Nederland Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland
Nederland Inhoudsopgave 1. Actuariële grondslagen en veronderstellingen 1 2. Vervroegingsfactoren 3 3. Uitruilfactoren 4 4. Variabiliseringsfactoren 7 5. Afkoopfactoren 8 6. Kerncijfers 11 Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018
Nederland 1. Actuariële grondslagen en veronderstellingen Inleiding In deze bijlage worden de flexibiliserings- en afkoopfactoren voor de diverse flexibiliseringselementen in het pensioenreglement (met pensioenleeftijd 68) getoond zoals van toepassing vanaf 1 januari 2018. Daarnaast bevat deze bijlage de bij het pensioenfonds geldende kerncijfers. Het bestuur zal de flexibiliseringsfactoren (vervroeging, uitruil, variabilisering en uitstel) ten minste één keer per vijf jaar herzien. De afkoopfactoren en kerncijfers worden jaarlijks herzien. Omdat per 1 januari 2018 de pensioenleeftijd is gewijzigd van 67 jaar naar 68 jaar, zijn naast de afkoopfactoren per 1 januari 2018 ook alle flexibiliseringsfactoren herzien. Tevens is bij de vaststelling van de flexibiliseringsfactoren rekening gehouden met de wijziging van de partnerfrequenties met ingang van 31 december 2017 naar de door het CBS gepubliceerde landelijke partnerfrequenties per 1 januari 2016. Te hanteren grondslagen en veronderstellingen De in de bijlage opgenomen factoren zijn berekend op basis van de volgende grondslagen: Sterfte Mannen De sterftekansen voor de mannen zijn voor alle factoren ontleend aan de Prognosetafel AG2016, toegepast met inkomensafhankelijke correctiefactoren op de sterftekansen (inkomensklasse Hoog, Mercer-model 2016). Voor alle factoren is daarbij als startjaar 2018 gehanteerd. Vrouwen De sterftekansen voor de vrouwen zijn voor alle factoren ontleend aan de Prognosetafel AG2016, toegepast met inkomensafhankelijke correctiefactoren op de sterftekansen (inkomensklasse Hoog, Mercer-model 2016). Voor alle factoren is daarbij als startjaar 2018 gehanteerd. Leeftijdsvaststelling De leeftijd van de verzekerde wordt op de berekeningsdatum in maanden nauwkeurig vastgesteld. De eventuele partner van een mannelijke verzekerde is verondersteld 3 jaar jonger te zijn dan de verzekerde. De eventuele partner van een vrouwelijke verzekerde is verondersteld 3 jaar ouder te zijn dan de verzekerde. Rekenrente De rekenrente voor de afkoopfactoren zijn afgeleid van de rentetermijnstructuur (RTS) per 30 september 2017, zoals gepubliceerd door DNB. De rekenrente voor de flexibiliseringsfactoren is gelijk aan de RTS per 30 september 2017, zoals gepubliceerd door DNB Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2017 Pagina 1
Verhouding man/vrouw Bij de vaststelling van de flexibiliserings- en afkoopfactoren is uitgegaan van een verhouding tussen mannen en vrouwen van 75:25. Deze verhouding is vastgesteld uitgaande van alle actieve, arbeidsongeschikte en slapende deelnemers per 31 december 2016 (voorziening gewogen). Volgorde toepassen flexibiliseringsfactoren De flexibiliseringsfactoren zijn vastgesteld uitgaande van een bepaalde volgorde van toepassing. Conform die volgorde wordt eerst vervroeging (hoofdstuk 2) toegepast en daarna uitruil (hoofdstuk 3) of variabilisering (hoofdstuk 4). Inwerkingtreding Deze bijlage is in werking getreden op 1 januari 2018. Het bestuur zal de afkoopfactoren jaarlijks herzien en de flexibiliseringsfactoren ten minste één keer per vijf jaar. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 2
