POWERPOINT DE GEMEENTE KORTE OMSCHRIJVING U geeft een korte presentatie over de staatsinrichting in Nederland, gericht op de gemeente. De deelnemers die al iets meer weten over politiek kunnen hun kennis over de politiek ophalen en verdiepen. LEERDOELEN Deelnemers weten welke taken de gemeente heeft. Deelnemers weten welke rollen en taken de gemeenteraad, wethouders en de burgemeester hebben. Deelnemers weten hoe de gemeente aan haar inkomsten komt. DUUR Ca. 20 minuten MATERIAAL PowerPoint De gemeente DIFFERENTIATIE Afhankelijk van het niveau, de interesses van de groep en de beschikbare tijd, kunt u meer of minder uitleg geven bij de dia s. HANDLEIDING Bespreek bepaalde zaken over de staatsinrichting in Nederland aan de hand van de PowerPointpresentatie. DIA 2 Bespreek met de deelnemers kort het Huis van Thorbecke, de basis van de staatsinrichting van Nederland. DIA 3 Vul het schema gezamenlijk in. Stel hiervoor bijvoorbeeld de volgende vragen aan de deelnemers: Wie zijn de kiezers? En wie kiezen ze?
Wat doet de gemeenteraad? Hoe krijgt de gemeente wethouders? En een burgemeester? Wie heeft de macht in de gemeente? (kiezers gemeenteraad) Begin- en eindbeeld dia 3. De foto s en teksten verschijnen als u klikt. DIA 4 en 5 Leg aan de hand van dia 4 en 5 uit hoe welke taken de gemeente heeft. DIA 6, 7, 8, 9 en 10 Leg uit wat de rollen en taken zijn van de belangrijkste actoren in het gemeentelijke krachtenveld: de gemeenteraad, het College van B&W, de burgemeester en de ambtenaren. DIA 11 Leg kort uit hoe de gemeente haar haar inkomsten komt. EXTRA ACHTERGRONDINFORMATIE DIA 4 - autonomie en medebewind Een gemeente houdt zich bezig met zaken die rechtstreeks van belang zijn voor de eigen inwoners. Daarbij hoort het leveren van een aantal diensten en het verstrekken van voorzieningen. Over veel zaken mag de gemeente helemaal zelfstandig beslissen (autonomie). Maar de gemeente moet ook een aantal landelijke wetten uitvoeren. Dat noemen we medebewind. De laatste jaren heeft de gemeente meer ruimte gekregen om die wetten naar eigen inzicht uit te voeren. DIA 5 - taken van de gemeente Een gemeente heeft taken op de volgende gebieden: Burgerzaken De gemeente houdt precies bij wie er in de gemeente wonen. Dat gebeurt in de Basisregistratie personen (BRP) (vroeger gebeurde dit in de GBA). Ook geeft de gemeente allerlei officiële documenten uit, zoals een paspoort, een identiteitskaart en een rijbewijs.
Openbare orde en veiligheid De burgemeester heeft het gezag over de politie en de brandweer. De burgemeester kan deze inzetten wanneer dat nodig is. Elke gemeente heeft een Algemene Plaatselijke Verordening (APV), waarin regels staan over bijvoorbeeld het afsteken van vuurwerk, de sluitingstijden van cafés en het plaatsen van bewakingscamera's. Economische zaken De gemeente zorgt voor een goede bereikbaarheid van bedrijventerreinen en voor markten. Ook zorgt de gemeente voor de aankleding en het onderhoud van winkelstraten. De openingstijden van winkels worden door de gemeente vastgesteld. Sociale zaken en werkgelegenheid De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Een gemeente probeert zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. Wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien, krijgt een bijstandsuitkering van de gemeente. De gemeente kan wel bepaalde eisen stellen aan degenen die een uitkering krijgen. Zorg, welzijn en volksgezondheid De uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een taak van de gemeente. Deze wet regelt onder meer allerlei taken op het gebied van zorg voor de inwoners, bijvoorbeeld thuiszorg. Ook voor een rolstoel moet je bij de gemeente zijn. Gemeenten hebben voor dit soort aanvragen meestal een Wmo-loket. Daarnaast heeft elke gemeente een GGD, een gemeentelijke gezondheidsdienst. GGD's in een bepaalde regio werken vaak met elkaar samen. Gemeenten moeten ook toezicht houden op de kwaliteit van