7597/18 nuf/gra/fb 1 DRI

Vergelijkbare documenten
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 16

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

1. Op 1 december 2016 nam de Commissie een pakket "btw op e-handel" aan, bestaande uit wijzigingen van:

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

8338/1/15 REV 1 ass/pw/sm 1 CAB SG

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

9773/15 ons/pau/as 1 DGB 3B

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

PUBLIC. Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15171/02 LIMITE ELARG 405 CAB 22

Raad van de Europese Unie Brussel, 1 december 2015 (OR. en) - een brief van de heer Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement (bijlage I);

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

MOTIVERING VAN DE RAAD

14957/15 ADD 1 nuf/van/hw 1 DGD 1C

10067/17 pro/mak/ev 1 DG G 1C

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

5805/19 1 LIFE. Raad van de Europese Unie. Brussel, 11 februari 2019 (OR. en) 5805/19 PV CONS 4 AGRI 38 PECHE 37

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE

6372/19 1 ECOMP. Raad van de Europese Unie. Brussel, 26 februari 2019 (OR. en) 6372/19 PV CONS 5 ECOFIN 161

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

VERKIEZINGSPROCEDURES

ONTWERP- NOTULEN. van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 mei 2014 (27.05) (OR. en) 10139/14 Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD)

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2012 (OR. en) 5651/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0361 (NLE) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

12756/1/16 REV 1 pro/van/ev 1 DG C 1

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS

5865/17 gar/van/fb 1 DG G 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

10432/19 pro/gra/sp 1 TREE.2.A

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13

10049/19 mey/gra/fb 1 ECOMP.2.B

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

10425/19 pro/gra/ev 1 TREE.2.A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

(BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL)

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

8221/16 ADD 1 1 DPG. Raad van de Europese Unie Brussel, 17 mei 2016 (OR. en) 8221/16 ADD 1 PV/CONS 20 JAI 316 COMIX 309. ONTWERPNOTULEN Betreft:

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0907 (APP) 7597/18 NOTA van: aan: PE 41 INST 134 FREMP 40 JUR 160 AG 4 het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) Raad nr. vorig doc.: 14743/15 PE 184 INST 428 JUR 753 FREMP 281 7038/16 JUR 114 INST 96 FREMP 48 PE 36 AG 3 Betreft: Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de bepalingen tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (de 'Verkiezingsakte') 1. IEIDING Het Europees Parlement (EP) hechtte op 11 november 2015 zijn goedkeuring aan een voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van de bepalingen tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, en aan een resolutie over de hervorming van de kieswet van de Europese Unie. Het voorstel is gebaseerd op artikel 223, lid 1, VWEU. 7597/18 nuf/gra/fb 1

