1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 28/04/2010

Vergelijkbare documenten
Ook zogenaamde gereduceerde contracten zijn in twee gevallen buiten het toepassingsgebied van deze versie van de instructies.

Ook zogenaamde gereduceerde contracten zijn in twee gevallen buiten het toepassingsgebied van deze versie van de instructies.

Ook zogenaamde gereduceerde contracten zijn in twee gevallen buiten het toepassingsgebied van deze versie van de instructies.

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 13/01/2014 Versie WAP 01.07

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 13/10/2017 Versie WAP 01.13

Onder voorbehoud van wat volgt onder 2.8. geldt ook hier wat staat in hoofdstuk 2 van de aangifteinstructies

September Nummer 5 - Jaargang 6

HOE EEN MANDAAT AANGEVEN?

de regeling gesloten in toepassing van art. 32, 2 WAP (of onthaalstructuur);

de regeling gesloten in toepassing van art. 32, 2 WAP (of onthaalstructuur);

DB2P Release Note. DB2P WAP/AWAP v1.22 is beschikbaar in Simulatie en Productie

de regeling gesloten in toepassing van art. 32, 2 WAP (of onthaalstructuur);

Aangifte EAS nieuwe definitie uittreding (Wet houdende diverse bepalingen) Datum

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 13/03/2013 Versie WAPZ-RIZIV Algemeen

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 10/01/2017 Versie ZS 01.05

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 8/11/2018 Versie WAPZ-RIZIV-WAPZNP 01.06

TOELICHTING BIJ DE TIJDLIJN DB2P

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 12/12/201411/08/2015 Versie WAPZ-RIZIV

1. Inleiding. Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 10/01/2017 Versie WAPZ-RIZIV 01.05

Registratie in het User Management (UMAN) van de Belgische Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Betreft: uw groepsverzekering nr. <Contractnr> op naam van <Naam relatie> met KBO-nr. <KBOnr> Beste klant, <Antwerpen / Brussel>, 26 november 2013

Project: DB2P - Pre-Load Onderwerp: Technische documentatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Gelet op de brief van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 2 oktober 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

AANGIFTE NIET-GEËXTERNALISEERDE PUBLIEKE PENSIOENTOEZEGGING HANDLEIDING

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

INLEIDING... 3 INFORMATIE OVER HET STARTSCHERM INFORMATIE OVER DE BALK BOVENAAN... 3

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN EN INSTELLINGEN VOOR BEDRIJFSPENSIOENVOORZIENING

DB2P. Presentatie voor werkgevers

Circulaire WAP - nr. 4. Betreft : Jaarlijkse mededeling betreffende de individuele pensioentoezeggingen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De aangifte aan DB2P van wijzigingen m.b.t. de inrichter van een pensioentoezegging op ondernemingsniveau. Enkele richtlijnen.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE DE IBP VELDKANT, IN VEREFFENING, HEEFT INGESTEMD

Table des matières 1. INLEIDING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gebruikershandleiding User Management Scenario 2

Gelet op het sectoraal pensioenreglement gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Registratie in het User Management (UMAN) van de Belgische Sociale Zekerheid. Bijzonder formulier DB2P voor buitenlandse entiteiten: registratie UMAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

GEBRUIK van het SOFbestand. AG Employee Benefits Trust in expertise

Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

Case studie. Bedrijfspensioenfondsen die WEL uitbesteden aan één of meerdere dienstverleners. Een presentatie voor BVPI Door Ann Verlinden

CAPELO - AANVULLINGEN BIJ HET

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

Ecaro: Gebruikersgids

SCSZ/06/044. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 februari 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

SCSZ/06/044. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 15 maart 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

DB2P. Gebruikershandleiding User Management. Scenario 3

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

CAPELO - AANVULLINGEN BIJ HET

Gelet op het sectoraal pensioenreglement gevoegd als bijlage bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006;

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden

De individuele pensioentoezegging

DB2P voor vennootschappen: inhoudelijke documentatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op het pensioenreglement gevoegd als bijlage bij hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2006;

-00-- (luik 1), in het RSZPPO- r of een r werkt (luik 2), 3. de naam. Sociale Maribel, afhouding (luik 5), te sturen naar: Directie Sociale

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Verklaring persoonlijke levenssfeer

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN

1160/K PERSOONLIJK en VERTROUWELIJK

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

DB2P voor werkgevers: inhoudelijke documentatie. Versie 1.1 1/07/2014

Privacy policy. 1. Algemeen

SCSZ/06/044. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 februari 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Cookbook KBO Open Data. Versie 1.0.0

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Inleiding De structuur van de informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

DB2P voor werkgevers: inhoudelijke documentatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

AANVRAAG TOT IDENTIFICATIE VAN EEN BTW-EENHEID (formulier 606 A)

Gebruikershandleiding User Management Scenario 4

Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité INHOUD

Transcriptie:

Betreft Aangifte-instructies DB2P Datum 28/04/2010 1. Inleiding Dit document beschrijft de aan de Databank Aanvullende Pensioenen (hierna DB2P) aan te geven gegevens zoals bedoeld in art. 5 van het KB DB2P (cf. infra). Hiertoe legt het document praktisch vast op welke manier de aangiftes moeten worden overgemaakt aan Sigedis en op welke manier de antwoorden door Sigedis worden teruggestuurd. Zo worden de instanties die aan de databank moeten aangeven alsook hun partners op de hoogte gebracht van de inhoud en het formaat van de te communiceren en te ontvangen bestanden. Er wordt verondersteld dat de lezer vertrouwd is met de 'vaktermen' die in het document voorkomen. Dit document omvat de aan te geven informatie over de collectieve pensioentoezeggingen, de individuele pensioentoezeggingen (zowel de intern als extern gefinancierde) en de solidariteitstoezeggingen. De mee te delen gegevens over de andere regelingen zoals de onthaalstructuur, het VAPZ en de groepsverzekeringen voor zelfstandige bedrijfsleiders zullen later worden toegevoegd. In het document wordt uitgegaan van een unieke aangifte tweede pijler, waarbij de aangifte over de uitbetaling aan DB2P in de plaats zal komen van deze aan het Pensioenkadaster. Het document met de aangifte-instructies wordt opgedeeld in meerdere secties. Sectie 2 behandelt de algemene werkingsprincipes die gelden voor de aangiftes aan DB2P. Sectie 3 omschrijft de verschillende communicatiekanalen bij Sigedis. Hiertoe wordt ingegaan op de wijze waarop de aangifte opgesteld en verzonden dient te worden alsook de wijze waarop de resultaten ontvangen worden. De technische instructies voor de overdracht van de bestanden worden later nog verder uitgewerkt. In Sectie 4 wordt de algemene syntax besproken van de aangifte- en antwoordbestanden, los van het formaat van elke afzonderlijke aangifte. Hier komt ook de syntax aan bod van de waardes waarnaar steeds met een standaardformaat moet worden verwezen, zoals een datum of een bedrag. Verder wordt in deze sectie vastgelegd hoe in de aangifte moet worden verwezen naar vaak gebruikte entiteiten zoals een individu of onderneming. Sectie 5 beschrijft voor elke afzonderlijke aangifte de mee te delen attributen, de periodiciteit en termijn van de aangifte evenals het (eventuele) antwoord van Sigedis. 1

