inspectie hier aanleiding toe geeft bijvoorbeeld omdat er afspraken zijn gemaakt waarvan de naleving kan worden gecontroleerd. Risicoklasse Komt in aanmerking voor een inspectie als: A 10% Het schip langer als 3 jaar niet in NL geïnspecteerd is B 20% Het schip langer als 2 jaar niet in NL geïnspecteerd is C 40% Het schip langer als 1 jaar niet in NL geïnspecteerd is D 20% Het schip langer als 9 maanden niet in NL geïnspecteerd is E 10% Het schip langer als 6 maanden niet in NL geïnspecteerd is Onbekend 11 74% Komt in aanmerking voor een inspectie Bij een objectinspectie kan de naleving van alle van toepassing zijnde voorschriften worden gecontroleerd. Over de controle van technische onderdelen zijn echter afspraken gemaakt. De technische controle vanuit handhaving is bedoeld om na te gaan of de situatie overeenkomstig het certificaat van onderzoek (CvO) is en overeenkomstig wordt gebruikt (bijvoorbeeld punt 14 en 15 van het CvO). Het is niet de bedoeling om na te gaan of een schip aan de eisen zoals gesteld in de EGrichtlijn 2006/87 of het ROSR 1995 voldoet. Dit wordt getoetst bij de certificering. Voor de controle van het Atbv, arbeids- en rusttijden, zijn ILT, RWS, Politie en ISZW bevoegd. Hercontrole Wanneer een tekortkoming is geconstateerd, kan een schip voor hercontrole worden aangemerkt in het registratiesysteem. Dit betekent dat een schip binnen een relatief korte periode weer bezocht zal worden, om na te gaan of de situatie dan wel in overeenstemming met de voorschriften is. De hercontrole kan door dezelfde of door een andere toezichthouder worden uitgevoerd. Bedrijfsinspectie De ILT selecteert selectief en a-selectief bedrijven voor een bedrijfsinspectie. Selectieve inspectie van een bedrijf kan voortvloeien uit diverse signalen uit objectinspecties dat het betreffende bedrijf een slechte nalever zou kunnen zijn. Daarnaast kunnen er andere signalen zijn, waardoor een bedrijf voor een bedrijfsinspectie in aanmerking komt. Bijvoorbeeld als een schip of meerdere schepen van een rederij meerdere keren bij een incident betrokken is geweest. Het bedrijf ontvangt een brief waarin de geplande bezoekdatum staat en de gevraagde informatie. Indien de controledatum niet uitkomt voor het bedrijf wordt er in onderling overleg een andere datum afgesproken. De controleperiode is een maand die minimaal 2 maanden voor de aangekondigde bezoekdatum ligt. In de aankondigingsbrief staat ook welke schepen er worden gecontroleerd. Het aantal te controleren schepen is in beginsel afhankelijk van de omvang van de vloot van het bedrijf: 11 Het bestand met eco-cardhouders is uitgangspunt bij de analyse. Hier zitten circa 22.000 schepen in waarvan 74% de afgelopen 3 jaren niet in Nederland zijn gecontroleerd door één van de bevoegde instanties. Deze groep valt onder onbekend. Pagina 8 van 23

minder dan 25 schepen: 3, 25 of meer, maar minder dan 50 schepen: 6, 50 of meer: 10. Na afronding van de bedrijfsinspectie wordt aan de betreffende onderneming een afrondingsbrief verstuurd. In deze brief worden de bevindingen beschreven en de eventuele interventies. De ILT legt de bedrijfsinspectie vast in haar systemen op de voorgeschreven wijze. Het interventiebeleid bij bedrijfsinspecties is als volgt: Bij een eerste bedrijfsinspectie wordt alleen een waarschuwing gegeven voor de rusttijdovertredingen tenzij er sprake is van zogenaamde dubbele normovertredingen. Voor dubbele normovertredingen (bij A1 minder als 4 uur rust en bij A2 minder als 3 uur rust buiten de vaart) wordt wel een boeterapport opgemaakt. Wanneer er rusttijdovertredingen bij een eerste bedrijfsinspectie zijn geconstateerd wordt een tweede bedrijfsinspectie ingepland na ongeveer een jaar. Bij een tweede bedrijfsinspectie wordt een boeterapport opgemaakt voor alle rusttijdovertredingen. Indien er bij een tweede bedrijfsinspectie sprake is van een dubbele normovertreding (bij A1 minder als 4 uur rust en bij A2 minder als 3 uur rust buiten de vaart) wordt een volgende bedrijfsinspectie ingepland na ongeveer een jaar. Pagina 9 van 23