de kinderopvang en zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Asielbeleid en integratie Gemeenten moeten asielzoekers die voorlopig in Nederland mogen blijven huisvesting aanbieden. Daarvoor werken ze samen met woningcorporaties. Ook organiseren gemeenten een naturalisatieceremonie voor mensen die Nederlander kunnen en willen worden. Onderwijs De belangrijkste taak van gemeenten op het gebied van onderwijs is huisvesting van de scholen. Daarnaast geven gemeenten geld uit aan leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Ook houden zij toezicht op naleving van de Leerplichtwet. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Voor de inrichting van de gemeente moeten bestemmingsplannen worden gemaakt. In een bestemmingsplan legt de gemeente precies vast hoe een gebied eruit moet zien. Welk deel is bestemd voor huizen, welk deel voor natuur en welk deel voor bedrijven? De gemeente houdt ook toezicht op de woningbouw en maakt daarover afspraken met woningcorporaties. Verkeer en vervoer Straten en wegen, voetpaden, parkeerterreinen en fietsroutes: allemaal zaken waarmee de gemeente veelvuldig te maken heeft. De gemeente moet zorgen voor aanleg en onderhoud. Om alle verkeer in goede banen te leiden, stellen veel gemeenten een verkeers- en
vervoerplan op. Daarin staat onder andere welke straten voor doorgaand verkeer zijn bestemd en welke voor het lokale verkeer. Milieubeheer Een andere belangrijke landelijke wet is de Wet milieubeheer. Deze regelt onder meer de gescheiden inzameling van huisvuil en de kwaliteit van de lucht. De gemeente zorgt voor uitvoering en naleving van de wet. De gemeente geeft onder andere milieuvergunningen uit aan bedrijven. Cultuur, sport en recreatie Hierbij gaat het vaak om subsidies en het beschikbaar stellen van ruimten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een schouwburg, maar ook aan sportvelden of een zwembad. Ook heeft de gemeente vaak de zorg voor een natuurgebied, waar mensen hun vrije tijd kunnen doorbrengen. DIA 6 - Gemeenteraad De gemeenteraad wordt rechtstreeks door de inwoners van de gemeente gekozen. Dat gebeurt om de vier jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het aantal raadsleden is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. De kleinste gemeenten hebben negen raadsleden, de grootste vijfenveertig. Inwonertal Aantal raadsleden 0-3001 9 3001-6000 11 6001-10.000 13 10.001-15.000 15 15.001-20.000 17 20.001-25.000 19 25.001-30.000 21 30.001-35.000 23 35.001-40.000 25
40.001-45.000 27 45.001-50.000 29 50.001-60.000 31 60.001-70.000 33 70.001-80.000 35 80.001-100.000 37 100.001-200.000 39 Meer dan 200.000 45 Bron: PolitiekCompendium.nl, 2015 De gemeenteraad heeft de volgende drie rollen: Kaderstellen De gemeenteraad stelt de grote lijnen vast voor het beleid. Controleren De gemeenteraad controleert of het college van burgemeester en wethouders zijn bestuurstaken goed uitvoert. Vertegenwoordigen van inwoners De gemeenteraad treedt op als vertegenwoordiger van de inwoners van de gemeente. De leden van de gemeenteraad behoren doorgaans tot een politieke partij. Dat kan een plaatselijke afdeling van een landelijke partij zijn, maar ook een lokale partij, groepering of lijst. De raadsleden van één partij vormen samen een fractie. Elke fractie kiest uit haar midden een voorzitter. De fractievoorzitter is de leider en voornaamste woordvoerder van de fractie. Soms bestaat een fractie uit één persoon. Dit ene fractielid is dan automatisch ook fractievoorzitter. Om lid van de raad te kunnen worden, moet men het Nederlandse staatsburgerschap bezitten of onderdaan zijn van één van de lidstaten van de Europese Unie. Andere buitenlanders kunnen lid van de raad worden als zij ten minste vijf jaar legaal in Nederland verblijven. Bovendien moet men in de betreffende gemeente wonen, achttien jaar of ouder zijn en door de rechter niet uitgesloten zijn van het kiesrecht.