2. Algemene principes 2.1. Multi-functioneel protocol Er wordt slechts één protocol gebruikt voor alle types van aangiftes over de tweede pijler. Het protocol bepaalt dat een aangiftebestand is opgebouwd uit een lijst van aangiftes. Een aangifte kan niet verder worden opgedeeld in meerdere deelaangiftes. Zo wordt er één aangifte voorzien voor de creatie van een regeling en een andere voor het meedelen van een stand van de rekening. Het is niet mogelijk om beide aangiftes - de creatie van een regeling en de stand van de rekening - gelijktijdig mee te delen. Beide aangiften moeten achtereenvolgens worden meegedeeld. Het is echter wel steeds mogelijk om beide aangiftes in hetzelfde aangiftebestand te versturen. Elke type van aangifte heeft zijn eigen identificatoren, attributen en eventueel ook een antwoord dat door Sigedis wordt verstuurd. In sectie 5 wordt hierop meer in detail ingegaan. 2.2. Periodiciteit en termijn Het moment waarop de aangifte moet worden verzonden is afhankelijk van het type aangifte. Voor elk type aangifte wordt in sectie 5 beschreven met welke periodiciteit en binnen welke termijn de aangifte verstuurd moet worden. Als algemeen principe wordt uitgegaan van een jaarlijkse aangifte, tenzij expliciet anders wordt vermeld in sectie 5. Wanneer het algemeen principe van de jaarlijkse aangifte geldt, kan de aangevende instantie zelf kiezen op welk moment van het jaar zij de aangifte indient. Hierbij dienen de voorziene termijnen echter steeds te worden gerespecteerd. Het is toegestaan om volgens een sneller ritme dan voorzien aan te geven. Zo kan de instelling die verantwoordelijk is voor de aangifte van de premies gestort door de werkgever (cf. sectie 5.5), indien zij dat wenst, de informatie maandelijks meedelen of meteen na elke storting. 2.3. Weigering van een aangiftebestand Een aangiftebestand wordt geweigerd wanneer de fouten zo ernstig zijn dat het bestand niet kan worden geëxploiteerd. Een geweigerd bestand wordt beschouwd als een afwezig bestand. Sigedis streeft er naar om het aantal weigeringen te beperken. Een aangiftebestand kan om volgende redenen geweigerd worden: 1. Onleesbaar bestand: het is niet mogelijk om het bestand te openen en te exploiteren. 2. Foutief bestandstype: het bestand is opgesteld in XML, maar in een foutief type. 3. Foutieve structuur: er ontbreken verplichte aangifteblokken die noodzakelijk zijn voor de verwerking (bv. hoofding van het bestand) of het is niet mogelijk om het bestand op te delen in verschillende aangiftes. Sigedis vermeldt steeds duidelijk de reden van de weigering in haar antwoord aan de aangevende instantie. Na verbetering kan de aangevende instantie het bestand opnieuw versturen zonder risico op een dubbele aangifte. 2.4. Anomalieën in een aangifte en verbeteringen Wanneer het bestand aanvaard is, wordt elke aangifte afzonderlijk geanalyseerd. In elk van deze aangiftes kunnen verschillende anomalieën opgespoord worden. Wanneer een anomalie wordt vastgesteld, wordt dit vermeld in het antwoord van Sigedis. Aangiftes die geen anomalieën bevatten, worden steeds aanvaard ongeacht het statuut van de andere aangiftes in het bestand. Of een aangifte al dan niet verwerkt wordt, is afhankelijk van de ernst van de opgespoorde anomalieën (blocking of warning). Indien een anomalie wordt opgespoord, stuurt Sigedis als antwoord de oorspronkelijk aangifte terug. Dit antwoord bevat eveneens voldoende gegevens 2

om de anomalie op te volgen en te verbeteren. Elk type van anomalie wordt immers geïdentificeerd aan de hand van een unieke code. Een aangifte die één of meerdere blokkerende anomalieën (blocking) bevat, kan niet worden verwerkt. De aangevende instantie dient de verbeterde aangifte dan opnieuw in te dienen binnen de normale aangiftetermijn die van toepassing was bij de oorspronkelijke aangifte. Een aangifte die enkel niet-blokkerende anomalieën (warning) bevat, kan verbeterd en teruggestuurd worden naar Sigedis met de vermelding dat het om een verbetering gaat zoals bepaald in sectie 4. Ook een aangifte die wordt aanvaard zonder anomalieën kan binnen de zes maanden op dezelfde manier verbeterd worden. 2.5. Evolutie De aangiftes en de instructies kunnen doorheen de tijd evolueren. Op technisch vlak tracht Sigedis voor zover mogelijk compatibel te blijven met het verleden. Zo zal een bestand dat technisch gezien conform is met het huidige protocol in principe ook conform blijven met de volgende versies ervan. Daarentegen is het wel mogelijk dat een bestand op functioneel vlak niet langer geldig is omwille van evoluties. Nemen we het voorbeeld van een optioneel attribuut dat doorheen de tijd verplicht wordt. Deze evolutie heeft geen impact voor de instanties die dit attribuut reeds meedeelden. De instanties die het attribuut nog niet invulden, zullen hun systeem echter moeten aanpassen om een geldige aangifte te kunnen indienen. De uitbreiding van de instructies met de aangiftes over andere categorieën van regelingen zal gebeuren op basis van de bestaande aangiftes. Zo zal een toekomstige uitbreiding met de aangiftes over de aanvullende regelingen voor zelfstandige bedrijfsleiders gebruik maken van dezelfde structuur als deze voor de aangiftes in dit document. Na de initiële opstart, worden veranderingen aan de instructies aangebracht volgens een procedure die vergelijkbaar is met deze die gebruikt wordt voor de DMFA. Wijzigingen worden tijdig aangekondigd zodat de aangevende instanties de nodige aanpassingen kunnen doen. Er wordt een 'werkgroep aangifte-instructies' opgericht waarin de technische evoluties in het protocol worden aangekondigd en besproken. 2.6. Overgangsmodaliteiten Tijdens de periode meteen na de opstart van DB2P wordt een soepele controle toegepast op fouten en nalatigheden. Ook gelden voor bepaalde attributen overgangsmaatregelen. Deze worden duidelijk vermeld in de beschrijving van het attribuut in sectie 5. De periodiciteit en termijn van de aangiftes zoals vastgelegd in sectie 5 zullen gelden vanaf het moment dat alle partners op kruissnelheid zijn. De termijnen die gelden voor het eerste jaar na de opstart zijn soepeler. Bepaalde aangiftes zijn niet vereist bij de opstart. Zo moeten de uittredingen van vóór 01/01/2011 niet worden aangegeven. Ondanks de voorziene overgangsmaatregelen moeten de aangiftes die noodzakelijk zijn voor de PK-finaliteiten (cf. uitbetaling van een prestatie) van bij aanvang voldoen aan de huidige kwaliteitsvereisten. Hier zijn enkel overgangsmaatregelen van toepassing voor de attributen die niet zijn opgenomen omwille van de PK-finaliteiten. 2.7. Delegatie en verantwoordelijkheden Per type van aangifte wordt in dit document bepaald wie verantwoordelijk is voor de aangifte: de inrichter enerzijds of de pensioen- of solidariteitsinstelling anderzijds. De aangifte van de regeling is de verantwoordelijkheid van de inrichter. De aangiftes over de individuele pensioenopbouw van de aangeslotenen (cf. stand van de rekening, transfer, etc.) zijn de verantwoordelijkheid van de pensioeninstelling. In overeenstemming met art. 68, 68bis en 68 quinquies Wet Sociale Bepalingen zijn de uitbetalingsinstellingen verantwoordelijk voor de aangiftes over de uitbetaling van een prestatie. 3