3.4 Interventies Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer In onderstaande tabel staat in de eerste kolom een overzicht van de interventies die kunnen worden toegepast. In de tweede kolom staat welke instanties bevoegd zijn om de betreffende interventie toe te passen. Wanneer welke interventie wordt toegepast staat in hoofdstuk 2 Binnenvaartwet en hoofdstuk 3 Arbeidstijdenbesluit vervoer vermeld. Algemeen Binnenvaartwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer Informatie geven Waarschuwing 12 Alle bevoegde instanties Alle bevoegde instanties Herstelsancties Binnenvaartwet Bestuursdwang o.g.v. artikel 44 Bvw Onderbreken gebruik schip o.g.v. van artikel 17 Bvw ILT ILT Herstelsancties Arbeidstijdenbesluit vervoer Staken arbeid o.g.v. Arbeidstijdenwet Toezichthouders Atbv Bestraffende sancties Binnenvaartwet Bestuurlijke boete Proces Verbaal 13 Toezichthouders Bvw (boeterapport opmaken) Politie en de andere toezichthouders Bvw, mits zij BOA zijn. Bestraffende sancties Arbeidstijdenbesluit vervoer 14 Bestuurlijke boete Toezichthouders Atbv Overige maatregelen Binnenvaartwet - Intrekken ontheffingen, artikel 13 Bvw - Instellen onderzoek naar staat van het schip, artikel 15 Bvw - Intrekken CvO, artikel 16 Bvw - Intrekken ontheffingen, artikel 22 Bvw ILT - Vorderen geneeskundig onderzoek, artikel 24 Bvw Toezichthouders Bvw 12 Voor een waarschuwing moet wel een wettelijke grondslag zijn dat de persoon ook toezichthouder is. 13 Het strafrecht wordt alleen toegepast bij: gebruik van een schip terwijl het gebruik is onderbroken (art. 17 Bvw); bepaalde vaarbewijsgerelateerde overtredingen m.b.t. het klein vaarbewijs ((art. 25, vierde lid en vijfde lid, art. 28 zevende lid, art. 31 vierde lid, art. 33 tweede lid Bvw) gevaar voor de openbare veiligheid (art. 49 Bvw) (zie par. 2.3). In de aanwijzing Binnenvaart van het Openbaar ministerie (2015A006, stcrt. 2015, 14674 ) wordt nader ingegaan op de strafrechtelijke handhaving van deze aspecten. 14 Het arbeidstijdenbesluit vervoer wordt alleen bestuursrechtelijk gehandhaafd. Pagina 10 van 23

Waarschuwing Voor waarschuwingen geldt dat deze in beginsel door bevoegde toezichthouders kunnen worden gegeven. Dit kan mondeling en/of schriftelijk worden gedaan. Een waarschuwing moet in ieder geval worden vastgelegd in het inspectiesysteem. Een waarschuwing kan ook inhouden dat er een kans op herstel wordt geboden. De toezichthouder die een afspraak over een hersteltermijn bewaakt altijd zelf of het herstel binnen de afgesproken periode plaats heeft gevonden. Indien een en ander is hersteld wordt dat in het registratiesysteem vermeld. Is dit niet het geval gebleken, dan wordt daarnaast in het boeterapport aangegeven dat er een kans tot herstel was geboden. Bestuursdwang en last onder dwangsom Artikel 44 Bvw geeft de mogelijkheid tot het toepassen van bestuursdwang. De Awb geeft de mogelijkheid tot de last onder bestuursdwang (al of niet spoedeisend). In plaats van bestuursdwang (LOB) kan aan de overtreder een last onder dwangsom (LOD) worden opgelegd 15. Uitsluitend de ILT is bevoegd voor het nemen van deze maatregelen. Wanneer andere toezichthoudende diensten een situatie zien waarbij een herstelsanctie moet worden toegepast nemen zij contact op met de ILT voor beoordeling en opvolging. Spoedeisende bestuursdwang In een aantal gevallen is de overtreding dermate ernstig, dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. In dergelijke gevallen wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast 16. Het besluit tot spoedeisende bestuursdwang wordt mondeling gegeven en dient onmiddellijk te worden opgevolgd. Dit betekent dat het verdere gebruik wordt belet. De beslissing tot toepassen van bestuursdwang wordt zo spoedig mogelijk achteraf op schrift gezet en bekend gemaakt aan de belanghebbende(n). Het spoedeisend karakter moet in dit besluit uitdrukkelijk gemotiveerd worden. Last onder dwangsom Voor overtredingen die niet een onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van het schip of zijn omgeving opleveren, maar waarbij herstel noodzakelijk is, kan worden gekozen voor het opleggen van een LOD 17. De proportionaliteit moet door de inspecteur per geval, rekening houdend met de omstandigheden, worden beoordeeld. Bij het opleggen van een LOD worden naast de wettelijke voorschriften de onderstaande uitgangspunten gehanteerd: De maximale looptijd van de LOD bedraagt 2 jaar De hoogte van de dwangsom bedraagt 5 x het bedrag zoals die voor deze overtreding is vastgelegd in de boetecatalogus binnenvaart. De dwangsom wordt verbeurd als de overtreding toch wordt gemaakt. 18 Het maximaal te verbeuren geldbedrag bedraagt in totaal 10 x de hoogte van de dwangsom. 15 artikel 5:32, lid 1 Awb 16 artikel 5:31 Awb 17 artikel 5:32 Awb 18 Bijlage 11.1. Binnenvaartregeling Pagina 11 van 23

