CSL Behring Cluvot 250 IU BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Vergelijkbare documenten
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Cluvot 1250 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie of infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Haemocomplettan P 20 mg/ml Poeder voor oplossing voor injectie/infusie Humaan fibrinogeen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Riastap 1 g Poeder voor oplossing voor injectie of infusie. Humaan fibrinogeen

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. THIOSULFATE DE SODIUM STEROP 1g/5 ml Oplossing voor injectie. Natriumthiosulfaat

Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie. Cefuroxim

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ECHINACIN LIQUIDUM drank Echinacea purpurea (L) Moench

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Drosera-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Kaloban siroop

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Kaloban siroop

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Berberis-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruikers

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Isoprinosine 500 mg tabletten

1. WAT IS BERINERT EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

Bijsluiter: informatie voor de gebruikers

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ALCON EYE GEL 3 mg/g ooggel Carbomeer

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. SICCAGENT 20 mg/ml oogdruppels, oplossing. Povidone K25

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BENERVA 300 mg maagsapresistente tabletten Thiaminehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ISOPTO TEARS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Berinert 500 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie/infusie. C1-esteraseremmer, humaan

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ferrum-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Ofloxacine Stulln 3 mg/ml oogdruppels, oplossing Ofloxacine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Opticrom 2% oogdruppels, oplossing. Natriumcromoglicaat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nux vomica-homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Urgenin druppels. Tinctuur van Serenoa repens (Bartram Small), Sap van Echinacea purpurea (Moench)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. PRANOX 0,1 % - oogdruppels, oplossing. pranoprofen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER. Cetor 100 E/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Humaan C1-remmer

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex Expectorans siroop

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. ALCAINE 0,5% oogdruppels, oplossing. Proxymetacaïnehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ALCON EYE GEL 3 mg/g ooggel Carbomeer

Piracetam-UCB Page 1 of 6 BIJSLUITER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Kaloban druppels Voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride)

MEDICA KEELSPRAY MENTHOL, 20 mg/10 ml; 5 mg/10 ml, spray voor oromucosaal gebruik Chloorhexidine gluconaat - Lidocaïne hydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex 15 mg tabletten. Noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Prolastin 1000 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie. Humaan alfa 1 -proteïnaseremmer

Package Leaflet / 1 van 5

Bijsluiter BIJSLUITER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurexan Tabletten

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

Nootropil, filmomhulde tabletten page 1 of 6 BIJSLUITER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Sabal-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. SANDOZ CALCIUM 500 MG poeder voor drank. calcium lactaat gluconaat en calcium carbonaat

1. WAT IS TYPHERIX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?

Bijsluiter : informatie voor de gebruiker. Curatoderm 4 microgram/g zalf Tacalcitol

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nystatine Labaz IE/ml, suspensie voor oraal gebruik (Nystatine)

trianal 0,50 mg / 50 mg zetpillen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank. piracetam

trianal 0,50 mg / 50 mg zetpillen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Terra-Cortril + Polymyxine B oog- en oordruppels, suspensie Terra-Cortril + Polymyxine B oog- en oorzalf

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Urispas 200 mg omhulde tabletten. Flavoxaat hydrochloride

27 mai VSM Belgium bvba Rodizen, PIL-NL 1(5) Bijsluiter: informatie voor de Patiënt

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Traumeel Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE, 60 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER. Furacine Soluble Dressing 2 mg/g zalf Furacine 2 mg/ml Oplossing voor cutaan gebruik nitrofural

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. TEARS NATURALE 1 mg/ml + 3 mg/ml oogdruppels, oplossing. Dextran 70 / Hypromellose

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Gelofusine 4% oplossing voor infusie Gewijzigde gelatine en Natriumchloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Cinryze 500 eenheden poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie C1-remmer (humaan)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Kaloban filmomhulde tabletten

Bijsluiter BIJSLUITER. Pagina 1 van 6

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Omacor 1000 mg zachte capsules Ethylesters van Omega-3-vetzuren 90

Flexbumin 200 g/l Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Flexbumin 200 g/l, oplossing voor infusie Humane albumine

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. MYCOSTEN 80 mg/g nagellak. Ciclopirox

