MEMO/10/302 Brussel, 7 juli 2010 Groenboek over pensioenen Waarom brengt de Commissie dit groenboek nu uit? De Europese pensioenstelsels staan onder druk door de vergrijzing, die het gevolg is van een stijgende levensverwachting en dalende geboortecijfers. Vanaf 2012 begint de beroepsbevolking in Europa af te nemen, dus de uitdaging is heel actueel. Veel lidstaten hebben hun pensioenen in meer of mindere mate hervormd om deze uitdaging aan te gaan, maar de financiële en economische crisis heeft de situatie ernstiger en urgenter gemaakt. Tegen deze achtergrond is het hoog tijd om een openbaar debat op gang te brengen over de vraag of en hoe het Europees beleidskader het best kan worden ontwikkeld om de lidstaten optimaal te ondersteunen bij hun zware taak om hun burgers te voorzien van adequate, houdbare en zekere pensioenen nu en in de toekomst. Welke rol speelt de EU bij de pensioenen? Het ontwerp van de pensioenstelsels is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lidstaten en dit wordt in het groenboek niet betwist. Het regelgevend kader op EU-niveau betreft vier hoofdpunten: 1. Grensoverschrijdende coördinatie van socialezekerheidspensioenen om het vrij verkeer van werknemers en de gelijke behandeling van migrerende werknemers te verzekeren. 2. Het opzetten van een interne markt voor kapitaalgedekte bedrijfspensioenen en de noodzakelijke minimumnormen voor prudentiële voorschriften om de deelnemers en rechthebbenden te beschermen. 3. Minimumgaranties voor bedrijfspensioenen en opgebouwde rechten bij insolventie van ondernemingen in hun hoedanigheid van sponsor. 4. Antidiscriminatievoorschriften zijn van toepassing, zij het met enige verschillen, op zowel wettelijk verplichte als particuliere pensioenregelingen. Bovendien is er een coördinatieproces (de open coördinatiemethode) die wordt gebruikt om nationale hervormingen te vergemakkelijken en te bevorderen, beste praktijken uit te wisselen en ambitieuze doelstellingen en indicatoren vast te stellen. Op EU-niveau zijn de overeengekomen doelstellingen voor pensioenstelsels dat zij doeltreffend en houdbaar zijn, maar ook modern en transparant. Het bij het groenboek horende werkdocument van de Commissie "EU-wetgeving, dekking en aanverwante initiatieven" geeft hierover meer details. Ten slotte is er het gebied van de fiscale houdbaarheid, waar het Verdrag de lidstaten verplicht om de overheidsbegroting zodanig te beheren dat de werking van de Economische en Monetaire Unie niet wordt belemmerd. De Raad kan herstelmaatregelen aanbevelen (met name in het kader van het stabiliteits- en groeipact), ook op het gebied van sociale zekerheid indien dat de oorzaak van het probleem is.
Wat is het doel van het groenboek? Tegen de achtergrond van de vergrijzing en de bijkomende problemen als gevolg van de financiële en economische crisis, heeft het groenboek tot doel de standpunten van alle belanghebbenden in de EU te verzamelen over de vraag of, en hoe, het pensioenkader op EU-niveau moet worden aangepast om de lidstaten zo goed mogelijk te ondersteunen bij het bereiken van hun overeengekomen doel: adequate en houdbare pensioenen voor EU-burgers. Wat zijn de belangrijkste kwesties die aan de orde zijn? Er zijn drie hoofdthema's binnen de overkoepelende doelen van adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels: 1. In de eerste plaats: hoe kan het EU-niveau de lidstaten het best ondersteunen bij het zoeken naar een balans tussen de arbeidsperiode en de pensioenperiode, rekening houdend met structurele veranderingen in onze maatschappijen en arbeidsmarkten en de stijgende levensverwachting. Dit hangt nauw samen met de Europa 2020- strategie voor intelligente, houdbare en inclusieve groei. 2. In de tweede plaats betreft onze zorg het wegnemen van belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en kapitaal die voortkomen uit pensioenregelingen, inclusief aanvullende pensioenregelingen. 