Onderbreken gebruik schip o.g.v. artikel 17 Bvw Deze bevoegdheid kan alleen door ILT worden toegepast indien er sprake is van een onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van het schip of zijn omgeving. Onderbreken van het gebruik van het schip op basis van artikel 17 Bvw vindt doorgaans plaats naar aanleiding van een piketmelding. De andere toezichthouders nemen contact op met ILT als zij van mening zijn dat het gebruik van een schip moet worden onderbroken. Dit geldt zowel voor schepen met een CvO als voor schepen die zijn vrijgesteld van deze verplichting. Een concrete benoeming voor toepassing is er dus niet. Per geval zal moeten worden onderzocht of er daadwerkelijk sprake is van dit onmiddellijk gevaar. Het besluit tot het onderbreken gebruik schip wordt mondeling gegeven en dient onmiddellijk te worden uitgevoerd. Dit betekent dat het verdere gebruik wordt belet. De beslissing tot het onderbreken gebruik schip wordt zo spoedig mogelijk achteraf op schrift gezet en bekend gemaakt. Het onmiddellijk gevaar voor de veiligheid moet in dit besluit gemotiveerd worden. Het verbod voor het niet opvolgen van de gegeven aanwijzingen is geregeld in artikel 17 lid 5 Bvw en strafbaar gesteld in artikel 49 lid 2 Bvw. Bij het niet opvolgen van de gegeven aanwijzingen wordt er een proces-verbaal (BOA) opgemaakt op basis van artikel 49 lid 2 Bvw, jo. artikel 17, lid 5, Bvw jo. artikel 1, onder 4, Wed. Indien de toezichthouder geen BOA is, wordt aangifte gedaan. Bevel staken Arbeid Een bevel staken arbeid wordt gegeven indien de voorgeschreven rust niet is genoten 19. Het bevel houdt in dat de arbeid moet worden gestaakt, tot het moment waarop er voldaan is aan de rusttijdverplichting. Alle bevoegde toezichthouders voor de Atbv kunnen een bevel staken arbeid opleggen. Het bevel tot staken wordt altijd schriftelijk bevestigd door de desbetreffende toezichthouder/dienst. Boeterapport Een toezichthouder heeft niet de bevoegdheid om een boete op te leggen. Dit heeft te maken met de functiescheiding tussen de toezichthouder en de boeteoplegger. 20 De strekking van het beginsel van functiescheiding is, dat boeteoplegging onafhankelijk en objectief moet plaatsvinden, zonder willekeur. Een boeterapport is een ambtshalve, door een toezichthouder opgemaakt rapport (geschreven stuk) c.q. woordelijk verslag van een waarneming van een overtreding waarin een aantal wezenlijke gegevens worden vastgelegd. Deze dient voor de bewijsvoering in een bestuurlijke boeteprocedure en vormt de basis voor de boetebeschikking. Ook geeft het duidelijkheid over de overtreding die de persoon in kwestie heeft begaan. De ratio voor de duidelijkheid zit hem erin dat iemand zichzelf moet kunnen verdedigen. Als hij niet weet waarvan hij beschuldigd wordt en hoe men tot die constatering is gekomen, wordt hem het recht ontnomen zichzelf (adequaat) te (laten) verdedigen en wordt hij in zijn verdediging belemmerd. Het boeterapport is gedagtekend en vermeldt in ieder geval: - het type schip en het eni-nummer; - de naam van degene die de overtreding heeft gepleegd; - de aard van de overtreding onder vermelding van het wettelijke voorschrift dat niet is nageleefd en de boetefeitcode; - de aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is begaan; - de bij de overtreding betrokken persoon of personen; 19 artikel 8:2 Atw 20 Artikel 5:53 Awb Pagina 12 van 23

- de natuurlijke of rechtspersoon op wie de verplichting rust tot naleving van het beboetbare wettelijke voorschrift (normadressaat) - het officiële nummer waaronder het schip is geregistreerd; - de naam van de toezichthouder die de overtreding heeft geconstateerd en het boeterapport heeft opgemaakt en de dienst waar hij onder valt; - van welke wet- en regelgeving de toezichthouder de naleving heeft gecontroleerd en in welke hoedanigheid; - of vrijstellingen/uitzonderingen/ontheffingen van toepassing zijn; - alle relevante omstandigheden (denk bijvoorbeeld aan relevante waarschuwingen, risicoklasse); - bij het niet invullen van het vaartijdenboek de vermelding van: de volledige laatst genoten rust, welke dagen niet is ingevuld, hoe is vastgesteld dat er gevaren is; - als het schip uit het buitenland komt: wanneer het schip de Nederlandse grens heeft gepasseerd (datum en tijdstip); - of het schip varend is gecontroleerd/of het lag afgemeerd; - eventuele afgelegde verklaringen (van overtreder en eventuele getuige); - mededeling cautie: alleen wanneer de persoon aan wie een verklaring wordt gevraagd, de normadressaat is; - omstandigheden van het geval: dit moet duidelijk zijn omschreven; - omschrijving overtreding: dit moet duidelijk zijn omschreven; - wie is de gezagvoerder is en hoe dat is vastgesteld (is de gezagvoerder werknemer of zelfstandige); - wie de werkgever is en hoe dat is vastgesteld; - in welke taal betrokkene is gehoord/of er gebruik gemaakt is van een tolk; - dagtekening + ondertekening boeterapport; - het rapport afsluiten met ambtseed/belofte. Het is inmiddels vaste jurisprudentie dat een boeterapport dat op ambtseed/belofte is opgemaakt meer bewijskracht heeft; - als bijlage in het boeterapport alle relevante bewijsstukken bijvoegen m.b.t. de overtredingen; De toezichthouder mailt het volledig opgemaakte boeterapport met bijlagen zo spoedig mogelijk doch binnen 14 dagen naar het Bureau Bestuurlijke Boete van de ILT. Dit is een termijn van orde. De toezichthouder zorgt voor de toevoeging van een uittreksel uit de Kamer van Koophandel en GBA. Let op de normadressaat dient wel juist te worden omschreven (natuurlijk of rechtspersoon). Pagina 13 van 23