2. Vervroegingsfactoren Not Peer Een (gewezen) Reviewed deelnemer kan kiezen voor vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. In dat geval wordt het ouderdomspensioen verlaagd ten opzichte van het ouderdomspensioen op de standaard pensioendatum. Het bestuur heeft de factoren voor vervroeging van pensioen als volgt vastgesteld: Pensioenleeftijd ouderdomspensioen 68 jaar Tabel 2.1: vervroegingsfactoren Leeftijd Factor 60 0,658 61 0,691 62 0,725 63 0,763 64 0,803 65 0,847 66 0,894 67 0,945 68 1,000 Indien de leeftijd op de ingangsdatum tussen twee in de tabel genoemde leeftijden ligt, dient lineair te worden geïnterpoleerd, Voorbeeld: Een deelnemer heeft op 63-jarige leeftijd 10.000,- ouderdomspensioen opgebouwd dat ingaat op 68-jarige leeftijd. Indien deze deelnemer besluit op dat moment vervroegd met pensioen te gaan, stopt de opbouw van pensioen en wordt het opgebouwde bedrag verlaagd op basis van bovenstaande tabel, Dit betekent dat zijn direct ingaande ouderdomspensioen 10.000,- x 0,763 = 7.630,- zal gaan bedragen. Dit bedrag zal aan de deelnemer worden uitbetaald zolang hij leeft. Het op de ingangsdatum opgebouwde partnerpensioen wijzigt door de vervroeging niet. Deze deelnemer heeft ook de mogelijkheid op 65-jarige leeftijd uit dienst te treden, zonder het pensioen te vervroegen. In dat geval zal de genoemde 10.000,- worden uitbetaald vanaf de 68-jarige leeftijd tot het moment dat de deelnemer overlijdt. De voorwaarden tot vervroeging zijn opgenomen in het pensioenreglement zoals van toepassing vanaf 1 januari 2018. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 3
3. Uitruilfactoren Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen Op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen kan de (gewezen) deelnemer ervoor kiezen het opgebouwde partnerpensioen op de pensioendatum geheel of gedeeltelijk te ruilen voor extra ouderdomspensioen. Het bestuur heeft de uitruilfactoren als volgt vastgesteld. Tabel 3.1: uitruilfactor van partnerpensioen voor ouderdomspensioen Leeftijd Uitruilfactor 60 0,194 61 0,202 62 0,211 63 0,220 64 0,229 65 0,239 66 0,249 67 0,260 68 0.271 Voorbeeld: Een deelnemer gaat op 63-jarige leeftijd met vervroegd pensioen. Zijn tot dat moment opgebouwde partnerpensioen bedraagt 7.000,-. Indien deze deelnemer besluit op dat moment het opgebouwde partnerpensioen uit te ruilen tegen extra ouderdomspensioen, dat direct zal worden uitgekeerd, zal dat extra direct ingaande ouderdomspensioen 7.000,- x 0,220 = 1.540,- gaan bedragen. Dit bedrag zal aan de deelnemer worden uitbetaald zolang hij leeft. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 4
Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen bij uitdiensttreding Een (gewezen) deelnemer kan ervoor kiezen om een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor extra partnerpensioen bij uitdiensttreding. Tabel 3.2: uitruilfactor van ouderdomspensioen voor partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor Leeftijd Uitruilfactor 18 4,379 44 3,552 19 4,335 45 3,530 20 4,292 46 3,508 21 4,252 47 3,487 22 4,212 48 3,467 23 4,174 49 3,449 24 4,137 50 3,432 25 4,102 51 3,417 26 4,067 52 3,404 27 4,034 53 3,393 28 4,000 54 3,385 29 3,968 55 3,380 30 3,937 56 3,377 31 3,906 57 3,378 32 3,875 58 3,382 33 3,846 59 3,389 34 3,816 60 3,400 35 3,787 61 3,415 36 3,759 62 3,434 37 3,731 63 3,456 38 3,704 64 3,482 39 3,677 65 3,511 40 3,651 66 3,545 41 3,625 67 3,583 42 3,600 68 3,639 43 3,576 Voorbeeld: Een deelnemer gaat op 40-jarige leeftijd uitdienst en heeft 10.000,- ouderdomspensioen opgebouwd dat ingaat op 68-jarige leeftijd. Deze deelnemer besluit op dat moment 1.000,- ouderdomspensioen om te zetten in extra partnerpensioen. Het extra partnerpensioen bedraagt na deze uitruil 1.000,- * 3,651 = 3.651,-. Het ouderdomspensioen bedraagt na deze uitruil 9.000,-. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 5
Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen bij pensioeningang Op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen kan de (gewezen) deelnemer ervoor kiezen het opgebouwde ouderdomspensioen op de pensioendatum geheel of gedeeltelijk te ruilen voor extra partnerpensioen. Tabel 3.3: uitruilfactor van ouderdomspensioen in partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor 60 5,157 61 4,949 62 4,748 63 4,555 64 4,369 65 4,189 66 4,018 67 3,853 68 3,694 Voorbeeld: Een deelnemer heeft op 63-jarige leeftijd 10.000,- ouderdomspensioen opgebouwd dat ingaat op 68-jarige leeftijd. Indien deze deelnemer besluit op dat moment vervroegd met pensioen te gaan, stopt de opbouw van pensioen en wordt het opgebouwde bedrag verlaagd op basis van de vervroegingstabel. Dit betekent dat zijn direct ingaand ouderdomspensioen 10.000 * 0,763 = 7.630,- zal gaan bedragen. Dezelfde deelnemer heeft op 63-jarige leeftijd 7.000,- aan partnerpensioen opgebouwd (dit wijzigt door de vervroeging niet) en besluit 1.000,- van het ouderdomspensioen om te zetten in extra partnerpensioen. Na uitruil bedraagt het extra partnerpensioen: 1.000,- * 4,555 = 4.555,-. Het totale partnerpensioen bedraagt dan 11.555,-. Het ouderdomspensioen bedraagt na uitruil 6.630,- De voorwaarden tot uitruil zijn opgenomen in het pensioenreglement zoals van toepassing vanaf 1 januari 2015. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 6
4. Variabiliseringsfactoren Het pensioen kan op de pensioendatum worden omgezet in een tijdelijk hoger en daarna lager ouderdomspensioen (hoog-laagconstructie) of in een tijdelijk lager en daarna hoger ouderdomspensioen (laag-hoogconstructie). De tijdelijke uitkering kan variëren tussen de 5 en 10 jaar. De vervolguitkering loopt hierna levenslang door. De verhouding tussen het hoge en het lage pensioen bedraagt in alle gevallen 100:75. Het bestuur heeft de diverse factoren als volgt vastgesteld. Tabel 4.1: variabiliseringsfactor hoog/laag voor verschillende perioden Leeftijd/ 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar Factor voor hoger pensioen 60 1,212 1,197 1,183 1,170 61 1,224 1,209 1,194 1,179 1,166 62 1,238 1,222 1,205 1,190 1,176 1,162 63 1,236 1,219 1,202 1,187 1,172 1,158 64 1,233 1,215 1,199 1,183 1,168 1,153 65 1,230 1,212 1,195 1,179 1,163 1,149 66 1,227 1,208 1,191 1,174 1,159 1,144 67 1,223 1,204 1,186 1,170 1,154 1,139 68 1,220 1,200 1,182 1,165 1,148 1,133 In bovengenoemde factoren is geen rekening gehouden met het vervroegen van de ingangsdatum van het pensioen vanaf leeftijd 68. Voorbeeld: Een deelnemer gaat op 63-jarige leeftijd met pensioen en heeft op dat moment 10.000,- direct ingaand levenslang ouderdomspensioen opgebouwd dat ingaat op 68-jarige leeftijd. Het opgebouwde bedrag wordt verlaagd op basis van de vervroegingstabel. Dit betekent dat zijn direct ingaand ouderdomspensioen 10.000 * 0,763 = 7.630,- zal gaan bedragen. Wanneer hij ervoor kiest gedurende een periode van 8 jaar een hogere uitkering te ontvangen, ontvangt hij de eerste 8 jaar van zijn pensionering 7.630,- x 1,187 = 9.057,-. Daarna ontvangt hij levenslang 75% * 9.057,- = 6.793,-. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 7