2. STAND VAN ZAKEN De Groep algemene zaken besprak in 2016 een eerste reeks artikelen. De delegaties bereikten overeenstemming over een aantal bepalingen uit het voorstel van het EP. Diverse bepalingen uit het voorstel van het EP bleken voor de delegaties onaanvaardbaar om principiële en/of juridische redenen, Zoals de bepalingen over een gemeenschappelijk kiesdistrict en 'Spitzenkandidaten'. Het Coreper wisselde op 30 november 2016 van gedachten over het dossier, met name over diverse knelpunten. Het resultaat van die bespreking werd in januari 2017 op informele wijze gepresenteerd aan de corapporteurs en schaduwrapporteurs van het Parlement. Op 6 december 2017 besprak het Coreper het dossier opnieuw 1 en gaf het aan het voorzitterschap een mandaat om de corapporteurs mondeling in te lichten over de stand van zaken in de Raad, onder meer over zeven bepalingen die het meest uitzicht bieden op overeenstemming 2. Deze bijeenkomst vond plaats op 12 december 2017. De corapporteurs onderstreepten dat het EP nog steeds op het antwoord van de Raad wachtte. Pakket 7+2 Het voorzitterschap heeft de besprekingen in de Groep voortgezet op basis van de zeven genoemde bepalingen, en artikel 3 over de drempel 3. Op 9 maart 2018 presenteerde het voorzitterschap, tijdens de laatste vergadering van de Groep, een herzien compromisvoorstel, met artikel 9 bis over het stemmen van burgers van de Unie in derde landen 4. Op 28 maart werden in het Coreper alle resterende voorbehouden ingetrokken, behalve door één delegatie in verband met de drempel (zie hieronder). Dit voorbehoud bleef gehandhaafd tijdens de volgende vergadering van het Coreper op 11 april. 1 15241/17, WK 12583/2017 REV 2. 2 Artikel 1, lid 1 (verwijzing naar de Verdragen in verband met de rol van de parlementsleden als vertegenwoordigers van de burgers van de Unie), artikel 3 bis (een termijn van ten minste drie weken voor de indiening van de kandidaatstellingen), artikel 3 sexies, lid 1 (weergave van de naam of het logo van Europese politieke partijen op stembiljetten), artikel 3 sexies, lid 2 (regels over de verzending van verkiezingsmateriaal), artikel 4 bis (vooraf stemmen, stemmen per post, en elektronisch stemmen en stemmen via internet), artikel 9, tweede alinea (sancties voor dubbel stemmen) en artikel 9 ter (aanwijzing van de contactinstantie en van de termijn voor de gegevensuitwisseling over kiezers en kandidaten). 3 WK 1800/2018 4 WK 1800/2018 REV 1 7597/18 nuf/gra/fb 2

3. RESTEREND KNELPPUNT (ARTIKEL 3 OVER DE DREMPEL) Artikel 3, lid 2, is in het voorstel van het EP een belangrijke bepaling. Met dit artikel wordt voor kiesdistricten een verplichte minimumdrempel van 3% ingesteld in de lidstaten die gebruik maken van het lijstensysteem en waar kiesdistricten met meer dan 26 zetels bestaan. In het compromisvoorstel van het voorzitterschap wordt de toepassing van artikel 3 beperkt tot de kiesdistricten (met inbegrip van lidstaten met één kiesdistrict) die meer dan 35 zetels omvatten, met een minimumdrempel van 2% 5. Daarnaast wordt bepaald dat de lidstaten de drempel tijdig moeten naleven met het oog op de verkiezingen die volgen op de verkiezingen van na de inwerkingtreding van de akte. Dit compromisvoorstel ontving brede steun in de Groep. Die steun werd bevestigd op het niveau van het Coreper. Toch kon één delegatie om principiële redenen de invoering van een drempel niet steunen. 4. VOORGESTELDE ACTIE Het voorzitterschap houdt ermee rekening dat de wijzigingen in de huidige Verkiezingsakte moeten worden goedgekeurd in overeenstemming met hun grondwettelijke bepalingen en dat de nodige nationale maatregelen tijdig moeten worden vastgesteld in het vooruitzicht van de verkiezing van het EP in 2019. Het voorzitterschap neemt eveneens nota van het advies over verkiezingsaangelegenheden van de Commissie van Venetië, met name van de aanbeveling dat absoluut moet worden vermeden dat stemsystemen (binnen een periode van één jaar) net vóór de verkiezingen worden veranderd. Het voorzitterschap is derhalve van oordeel dat dit voor de Raad de laatste gelegenheid is om een unaniem politiek akkoord te bereiken over het pakket 7+2 in de bijlage. Gelet op de omstandigheden wordt eveneens voorgesteld het Europees Parlement onmiddellijk op de hoogte te brengen van elk politiek akkoord dat over het pakket wordt bereikt, zodat het Parlement een aanvang kan maken met de nodige stappen. 5 Als rechtvaardiging voor het verschil in behandeling tussen kiesdistricten van verschillende grootte, kan worden aangevoerd dat in ieder kiessysteem zonder wetgevingsgerelateerde inmenging een "natuurlijke drempel" bestaat. Indien de bestaande natuurlijke drempel voldoende hoog is, is voldaan aan de doelstelling versnippering te vermijden zonder dat een verplichte drempel moet worden ingevoerd. De natuurlijke drempel is afhankelijk van de omvang van het kiesdistrict. Volgens de algemeen erkende statistische formule bedraagt de natuurlijke drempel voor een kiesdistrict van 35 zetels 2,08%. Het terugbrengen van de minimumdrempel tot 2% moet derhalve vermijden dat ongerechtvaardigde discriminatie ontstaat ten opzichte van de (kleinere) kiesdistricten met een natuurlijke drempel van 2,08% tot 3%, waarop de verplichte drempel niet van toepassing zou zijn. 7597/18 nuf/gra/fb 3