4 Binnenvaartwet In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de handhaving van de Bvw. 4.1 Documenten Voor het gebruik van het schip zijn diverse documenten voorgeschreven. Bij een inspectie zal in ieder geval gevraagd worden naar de Rijnvaartverklaring, het CvO, de meetbrief, het vaartijdenboek en de dienstboekjes. Het CvO wordt afgegeven na een inspectie van het schip. Een aantal apparaten aan boord moeten na afgifte van het CvO tussentijds worden gekeurd. Bij een inspectie kan ook gevraagd worden naar bewijzen van deze tussentijdse keuringen. Het is niet altijd verplicht om de documenten aan boord te hebben. In o.a. het Binnenvaartpolitiereglement (Bpr) en het Rijnvaartpolitiereglement (Rpr) is in artikel 1.10 een opsomming gegeven welke documenten aan boord moeten zijn. De artikelen zijn niet gelijkluidend. Interveniëren bij niet naleving voorschriften over de documenten De vraag welke interventie moet worden toegepast hangt af van de omstandigheden. De onderstaande tabel geeft een richting met betrekking tot de keuze van een interventie voor een overtreding m.b.t. documenten. De uiteindelijke keuze van een interventie berust op het vakmanschap van de toezichthouder. Waarschuwing Bij administratieve tekortkoming op de documenten, bijvoorbeeld bij verhuizing geen adreswijziging. Bij het niet of niet op de juiste plaats aan boord hebben van documenten waarbij de documenten zo spoedig mogelijk alsnog worden overlegd, bijvoorbeeld wanneer het vaartijdenboek niet in de stuurhut is maar deze direct wordt gehaald en gegeven. Niet juist invullen vaartijdenboek maar geen valsheid in geschrifte. Verlopen documenten als door belanghebbende kan worden aangetoond dat er tijdig een aanvraag voor (verlenging) van het document is gedaan, bijvoorbeeld meetbrief. Proces verbaal 21 Bij het niet aan boord hebben van documenten indien het aan boord zijn is voorgeschreven in het Bpr of Rpr en niet achteraf kunnen worden overlegd. Opzettelijk niet juist invullen vaartijdenboek (valsheid in geschrifte) Varen zonder klein vaarbewijs wanneer klein vaarbewijs vereist is. Bestuurlijke boete Normadressaat: Eigenaar/ Het niet aan boord hebben van documenten die op grond van de Bvw aan boord moeten zijn en ook achteraf niet kunnen worden overlegd. Exploitant m.u.v. niet Het niet hebben van (geldige) documenten. invullen vtb dan Het niet hebben van een CvO of het vereiste vaarbewijs. 22 gezagvoerder Het niet invullen van het vaartijdenboek. Spoedeisende Het niet hebben van een CvO of het vereiste vaarbewijs. 23 bestuursdwang Stilleggen art. 17 Bvw Niet hebben van een CvO en de staat van het schip is zodanig dat de veiligheid ervan of van zijn omgeving onmiddellijk gevaar loopt. Last onder dwangsom Het niet hebben van (geldige) documenten. De last houdt dan in dat het gebrek binnen een bepaalde termijn moet worden hersteld. Bijvoorbeeld een tussentijdse keuring voor een bepaalde datum uitvoeren zodat er weer een geldig keuringsbewijs is. 21 Hiervoor heb je een opsporingsambtenaar nodig. 22 Niet hebben van het CvO of het vereiste vaarbewijs zijn zware overtredingen waarvoor altijd naast de spoedeisende bestuursdwang een boeterapport wordt opgemaakt tenzij er zwaarwegende bijzondere omstandigheden zijn. 23 Niet hebben van het CvO of het vereiste vaarbewijs zijn zware overtredingen waarvoor altijd naast de spoedeisende bestuursdwang een boeterapport wordt opgemaakt tenzij er zwaarwegende bijzondere omstandigheden zijn. Pagina 14 van 23

4.2 Techniek Het CvO aan boord is leidend. Wanneer er geen CvO is terwijl deze wel verplicht is, is er een overtreding met betrekking tot documenten, zie 2.1. Er wordt verder niet beoordeeld of er overtredingen zijn van de technische voorschriften (artikel 8 Bvw). Als een schip (nog) niet CvO-plichtig is, gelden er geen technische eisen. Er kan dan geen sprake zijn van een overtreding met betrekking tot de technische staat van het schip. Het gebruik van het schip kan wel worden onderbroken op grond van artikel 17 Bvw als de staat van het schip waarin het zich bevindt zodanig is dat de veiligheid ervan of van zijn omgeving onmiddellijk gevaar loopt, zie 1.4.2. De technische controle vanuit toezicht en handhaving is bedoeld om na te gaan of het schip nog overeenkomstig het CvO is en overeenkomstig het CvO wordt gebruikt. Het is niet de bedoeling om na te gaan of een schip aan alle eisen zoals gesteld in de EG-richtlijn 2006/87 of het ROSR 1995 voldoet. Dit wordt gedaan bij de certificering. Tijdens de handhaving gaat het om een controle gericht op: 1 de documenten die bij de technische uitrustingsstukken horen waarbij gecontroleerd wordt of certificaten van bijvoorbeeld brandblussers nog geldig zijn. Met andere woorden, worden de uitrustingsstukken tijdig gekeurd? 2 Het gebruik van het schip overeenkomstig de voorschriften op het CvO. Bijvoorbeeld bij het langszij nemen van een bak of dit ook is toegestaan volgens het CvO. Wanneer een rondje schip echter opvallende technische gebreken oplevert kan wel een boeterapport op grond van artikel 12 Bvw worden opgemaakt. Daarbij is het van groot belang dat er gedetailleerd wordt beschreven wat de misstand is en welk voorschrift is overtreden. Voorschriften op het CvO, artikel 10 Bvw Wanneer voorschriften op het CvO worden overtreden kan een boeterapport opgemaakt worden voor het overtreden van artikel 10 Bvw. Bijvoorbeeld als het aantal voorgeschreven brandblusapparaten op het CvO vermeld staat en er minder brandblusapparaten aan boord zijn dan is voorgeschreven, is er sprake van een overtreding van het voorschift op het CvO. Als bewijs moet een kopie van de betreffende bladzijde uit het aan boord aanwezige CvO bij het boeterapport worden bijgevoegd. Controleer altijd of bij punt 52 van het certificaat geen overgangsregelingen staan opgenomen. Technische eisen waarop het CvO is afgegeven 24, artikel 12 Bvw Het schip dient gedurende de geldigheidsduur van het certificaat te voldoen aan de op het moment van afgifte van het certificaat geldende eisen. Wanneer de technische staat niet meer overeenkomt met de situatie op het moment van certificering kan een boeterapport opgemaakt worden voor overtreding van artikel 12 Bvw. Bijvoorbeeld als op het certificaat niet expliciet staat dat de brandblussers gekeurd moeten zijn. Wanneer een brandblusser uit de keuring is, is er sprake van een overtreding van artikel 12 Bvw. 24 Wanneer er sprake is van een voorlopig CvO omdat de oude moet worden vervangen gelden de situatie en de voorschriften van het voorgaande CvO. Pagina 15 van 23

