DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018

Vergelijkbare documenten
DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

dierproeven Zo doen ze dat!

dierproeven Zo doen ze dat!

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven.

Wat is een dierproef?

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk?

Het fokken van proefdieren

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

Nieuwsbrief Wijziging wet op de dierproeven

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren

Hoe doen ze dat: een medicijn maken?

Dierproeven voor dummies

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Zo doende lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, orging, gedrag, toezicht, vaccin, ging, vaccin, toezicht, medicijn,

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling

Betoog Nederlands Er mag niet op dieren getest worden als het niet om het levensbelang van een mens gaat

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

STATISTIEKEN I.V.M. HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS GEWEST IN 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Spreekbeurt ANW Dierproeven

STATISTIEKEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2015

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

Werkstuk Maatschappijleer Dierproeven

Degenen die dieren verzorgen en doden. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Zo doende lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, orging, gedrag, toezicht, vaccin, ging, vaccin, toezicht, medicijn,

Vergunninghouder MUMC +

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn

Beleid aanschaf en fok van proefdieren

F Niet-technische samenvatting

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project


Biotechnologie bij dieren

ALLES OVER DIERPROEV EN

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Aanvragen van een projectvergunning in het kader van de Wet op de dierproeven. Centrale Commissie Dierproeven Miranda Buitenhuis

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Taken en verantwoordelijkheden in de proefdierketen

Zo doende Jaaroverzicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over dierproeven en proefdieren

Analisten en proefdieren

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers

Spreekbeurt Nederlands Dierproeven

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2017 uitgedrukt in cijfers

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Zo doende lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, orging, gedrag, toezicht, vaccin, ging, vaccin, toezicht, medicijn,

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

Dierexperimenteel jaarverslag 2013

Handleiding aanvraag projectvergunning Dierproeven

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro

Dierproeven in Nederland

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Informatiemap. Stichting Proefdiervrij 2015

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE

Ik doe mijn spreekbeurt over proefdieren omdat ik helemaal niet wist dat proefdieren bestonden,

Dierexperimenteel jaarverslag 2016

STATISTIEKEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2017

iet-technischesamenvatting

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Dierexperimenteel jaarverslag 2014

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Herplaatsingsraamwerk

Toelichting beleidsregels 'Meldingen in het kader van een projectvergunning'

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Transcriptie:

DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018 DEZE BROCHURE IS DE PUBLIEKSVERSIE VAN ZO DOENDE 2016, HET JAARVERSLAG OVER DIERPROEVEN EN PROEFDIEREN VAN DE NEDERLANDSE VOEDSEL- EN WARENAUTORITEIT. HET JAARVERSLAG IS GEPUBLICEERD IN FEBRUARI 2018 Bron: Wyss Institute

INLEIDING Dierproeven doe je niet zomaar. Toch zijn ze soms nodig. Strenge regels zorgen ervoor dat dierproeven alleen uitgevoerd worden wanneer het echt niet anders kan. Veel mensen zijn tegen. De overheid zet in op een transitie naar proefdiervrije innovatie. Het oogmerk is betere wetenschap. De overheid en betrokken partijen, waaronder het wetenschappelijk veld en de subsidiegevers, zijn in gesprek over hoe die transitie er dan uit moet zien. Hierbij gaat het onder andere over de brede inzet en beschikbaarheid van nieuwe technologieën, zoals organ-on-a-chip (zie illustratie op de voorkant van deze brochure). Daarnaast blijven ook de 3V s van vervanging (proeven zonder dieren), vermindering (proeven met zo min mogelijk dieren) en verfijning (waarbij het welzijn van de dieren zo min mogelijk wordt aangetast) leidend. Want we willen: weten hoe het lichaam van mensen en dieren precies werkt en hoe daarin ziekten ontstaan betere en nieuwe medicijnen ontwikkelen ziektes zoals kanker en dementie de wereld uit helpen ecologische vraagstukken oplossen. De (Europese) overheid verplicht dierproeven zodat er geen medicijnen of producten op de markt komen die schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen en dieren of voor het milieu. Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening. INHOUDSOPGAVE 1 DIERPROEVEN 2 PROEFDIEREN 3 PROEFDIEREN EN PIJN 4 GENETISCH VERANDERDE DIEREN 5 WETGEVING 6 ETHISCHE TOETS 7 DE 3V-ALTERNATIEVEN 8 DESKUNDIGHEID EN VERGUNNINGHOUDERS 9 INSPECTIE NEDERLANDSE VOEDSEL- EN WARENAUTORITEIT (NVWA) 10 OVER DEZE BROCHURE

