4.15 Veiligheidsnetten Veiligheidsnetten worden gebruikt als collectieve vangvoorziening bij het leggen van dakplaten of het plaatsen van lichtstraten. Ook kunnen veiligheidsnetten onder voorwaarden worden toegepast als randbeveiliging. De functionaliteit van veiligheidsnetten is afhankelijk van de wijze van bevestigen en de staat van onderhoud. Indien beide niet goed zijn verzorgd, dan biedt een veiligheidsnet slechts schijnveiligheid. Normen en regels Arbobesluit In de Arbowetgeving wordt summier ingegaan op het gebruik van veiligheidsnetten. Het Arbobesluit art. 3.16 lid 3 stelt dat vangnetten mogen worden toegepast; tenminste, als de inzet van een beveiligde werkvloer redelijkerwijs niet mogelijk is. Het plaatsen van netten is immers een maatregel met een lager veiligheidsniveau; de val wordt niet voorkomen maar beperkt. Deze werkmethode heeft wel de voorkeur boven het gebruik van persoonlijke valbeschermingsmiddelen. Dit omdat het besluit ook zegt, dat maatregelen gericht op collectieve bescherming voorrang hebben op maatregelen gericht op individuele bescherming. Het bewuste artikel zegt: ter voorkoming van het gevaar zijn voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht. Wat betreft de maximale valhoogte vallen we terug op Arbobesluit 3.16 lid 2. Deze geeft aan dat er bij valgevaar van 2,50 m of meer, voorzieningen moeten worden getroffen. Echter een val van minder dan 2,50 m is niet acceptabel bij risicoverhogende omstandigheden, zoals obstakels waarop men zou kunnen vallen (Arbobesluit 3.16 lid 2). Passende maatregelen moeten dit voorkomen. In de onderstaande paragrafen wordt invulling gegeven aan het begrip op doelmatige plaatsen en wijze. NEN-EN 1263-1 Voor de fabricage van veiligheidsnetten is er de geharmoniseerde norm NEN-EN 1263-1. Hierin worden de product- en beproevingseisen voor nieuw gefabriceerde veiligheidsnetten beschreven. De norm onderscheidt, afhankelijk van de toepassing, verschillende typen veiligheidsnetten. De norm stelt onder andere de volgende producteisen aan een veiligheidsnet: - maaswijdte maximaal 100 x 100 mm; - volledige randversteviging; - UV-bestendig; - minimaal drie controlemazen met identificatielabel. Elk veiligheidsnet heeft een duurzaam aangebracht informatielabel met daarop de volgende informatie: - fabrikant, type en artikelcode; - markering volgens EN-1263-1; type; maasafmeting; vorm van de mazen; afmeting van het veiligheidsnet. - informatie over de testdraad; - minimum energieopname van de testdraad; - jaar en maand van fabricage. Blad 1 van 6 Abomafoon 4.15
De leverancier verstrekt een gebruikershandleiding met minimaal de volgende gegevens: - vereiste verankeringskrachten; - maximum valhoogte; - minimum hoogte onder het veiligheidsnet; - koppelen van de netten/wijze van bevestigen; - wijze van opslag; - inspectie; - vervanging/afkeur. Tevens moet de leverancier voor het betreffende type een conformiteitsverklaring verstrekken. NEN-EN 1263-2 Voor het gebruik van netten bestaat de norm NEN-EN 1263-2. Deze staat echter een valhoogte toe van 6 m. Dit is in strijd met de Nederlandse wetgeving (zie paragraaf Arbobesluit). Dus op dit punt laten we de norm voor wat hij is. Wel geeft de norm een aantal uitgangspunten aan voor bijvoorbeeld de sterkte en positie van bevestigingspunten. Onder andere deze uitgangspunten zijn hieronder genoemd. Bevestigen van veiligheidsnetten - Al in het ontwerp moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van bevestiging van netten, bijvoorbeeld door ogen of haken in de constructie op te nemen. - De bevestigingspunten aan de constructie mogen niet verder dan 2,50 m uit elkaar zitten. Voor de bevestiging kan touw worden gebruikt. Bevestigingstouw moet een breeksterkte hebben van minimaal 15 kn en niet kunnen rafelen. - De netten kunnen ook aan speciale haken worden bevestigd, bijvoorbeeld passend op het profiel van de staalconstructie. - Bij gekoppelde veiligheidsnetten moet het koppeltouw door iedere maas worden geregen. Daarbij moeten de randkoorden iedere 2 m aan elkaar worden geknoopt. Het koppeltouw moet een breeksterkte hebben van minimaal 7,5 kn. Een alternatief is om de afzonderlijke netten elkaar minimaal 2 m te laten overlappen. - Openingen in de netconstructie mogen nooit groter zijn dan 0,10 m. Dit geldt voor zowel de onderlinge netverbindingen als aan de randen. Montagehoogte en maximale valhoogte Arbeidsbesluit 3.16 beperkt de maximale valhoogte tot 2,50 m. Om aan deze eis te voldoen moet het veiligheidsnet zo dicht mogelijk onder het werkvlak opgehangen worden. En zo strak, dat het laagste punt van het net zich niet meer dan 2,50 m onder het werkvlak bevindt. Wel onder de voorwaarde dat de wanden of andere bevestigingspunten sterk genoeg zijn om de hierbij optredende krachten te kunnen opnemen. Vrije hoogte onder het veiligheidsnet Veiligheidsnetten moeten