Wanneer er bijvoorbeeld 1 brandblusser tekort is en een andere brandblusser uit de keuring worden er twee artikelen overtreden. Namelijk art. 10 Bvw voor het tekort en art. 12 Bvw voor de niet gekeurde brandblusser. Let bij artikel 12 Bvw wel op de overgangsbepalingen! De overgangsregelingen met betrekking tot de technische eisen zijn zeer complex. interveniëren bij overtredingen van technische voorschriften De vraag welke interventie moet worden toegepast hangt af van de omstandigheden. De onderstaande tabel geeft een richting met betrekking tot de keuze van een interventie voor een overtreding m.b.t. de technische voorschriften. De uiteindelijke keuze van een interventie berust op het vakmanschap van de toezichthouder. Waarschuwing Bestuurlijke boete Normadressaat: eigenaar, exploitant tenzij duidelijk aan de gezagvoerder te verwijten. Spoedeisende bestuursdwang Last onder dwangsom Geen direct veiligheidsrisico, bijvoorbeeld brandblussers kort uit de keuring, geen lichtje op de reddingsboei. De overtreding kan weliswaar tot een onveilige situatie leiden, maar de overtreding is direct ongedaan te maken daardoor volgt een waarschuwing in die zin dat er geen boeterapport wordt opgemaakt indien de overtreding direct ongedaan wordt gemaakt. De overtreding kan tot een onveilige situatie leiden en is niet direct ongedaan te maken. Bijvoorbeeld alle brandblussers zijn geruime tijd over de datum. Direct gevaar of ernstige gevolgen bij een incident bijvoorbeeld onvoldoende reddingsmiddelen op een passagiersschip of ontbrekende ankers. Voor deze situaties kan tevens een boeterapport worden opgemaakt. Onveilige situaties die niet direct hersteld kunnen worden en waarbij druk tot herstel noodzakelijk is. Aandachtspunten boeterapport technische overtredingen Voor overtredingen van artikel 10 en 12 Bvw zijn de boetebedragen maximumbedragen. Daarom moet in het boeterapport de technische overtredingen uitgebreid worden omschreven. Indien mogelijk ook foto s ter verduidelijking meesturen. Als er meerdere overtredingen van artikel 10 en of 12 Bvw zijn en voor enkele overtredingen gewaarschuwd is moet dit vermeld worden in het boeterapport. In ieder geval moet worden aangegeven tot welke onveilige situatie de overtreding kan leiden en waarom de overtreding niet direct ongedaan gemaakt kon worden. Pagina 16 van 23