3. In de derde plaats, zorgen voor de zekerheid van pensioenen, nu en in de toekomst. Wij streven naar een vermindering van de risico's en de volatiliteit voor werknemers en gepensioneerden. Wij benadrukken dat kapitaalgedekte pensioensystemen zeker zijn en dat zij voor de juiste balans tussen efficiëntie en veiligheid zorgen. Wil de Commissie nieuwe wetgeving invoeren? Dit is een groenboek, dus er worden in dit stadium geen concrete specifieke voorstellen gedaan. Zoals uit dit groenboek blijkt, vallen in elk geval veel aspecten van de pensioenstelsels onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Maar op de gebieden waar de EU wetgevingsbevoegdheid heeft, zijn wij bereid hiervan gebruik te maken (en met name om bestaande wetgeving te herzien) indien dit, gezien de antwoorden op de raadpleging, gewenst wordt geacht. Adviseert de Commissie een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd? Nee. Het vaststellen van de pensioenleeftijd of de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd is een taak van de lidstaten. Het groenboek doet geen vaste aanbevelingen, en geeft geen oordeel over de pensioenstelsels van de lidstaten. De opzet van de pensioenstelsels is een zaak van de nationale regeringen en de stelsels in Europa verschillen onderling sterk. De Commissie is zich ervan bewust dat de mensen in de EU langer leven, wat een enorme verworvenheid is. Tenzij de mensen, nu zij langer leven, ook langer blijven werken of in een vroeger stadium van hun werkzame leven beginnen bij te dragen aan hun pensioen, zullen ofwel de pensioenen niet meer adequaat zijn, ofwel de pensioenkosten onhoudbaar worden. Daarom moedigt de Commissie de lidstaten aan zoals zij in het verleden heeft gedaan (door middel van de open coördinatiemethode) om na te gaan hoe zij het beste een houdbare balans tussen de arbeidsperiode en de pensioenperiode kunnen vinden, waarbij meer en langer werken noodzakelijk kan zijn. 2
Probeert de Commissie te mensen te dwingen om een particuliere pensioenregeling te nemen? Nee. Hierover kunnen alleen de lidstaten beslissen. De Commissie pleit niet voor één specifiek type pensioenstelsel. De Commissie constateert dat particuliere en kapitaalgedekte pensioenen steeds belangrijker worden voor het pensioeninkomen van de EU-burgers in veel lidstaten. De Commissie is daarom van plan de lidstaten te helpen en aan te moedigen om deze stelsels zorgvuldig te ontwerpen, zodat zij zekerheid bieden en de risico's en de volatiliteit verminderen, om te zorgen dat de algemene doelstellingen van adequate en houdbare stelsels worden bereikt. Is een latere pensionering niet tegenstrijdig met de maatregelen om de jeugdwerkloosheid aan te pakken? Arbeidsmarkten zijn geen één-op-éénsom waarbij het aantal banen vastligt en waar een nieuwe baan alleen beschikbaar komt wanneer iemand met pensioen gaat. Als dit waar was, zouden landen met een hoge pensioneringsleeftijd en veel werkende ouderen ook problemen hebben om jonge mensen aan het werk te krijgen. Dat is duidelijk niet het geval. Feit is dat landen met een hogere arbeidsparticipatie onder ouderen ook een hogere arbeidsparticipatie onder jongeren hebben. Daarentegen presteren de landen met een relatief lagere arbeidsparticipatie onder ouderen ook slechter bij het creëren van werkgelegenheid voor jongeren. Jeugdwerkloosheid wordt niet veroorzaakt door oudere werknemers die "te lang" een baan bezetten die anders naar een jongere zou gaan. Jeugdwerkloosheid is eerder een gevolg van algemene economische teruggang en/of tekortkomingen van onderwijsstelsels en arbeidsbureaus. Het probleem kan niet worden opgelost door meer oudere werknemers vervroegd met pensioen te sturen; dit zou de lasten van de financiering van de pensioeninkomsten voor de jonge en actieve bevolking nog meer verzwaren. Om de werkgelegenheid voor jongeren te verbeteren, is een uitgebreidere reeks maatregelen nodig, zoals een betere afstemming van de vaardigheden van jongeren op de eisen van de arbeidsmarkt, betere activeringsstrategieën en het wegnemen van institutionele belemmeringen om jongeren in dienst te nemen. De Europese Commissie wil nauw met de lidstaten samenwerken aan werkbare oplossingen om jongeren volledig te laten participeren in de arbeidsmarkt. Wil Commissie de oprichting van een pensioengarantiestelsel voorstellen? Ook deze kwestie komt in de raadpleging aan de orde. Deze stelsels moeten zorgvuldig worden bestudeerd bij de herziening van de solventievoorschriften voor pensioenfondsen en de EU-voorschriften die de rechten van werknemers beschermen bij insolventie van de werkgevers. Bovendien moeten zij coherent blijven met de beschermingssystemen die worden herzien of aangeboden in andere financiële markten, met name voor bankdeposito's, beleggingsproducten en verzekeringspolissen. 3