zo worden opgehangen dat men bij een val niet op constructiedelen, obstakels of de vloer terecht kan komen. Uit proeven blijkt dat de vrije hoogte onder het net varieert met de afmeting, maar dat een minimum van 3,50 m nodig is. Veiligheidsnet als randbeveiliging Veiligheidsnetten kunnen ook worden toegepast als randbeveiliging. Om deze constructies gelijkwaardig te laten zijn aan leuningwerken volgens Beleidsregel 3.16 lid 3 moeten zij minimaal voldoen aan de volgende eisen: - nethoogte circa 2 m boven het werkvloerniveau; - staanders vast en stabiel, de onderlinge afstand afgestemd op de toegepaste netten; - bovenrand van het net opgespannen en de onderzijde van het net geregen aan het horizontale veiligheidsnet; - het geheel voldoende sterk om de val van twee personen te weerstaan. Blad 2 van 6 Abomafoon 4.15
Praktische invulling Aanbrengen van veiligheidsnetten Het aanbrengen van veiligheidsnetten kan het best worden uitgevoerd vanuit een hoogwerker. Aanbrengen vanaf een ladder moet worden afgeraden, omdat het optrekken en vastbinden van de veiligheidsnetten met twee handen gebeurd. Als er onder het net gewerkt of gelopen wordt, is een kleinere maaswijdte vereist. De maximale maaswijdte is dan 30 x 30 mm. Als alternatief van een fijnmazig net kan er ook bijvoorbeeld steigerdoek in het net worden bevestigd. Controle, onderhoud en keuring - Harde materialen zoals hout of metaalplaat moeten direct uit het net worden verwijderd. Deze veroorzaken letsel als er iemand op valt en kunnen het net beschadigen. - Veiligheidsnetten moeten droog worden opgeslagen en mogen niet in aanraking komen met chemische stoffen (onder andere olieproducten, cement). Als er gaten in het net zitten of als de mazen of steuntouwen beginnen te scheuren moet het net worden afgekeurd. - De netten moeten na iedere inzet en voor ieder nieuw gebruik worden gecontroleerd op schade en overmatige slijtage. - Veiligheidsnetten moeten minimaal jaarlijks worden gekeurd. Aan de hand van de controledraden of testmazen is het mogelijk om de invloed van het weer op de sterkte van het net te laten controleren. Als de treksterkte bij de beproeving te laag is, moet het net worden vernietigd. Verwijzing - Arbobesluit 3.16. - NEN-EN 1263 Veiligheidsnetten, Deel 1, Veiligheidseisen, beproevingsmethoden en Deel 2 Veiligheidseisen voor het plaatsen van veiligheidsnetten. - Abomafoons: 4.01 Valgevaar vanaf vloeren en platte daken (uitvoeringsfase). 4.09 Staalconstructies. 4.12 Leuningwerk. Datum: Oktober 2007 Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave - Tekst geactualiseerd. - Toolbox en controlelijst toegevoegd. Uitgave: Aboma bv Maxwellstraat 49 a Postbus 141 6710 BC Ede tel. 0318 69 19 20 www.aboma.nl Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen, opmerkingen of verbetersuggesties, geef het aan ons door via Abomafoon@aboma.nl Wij helpen u graag! Blad 3 van 6 Abomafoon 4.15
Controlelijst Veiligheidsnetten Project / locatie: Ingevuld door: Datum: Aandachtspunten Opmerkingen / maatregelen Actie gereed d.d. v = akkoord; x = tekortkoming; - = niet van toepassing 01 Staat van de veiligheidsnetten gecertificeerde netten (NEN-EN 1263-1); veiligheidsnet voorzien van identificatielabel; controledraden/testmazen aanwezig; schoon; vrij van beschadigingen; randkoord in goede staat; mazen vrij van beschadigingen; maaswijdte maximaal 100 x 100 mm 02 Bevestigingspunten bevestigingspunten max. 2,50 m uit elkaar; sterkte bevestigingspunt minimaal 6,0 kn; bevestigingstouw met breeksterkte 15 kn 03 Aanbrengen van veiligheidsnetten aanbrengen vanuit een hoogwerker; bevestigingstouw aan randkoord geknoopt; randkoorden van gekoppelde netten iedere 2 m verbonden; breeksterkte koppeltouw minimaal 7,5 kn; koppeltouw door iedere maas geregen; openingen in vangnetconstructie maximaal 0,10 m 04 Positie van de horizontale veiligheidsnetten maximaal 2,5 m onder dakvlak of vloerveld; minimaal 3,5 m vrije ruimte onder het veiligheidsnet 05 Veiligheidsnet als randbeveiliging minimaal 2 m hoog; staanders vast en stabiel; staanderafstand afgestemd op de netten; aansluiten op het horizontale net; voldoende sterkte voor twee vallende personen; bovenrand van het net opgespannen 06 Controle, onderhoud en keuring droge opslag; vrij van chemicaliën; voor gebruik visueel controleren; jaarlijkse keuring; zonodig testmaas laten beproeven Toelichting / nadere bijzonderheden: Blad 4 van 6 Abomafoon 4.15
Toolbox Veiligheidsnetten Overige aandachtspunten Veiligheidsnet maximaal 2,5 m onder de werkvloer. Geen beschadigingen in het veiligheidsnet. Veiligheidsnetten droog opslaan. Veiligheidsnetten gecertificeerd volgens NEN-EN 1263-1. Blad 5 van 6 Abomafoon 4.15
Registratieformulier toolbox Project: Gehouden door: Datum: Functie: Onderwerp: Presentielijst Naam Bedrijfsnaam Handtekening Eventuele opmerkingen: Blad 6 van 6 Abomafoon 4.15