4.3 Bemanning Onder bemanning vallen de voorschriften over de samenstelling en kwalificatie van de bemanning. De Bvw is met betrekking tot de rusttijden alleen nog van toepassing op niet werknemers. Doorgaans zijn dat de eigenaar/schipper in grensoverschrijdende Rijnvaart (vaart vanuit Duitsland). In alle andere gevallen is het Atbv van toepassing, daarom worden overtredingen van de rusttijd in het hoofdstuk Atbv behandeld, zie hoofdstuk 3. De kwalificatie van de bemanning wordt aangetoond met een dienstboekje. De schipper toont zijn kwalificatie echter aan met het vereiste vaarbewijs. In Nederland zijn de dienstboekjes erkend die op aktewateren zijn erkend. De kwalificatie die in Nederland geldt is de kwalificatie op de Rijnbladzijde. Dit betekent dat als iemand een buitenlands dienstboekje heeft met de kwalificatie volmatroos op de nationale pagina en deksman op de Rijnpagina dat het betreffende bemanningslid deksman is. De overtreding bemanningstekort of onderbemanning wil zeggen dat er minder bemanning is dan als minimumbemanning is voorgeschreven. Op onderbemanning staat een streng handhavingsbeleid omdat: Naleving van de arbeid- rusttijdvoorschriften in het gedrang kunnen komen. Er sprake is van oneerlijke concurrentie en marktverstoring. De veiligheidsrisico s van het schip en directe omgeving kunnen toenemen. De overtreding onderkwalificatie wil zeggen dat er in aantal wel genoeg bemanningsleden zijn, maar dat deze niet voldoen aan de kwalificatie-eisen. Om het aantal niveaus te bepalen worden de volgende niveaus onderscheiden: 1. schipper; 2. stuurman/machinist; 3. volmatroos/matroos motordrijver; 4. matroos; 5. lichtmatroos. Wanneer volgens een tabel minimumbemanning een lichtmatroos niet mag worden vervangen door een deksman, is er sprake van onderbemanning als er een deksman is in plaats van een lichtmatroos. Als er een vrijstelling is waarbij een lichtmatroos in plaats van een matroos deel mag uitmaken van de bemanning, moet er een lichtmatroos zijn. De deksman telt niet mee voor de minimumbemanning. In het kader van vrijstellingen ga je dan terug naar de hoofdregel/tabel. Een voorbeeld om het aantal niveaus ondergekwalificeerd te bepalen: Als er in plaats van een stuurman een matroos is, is er sprake van 2 niveaus ondergekwalificeerd (stuurman>volmatroos>matroos). Pagina 17 van 23

Interveniëren bij onderbemanning en onderkwalificatie De vraag welke interventie moet worden toegepast hangt af van de omstandigheden. De onderstaande tabel geeft het uitgangspunt van de interventie voor een overtreding m.b.t. bemanning aan. De uiteindelijke keuze van een interventie berust ook hier op het vakmanschap van de toezichthouder. Waarschuwing Bestuurlijke boete Normadressaat: eigenaar/ exploitant tenzij duidelijk aan de gezagvoerder te wijten. Spoedeisende bestuursdwang Last onder dwangsom Bijzondere omstandigheden waardoor er onvoorzien met minder bemanning wordt gevaren. Gedacht kan worden aan verhalen, of over zeer korte afstand varen naar laad/losplaats omdat men eerder terecht kan dan verwacht. Bij onderkwalificatie of onderbemanning wordt in principe een boeterapport opgemaakt. Bij onderkwalificatie van meer dan 2 niveaus of meerdere ondergekwalificeerde bemanningsleden wordt spoedeisende bestuursdwang opgemaakt. Bij onderbemanning wordt naast het opmaken van een boeterapport ook spoedeisende bestuursdwang toegepast tenzij het bemanningstekort wordt veroorzaakt door het hebben van een deksman terwijl deze niet in de bemanningstabel staat. 25 Indien er sprake is van herhaling van het overtreden van bemanningsvoorschriften, kan ter voorkoming van een volgende overtreding een LOD worden opgelegd. Er moet dan sprake zijn van meerdere overtredingen binnen 1 jaar op hetzelfde schip of op verschillende schepen met dezelfde eigenaar. Aandachtspunt spoedeisende bestuursdwang en bestuurlijke boete Indien er sprake is van onderbemanning, onderkwalificatie van meer dan 2 niveaus van 1 bemanningslid of onderkwalificatie van meer dan 1 bemanningslid worden in principe de volgende interventies toegepast: 1. Bestuurlijke boete voor het overtreden van artikel 22 Bvw overeenkomstig bijlage 11.1 van de Binnenvaartregeling (Bvr). 2. Spoedeisende bestuursdwang op grond van artikel 44 Bvw om de ongewenste situatie die veiligheidsrisico s met zich mee kan brengen op te heffen. De last houdt in dat: a. Het varen met het schip per direct moet worden beëindigd dan wel direct na het bereiken van een door de toezichthouder aangewezen ligplaats. b. Het varen met het schip kan hervat worden zodra de voor de in het vaartijdenboek vermelde exploitatiewijze de voorgeschreven minimumbemanning aan boord is, dan wel van exploitatiewijze kan worden gewisseld waarbij de voorschriften van artikel 3.12 van het Reglement scheepvaartpersoneel op de Rijn in acht moeten worden genomen. 25 Indien de oorzaak van de onderbemanning is dat er een deksman is terwijl deze niet in de tabellen voorkomt wordt er in principe uit het oogpunt van proportionaliteit geen bestuursdwang toegepast. Pagina 18 van 23

4.4 Overig Overige voorschriften Scheepsnummer Een boeterapport wordt opgemaakt, tenzij het scheepsnummer niet zichtbaar is door schilderwerkzaamheden of wanneer de kennisgeving niet ouder is dan 2 maanden. Artikel 36 lid 4 BVW kan alleen overtreden worden wanneer het nummer niet binnen twee weken is aangebracht dan wel de wijzigingen van het schip indien van belang niet zijn doorgegeven, dan wel via lid 3, niet op de juiste wijze is aangebracht (de eerste aanbreng). In andere gevallen naar het RPR of BPR (als er ooit wel een nummer was aangevraagd en afgegeven). Tachograafplicht Een waarschuwing wordt gegeven bij varen zonder tachograaf tot maximaal 1 uur. Bij meer dan 1 uur varen zonder tachograaf wordt in principe een boeterapport opgemaakt. Bij de wekelijkse verlenging van de vaartijd in de A1 of voor het varen in de bloktijd is een goed functionerende tachograaf vereist, van een type dat overeenkomstig bijlage A3 van het Rsp door de bevoegde autoriteit van een Rijnoeverstaat of van België is goedgekeurd. Als de verklaring is verlopen, maar de tachograaf nog goed functioneert, dan waarschuwen onder de voorwaarde dat de tachograaf binnen een te geven (korte) termijn alsnog gekeurd moet worden. Wanneer geen gebruiksaanwijzing tachograaf aanwezig is, maar men is in staat op verzoek een goede uitdraai te maken wordt dit geaccepteerd. betekenis vrijstelling en ontheffing Een vrijstelling geldt altijd voor een bepaalde categorie schepen en wordt expliciet genoemd in de wetgeving. Indien niet voldaan wordt aan de eisen van de vrijstelling, moet worden voldaan aan de algemene wettelijke voorschriften. Een ontheffing is persoonlijk of scheepsgebonden en moet altijd worden aangevraagd bij de bevoegde autoriteit. De ontheffing moet aanwezig zijn aan boord en bij inspectie worden getoond. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden zijn verbonden. Pagina 19 van 23