1.       WAT IS THILO-TEARS EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL

1. WAT IS SURBRONC 60 MG FILMOMHULDE TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN?

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. TEARS NATURALE 1 mg/ml + 3 mg/ml oogdruppels, oplossing. Dextran 70 / Hypromellose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dormiplant, filmomhulde tabletten. Werkzame stof: Droog extract van valeriaanwortel

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Donnafyta Meno Filmohulde tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. CAMILIA, drinkbare oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Gentamicine-POS 3mg/ml, oogdruppels, oplossing. Gentamicinesulfaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Betahistine Apotex 8 mg tabletten Betahistine Apotex 16 mg tabletten. Betahistinedihydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Lysotossil 10 mg omhulde tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NIZORAL 20 mg/g shampoo. ketoconazol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. CHLOORAMFENICOL 0,5% oogdruppels, oplossing. Chlooramfenicol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nystatine Labaz IE/ml, suspensie voor oraal gebruik (Nystatine)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Mulimen Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. LACTEOL 170 mg, capsule

BIJSLUITER. Prolastin schoon.doc 1

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Lecrolyn 40 mg/ml oogdruppels, oplossing Natriumcromoglicaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Octaplex 500 IE poeder en oplosmiddel voor injectie. Humaan protrombinecomplex

1. WAT IS DURATEARS EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?

2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. A.Vogel ArnicaforceMed forte gel. Arnica Montana L.

Transcriptie:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Cluvot 250 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie/infusie. Humane plasmastollingsfactor XIII-concentraat Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen. Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter 1. Wat is Cluvot en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. Wat is Cluvot en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Wat is Cluvot? Cluvot wordt aangeboden als een wit poeder en oplosmiddel. De bereide oplossing wordt via een ader toegediend. Cluvot is een humane plasmastollingsfactor XIII-product (FXIII) (het plasma is het vloeibare deel van het bloed) en heeft belangrijke functies bij de hemostase (bloedstolling). Waarvoor wordt dit middel gebruikt? Cluvot wordt gebruikt bij volwassen en pediatrische patiënten voor een preventieve behandeling van aangeboren factor XIII-deficiëntie en voor de perioperatieve behandeling van chirurgische bloeding bij patiënten met een aangeboren factor XIII-deficiëntie.

2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? De volgende rubrieken bevatten informatie waarmee uw arts rekening moet houden voordat hij Cluvot aan u toedient. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Licht uw arts in als u allergisch bent voor een bepaald geneesmiddel of voedingsmiddel. Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Als u in het verleden allergische reacties op FXIII hebt vertoond. U moet preventief antihistaminica en corticosteroïden innemen als uw arts dit adviseert. als allergische of anafylaxieachtige reacties optreden (een ernstige allergische reactie die ernstige ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt). De toediening van Cluvot moet dan onmiddellijk worden gestaakt (bijvoorbeeld infusie beëindigen). In geval van shock moeten de huidige medische standaarden voor de behandeling van shock worden nageleefd. Als u een recente trombose (bloedstolsel) hebt vertoond. Voorzichtigheid is geboden gezien het fibrinestabiliserende effect van FXIII. De vorming van remmers (neutraliserende antistoffen) is een bekende complicatie van de behandeling en houdt in dat de behandeling niet meer werkt. Als uw bloeding niet onder controle komt met Cluvot, moet u onmiddellijk uw arts inlichten. U moet zorgvuldig worden gecontroleerd op ontwikkeling van een remmer. Uw arts zal de voordelen van een behandeling met Cluvot zorgvuldig afwegen tegen het risico van deze complicaties. Virale veiligheid Als geneesmiddelen worden bereid uit menselijk bloed of plasma, worden bepaalde maatregelen getroffen om overdracht van infecties op patiënten te voorkomen. Deze omvatten: een zorgvuldige selectie van de bloed- en plasmadonoren om donoren die infecties zouden kunnen dragen, uit te sluiten, testen van elke donatie van plasma en plasmapools op tekenen van virussen/infecties, het inlassen van stappen bij de verwerking van het bloed of plasma waarmee virussen geïnactiveerd of verwijderd kunnen worden. Ondanks deze maatregelen kan niet volledig worden uitgesloten dat er een infectie wordt overgedragen bij toediening van geneesmiddelen die bereid zijn uit menselijk bloed of plasma. Dit geldt ook voor onbekende of nieuwe virussen of andere vormen van infectie. De genomen maatregelen worden doeltreffend geacht voor omkapselde virussen zoals het humane-immunodeficiëntievirus (hiv), het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus en voor het niet-omkapselde hepatitis A-virus en parvovirus B19.

