Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBNHO:2016:11026

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

I n z a k e: T e g e n:

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

JAARVERSLAG 2016 WRAKINGSKAMER RECHTBANK GELDERLAND

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK DEN HAAG

Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK DEN HAAG 1

Wrakingsprotocol rechtbank Gelderland. Vastgesteld op 5 oktober 2017

Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag

datum 15 januari 2013 bijlage(n) 1 Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland

Wrakingsprotocol Rechtbank Midden-Nederland

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK ROTTERDAM

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK ROTTERDAM

Beslissing van de wrakingskamer van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 februari 2017

Wrakingsprotocol Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBNHO:2014:3885

Wrakingsprotocol rechtbank Limburg

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK BREDA vastgesteld door het bestuur van de rechtbank in zijn vergadering van 8 februari 2007

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

Edelhoogachtbaar College,

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

Wrakingsprotocol rechtbank Limburg

JAARVERSLAG 2018 WRAKINGSKAMER RECHTBANK GELDERLAND

2 c_,4 5S6 i t:: i liillidii1i1iilildildl1ii RAAD VAN DISCIPLINE

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

b) Neen, het zou kunnen dat meneer te veel vermogen heeft om voor een toevoeging in aanmerking te komen (2 punten), artikel 34 lid 2 Wrb (1 punt).

WRAKINGSPROTOCOL GERECHTSHOF ARNHEM- LEEUWARDEN

DPENBAAR MINISTERIE de Rechtspraak

Wrakings- en verschoningsprotocol

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wrakingsprotocol Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

Hof van Cassatie van België

1. Het verloop van de procedure

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Hof van Cassatie van België

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

Hof van Cassatie van België

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WRAKINGSPROTOCOL GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Per 1 januari 2013

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

Hof van Cassatie van België

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 12 november 2013 in de zaak A naar aanleiding van de klacht van: klaagsters.

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

HR 27 januari 2009; ontbrekende processtukken in de cassatieprocedure NJ 2009, 148, zaaknummer: 07/11387, LJN:BG4245. Noot van M.J.

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Raad van Discipline. adres. tegen:

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

1 Het geding in feitelijke instanties

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK

ECLI:NL:GHSHE:2016:620 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Wr

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

.p

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

ANONIEM BINDEND ADVIES

de naamloze vennootschap DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Hof van Cassatie van België

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

DE STATUS VAN HET PROCES-VERBAAL VAN DE TERECHTZITTING

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

HET DESKUNDIGENADVIES IN DE CIVIELE PROCEDURE. mr. drs. G. de Groot

Transcriptie:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke en onpartijdige beoordeling van het wrakingsverzoek 1. Cliënt behoort een onafhankelijke en onpartijdige beoordeling van het wrakingsverzoek, op de wijze zoals de wet 1 daarin voorziet, niet te worden ontzegd. 2. De wrakingskamer heeft toepassing gegeven aan artikel 47 jo. art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Daar verzoeker een wrakingsgrond als de onderhavige al eerder vruchteloos heeft aangevoerd, zal een volgend verzoek niet in behandeling worden genomen. 3. Dit oordeel mist feitelijke grondslag. Evident is immers dat mijn cliënt slechts eenmaal een wrakingsverzoek heeft ingediend, namelijk ter zitting van 18 november 2016. 4. De toepassing van artikel 515 lid 4 Sv getuigt daarom van een verkeerde rechtsopvatting. Artikel 515 lid 4 Sv kan slechts worden toegepast op grond van feiten en omstandigheden in één en dezelfde instantie. Ik licht dit standpunt nader toe. Ik 1 Artikel 47 lid 2 Advocatenwet i.v.m. de artikelen 512 tot en met 519 Wetboek van Strafvordering. 1

stel daarbij voorop dat wij genoodzaakt zijn deze discussie hier te voeren. De wrakingskamer heeft ter zitting van 6 februari 2017 namelijk op geen enkele wijze kenbaar gemaakt toepassing van artikel 515 Sv te overwegen. Zodoende hebben cliënt en ik daarover geen standpunt kunnen innemen. Anders gezegd: het beginsel van hoor en wederhoor is daardoor geschonden en cliënt en ik zijn met de beslissing op dit punt overvallen. Toepassing artikel 515 lid 4 Sv kan slechts met het oog op feiten en omstandigheden in één instantie Wetsgeschiedenis, opvattingen uit literatuur 5. De memorie van toelichting op artikel 515 lid 4 Sv luidt voor zover hier van belang als volgt: Het vierde lid biedt de rechtbank een effectief middel om misbruik tegen te gaan. De bepaling kan zowel dienst doen bij herhaalde verzoeken om wraking jegens een zelfde rechter op grond van gepretendeerde nova alsook bij gelijktijdige of opeenvolgende verzoeken ten aanzien van meer rechters. Derhalve is aan een meer specifieke bepaling als het huidige artikel 38 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen behoefte. 2 6. Hieruit blijkt reeds dat artikel 515 lid 4 Sv louter kan zien op de procedure in één instantie: dezelfde rechter zal overigens niet onderdeel uitmaken van hoger gerecht. Ook de term gelijktijdige of opeenvolgende verzoeken kan slechts worden begrepen in de context van één instantie: immers een 2 Zie Kamerstukken II 1991-1992, 22 495, nr. 3, pag. 114. In Melai/Groenhuijsen e.a. wordt over artikel 515 lid 4 Sv gesteld dat de situatie van misbruik van recht toeziet op twee gevallen: In de eerste plaats ziet deze bepaling op herhaaldelijke verzoeken om wraking jegens een zelfde rechter op grond van gepretendeerde nova. (..) In de tweede plaats wordt gedoeld op gelijktijdige of opeenvolgende wrakingsverzoeken ten aanzien van meerdere rechters. Vgl. WvSv, A.L. Melai/M.S. Groenhuijsen e.a., wetboek van strafvordering (losbladig), aant. 9 ad artikel 515 lid 4 Sv. 2