5 Rust- en arbeidstijden 5.1 Grondslagen voor arbeids- en rusttijden Het Atbv is van toepassing op: - Alle werknemers, nautisch en boordpersoneel, op een schip; - Zelfstandigen (niet werknemer) tenzij het Rijnregime van toepassing is. Dan geldt voor zelfstandigen het Rsp. Werknemer is in de zin van het Atbv een breder begrip dan in het spraakgebruik. Werknemer is een ieder die onder gezag van een ander werk verricht. Dit betekent dat zelfstandigen die onder het gezag van bijvoorbeeld een gezagvoerder of een bedrijf werken ook onder het werknemersbegrip kunnen vallen. 5.2 Het toezicht op de Rust- en arbeidstijden Artikel Atbv Nautisch personeel Boordpersoneel 5.4:1. onder a Objectinspectie Registratie rusttijden 5.4:2. Registratie arbeidstijd 5.4:3. Bekrachtiging en bewaring registratie arbeidstijd 5.5:2 48-uurs periode 5.5:3 m.u.v. lid 4 rusttijdvoorschriften 5.5:3 lid 4 Rusttijd/7 dagen 5.5:4 nachtarbeid 5.5:5 arbeidstijd 5.5:5b Seizoensarbeid passagiersvaart 5.5:5c pauze 5.5:6 noodsituatie 5.5:7 Jeugdige bemanning Vrije registratie. 26 Niet als beboetbaar feit opgenomen in art. 8:3A.. Civielrechtelijk tussen werknemer en werkgever. Objectinspectie objectinspectie en bedrijfsinspectie Alleen o.b.v. klacht Alleen o.b.v. klacht Alleen o.b.v. klacht Alleen o.b.v. klacht Niet als beboetbaar feit opgenomen in art. 8:3A.. Civielrechtelijk tussen werknemer en werkgever. Alleen na afhandeling piket indien van toepassing. objectinspectie en bedrijfsinspectie De ILT en ISZW hebben de volgende afspraak gemaakt: De ISZW houdt toezicht op de naleving van het Atbv met betrekking tot het boordpersoneel. Indien misstanden worden vermoed wordt er een signaal aan de ISZW gegeven. 26 Wanneer uit het vtb arbeids- en rusttijd blijkt kan hier mee worden volstaan. Pagina 20 van 23

5.3 Controle rusttijden De controle van de rusttijden is gebaseerd op onderzoek. Een deel van het onderzoek kan zijn het verkrijgen van inlichtingen op grond van artikel 5:16 Awb. Aan de hand van onderzoek en de controlemiddelen (vaartijdenboek, tachograaf e.d.) nagaan: Welke exploitatiewijze staat in het vaartijdenboek? Dit is het uitgangspunt voor de rusttijdcontrole. Welke bemanningsleden zijn werknemer in de zin van de Atbv en welke niet? Zie 3.3.3. Welke bemanningsleden zijn jeugdige bemanningsleden, zij zijn 16 of 17 jaar? In onderstaand tabel staan de varianten en de daarbij behorende voorschriften. Exploitatiewijze Geen werknemer Werknemer 10 uur rust per 24 uur waarvan: A1 A2 B 5.5:3 lid 5 Atbv of 3.11 Rsp 27 8 uur ononderbroken buiten de vaart per 24 uur 5.5:3 lid 5 Atbv of 3.11 Rsp 28 8 uur waarvan 6 uur ononderbroken buiten de vaart per 24 uur 5.5:3 lid 5 Atbv of 3.11 Rsp 29 6 uren ononderbroken per 24 uren en 24 uren per 48 uren 5.5:3 lid 1 en 2 a en c 8 uur ononderbroken buiten de vaart 5.5:3 lid 1 en 2 b en c 6 uur ononderbroken buiten de vaart 5.5:3 lid 1 en 2 b en c 6 uren ononderbroken per 24 uren en 24 uren per 48 uren Jeugdige werknemer 5.5:3 lid 1 en 2 a en c en 5.5:7 5.5:3 lid 1 en 2 b en c en 5.5:7 5.5:3 lid 1 en 2 b en c en 5.5:7 Periode van controle en startpunt van controle De controleperiode bij een bedrijfsinspectie is een maand die minimaal 2 maanden voor de aangekondigde bezoekdatum ligt. In de aankondigingsbrief staat ook welke schepen er worden gecontroleerd. Het aantal te controleren schepen is afhankelijk van de omvang van de vloot van het bedrijf: minder dan 25 schepen: 3, 25 of meer, maar minder dan 50 schepen: 6, 50 of meer: 10. Bij een objectinspectie is de te controleren periode niet langer dan het moment waarop het startpunt van de rusttijdcontrole is: In de exploitatiewijze B moet een 48-uurperiode worden vastgesteld waarin de voorgeschreven rust van het bemanningslid moet zijn genoten of nog kan 27 Het Rsp wordt alleen toegepast als het schip over de Rijn uit Duitsland komt. 28 Het Rsp wordt alleen toegepast als het schip over de Rijn uit Duitsland komt. 29 Het Rsp wordt alleen toegepast als het schip over de Rijn uit Duitsland komt. Pagina 21 van 23