Vervolgens zal de compromistekst de passende juridische vorm van de vast te stellen handeling krijgen en na de bijwerking door juristen-vertalers voor goedkeuring aan een van de volgende vergaderingen van het Coreper worden voorgelegd, als basis voor een besluit van de Raad om de instemming van het Europees Parlement te verzoeken. 5. CONCLUSIE Het voorzitterschap is van oordeel dat de huidige compromistekst, die het resultaat is van moeilijke en politiek gevoelige discussies onder vijf voorzitterschappen, een evenwichtige tekst is die rekening houdt met de diverse standpunten en nationale belangen. Het voorzitterschap is van oordeel dat dit pakket als één geheel moet worden behandeld: er een deel uitlichten is geen optie. De Raad Algemene Zaken wordt dan ook verzocht zijn goedkeuring te hechten aan de tekst in de bijlage, zodat deze kan worden doorgestuurd aan het Europees Parlement. 7597/18 nuf/gra/fb 4

BIJLAGE Wijzigingen in de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen Artikel 1 1. In alle lidstaten worden de leden van het Europees Parlement als vertegenwoordigers van de burgers van de Unie gekozen volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging, hetzij volgens het lijstenstelsel, hetzij volgens het stelsel van één overdraagbare stem. 2. De lidstaten kunnen het uitbrengen van voorkeurstemmen toestaan, overeenkomstig de bepalingen die zij vastleggen. 3. De leden van het Europees Parlement worden gekozen door middel van rechtstreekse, algemene, vrije en geheime verkiezingen. Artikel 3 De lidstaten kunnen een minimumdrempel voor de verdeling van de zetels vaststellen. Die drempel mag niet hoger zijn dan 5 % van de op nationaal niveau uitgebrachte geldige stemmen. Lidstaten waar gebruik wordt gemaakt van het lijstenstelsel bepalen een minimumdrempel voor de verdeling van de zetels voor kiesdistricten die meer dan 35 zetels omvatten. Deze drempel mag niet lager zijn dan 2 % en niet hoger dan 5 % van de in het betrokken kiesdistrict, met inbegrip van lidstaten met één kiesdistrict, uitgebrachte geldige stemmen. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om aan de verplichting als bedoeld in de tweede alinea te voldoen, en wel tijdig met het oog op de verkiezingen voor het Europees Parlement die plaatsvinden na de eerste verkiezingen na de inwerkingtreding van deze Akte. 7597/18 nuf/gra/fb 5 BIJLAGE