Een raadslid ontvangt geen salaris, maar wel een vergoeding voor zijn werkzaamheden. Bovendien kan een werkgever wettelijk of via een CAO worden verplicht een werknemer die raadslid is (onbetaald) verlof te geven. DIA 7, 8 en 9 - College van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders (B en W) vormt het dagelijks bestuur van de gemeente. Het college is verantwoording schuldig aan de gemeenteraad. Het college zorgt eventueel voor de voorbereiding van zaken waarover de raad moet beslissen. Ook zorgt het College voor de uitvoering van raadsbesluiten. Andere taken van het college van B en W zijn het uitvoeren van wetten van de landelijke overheid, het uitvoeren van het personeelsbeleid van de gemeente en leiding geven aan het ambtelijk apparaat. Wethouders Het aantal wethouders is, net als het aantal raadsleden, afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente (minimaal twee en maximaal negen). De wethouders worden door de gemeenteraad benoemd. Als ze uit de gemeenteraad zelf afkomstig zijn, moeten ze na aanvaarding van hun functie het raadslidmaatschap opgeven. Het is ook mogelijk om wethouders van buiten de raad te benoemen, zelfs als ze in een andere gemeente wonen. In het laatste geval moeten ze dan wel verhuizen naar de gemeente waarin ze wethouder zijn geworden (al kan de gemeenteraad daar dispensatie voor verlenen). Tussen raad en wethouder geldt de vertrouwensregel. Deze (ongeschreven) regel schrijft voor dat een wethouder het vertrouwen van de raad moet hebben. Een wethouder kan door de gemeenteraad worden afgezet indien hij/zij niet langer het vertrouwen van de raad geniet. Een opengevallen plaats wordt over het algemeen opgevuld door een ander lid van de partij van de vertrokken wethouder. Het wethouderschap in een grote gemeente is een voltijdbaan; anders dan een gemeenteraadslid krijgt een wethouder daarom een salaris dat afhankelijk is van het aantal inwoners van de gemeente. Iedere wethouder heeft een eigen taakgebied of portefeuille, zoals onderwijs, ruimtelijke ordening, financiën, huisvesting, sport en cultuur, maar het gemeentebeleid is een zaak van het college als geheel. Dat heet collegiaal bestuur. Burgemeester In tegenstelling tot de gemeenteraadsleden en wethouders (die indirect worden gekozen), wordt de burgemeester niet gekozen. Formeel, volgens de grondwet, benoemt de regering de burgemeester. Maar in de praktijk wordt de burgemeester gekozen door de gemeenteraad, want de raad doet een aanbeveling aan de verantwoordelijke minister, die deze vrijwel altijd opvolgt. De benoeming van de burgemeester geldt steeds voor een periode van zes jaar. De gemeenteraad kan de burgemeester
niet ontslaan, dat kan alleen de regering. Maar ook hier geldt: als de ambtstermijn van de burgemeester er op zit, kan de raad herbenoeming aanbevelen of niet. Taken De burgemeester is zowel voorzitter van het college van B en W als voorzitter van de gemeenteraad. Als voorzitter van het college bevordert hij de eenheid van het college en kan hij bovendien onderwerpen op de agenda van het college zetten. Burgemeester en wethouders beslissen bij meerderheid van stemmen. Als het aantal voor- en tegenstemmers gelijk is, dan geeft de stem van de burgemeester de doorslag. De vergaderingen van het college worden doorgaans achter gesloten deuren gehouden. Als voorzitter van de gemeenteraad heeft de burgemeester echter geen stemrecht. Wel kan hij in de vergadering van de raad aan de discussie deelnemen. De burgemeester moet tevens toezien op de kwaliteit in de verhouding tussen bestuur en burgers. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Daarnaast zijn veel burgemeesters actief in het promotiebeleid van een gemeente en hebben ze als taak de gemeente te vertegenwoordigen. DIA 10 - Ambtelijke organisatie Burgers hebben vaak meer met ambtenaren dan met bestuurders te maken. Ambtenaren hebben als taak besluiten voor te bereiden en uit te voeren. De gemeentesecretaris (algemeen directeur) heeft de leiding over de ambtenaren en vormt de verbinding tussen het college van B en W en het ambtelijk apparaat. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de ambtelijke organisatie en is aanwezig bij de vergaderingen van het college van B en W. De relatie tussen de gemeentesecretaris, de burgemeester en de griffier (geeft ondersteuning aan de raad en de (raads)commissies) wordt ook wel de bestuurlijk-ambtelijke driehoek van het gemeentebestuur genoemd. DIA 11 Inkomsten Het uitvoeren van de gemeentelijke taken kost veel geld. Dat geld komt natuurlijk ook ergens vandaan. De gemeente krijgt ongeveer 60% van haar inkomsten van het Rijk. Afhankelijk van het aantal inwoners, de oppervlakte en een aantal speciale omstandigheden krijgt elke gemeente een bijdrage uit het Gemeentefonds: de algemene uitkering. Daarnaast bestaan er nog specifieke uitkeringen van het Rijk, maar dat worden er steeds minder. De algemene uitkering is de laatste jaren groter geworden. Daardoor hebben gemeenten nu meer vrijheid om zelf keuzes te maken en taken op hun eigen manier uit te voeren. Naast de inkomsten uit Den Haag krijgt de gemeente geld van haar eigen inwoners. Dat geld komt uit: gemeentelijke belastingen: bijvoorbeeld onroerendezaak-, honden- en parkeerbelasting
heffingen: bijvoorbeeld riool- en reinigingsheffing tarieven: bijvoorbeeld voor het openbare zwembad leges: bijvoorbeeld voor het afgeven van vergunningen en paspoorten Tot slot hebben gemeenten inkomsten uit eigen vermogen, bezittingen en bedrijven, bijvoorbeeld uit een gemeentelijk havenbedrijf.