Het wordt sterk aanbevolen dat uw arts de naam en het lotnummer van het geneesmiddel (staan op de doos) noteert telkens als u een dosis Cluvot krijgt. Uw arts kan u adviseren u te laten vaccineren tegen hepatitis A en B als u regelmatig/herhaaldelijk uit menselijk plasma bereide producten krijgt toegediend. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast Cluvot nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Er zijn geen interacties tussen humane plasmastollingsfactor XIII en andere geneesmiddelen bekend. Cluvot mag niet worden vermengd met andere geneesmiddelen, verdunningsmiddelen of oplosmiddelen behalve die die in rubriek 6 worden opgesomd, en moet via een aparte infuuslijn worden toegediend. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Beperkte gegevens over het klinische gebruik van Cluvot tijdens de zwangerschap wezen niet op negatieve effecten op het verloop van de zwangerschap en de peri- of postnatale ontwikkeling. Het gebruik van Cluvot mag daarom tijdens de zwangerschap worden overwogen indien noodzakelijk. Er zijn geen gegevens over de excretie van Cluvot in de moedermelk bij de mens. Maar gezien zijn grote molecuulgrootte is excretie in de melk onwaarschijnlijk en gezien zijn eiwitachtige karakter is absorptie van intacte moleculen bij zuigelingen ook onwaarschijnlijk. Daarom mag Cluvot worden gebruikt tijdens de periode van borstvoeding. Er zijn geen gegevens over de vruchtbaarheid. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er is geen onderzoek verricht naar de effecten op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken. Cluvot bevat natrium Houd er rekening mee dat Cluvot natrium bevat. Dat is belangrijk als u een natriumarm dieet moet volgen. Cluvot bevat 124,4 tot 195,4 mg (5,41 tot 8,50 mmol) natrium per dosis (40 IE/kg lichaamsgewicht - voor gemiddeld 70 kg) als de aanbevolen dosis (2800 IE = 44,8 ml) wordt gegeven. 3. Hoe gebruikt u dit middel? Cluvot wordt gewoonlijk door uw arts toegediend. Cluvot is alleen bestemd voor injectie in een ader.

Dosering Uw arts zal de juiste dosis berekenen en zal beslissen hoe vaak u Cluvot zult krijgen, afhankelijk van hoe goed de behandeling werkt. Voor meer informatie, zie de rubriek De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Overdosering Er zijn geen gevallen van overdosering gerapporteerd en er is ook geen overdosering te verwachten omdat gezondheidswerkers het geneesmiddel toedienen. Heeft u teveel van dit middel gebruikt? Wanneer u te veel van Cluvot heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). 4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De volgende bijwerkingen zijn zelden waargenomen (kunnen optreden bij meer dan 1 gebruiker op de 10000 en minder dan 1 op de 1000): allergische reacties zoals veralgemeende urticaria (jeukende zwellingen van de huid), huiduitslag, daling van de bloeddruk (waardoor u zich flauw of duizelig kunt voelen) en ademhalingsproblemen. stijging van de temperatuur De volgende bijwerkingen werden zeer zelden waargenomen (treden op bij minder dan 1 op de 10000 gebruikers): ontwikkeling van remmers van FXIII. Als er allergische reacties optreden, moet de toediening van Cluvot onmiddellijk worden stopgezet en moet een geschikte behandeling worden gestart. Bij de behandeling van shock moeten de huidige medische standaarden in acht worden genomen. Bijwerkingen bij kinderen en adolescenten De bijwerkingen bij kinderen zullen allicht dezelfde zijn als bij volwassenen. Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via

Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling Vigilantie EUROSTATION II Victor Hortaplein, 40/ 40 B-1060 Brussel Website: www.fagg.be e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 5. Hoe bewaart u dit middel? Bewaren in de koelkast (+2 C tot + 8 C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Cluvot bevat geen bewaarmiddelen. Het product moet na reconstitutie onmiddellijk worden gebruikt. Als het product niet onmiddellijk wordt gebruikt mag de bewaring niet langer duren dan 4 uur bij kamertemperatuur. De gereconstitueerde oplossing niet in de koelkast of de vriezer bewaren. Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en de doos. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stof is: Humane plasmastollingsfactor XIII-concentraat met 250 IE per injectieflacon. De andere stoffen in dit middel zijn: Humane albumine, glucosemonohydraat, natriumchloride, natriumhydroxide (in kleine hoeveelheden voor aanpassing van de ph) Oplosmiddel: Water voor injectie Hoe ziet Cluvot eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Cluvot wordt aangeboden als een wit poeder en wordt geleverd met een oplosmiddel (water voor injecties). De bereide oplossing moet kleurloos, helder tot licht opalescent zijn. Als ze tegen het licht wordt gehouden, mag ze niet troebel zijn of residu s (afzettingen/partikels) bevatten. Verpakkingsvorm Een verpakking met 250 IE bevattende: - 1 injectieflacon met poeder

- 1 injectieflacon met 4 ml water voor injectie - 1 filtertransferhulpmiddel 20/20 (Mix2Vial) Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 35041 Marburg Duitsland Afleveringswijze: Geneesmiddel op medisch voorschrift Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: BE455582 Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2014 De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Dosering en wijze van toediening Dosering 1 ml is equivalent aan ongeveer 62,5 IE en 100 IE is equivalent aan 1,6 ml. Belangrijk: De hoeveelheid die moet worden toegediend, en de frequentie van toediening moeten bij elke patiënt apart worden bepaald volgens de klinische werkzaamheid. Dosering Het toedieningsschema moet bij elke patiënt apart worden aangepast volgens het lichaamsgewicht, de laboratoriumwaarden en de klinische toestand van de patiënt. Toedieningsschema voor routineprofylaxe Initiële dosis 40 internationale eenheden (IE) per kg lichaamsgewicht De injectiesnelheid mag niet hoger zijn dan 4 ml per minuut. Volgende doses De toediening moet worden geleid door de laatste dalspiegel van FXIII-activiteit, met toediening om de 28 dagen (4 weken) om een dal-fxiii-activiteit van ongeveer 5 tot 20% te handhaven. Het wordt aanbevolen de dosering met ± 5 IE per kg aan te passen volgens de dal-fxiiiactiviteit zoals wordt getoond in tabel 1, en de klinische toestand van de patiënt.

De dosering moet worden aangepast op grond van een specifieke, gevoelige test voor bepaling van de FXIII-spiegels. Een voorbeeld van aanpassing van de dosering bij gebruik van de standaard Berichrom -activiteitstest wordt weergegeven in tabel 1. Tabel 1: aanpassing van de dosering met de Berichrom -activiteitstest Dalwaarde van factor XIII-activiteit (%) Verandering van de dosering Eén dalwaarde < 5% Verhoog met 5 E per kg Dalwaarde 5% tot 20% Geen verandering Twee dalwaarden > 20% Verlaag met 5 E per kg Eén dalwaarde > 25% Verlaag met 5 E per kg De sterkte uitgedrukt in eenheden wordt bepaald met de Berichrom -activiteitstest met referentie naar de huidige internationale standaard voor bloedstollingsfactor XIII, plasma. Een eenheid hier is dus equivalent aan een internationale eenheid. Profylaxe voor chirurgie Na de laatste stelselmatige profylactische dosis, als een operatie wordt gepland: 21 tot 28 dagen later - dien de volle profylactische dosis toe onmiddellijk voor de operatie en de volgende profylactische dosis 28 dagen later. 8 tot 21 dagen later - voor de operatie kan een extra (volledige of gedeeltelijke) dosis worden toegediend. De dosis hangt af van de FXIII-activiteit en de klinische toestand van de patiënt en moet worden aangepast volgens de halfwaardetijd van Cluvot. Minder dan 7 dagen na de laatste dosis - er is misschien geen extra dosis nodig. De aanpassingen van de dosering kunnen verschillen van deze richtlijnen en moeten bij elke patiënt afzonderlijk worden aangepast volgens de FXIII-activiteit en de klinische toestand van de patiënt. Alle patiënten moeten tijdens en na de operatie nauwgezet worden gevolgd. Het wordt dus aanbevolen om de stijging van FXIII-activiteit te volgen met een FXIII-test. In geval van een grote operatie en ernstige bloedingen moet worden gestreefd naar bijna normale waarden (gezonde personen: 70% - 140%). Pediatrische patiënten De dosering en de wijze van toediening bij kinderen en adolescenten zijn gebaseerd op het lichaamsgewicht en zijn dus doorgaans gebaseerd op dezelfde richtlijnen als bij volwassenen. De dosis en/of de frequentie van toediening moeten voor elke patiënt afzonderlijk worden bepaald volgens de klinische werkzaamheid en de factor XIII-activiteit. Ouderen De dosering en de wijze van toediening bij ouderen (> 65 jaar) zijn nog niet gedocumenteerd in klinische studies.