Artikel 3 bis (nieuw) Indien de nationale bepalingen voorzien in een uiterste datum voor kandidaatstellingen voor verkiezing in het Europees Parlement, moet die datum ten minste drie weken vóór de datum vallen die elke lidstaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, bepaalt voor het houden van verkiezingen voor het Europees Parlement 6. Artikel 3 sexies (nieuw) 1. De lidstaten mogen toestaan dat op stembiljetten de naam of het logo van de Europese politieke partij waarmee de nationale politieke partij of kandidaat is verbonden, worden vermeld 7. 2. De regels voor het versturen van verkiezingsmateriaal 8, door overheidsinstanties, aan kiezers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement moeten gelijkwaardig zijn aan die welke gelden voor nationale verkiezingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de manier waarop dit materiaal wordt toegezonden en onverminderd de verzending van mededelingen betreffende de organisatie van de verkiezingen. Artikel 4 bis (nieuw) De lidstaten mogen de mogelijkheid bieden om bij de verkiezingen voor het Europees Parlement vooraf te stemmen, middels een brief te stemmen en elektronisch en via internet te stemmen. Als zij dat doen nemen zij maatregelen die voldoende zijn om met name de betrouwbaarheid van de resultaten te garanderen, evenals de geheimhouding van de stem en de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig de toepasselijke wetgeving van de Unie. 9 6 Aangevuld door de volgende overweging, die ook betrekking heeft op artikel 3 sexies, lid 1: Overwegende hetgeen volgt: (...) De transparantie van het verkiezingsproces en de toegang tot betrouwbare informatie zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een Europees politiek bewustzijn en om een solide opkomst bij de verkiezingen te bewerkstelligen, en overwegende dat het wenselijk is dat de burgers van de Unie geruime tijd van tevoren worden geïnformeerd over de kandidaten bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en over de banden van nationale politieke partijen met een Europese politieke partij. 7 Zie voor de overweging voetnoot 6. 8 Aan te vullen door een overweging met voorbeelden van de betrokken materialen (stembiljetten en lijsten van politieke partijen, hun coalities en kandidaten die meedoen aan de verkiezingen). 9 Aangevuld door de volgende overweging: Overwegende hetgeen volgt: (...) Ter bevordering van de opkomst bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en om ten volle te profiteren van de mogelijkheden die door de technologische ontwikkelingen worden geboden, zouden de lidstaten onder meer de mogelijkheid kunnen bieden om vooraf te stemmen, middels een brief te stemmen en elektronisch en via internet 7597/18 nuf/gra/fb 6 BIJLAGE

Artikel 9 Bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement mag niemand meer dan eenmaal zijn stem uitbrengen. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat dubbel stemmen bij verkiezingen voor het Europees Parlement met doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties wordt beantwoord. Artikel 9 bis (nieuw) In overeenstemming met hun nationale verkiezingsprocedures, kunnen de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat hun burgers die in derde landen verblijven hun stem kunnen uitbrengen bij verkiezingen voor het Europees Parlement. 10 Artikel 9 ter (nieuw) Elke lidstaat wijst een contactinstantie aan die verantwoordelijk is voor de uitwisseling van gegevens over kiezers en kandidaten met haar tegenhangers in de overige lidstaten. Onverminderd de nationale bepalingen betreffende de inschrijving van kiezers op de kiezerslijsten en de indiening van kandidaatstellingen zal de in het eerste lid bedoelde instantie, in overeenstemming met de EU-normen inzake gegevensbescherming, een begin maken met de toezending aan die tegenhangers, zes weken voor de eerste dag van de verkiezingsperiode bedoeld in artikel 10, lid 1, van de gegevens vermeld in Richtlijn 93/109/EG met betrekking tot burgers van de Unie die, in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn, zijn ingeschreven op de kiezerslijst of zich kandidaat hebben gesteld. te stemmen, waarbij met name de betrouwbaarheid van de resultaten, de geheimhouding van de stem en de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig de toepasselijke wetgeving van de Unie worden gegarandeerd. 10 Aangevuld door de volgende overwegingen: Overwegende hetgeen volgt: (...) Burgers van de Unie hebben het recht deel te nemen aan het democratische leven, met name door te stemmen of kandidaat te zijn bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. (...) De lidstaten worden ertoe aangemoedigd de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat hun burgers die in derde landen verblijven hun stem kunnen uitbrengen bij verkiezingen voor het Europees Parlement. 7597/18 nuf/gra/fb 7 BIJLAGE