wrakingsverzoek in hoger beroep tegen bepaalde rechters nadat ook in eerdere aanleg jegens bepaalde rechters zo n verzoek is ingediend, kan bezwaarlijk worden aangemerkt als opeenvolgend. 7. Corstens en Borgers stellen dan ook: Indien zonder succes een wrakingsverzoek is gedaan, staat dat niet in de weg dat in een volgende instantie een beroep wordt gedaan op de partijdigheid van de rechter in de vorige instantie. Het ligt in het verlengde daarvan dat het mogelijk wordt geacht dat degene die van de wrakingsregeling gebruik had kunnen maken, maar dit niet heeft gedaan, eveneens in een volgende instantie een beroep op de partijdigheid van de rechter in de vorige aanleg mag doen. 3 8. In de opvatting van Mevis ligt bovendien de opvatting besloten dat artikel 515 lid 4 Sv met grote terughoudendheid moet worden toegepast. Volgens hem zou een werkelijk vermoeden van misbruik van procesrecht (..) niet in de eerste plaats als geschilpunt tussen rechter en raadsman in de behandeling van de concrete strafzaak moeten blijven functioneren, maar kan beter, via een klacht, uitbesteed worden aan de tuchtrechter van de advocatuur, waaraan mede ter waarborging van dit belang, leden van de zittende magistratuur deelnemen, een element dat van grote waarde is en dat daarom niet uit die tuchtrechtspraak zou moeten worden verwijderd of door de voorhang van bestuurlijke sanctionering door een college van toezicht zou moeten worden beneveld. 4 Rechtspraak 9. Evident lijkt het mij dat in hoogste instantie die terughoudendheid temeer wordt betracht. We zien dan ook dat de Hoge Raad pas toepassing geeft aan artikel 515 lid 4 Sv gelet op het gehalte van het wrakingsverzoek, de veelheid van de verzoeken om wraking die in het kader van deze cassatieprocedure zijn gedaan en hun inhoud. 5 3 Vgl. G.J.M. Corstens en M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, 2014, IV.9. Voetnoten niet in het citaat opgenomen. 4 Noot onder HR 10 januari 2012; ECLI:NL:HR:2012:BR1143, NJ 2012/439. 5 Vgl. HR 23 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD236. 3

10. Het betrof een wrakingsverzoek van de raadsheren strafkamer Hoge Raad. Ik onderstreep de zinsnede in het kader van deze cassatieprocedure zijn gedaan. Ofwel: de Hoge Raad neemt louter de instantie, alwaar de zaak dan aanhangig is, als kader. 11. Ons zijn geen toepassingen bekend van artikel 515 lid 4 Sv op de wijze zoals de wrakingskamer van uw hof dat heeft gedaan. Motivering van toepassing artikel 515 lid 4 Sv 12. Ten onrechte heeft de wrakingskamer de toepassing van artikel 515 lid 4 Sv niet inzichtelijk gemotiveerd. 13. In januari 2001 heeft de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak aanbevelingen gedaan inzake wrakingsverzoeken. Daarin is onder meer opgemerkt dat gebruikmaking van het bepaalde in art. 515 lid 4 Sv een motivering vergt. 6 14. Uiteraard geldt dat uitspraken deugdelijk en begrijpelijk zijn gemotiveerd. De wrakingskamer heeft in haar uitspraak op geen enkele wijze inzichtelijk verduidelijkt waarom het artikel 515 lid 4 Sv heeft genoemd. 15. De wrakingskamer heeft niet enige wrakingsbeslissing concreet aangeduid, waaruit zou kunnen blijken dat een wrakingsgrond als de onderhavige al eerder vruchteloos zou zijn aangevoerd, zoals haar oordeel luidt. Conclusie 6 Zie Trema 2001, p. 184 e.v.; ook: Melai/Groenhuijsen e.a., wetboek van strafvordering (losbladig), aant. 9 ad artikel 515 lid 4 Sv. 4

16. Gelet op deze omstandigheden dient te worden vastgesteld dat de wrakingskamer inzake de toepassing van artikel 515 lid 4 Sv een onjuiste rechtsopvatting huldigt. Dat dient ertoe te leiden dat cliënts wrakingsverzoek niet onbeoordeeld wordt gepasseerd. Besluit 17. Ik verzoek uw hof deze pleitnota aan het proces-verbaal van de zitting te hechten. 5