De aangifte van de premiestortingen door de werkgever is de verantwoordelijkheid van de pensioen- of solidariteitsinstelling die deze stortingen ontvangt. De verantwoordelijke kan er steeds voor kiezen om de aangifte uit te besteden aan derden. 2.7.1. Delegatie van een inrichter aan een pensioen- of solidariteitsinstelling De inrichter kan het indienen van de aangifte delegeren aan de pensioen- of solidariteitsinstelling die belast is met de uitvoering van de regeling. De delegatie wordt meegedeeld aan Sigedis via een specifieke aangifte (cf. sectie 5.13) ofwel door de inrichter die het mandaat verleent ofwel door de instelling die het mandaat ontvangt. In het laatste geval moet het mandaat bewezen kunnen worden via een expliciet document of een clausule in een contract. Dit bewijs wordt niet systematisch aan Sigedis overgemaakt maar moet op vraag voorgelegd kunnen worden. Nadat het mandaat is aangegeven kunnen zowel de inrichter als de mandataris aangiftes over de regeling indienen. Tot 2012 geldt een overgangsmaatregel voor de extern gefinancierde regelingen ingevoerd op ondernemingsniveau. Tijdens deze overgangsperiode worden aangiftes ingediend door een pensioen- of solidariteitsinstelling aanvaard, ook al geeft de inrichter hiervoor geen mandaat. 2.7.2. Delegatie aan een dienstverlener De instantie (inrichter, pensioen- of solidariteitsinstelling,...) die verantwoordelijk is voor een aangifte kan het indienen van deze aangifte steeds delegeren aan een dienstverlener. De instantie die het mandaat verleent moet dit meedelen aan Sigedis via een specifieke aangifte (cf. sectie 5.13). De aangifte van het mandaat moet meegedeeld zijn vooraleer de gemandateerde dienstverlener kan aangeven. 2.8. Gebruikte wetgeving Op verschillende plaatsen in het document komen afkortingen voor om te verwijzen naar vaak gebruikte wetgeving. Deze afkortingen worden hieronder overlopen: WAP Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 15-5-2003 KB WAP KB Solidariteit Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 14-11-2003 Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels, B.S. 14-11-2003 Wet DB2P Programmawet (I) van 27 december 2006, B.S. 28-12-2006 KB DB2P CAO Wet KB Leven IBP Wet Controlewet KB WIB KB Wetboek Vennootschappen Koninklijk Besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006, B.S. 16-5-2007 Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, B.S. 15-01-1969 Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, B.S. 14-11-2003 Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen, B.S. 10-11-2006 Wet van 9 juli 1975 betreffende controle der verzekeringsondernemingen, B.S. 29-7-1975 Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992, B.S. 13-9-1993 Koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, B.S. 6-2-2001 4

ZIV Wet Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, B.S. 27-08- 1994 Wet Sociale Bepalingen Wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, B.S. 31-03-1994 WIB Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 RSZ Wet Wet Oprichting KBO Jaarrekeningbesluit Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, B.S. 2-7-1981 Wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, B.S. 5-2-2003 Koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, B.S. 6-2-2001 5

3. Communicatiekanalen De verwerking, de controles en de anomalieën blijven steeds hetzelfde, ongeacht het communicatiekanaal. Enkel de technische uitwerking verschilt. Zo kan een aangifte die werd ingediend via één kanaal verbeterd worden via een ander kanaal. De technische details van elk communicatiekanaal zullen zo snel mogelijk worden overgemaakt. 3.1. Batch modus In de batch modus worden de aangiftes samen op een zelfde moment verstuurd. 3.2. Modus 'Portaal van de Sociale Zekerheid' Het Portaal van de Sociale Zekerheid wordt voorzien voor de aangifte van gerichte of uitzonderlijke acties. 3.3. Modus 'Webservice' De webservice wordt gebruikt voor de aangifte van gerichte acties naarmate deze zich voordoen (STP). 6

4. Beschrijving van de uitwisselingsbestanden In deze sectie wordt de inhoud van de uitwisselingsbestanden technisch beschreven. Er wordt in detail ingegaan op de structuur van de uitwisselingsbestanden, de weergave van de data, de technische gegevens,... De lijst van de verschillende mogelijke aangiftes en hun attributen wordt hier echter niet opgenomen. De functionele beschrijving hiervan komt aan bod in sectie 5. 4.1. Formaat van de bestanden 4.1.1. XML De uitwisselingsbestanden worden opgesteld in XML formaat. Alle uitwisselingsbestanden worden gecodeerd in UTF-8, zoals aanbevolen door de XML standaarden. Zij beginnen dus steeds met de hoofding: <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> De XML standaarden bepalen eveneens dat de bestanden hoofdlettergevoelig zijn. Zo worden de namen van elementen, attributen en constanten niet herkend wanneer in de schrijfwijze het onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters niet worden gerespecteerd. 4.1.2. Conventies inzake naamgeving Aangezien aan een element slechts één naam kan worden toegewezen en deze naam bovendien taalkundig zo neutraal mogelijk dient te zijn, worden de namen van de elementen, attributen en waardes in het Engels opgesteld. De namen van elementen en constanten worden met een hoofdletter geschreven aan het begin van elk woord, de andere letters zijn steeds kleine letters (CamelCase). De namen van de attributen volgen dezelfde regel, behalve dan voor de eerste letter. Deze is steeds een kleine letter. <Individu motherlanguage="fr" birthdate="1980-08-22" civilstatus="married"... /> 4.1.3. XML stijl Het protocol omschrijft duidelijk de relatie tussen de elementen en hun verschillende mogelijke waardes. De XML stijl is daarentegen flexibel. Wanneer een element A een ander element B omvat, is het steeds mogelijk om een XML subelement B te gebruiken dat omvat zit in het XML element A. Het volgende voorbeeld illustreert dit aan de hand van het element Individu, dat de subelementen Firstname en LastName omvat. <Individu> <FirstName>Jean</FirstName> <LastName>Dupont</LastName> </Individu> Wanneer het element B geen andere subelementen omvat (niet gestructureerd) en slechts één keer kan worden ingevuld (enkelvoudig), is het toegestaan om dit element B te noteren onder de vorm van een attribuut bij het XML element A. De volgende notatie is dus equivalent aan deze in het vorige voorbeeld. <Individu firstname="jean" lastname="dupont" /> Deze laatste notatie heeft als voordeel dat ze veel compacter is en gemakkelijk leesbaar. Daarom wordt in de voorbeelden meestal deze notatie gebruikt. De volgorde van de subelementen van een XML element is niet van belang, tenzij expliciet anders wordt vermeld. 7