5. Afkoopfactoren Het fonds heeft conform het pensioenreglement het recht een pensioenrecht of pensioenaanspraak af te kopen indien dit op jaarbasis niet uitgaat boven het bedrag als genoemd in artikel 66 van de PW (in 2018: 474,11). De afkoopwaarde wordt berekend door het opgebouwde pensioen te vermenigvuldigen met de volgende factoren. Pensioenleeftijd ouderdomspensioen 68 jaar Tabel 5.1: afkoopfactoren uitgestelde pensioenen Leeftijd Ouderdomspensioen (Bijzonder) Ingegaan Partnerpensioen Partnerpensioen 18 6,113 1,396 40,137 19 6,259 1,444 39,924 20 6,408 1,493 39,706 21 6,561 1,543 39,481 22 6,716 1,595 39,249 23 6,875 1,647 39,010 24 7,038 1,701 38,764 25 7,203 1,756 38,510 26 7,372 1,813 38,248 27 7,544 1,870 37,979 28 7,719 1,930 37,702 29 7,898 1,990 37,416 30 8,080 2,052 37,123 31 8,265 2,116 36,820 32 8,454 2,181 36,508 33 8,646 2,248 36,187 34 8,841 2,317 35,857 35 9,040 2,387 35,518 36 9,241 2,458 35,169 37 9,446 2,532 34,810 38 9,653 2,606 34,441 39 9,864 2,683 34,062 40 10,077 2,760 33,673 41 10,293 2,840 33,273 42 10,512 2,920 32,864 43 10,733 3,001 32,443 44 10,956 3,084 32,011 45 11,181 3,167 31,569 46 11,407 3,252 31,116 47 11,635 3,337 30,652 48 11,864 3,422 30,178 49 12,095 3,507 29,693 50 12,330 3,593 29,195 51 12,568 3,678 28,687 52 12,810 3,763 28,168 53 13,057 3,848 27,637 Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 8
Leeftijd Ouderdomspensioen (Bijzonder) Ingegaan Partnerpensioen Partnerpensioen 54 13,308 3,931 27,095 55 13,566 4,014 26,542 56 13,830 4,095 25,977 57 14,101 4,175 25,401 58 14,378 4,252 24,813 59 14,664 4,326 24,216 60 14,956 4,398 23,607 61 15,256 4,467 22,989 62 15,561 4,531 22,361 63 15,869 4,592 21,721 64 16,181 4,648 21,072 65 16,495 4,698 20,414 66 16,810 4,742 19,747 67 17,125 4,779 19,072 68 17,439 4,792 18,389 69 17,701 70 17,008 71 16,309 72 15,608 73 14,904 74 14,199 75 13,495 76 12,794 77 12,098 78 11,411 79 10,734 80 10,067 81 9,418 82 8,789 83 8,179 84 7,592 85 7,027 86 6,489 87 5,983 88 5,509 89 5,063 90 4,648 91 4,271 92 3,917 93 3,593 94 3,298 95 3,030 96 2,788 97 2,571 98 2,378 99 2,208 100 2,062 Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 9
Voorbeeld: Voor een 43-jarige wordt het uitgestelde ouderdomspensioen van 300,- afgekocht. De afkoopwaarde bedraagt 300,- x 10,733 = 3.219,90. Ook het meeverzekerde partnerpensioen van 210,- wordt afgekocht. De afkoopwaarde voor dat pensioen bedraagt 210,- x 3,001 = 630,21. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 10
6. Kerncijfers Vanaf 2013 gelden de navolgende bedragen en percentages: Reglement PepsiCo Duyvis Regeling A Regeling B Onderwerp Jaar Bedrag Bedrag Bedrag Franchise 2013 17.465 23.980 13.351 2014 17.760 24.385 13.618 2015 13.663 20.335 13.310 2016 13.999 20.835 13.543 2017 14.184 21.110 13.780 2018 14.422 19.626 14.021 Maximale pensioengevend loon 2015 100.000 100.000 100.000 2016 101.519 101.519 101.519 2017 103.317 103.317 103.317 2018 105.075 105.075 105.075 WIA grens 2013 50.853 50.853 50.853 2014 51.414 51.414 51.414 2015 51.976 51.976 51.976 2016 52.766 52.766 52.766 2017 53.706 53.706 53.706 2018 54.617 54.617 54.617 Afkoopgrens klein pensioen 2013 451,22 451,22 451,22 2014 458,06 458,06 458,06 2015 462,88 462,88 462,88 2016 465,94 465,94 465,94 2017 467,89 467,89 467,89 2018 474,11 474,11 474,11 Opbouwpercentage 2013 1,750% 1,750% 2,250% 2014 1,750% 1,750% 2,150% 2015 1,875% 1,875% 1,875% 2016 1,875% 1,875% 1,875% 2017 1,875% 1,875% 1,875% 2018 1,875% 1,875% 1,875% Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers 2018 Pagina 11