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor de pensioenstelsels in de EU? De financiële en economische crisis heeft het vergrijzingsprobleem aanzienlijk vergroot. De crisis heeft de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende regelingen en de zwakke plekken in de opzet van sommige regelingen aan het licht gebracht en daardoor alle pensioenstelsels wakker geschud: door de toegenomen werkloosheid, minder groei, hogere nationale schulden en de volatiliteit van de financiële markten is het voor alle stelsels moeilijker geworden om de toegezegde pensioenen uit te betalen. Deze gevolgen bovenop de bestaande demografische uitdaging hebben tot gevolg dat moeilijke pensioenhervormingen niet langer kunnen worden uitgesteld. Wat is de invloed van de pensioenen op de mobiliteit van werknemers in de EU? Op de arbeidsmarkt van vandaag moeten werknemers gemakkelijk en zonder financiële nadelen van baan kunnen veranderen. Werkgevers moeten de juiste mensen met de juiste vaardigheden in dienst kunnen nemen. En met de vergrijzing moet de bevolking de kans krijgen om te werken en om pensioenrechten op te bouwen en te behouden, en ze niet te verliezen als gevolg van een nieuwe baan. Daarom moeten we de belemmeringen van het vrij verkeer als gevolg van pensioenvoorschriften wegnemen. Hoe functioneert de raadpleging? Dit is een open raadpleging, waarbij wordt gevraagd om bijdragen van iedereen die is geïnteresseerd in de vraag hoe de EU kan bijdragen aan adequate, houdbare en zekere pensioenen, nu en in de toekomst. Hierbij kan het gaan om burgers, sociale partners, nationale regeringen, markttoezichthouders, ngo's, organisaties die ouderen en bedrijfstakken vooral pensioenfondsen en verzekeringen vertegenwoordigen. Door middel van dit groenboek vraagt de Commissie om standpunten over de vraag of, en hoe, het pensioenkader op EU-niveau moet worden aangepast, zonder te vergeten dat de lidstaten de eerste verantwoordelijkheid dragen voor hun pensioenstelsels. De raadplegingsperiode duurt van 7 juli 2010 tot en met 15 november 2010: de deelnemers hebben dus ruim vier maanden de tijd om de vragen te beantwoorden. Iedereen kan bijdragen via een elektronische vragenlijst die hier te vinden is: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langid=en&catid=89&newsid=839&furthernews=yes Degenen zonder internetaansluiting kunnen de antwoorden per post insturen naar: Europese Commissie Raadpleging Groenboek over pensioenen Directoraat-generaal Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen Eenheid E4 B 1040 Brussel 4
Wat zijn de volgende stappen? Na afloop van de raadplegingsperiode evalueert de Commissie alle antwoorden en publiceert zij een samenvatting. Alle antwoorden worden ook op internet geplaatst in het kader van ons streven naar openheid, hoewel respondenten om anonimiteit kunnen verzoeken. Het is te vroeg om de volgende stappen concreet te vermelden, aangezien deze natuurlijk afhankelijk zijn van het resultaat van onze raadpleging. Tot de mogelijkheden behoren een witboek en/of afzonderlijke initiatieven op gebieden waar al enig werk is verricht voordat het groenboek tot stand kwam. Er moet niet worden vooruitgelopen op de uitkomst van het groenboek en er zijn ook andere middelen denkbaar om gevolg te geven aan de uitkomsten. Nadere informatie IP/10/905 Groenboek en raadpleging op internet: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langid=en&catid=89&newsid=839&furthernews=yes 5