4.2. Conventies inzake schrijfwijze 4.2.1. Elementen van het protocol De attributen die voorkomen in de aangifte- of antwoordbestanden van DB2P worden in dit document steeds als volgt omschreven: Multipliciteit van het attribuut De omschrijft de betekenis van het attribuut. Het omschrijft de voorwaarde die bepaalt of het attribuut al dan niet relevant is. Indien de voorwaarde niet geldt, moet het veld niet worden meegedeeld. Indien de voorwaarde daarentegen wel geldt, moet het attribuut worden ingevuld. Het attribuut is steeds van toepassing wanneer er geen voorwaarden worden bepaald in het toepassingsgebied. De Multipliciteit verwijst naar het aantal mogelijke waardes die voor het attribuut kunnen worden meegedeeld (onder het parent element). De volgende codes worden gebruikt: - 1 duidt aan dat het attribuut uniek is en technisch gezien verplicht. - 0..1 duidt aan dat het attribuut uniek is, maar technisch gezien optioneel (tussen 0 en 1 waardes worden geaccepteerd). - 0..N duidt aan dat het attribuut meervoudig is, maar technisch gezien optioneel ( tussen 0 en N waardes worden geaccepteerd). - 1..N duidt aan dat het attribuut meervoudig is en technisch gezien verplicht ( tussen 1 en N waardes worden geaccepteerd). Meer algemeen, betekent x..y dat het aantal in te vullen waardes gelegen is tussen x en y (inbegrepen). x..x wordt afgekort tot x. Overgangsmaatregel Voorbeelden Merk op dat enkel rekening moet worden gehouden met de multipliciteit wanneer het attribuut van toepassing is. Indien het attribuut niet van toepassing is, is de multipliciteit steeds gelijk aan 0. De omschrijft de precieze inhoud van het attribuut. Wanneer een reeks van fixed values moet worden omschreven, worden deze waardes in het vet getypt, om ze duidelijk te onderscheiden van de bijhorende uitleg. De Overgangsmaatregelen bepalen de afwijkingen in de aangiftes die worden toegestaan tijdens de opstartperiode van DB2P. De omvat indien nodig een bijkomende verduidelijking bij het attribuut. Het Voorbeeld illustreert hoe het attribuut moet worden meegedeeld. De kleuren paars en blauw betreffen de opstartperiode en geven aan of het attribuut prioritair is (paars) of niet (blauw). Indien een attribuut prioritair is, wil dat zeggen dat het vanaf de eerste aangiftes moet aangegeven worden (vanzelfsprekend voor zover het van toepassing is op de aan te geven situatie). Het feit dat het moet aangegeven worden, sluit niet uit dat er gedurende een bepaalde periode bijzondere modaliteiten kunnen gelden (vb. minder stringente vormvereisten of inhoudelijke vereisten), maar dat neemt niet weg dat er voor dit attribuut wel degelijk een waarde moet worden aangegeven. Het ontbreken van een waarde voor dat attribuut is dan een anomalie die in sommige gevallen blokkerend kan zijn en tot een verwerping van de aangifte kan aanleiding geven. De concrete manier waarop wordt omgegaan met een anomalie, wordt bepaald in wat volgt. Een niet-prioritair attribuut daarentegen is een attribuut dat tijdens de opstartperiode niet moet worden aangegeven. Het ontbreken van een waarde voor dat attribuut of een foute waarde voor het attribuut is dan ook geen anomalie gedurende die opstartperiode. De duur van de opstartperiode wordt gedefinieerd in wat volgt. In principe kan die verschillen van attribuut tot attribuut, maar er is niettemin gestreefd naar een uniforme definitie van de opstartperiode. De kleuren oranje en grijs hebben de volgende betekenis: - Grijs verwijst naar de technische attributen. - Oranje wordt gebruikt voor de attributen afkomstig uit het netwerk van de Sociale Zekerheid. De context waarin het attribuut gebruikt dient te worden, wordt duidelijk omschreven in de verschillende secties. Wanneer het attribuut een subelement betreft dat onder een ander element moet worden gebruikt, worden de bijzonderheden van dit element eveneens 8

beschreven. Merk ten slotte op dat een protocolelement rechtstreeks kan worden weergegeven als een XML element, maar ook in de vorm van een attribuut wanneer dit aan de regels voldoet zoals bepaald in sectie 4.1.3. 4.2.2. Andere conventies De geel gearceerde kaders worden gebruikt om de voorbeelden weer te geven. Wanneer in de tekst verwezen wordt naar protocolelementen, zoals de naam van een attribuut, worden deze cursief getypt. 4.3. Weergave van de standaardwaardes In het protocol worden de waardes van een zelfde type steeds op dezelfde wijze weergegeven. Deze sectie beschrijft voor elk type waarde welke notaties aanvaard worden. Het protocol is in dat opzicht zeer flexibel en laat meerdere mogelijkheden toe om naar entiteiten te verwijzen. De aangevende instantie kan vrij kiezen welke van deze mogelijke formaten ze gebruikt. 4.3.1. Standaardformaten Deze sectie beschrijft de standaardformaten voor waardes die niet specifiek zijn voor het domein van de aanvullende pensioenen, zoals taal, integer, datum,... 4.3.1.1. Reeks van lettertekens Een reeks van lettertekens wordt in XML als volgt weergegeven: <Message>Goedendag,... </Message> <... message="goedendag,..." /> De conventies inzake de schrijfwijze van XML moeten vanzelfsprekend steeds gerespecteerd worden. Indien in de waarde een teken voorkomt dat in de XML syntax wordt gebruikt, moet dat dan ook steeds gequote worden. <MyDefinition>Si a<b,... </MyDefinition> 4.3.1.2. Datum Voor de weergave van een datum zijn zowel het europese formaat (DD/MM/YYYY) als het aanbevolen formaat voor XML (YYYY-MM-DD) toegelaten. <BirthDate>23/09/1972</BirthDate> <BirthDate>1972-09-23</BirthDate>... birthdate="23/09/1972"...... birthdate="1972-09-23"... 4.3.1.3. Moment Voor de weergave van een moment wordt hetzelfde formaat gebruikt als voor de weergave van een datum gevolgd door een spatie en de weergave van het uur, in het formaat hh:mm:ss of hh:mm. Het uur wordt steeds uitgedrukt volgens het formaat 24h. Er wordt gewerkt met de Belgische tijdsaanduiding. <GenerationTime>06/01/2010 15:25:10</GenerationTime> 4.3.1.4. Taal Voor de weergave van de taal, wordt de ISO-standaard 639-1 gebruikt. De codes kunnen zowel met kleine letters als met hoofdletters worden geschreven. Enkele vaak voorkomende voorbeelden zijn: Frans FR 9