Wijze van toediening Algemene instructies - De oplossing moet helder of licht opaalachtig zijn. Na filtratie/opzuigen (zie hieronder) moet het bereide product visueel worden gecontroleerd op partikels en verkleuring, alvorens dit wordt toegediend. - Gebruik geen troebele oplossingen of oplossingen die nog vlokken of partikels bevatten. - Bereiden en opzuigen moet onder aseptische omstandigheden gebeuren. Bereiding Breng het oplosmiddel op kamertemperatuur. Zorg ervoor dat de dopjes van de productflacon en van de flacon met het oplosmiddel zijn verwijderd en dat de rubberstoppen met een aseptische oplossing zijn behandeld en droog zijn voordat u de Mix2Vial-verpakking opent. 1. Open de Mix2Vial-verpakking door het dopje te verwijderen. Haal de Mix2Vial niet uit de blisterverpakking! 4 3 2 1 2. Plaats de flacon met oplosmiddel op een vlakke, schone ondergrond en houd de flacon goed vast. Neem de Mix2Vial samen met de blisterverpakking en druk het uiteinde van de blauwe adapter recht naar beneden in de rubberstop van de flacon met het oplosmiddel. 3. Verwijder zorgvuldig de blisterverpakking van de Mix2Vial-set door de rand vast te houden en recht omhoog te trekken. Zorg ervoor dat u alleen de blisterverpakking en niet de Mix2Vial-set verwijdert. 4. Plaats de productflacon op een vlakke en stevige ondergrond. Draai de flacon met oplosmiddel die is verbonden met de Mix2Vial-set, om en druk het uiteinde van de transparante adapter recht naar beneden in de rubberstop van de productflacon. Het oplosmiddel zal vanzelf overvloeien in de productflacon.

5 6 5. Neem met één hand de productflacon van de Mix2Vial-set en met de andere hand de flacon met oplosmiddel en schroef de set voorzichtig in twee delen uiteen. Gooi de flacon voor het oplosmiddel weg samen met de daarop bevestigde, blauwe Mix2Vial-adapter. 6. Draai voorzichtig met de productflacon, waarop de transparante adapter is bevestigd, totdat het product geheel is opgelost. Niet schudden. 7. Zuig lucht op in een lege, steriele spuit. Plaats de productflacon rechtop en verbind de spuit met de Luer Lock fitting van de Mix2Vial. Spuit de lucht in de productflacon. 7 Opzuigen en toepassing 8. Draai het hele systeem om terwijl u de zuiger ingedrukt houdt en trek de inhoud van de flacon op in de spuit door zachtjes aan de zuiger te trekken. 8 9. Nu de oplossing is overgeheveld naar de spuit, houdt u de spuit goed vast (met de zuiger naar beneden gericht) en verwijdert u de transparante Mix2Vial-adapter van de spuit. 9 Zorg ervoor dat er geen bloed in het met product gevulde spuitje komt omdat het bloed anders in de spuit zou kunnen stollen en er dan fibrinestolsels aan de patiënt zouden worden toegediend.

De gereconstitueerde oplossing moet intraveneus worden toegediend via een aparte injectie/infuuslijn door middel van een trage injectie met een snelheid van niet meer dan 4 ml per minuut. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.