worden genoten. In de exploitatiewijze B gaat de 48-uurperiode in voor een ononderbroken rustperiode van 6 uur. In de exploitatiewijze A1 gaat de 24-uurperiode in na een ononderbroken rustperiode van 8 uur buiten de vaartijd. In de exploitatiewijze A2 gaat de 24-uurperiode in na een ononderbroken rustperiode van 6 uur buiten de vaartijd. In de A1 of A2 wordt dus het 24-uursblok gecontroleerd na de laatst genoten volledige ononderbroken rust. Wanneer echter in de laatste 24-uurperiode niet voldoende gerust is wordt er verder gekeken. Er is dan sprake van een zogenaamde doorloper. Werknemer geen arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling Voor de situatie waarbij er geen arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling is, maar er toch een persoon is die een ander onder zijn gezag arbeid doet verrichten, wordt deze persoon als werkgever in de zin van de ATW beschouwd. Denk hierbij niet alleen aan uitzendkrachten, maar ook aan zzp-ers die onder gezag arbeid verrichten. Als een zzp er onder gezag werkt, wordt deze ook als werknemer in de zin van de ATW beschouwd. Bij geconstateerde overtredingen is het bedrijf dat deze zzp er inhuurt dus verantwoordelijk. Het onder gezag arbeid verrichten, is lastiger met duidelijke criteria te duiden. Een werknemer is verplicht zich in het kader van de arbeidsovereenkomst (zie artikel 7A:1639b van het BW) te houden aan onder meer de voorschriften omtrent het verrichten van arbeid die hem door of vanwege de werkgever binnen de regels van de wet of verordening, van overeenkomst of reglement gegeven zijn. Hieruit kan worden afgeleid, dat een gezagsverhouding aanwezig geacht kan worden, wanneer de werkgever het recht heeft: toezicht uit te oefenen; leiding te geven, en; door aanwijzingen of instructies een nadere taakomschrijving te geven, en de werknemer verplicht is één en ander te aanvaarden, ongeacht of dat recht ook geëffectueerd wordt dan wel die plicht wordt nagekomen. Deze omschrijving heeft tot gevolg, dat het een breed scala van gezagsrelaties omvat, namelijk zowel de gezagsrelatie in een strikt hiërarchische organisatie, als die in een arbeidsrelatie waarin in de praktijk vrijwel nooit instructies of aanwijzingen worden gegeven. Naast aanwijzingen of instructies kunnen ook andere factoren een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of er door de werknemer arbeid onder gezag wordt verricht. Factoren die overigens op zichzelf niet beslissend zijn, maar dat in onderling verband kunnen zijn. Uit jurisprudentie blijkt dat het dan gaat om zaken als: de vrijheid van degene die arbeid verricht om zijn werk in te delen; de mate waarin degene die arbeid verricht ondernemersrisico draagt; de mate waarin degene die arbeid verricht zelf moet zorgen voor grond- en hulpstoffen en hulpmiddelen; het incidentele karakter van die arbeid; Pagina 22 van 23

of er naast de overeengekomen arbeid ook nog andere werkzaamheden worden verricht; het karakter van de beloning; of de betaling hiervan rechtstreeks plaatsvindt door cliënten; eventuele doorbetaling tijdens vakantie- of verlofdagen of bij ziekte (let op: loon is geen vereiste om van gezag te kunnen spreken). Handhavingsbeleid Bij een rusttijdovertreding wordt aan het betreffende bemanningslid een bevel staken arbeid gegeven. In de A1 en de A2 betekent dit dat het bemanningslid de gelegenheid moet krijgen om buiten de vaart te rusten. Wordt het schip geëxploiteerd in de exploitatiewijze B en de minimumbemanning is conform de exploitatiewijze B aan boord aanwezig, dan kan er voldaan worden aan de voorschriften. In het vaartijdenboek mogen de rusttijden door middel van een rooster worden ingevuld. De rusttijdbepalingen voor werknemers bevatten gecombineerde voorschriften voor de verschillende exploitatiewijzen. Wanneer er in de A1 of A2 maximaal 1 uur tekort gerust is buiten de vaart maar wel voldaan is aan de totale dagelijkse rusttijdvoorschriften van 10 uur wordt er geen boeterapport opgemaakt en ook geen bevel staken arbeid gegeven. Dit betekent concreet dat er geen boeterapport wordt opgemaakt: A1 als er in totaal 10 uur is gerust waarvan 7 uren buiten de vaart. A2 als er in totaal 10 uren is gerust waarvan 5 uren buiten de vaart. 5.4 Bevoegde toezichthouders De volgende diensten zijn bevoegd om toezicht te houden op het Atbv 30 - Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) - Politie - Rijkswaterstaat 30 Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving (artikelen 1.1, 2.1, 3.7 en 4.3) Pagina 23 van 23