Nederlands Engels Duits NL EN DE <... motherlanguage="fr"/> <ContactLanguage>nl</ContactLanguage> 4.3.1.5. Getal Een getal wordt geschreven zonder scheidingsteken voor duizendtallen. Als decimaal scheidingsteken wordt de komma gebruikt. Negatieve waardes worden voorafgegaan door een minteken. <... value1="12" value2="123456,7" value3="0" value4="-15,75" /> 4.3.1.6. Integer Het formaat voor een integer is vergelijkbaar met dat van een getal. Het formaat voor een integer kan daarentegen nooit decimalen bevatten. <... value="12" /> 4.3.1.7. Percentage Een percentage kan geschreven worden als een getal (bv. 0,03) of met behulp van het letterteken '%' (bv. 3%). Bijgevolg is de notatie '3%' gelijk aan '0,03'. <Rate>0,0325</Rate> <Rate>3,25%</Rate> 4.3.1.8. Bedrag Een bedrag wordt genoteerd in de vorm van een getal met twee decimalen, gevolgd door een spatie en de munteenheid. Ter herinnering, de getallen worden geschreven zonder een scheidingsteken voor de duizendtallen, maar met een komma als decimaal scheidingsteken. Het formaat voor de munteenheid is een code van drie letters zoals bepaald door de ISO-standaard 4127 (cf. http://www.iso.org/iso/fr/currency_codes_list-1). De code voor de euro is EUR, de code voor de oude Belgische frank was BEF. <Price>1234,56 EUR</Price> 4.3.1.9. Booleaan Een booleaan verwijst naar de keuze tussen twee waardes: waar of onwaar, ja of neen,... De notaties true, yes, Y en 1 worden aanvaard om te verwijzen naar een resultaat dat waar is. De notaties false, no, N en 0 worden aanvaard om te verwijzen naar een resultaat dat onwaar is. <TrainIsLate>true</TrainIsLate> 4.3.1.10. Identificator naar keuze Dit formaat wordt gebruikt wanneer de aangevende instantie zelf een identificator kan kiezen om naar een entiteit (zoals een aangiftebestand, een regeling of rekening) te verwijzen. De identificator bestaat uit maximum 30 lettertekens en kan letters, cijfers of de volgende karakters omvatten:. (punt), - (afbreekstreepje) en / (slash). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. <Id>72-1205/4031/LG</Id> 4.3.1.11. Identificator Sigedis Dit formaat wordt gebruikt wanneer de identificator wordt toegekend door Sigedis. De identificator omvat zes blokken van vier cijfers die worden gescheiden door een - 10

(afbreekstreepje). De identificator kan in de aangiftes worden ingevuld met of zonder deze scheidingstekens. <Reference>2010-1234-5678-9012-3456-0842</Reference> <Reference>201012345678901234560842</Reference> 4.3.1.12. Binaire gegevens Als 'binaire gegevens' worden beschouwd alle gegevens die niet rechtstreeks als tekst leesbaar zijn in de XML aangiftebestanden. Een typisch voorbeeld van binaire gegevens zijn de PDF bestanden met hun eigen formaat. De binaire gegevens worden rechtstreeks opgenomen in een XML element, gecodeerd in base64. In tegenstelling tot de andere gegevens, kunnen de binaire gegevens niet worden weergegeven in de vorm van een attribuut. Deze notatie is immers enkel bruikbaar voor gegevens van een klein formaat en dus niet voor bestanden. De codering base64 is vastgelegd in het document RFC 4648 (cf. http://tools.ietf.org/html/rfc4648). <MyFile> U2lnZWRpcyB2b3VzIHJlbWVyY2llIHBvdXIgdm90cmUgZmljaGllciBkZSBk6WNsYXJhdGlvbi4= </MyFile>. Er bestaan meerdere implementaties om te coderen of decoderen in base64. Bijvoorbeeld: - in Java: de bibliotheek commons-codec (cf. http://commons.apache.org/codec/) - in C# en VB.NET, de methoden System.Convert.ToBase64String() en System.Convert.FromBase64String(). 4.3.1.13. PDF De PDF documenten die verstuurd moeten worden, zijn van het type PDF/A-1a zoals gedefinieerd door ISO 19005-1:2005. Bijgevolg moet de tekst vervat in de PDF in de vorm van een tekst worden weergegeven en dus niet in de vorm van een afbeelding. De keuze voor het type PDF/A-1a beoogt twee doelstellingen. Ten eerste moet het verstuurde document gedurende zeer lange tijd leesbaar blijven, zelfs 40 jaar na aangifte. Ten tweede moet de tekst vervat in het document rechtstreeks en automatisch exploiteerbaar zijn met het oog op het doorzoeken en indexeren van het document. Dit is immers niet mogelijk wanneer de tekst zonder meer gekopieerd wordt in de vorm van een afbeelding. Een document dat betrekking heeft op regelingen ingevoerd vóór 01/01/2012 mag ook worden aangegeven als een PDF van het type PDF/A zoals gedefinieerd door ISO 19005-1:2005. De bestanden dienen overgemaakt te worden via een XML element. De body van dat element omvat dan de inhoud van het PDF bestand. Aangezien het hier binaire gegevens betreft, moeten zij gecodeerd worden in base64. Het is ten slotte mogelijk om een optioneel attribuut name toe te voegen aan het element om de naam van het bestand mee te delen. <MyFile name="reglement.pdf"> U2lnZWRpcyB2b3VzIHJlbWVyY2llIHBvdXIgdm90cmUgZmljaGllciBkZSBk6WNsYXJhdGlvbi4= </MyFile>. 4.3.1.14. Reeks van fixed values Wanneer een waarde gekozen moet worden uit een reeks van fixed values, wordt een code toegekend aan elke mogelijke waarde. Deze code moet dan worden meegedeeld in de aangifte. <TrainType>IC</TrainType> 4.3.1.15. Lijst van waardes Een lijst van waardes wordt weergegeven via een omvattend element dat de lijst afbakent en één element voor elke waarde in de lijst. 11

<Items> <Item value="a"/> <Item value="b"/> <Item value="c"/>... </Items> Merk op dat er een verschil is tussen een lege lijst (het omvattend element is ingevuld, maar er zijn geen elementen binnen de lijst) en de afwezigheid van een lijst. Een lege lijst verwijst naar een geldig formaat en betekent dat er geen waardes zijn in de lijst. Bij de afwezigheid van een lijst is er geen informatie. De afwezigheid van een lijst kan leiden tot een anomalie, bijvoorbeeld wanneer het een verplicht veld betreft dat niet werd ingevuld. <Items /> 4.3.2. Verwijzing naar vaktermen 4.3.2.1. Individu Een individu dient in principe geïdentificeerd te worden op basis van het INSZ-nummer (identificatienummer voor de sociale zekerheid). SSIN Multipliciteit 0..1 <Affiliate SSIN="70.11.20-059.55" /> Het identificatienummer van het individu voor de sociale zekerheid. Het INSZ is een identificator van het formaat 99.99.99-999.99. Het INSZ kan worden meegedeeld met of zonder scheidingstekens. Het INSZ-nummer is een unieke identificatiesleutel per natuurlijk persoon die gebruikt wordt in de sociale zekerheid. Voor de personen opgenomen in het Rijksregister (ingeschreven in het Belgisch bevolkings of vreemdelingenregister) is dit het rijksregisternummer. Voor personen die niet ingeschreven zijn in het rijksregister en waarover informatie moet worden bijgehouden in het kader van de sociale zekerheid is dit het KSZnummer. Wanneer de aangevende instantie niet over het INSZ beschikt, kan zij de identificatiegegevens meedelen waarover zij beschikt (naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, adres en/of geboorteplaats). Deze gegevens moeten toelaten om het individu te identificeren. Multipliciteit FirstName De voorna(a)m(en) van het individu. 0..N Type Reeks van lettertekens. LastName De naam van het individu. Multipliciteit 0..1 Type Reeks van lettertekens. BirthDate De geboortedatum van het individu. Multipliciteit 0..1 Type Datum. 12

Sex Multipliciteit 0..1 Het geslacht van het individu. M: Man. F: Vrouw. Multipliciteit 0..1 Address Het adres van het individu. Adress omvat de subelementen Country, PostalCode, Locality, Street, Number en Box. Voorbeelden Voor de weergave van het land wordt de ISO-standaard 3166-1 gebruikt. De andere subelementen worden weergegeven als een reeks van lettertekens. <Address country="be" postalcode="1000" locality="brussel" street=molenstraat" number="2" /> Multipliciteit 0..1 BirthPlace De geboorteplaats van het individu. BirthPlace omvat de subelementen Country, PostalCode en Locality (cf. Adress). <Director firstname="pierre" lastname="janssen" birthdate="12/08/1952" /> Ook wanneer het INSZ beschikbaar is, blijft het mogelijk om meerdere identificatiegegevens mee te delen. Er wordt dan nagegaan of de meegedeelde identificatiegegevens overeenstemmen met het meegedeelde INSZ. Er zal een anomalie worden vastgesteld wanneer de gegevens niet overeenstemmen. <Director SSIN="52.08.12-059.55" firstname="pierre" lastname="janssen" birthdate="12/08/1952" /> Bij de identificatie op basis van het INSZ, is het steeds mogelijk om rechtstreeks een verkorte notatie te gebruiken in de vorm van een attribuut. De waarde van het attribuut is dan gelijk aan deze die wordt gebruikt voor het subelement SSIN. De volgende twee notaties zijn dus equivalent: <Society><Director SSIN="70.11.20-059.55" /></Society> <Society director="70.11.20-059.55" /> 4.3.2.2. Onderneming Een onderneming wordt geïdentificeerd op basis van het ondernemingsnummer (KBO-nummer). De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) bevat alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden (cf. http://statbel.fgov.be/nl/ondernemingen/kbo/index.jsp). Art. 4 Wet Oprichting KBO definieert de ondernemingen die geregistreerd worden in de KBO in ruime zin: 1. In de Kruispuntbank van Ondernemingen worden gegevens opgenomen betreffende: 1 de rechtspersonen naar Belgisch recht; 2 de vestigingen, instanties en diensten naar Belgisch recht die opdrachten van algemeen nut of verbonden met de openbare orde uitvoeren en over een financiële en boekhoudkundige autonomie beschikken, onderscheiden van deze van de rechtspersoon naar Belgisch publiek recht waarvan ze afhankelijk zijn; 3 de rechtspersonen naar buitenlands of internationaal recht die in België beschikken over een zetel of die zich dienen te registreren in uitvoering van een door de Belgische wetgeving opgelegde verplichting; 4 iedere natuurlijke persoon, die in België als onafhankelijke entiteit: a) een economische en beroepsmatige activiteit gewoonlijk, hoofdzakelijk of aanvullend 13

uitoefent; b) of die zich dient te registreren in uitvoering van een door de Belgische wetgeving opgelegde verplichting anders dan deze beoogd door deze wet; 5 de verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die zich dienen te registreren in uitvoering van een door de Belgische wetgeving opgelegde verplichting anders dan deze beoogd door deze wet; 6 de vestigingseenheden van de bovenvermelde ondernemingen. 2. Voor de toepassing van 1, oefent onder andere gewoonlijk een economische activiteit uit, ieder onderneming die in België: 1 hetzij als werkgever aan de sociale zekerheid is onderworpen; 2 hetzij aan de belasting over de toegevoegde waarde is onderworpen. Elke onderneming die zich laat inschrijven bij de KBO, krijgt een ondernemingsnummer toegewezen. Dit nummer omvat 10 cijfers, opgedeeld in drie blokken (4,3,3) die van elkaar worden gescheiden door een. (punt). Het formaat zonder punten wordt eveneens aanvaard. <Sender>0880.317.263</Sender> <Sender>0880317263</Sender> 4.3.2.3. Regeling Het concept 'regeling' wordt in dit document gebruikt als een containerbegrip. Zoals gedefinieerd in art. 2 KB DB2P omvat dit containerbegrip: 1 een pensioentoezegging bedoeld in artikel 3, 1, 3, van de WAP; 2 een individuele pensioentoezegging, bedoeld in artikel 3, 1, 4, van de WAP; 3 een pensioenregeling gesloten in toepassing van artikel 32, 1, 2, van de WAP; 4 een onthaalstructuur zoals bedoeld artikel 32, 2, van de WAP; 5 een pensioenregeling gesloten in toepassing van artikel 33 van de WAP; 6 een pensioenovereenkomst zoals bedoeld in artikel 42, 7, van de WAPZ; 7 een aanvullende pensioenregeling voor zelfstandigen, andere dan deze bedoeld in 6 ; 8 een pensioenregeling in het kader van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994; 9 een aanvullende pensioenregeling in het voordeel van contractuele of statutaire personeelsleden in overheidsdienst, met uitsluiting van de aanvullende voordelen zoals bedoeld in de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een overheidsdienst; 10 een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in artikel 3, 1, 17, van de WAP; 11 een solidariteitsstelsel zoals bedoeld in artikel 42, 9, van de WAPZ. Het concept 'regeling' omvat dus alle categorieën van voorzieningen in de tweede pensioenpijler, of ze nu collectief of individueel zijn, een pensioen- of solidariteitsregeling betreffen, binnen het wettelijk kader van de WAP of WAPZ vallen,... Zoals aangehaald in de inleiding handelt dit document voorlopig enkel over de regelingen opgesomd onder 1, 2 et 10. Een regeling kan geïdentificeerd worden op basis van een identificator toegekend door Sigedis. Multipliciteit 0..1 SigedisId De identificator van de regeling toegekend door Sigedis. Type Identificator Sigedis. De identificator wordt verstuurd als antwoord op de initiële aangifte van een regeling. <Reference sigedisid="2010-1234-5678-9012-3456-0842" /> Het is eveneens toegestaan dat de aangevende instantie haar eigen identificator gebruikt om naar een regeling te verwijzen. 14

RegistrantId De identificator van de regeling gekozen door de aangevende instantie. Multipliciteit 0..1 Type Identificator naar keuze. Multipliciteit 0..1 Registrant Het ondernemingsnummer van de aangevende instantie die RegistrantId heeft gekozen. Type Onderneming. RegistrantId is een identificator eigen aan de aangevende instantie. Verschillende aangevende instanties kunnen evenwel gelijkaardige identificatoren gebruiken. Het attribuut Registrant duidt aan welke aangevende instantie de identificator gebruikt. Ook al wordt RegistrantId ingevuld, het attribuut Registrant is niet verplicht. Wanneer Registrant niet wordt meegedeeld, betekent dit dat de waarde voor dit attribuut gelijk is aan de waarde van Registrant meegedeeld op het niveau van het aangiftebestand (cf. sectie 4.4.2). <MyRegulation registrantid="abcde.12345" /> <MyRegulation registrantid="abcde.12345" registrant="0880.317.263" /> Enkel wanneer naar de regeling wordt verwezen met een identificator toegekend door Sigedis, kan een verkorte notatie worden gebruikt in de vorm van een attribuut. De volgende twee notaties zijn dus equivalent: <MyDeclaration><Regulation sigedisid="2010-1234-5678-9012-3456-0842"/>...</mydeclaration> <MyDeclaration regulation="2010-1234-5678-9012-3456-0842"... /> 4.3.2.4. Rekening De rekening bevat gegevens over de individuele pensioenopbouw van de aangeslotene. De identificator van een rekening wordt gekozen door de aangevende instantie. RegistrantId De identificator van de rekening gekozen door de aangevende instantie. Type Identificator naar keuze. Multipliciteit 0..1 Registrant Het ondernemingsnummer van de aangevende instantie die RegistrantId heeft gekozen. Type Onderneming. RegistrantId is een identificator eigen aan de aangevende instantie. Verschillende aangevende instanties kunnen evenwel gelijkaardige identificatoren gebruiken. Het attribuut Registrant duidt aan welke aangevende instantie de identificator gebruikt. Ook al wordt RegistrantId ingevuld, het attribuut Registrant is niet verplicht. Wanneer Registrant niet wordt meegedeeld, betekent dit dat de waarde voor dit attribuut gelijk is aan de waarde van Registrant meegedeeld op het niveau van het aangiftebestand (cf. sectie 4.4.2). <Account registrant="0880.317.263" registrantid="abcde.12345" /> Het is mogelijk om een verkorte versie te gebruiken aangezien het niet verplicht is om Registrant mee te delen. Het volstaat dan om rechtstreeks de waarde van RegistrantId in te vullen. De volgende twee notaties zijn dus equivalent: 15

<Deposit><Account registrantid="abcde.12345" />...</Deposit> <Deposit account="abcde.12345"... /> 4.3.2.5. Luik rekening Een luik van de rekening is een onderdeel van de rekening. De regels om te verwijzen naar een luik van de rekening zijn dezelfde als deze om te verwijzen naar de rekening.... accountpart="abcde.12345/10"... <AccountPart registrantid="abcde.12345/10" /> 4.3.2.6. Prestatie In dit document wordt een prestatie beschouwd als de uitbetaling, in de vorm van een kapitaal of rente, van een pensioenrecht aan de aangeslotene of zijn rechthebbende(n). Een prestatie kan geïdentificeerd worden op basis van een identificator toegekend door Sigedis. Ook hier is het mogelijk om rechtstreeks een verkorte notatie te gebruiken in de vorm van een attribuut. Multipliciteit 0...1 SigedisId De identificator van de prestatie toegekend door Sigedis. Voor alle prestaties die worden uitgevoerd na de opstart van DB2P. Type Identificator Sigedis. De identificator wordt verstuurd als antwoord op de initiële aangifte van de uitvoering van een prestatie.... benefit="2010-1234-5678-9012-3456-0842"... <Benefit sigedisid="2010-1234-5678-9012-3456-0842" /> Het is eveneens toegestaan dat de aangevende instantie haar eigen identificator gebruikt om naar een prestatie te verwijzen. RegistrantId De identificator van de prestatie gekozen door de aangevende instantie. Voor alle prestaties die worden uitgevoerd na de opstart van DB2P. Multipliciteit 0..1 Type Identificator naar keuze. Multipliciteit 0..1 Registrant Het ondernemingsnummer van de aangevende instantie die RegistrantId heeft gekozen. Type Onderneming. RegistrantId is een identificator eigen aan de aangevende instantie. Verschillende aangevende instanties kunnen evenwel gelijkaardige identificatoren gebruiken. Het attribuut Registrant duidt aan welke aangevende instantie de identificator gebruikt. Ook al wordt RegistrantId ingevuld, het attribuut Registrant is niet verplicht. Wanneer Registrant niet wordt meegedeeld, betekent dit dat de waarde voor dit attribuut gelijk is aan de waarde van Registrant meegedeeld op het niveau van het aangiftebestand (cf. sectie 4.4.2). Het gebruik van een identificator Pensioenkadaster is verplicht voor de prestaties in de vorm van een rente waarvoor reeds betalingen werden verricht vóór de opstart van DB2P. 16

Voorbeelden PensionRegisterId De identificator van de prestatie zoals gekend bij het Pensioenkadaster. Voor alle prestaties in de vorm van een rente waarvoor reeds betalingen werden verricht vóór de opstart van DB2P. De waarde van PensionRegisterId wordt gevormd door de opeenvolgende waardes voor de PK-velden: - Identificatie van de uitbetalingsinstelling; - INSZ van de begunstigde; - Nummer van het pensioendossier; - Code van het voordeel; - Periodiciteit. Voor de prestatie in de vorm van een rente waarvoor betalingen werden verricht vóór de opstart van DB2P, werd reeds een recht geopend via een aangifte aan het Pensioenkadaster. In dat geval moet rechtstreeks de identificator van het recht bij het Pensioenkadaster gebruikt worden voor de betalingen die na de opstart aan DB2P worden aangegeven. Het is dan niet nodig om ook een aangifte van de uitvoering van de prestatie in te dienen bij DB2P. <Benefit pensionregisterid= "08803172637011200595511122233344455500K" /> 4.3.2.7. Rente Een rente verwijst naar een periodieke uitbetaling van een bedrag. Dit bedrag van de periodieke uitbetaling kan maar correct geïnterpreteerd worden als ook de kenmerken van de rente voorhanden zijn. Zo moet bijvoorbeeld duidelijk zijn of de rente tijdelijk of levenslang is, of de rente geïndexeerd wordt en of ze kan worden overgedragen. Een rente wordt gekenmerkt door volgende subattributen: Amount Het bedrag van de rente. Type Bedrag. Periodicity De periodiciteit van de rente. Type Integer, aanduiding van het aantal maanden tussen twee renteuitkeringen. Een voorbeeld ter verduidelijking: 1 voor een maandelijkse rente of 12 voor een jaarlijkse rente. Indexed Geeft aan of de rente geïndexeerd wordt. Type Booleaan. Indexering verwijst naar het feit dat de rente wordt gekoppeld aan een indexcijfer of periodiek forfaitair wordt verhoogd. 17

Duration De duurtijd van de rente. LifeTime: indien het een levenslange rente betreft, of Type Integer, aanduiding van het aantal voorziene uitkeringen in de vorm van een rente (indien het een tijdelijke rente betreft). Transferable Geeft aan of de rente overdraagbaar is. Type Booleaan. <MyPension amount="1000,00 EUR" periodicity="1" indexed="true" duration="lifetime" transferable="false" /> 4.4. Structuur van het aangiftebestand 4.4.1. Volledige bestand Het root element van het aangiftebestand is SecondPillarPensionDeclarationsFile. Voorbeelden SecondPillarPensionDeclarationsFile Het root element van het aangiftebestand dat wordt verzonden naar DB2P. Dit element kan enkel volgende subelementen omvatten: AdministrativeData, Declarations en Corrections. <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <SecondPillarPensionDeclarationsFile xmlns="http://www.sigedis.be/declarations" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/xmlschema-instance" xsi:schemalocation="http://www.sigedis.be/declarations declarations.xsd"> <AdministrativeData>... </AdministrativeData> <Declarations>... </Declarations> </SecondPillarPensionDeclarationsFile> 4.4.2. Gegevens van het aangiftebestand Voorbeelden AdministrativeData Dit element bevat de gegevens over het aangiftebestand. Deze gegevens beschrijven het bestand, de verzender,... Dit element omvat de subelementen CreationMoment, Sender, Registrant en DeclarationFileId (cf. infra). <AdministrativeData> <CreationMoment>03/01/2010 02:10:00</CreationMoment> <DeclarationFileId>132</DeclarationFileId> <Registrant>0880.317.263</Registrant> <Sender>0880.317.263</Sender> </AdministrativeData> Het element AdministrativeData omvat volgende subelementen: 18

CreationMoment Het moment waarop het aangiftebestand wordt gecreeërd. Type Moment. Sender Het ondernemingsnummer van de verzender van het aangiftebestand. Type Onderneming. Het betreft hier de instantie die zich authenticeert bij het systeem alvorens het aangiftebestand in te dienen. Registrant Het ondernemingsnummer van de instantie voor wie de verzender (Sender) de aangifte indient. Type Onderneming. Enkel indien een instantie de aangifte delegeert aan een dienstverlener (cf. sectie 2.7.2) is de waarde van Registrant niet gelijk aan deze van Sender. In alle andere gevallen zijn de beide waardes voor Registrant en Sender gelijk. Enkele voorbeelden ter verduidelijking. Een pensioeninstelling P delegeert het indienen van de aangifte aan dienstverlener D. De waarde voor Registrant is dan gelijk aan P en de waarde voor Sender is gelijk aan D. Een inrichter I delegeert de aangifte van de regeling aan de pensioeninstelling P die belast is met de uitvoering van de regeling. De waardes voor Registrant en Sender zijn beide gelijk aan P. Een instantie A met aangifteverantwoordelijkheid delegeert niet en dient zelf een aangifte in. De waardes voor Registrant en Sender zijn beide gelijk aan A. Merk op dat een instantie slechts aangiftes kan indienen in naam van een andere instantie indien zij hiertoe door de andere instantie op correcte wijze is gemandateerd (cf. sectie 2.7 en 5.13). DeclarationFileId De identificator van het aangiftebestand gekozen door de aangevende instantie. Deze identificator wordt hernomen in het antwoordbestand zodat steeds duidelijk is op welk aangiftebestand het antwoord betrekking heeft. Type Identificator naar keuze. De identificator mag niet eerder gebruikt zijn voor een ander aangiftebestand van de verzender. 4.4.3. Aangiftes Alle aangiftes zitten omvat in het element Declarations dat onder het element SecondPillarPensionDeclarationsFile wordt weergegeven. 19

Declarations Het omvattend element dat alle aangiftes van een bestand bevat. Het element Declarations omvat de verschillende functionele aangiftes: regeling, stand van de rekening, storting, uitvoering van een prestatie, transfer,... Elk van deze aangiftes wordt meer in detail besproken in sectie 5. Merk op dat de volgorde van de aangiftes van belang is. De aangiftes worden immers verwerkt in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. Daarom is het noodzakelijk om de aangiftes in een logische volgorde mee te delen. Zo dient de aangifte van een regeling te worden meegedeeld vóór deze van de storting van de premies. Bij een omgekeerde volgorde zal de aangifte van de storting van de premies geweigerd worden omdat hierin wordt verwezen naar een onbekende regeling. Naast de functionele gegevens die worden beschreven in de volgende sectie, wordt elke aangifte in het bestand geïdentificeerd op basis van een reeksnummer. Sequence Het unieke reeksnummer van de aangifte in het aangiftebestand. Type Integer. Dit reeksnummer begint steeds met 1 voor de eerste aangifte in het bestand en wordt vervolgens vermeerderd met 1 voor elke volgende aangifte. <Declarations> <CreateRegulation sequence="1">... </CreateRegulation> <AccountState sequence="2">... </AccountState > <Deposit sequence="3">... </Deposit >... </Declarations> 4.4.4. Verbeteringen Via een verbetering kan een eerder ingediende aangifte gewijzigd worden. Een verbetering laat toe om een fout recht te zetten in een aangifte die reeds werd aanvaard met of zonder anomalieën. Een verbetering mag daarentegen niet gebruikt worden om mee te delen dat de gegevens in een eerdere aangifte normaal evolueren. In dat geval moet immers een update worden aangegeven en blijft de initiële aangifte geldig. Het is ook niet mogelijk om via een verbetering fouten te corrigeren in een geblokkeerde aangifte. Een geblokkeerde aangifte wordt immers beschouwd als een afwezige aangifte. De aangifte moet daarom volledig opnieuw worden aangegeven. Een verbetering wordt op dezelfde wijze meegedeeld als de initiële aangifte, onder het element Declarations. Zij wordt daarentegen gekenmerkt door volgende twee bijkomende attributen: Multipliciteit 0..1 InitialDeclarationFileId De identificator van het aangiftebestand dat de te verbeteren aangifte bevat. Type Identificator naar keuze. InitialDeclarationSequenceId Het reeksnummer van de te verbeteren aangifte. Multipliciteit 0..1 Type Integer. 20

<Declarations> <CreateRegulation sequence="1" initialdeclarationfileid="a" initialdeclarationsequenceid="1" (...) > (...) </CreateRegulation > <Deposit sequence="2" initialdeclarationfileid="b" initialdeclarationsequenceid="5" (...) > (...) </Deposit> </Declarations> Een aangifte kan ook steeds geannuleerd worden. Hiertoe dient de aangifte CancelDeclaration te worden gebruikt. Deze aangifte bevat de attributen sequence, initialdeclarationfileid en initialdeclarationsequenceid zoals hierboven beschreven. <Declarations> <CancelDeclaration sequence="1" initialdeclarationfileid="a" initialdeclarationsequenceid="1" /> </Declarations> 4.5. Structuur van het antwoordbestand Voor elk verzonden aangiftebestand stuurt Sigedis een antwoordbestand terug. Hierin geeft Sigedis aan welke aangiftes verwerkt werden, welke niet verwerkt werden en welke anomalieën (blokkerende fout of waarschuwing) bevatten. Het antwoordbestand bevat eveneens de gegevens die Sigedis terugstuurt als reactie op de aangifte, zoals de identificator die door Sigedis wordt toegekend aan een regeling. Er wordt slechts één enkel antwoordbestand teruggestuurd per ingediend aangiftebestand. 4.5.1. Volledig bestand Het root element van het antwoordbestand is SecondPillarPensionDeclarationsResponseFile. Voorbeelden SecondPillarPensionDeclarationsResponseFile Het root element van het antwoordbestand dat wordt verzonden door Sigedis. Dit element kan enkel de subelementen AdministrativeData en DeclarationsResponses bevatten, in deze volgorde. <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <SecondPillarPensionDeclarationsFile xmlns="http://www.sigedis.be/declarations" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/xmlschema-instance" xsi:schemalocation="http://www.sigedis.be/declarations declarations.xsd"> <AdministrativeData>... </AdministrativeData> <DeclarationsResponses>... </DeclarationsResponses> </SecondPillarPensionDeclarationsFile> 4.5.2. Gegevens van het antwoordbestand Voorbeelden AdministrativeData Dit element bevat de gegevens over het antwoordbestand. Deze gegevens beschrijven het bestand, de ontvanger,... Dit element omvat de subelementen CreationMoment, DeclarationFileId en Recipient (cf. infra). <AdministrativeData> <CreationMoment>03/01/2010 02:11:00</CreationMoment> <DeclarationFileId>132</DeclarationFileId> <Recipient>0880.317.263</Recipient> </AdministrativeData> 21