1. DIERPROEVEN WAT IS EEN DIERPROEF? Een dierproef is een proef op een levend gewerveld dier, dat daarbij ongerief ondervindt. Het moet een proef zijn met een duidelijk omschreven doel. Dit is vastgelegd in de Wet op de dierproeven. Gewervelde dieren zijn zoogdieren, vissen, amfibieën, vogels en reptielen. De overheid streeft naar het verantwoord en zorgvuldig uitvoeren van dierproeven. De NVWA draagt hieraan bij door toe te zien op de naleving van de Wet op de dierproeven. Uit: Zo doende 2016, Rob van Lint, inspecteur-generaal Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. WAAROM EEN DIERPROEF? Ruim 35% van de dierproeven is wettelijk verplicht. Zo kan de veiligheid en werkzaamheid van medicijnen, chemische stoffen en voedingsmiddelen tot op zekere hoogte worden gegarandeerd. 1,1% Bescherming van diersoorten Fok met ongerief, niet gebruikt in dierproeven 0,4% 3,6% Onderwijs BEZWAREN ETHISCHE BEZWAREN dieren worden gebruikt als middel. WETENSCHAPPELIJKE BEZWAREN niet alle resultaten van dierproeven gelden zonder meer voor mensen. ECONOMISCHE BEZWAREN het doen van dierproeven kost veel geld. Forensisch onderzoek 0,2% Wettelijk verplicht 35,4% 26,7% Toegepast onderzoek 32,6% Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek 1978 1.572.534 AANTAL DIERPROEVEN DAALT In 2014 veranderde de statistische rapportage door de veranderde wetgeving. Hierdoor laten de gegevens van voor en na 2014 zich moeilijk met elkaar vergelijken. De registratie van dierproeven door de overheid startte in 1978. In dat jaar werden 1.572.534 dierproeven gedaan. 2009 592.665 2010 575.278 2011 589.853 2012 589.056 2013 526.593 2014 621.027 2015 528.159 In 2016 registreerden de Nederlandse vergunninghouders 449.874 dierproeven. Dat zijn 78.285 (14,8%) dierproeven minder dan in 2015. 2016 449.874

2. PROEFDIEREN In 2016 zijn 449.874 dierproeven geregistreerd. Een proefdier kan meerdere keren worden gebruikt. Dat heet hergebruik. In 2016 zijn 10.819 dieren één of meerdere malen hergebruikt. Hergebruik vindt met name plaats bij proeven voor onderwijs (4.972 ofwel 45%). HONDEN EN KATTEN IN NEDERLAND ZIJN VIER TYPEN PROEFDIEREN In 2016 werden 656 proeven met honden gedaan en 89 proeven met katten. Honden en katten worden vaak hergebruikt. In 2016 ging het om 259 honden en 28 katten. Gewone dieren. Dit zijn dieren waarvan de meeste 66,9% met het oog op dierproeven worden gefokt bij een erkende instelling: 301.640 Dieren die in het wild leven, maar worden onderzocht in het laboratorium: 1.980 0,5% Proeven met honden en katten worden onder andere gedaan om de gezondheid en veiligheid van honden en katten zelf te verbeteren. De NVWA verzamelde gegevens over adoptie van (voormalige) proefdieren. Er zijn 130 honden en 2 katten ter adoptie aangeboden. Dieren die worden bestudeerd in hun eigen omgeving (bijvoorbeeld voor gedragsstudies): 21.541 Genetisch veranderde dieren: 78.209 (daarvan is 78,3% muis). Deze dieren worden speciaal gefokt 5,3% 19,4% MET WELKE DIEREN ZIJN PROEVEN GEDAAN? Muizen 161.978 Ratten 109.589 Overige knaagdieren (o.a. hamsters en cavia s) Konijnen Vleeseters (o.a. honden, katten en fretten) Apen Hoefdieren (o.a. paarden, varkens, geiten en schapen) Overige gewervelde dieren (o.a. kippen, andere vogels en vissen) 5.063 8.579 1.255 120 14.938 101.848

3. PROEFDIEREN EN PIJN Als een dierproef gepaard gaat met pijn voor het dier, moet de onderzoeker deze pijn zo veel mogelijk voorkomen of verlichten. Bijvoorbeeld door behandelingen onder verdoving uit te voeren of door pijnstillers te geven. DOET HET PIJN, ZO N DIERPROEF? In Nederland spreken we bij dierproeven niet over pijn, maar over ongerief. Daarmee bedoelen we meer dan pijn. Ook stress, alleen-zijn, angst en ziekte worden meegerekend. Sinds 2014 moeten de vergunninghouders volgens de wet een schaal van 1 tot en met 4 gebruiken om het ongerief te meten. TOESTAND DIEREN NA PROEF De dieren die na het einde van de proef in leven zijn gelaten, kunnen indien mogelijk worden ingezet bij een volgende proef. Sommige dieren worden na gebruik in een proef herplaatst op een voor hen geschikte locatie; apen kunnen bijvoorbeeld naar Stichting Aap en honden naar een gezin. Verfijning van dierproeven, één van de 3V s (zie hoofdstuk 7), is erop gericht om het ongerief voor proefdieren te verminderen. En hun welzijn zo veel mogelijk te bevorderen. Hierbij kun je denken aan pijnbestrijding en kooiverrijking. 11,3% Het dier is na beëindiging van de proef in leven gelaten Verfijning is van belang tijdens de hele levenscyclus, niet alleen tijdens de proef. In 2016 was er bij 56,3% van de dierproeven sprake van licht ongerief, voornamelijk bij muizen en ratten. Ernstig ongerief kwam voor bij 13.334 dierproeven. Dat is een kleine daling ten opzichte van 2015. 88.7% Het dier is gestorven of gedood ten behoeve van de proef ONGERIEF BIJ DIEREN TERMINAAL EN LICHT 101.136 92.987 MATIG ERNSTIG 89.283 52.766 2.943 9.622 521 5.910 8.507 0 76 44 105 308 842 5 2.166 2.459 438 2.166 2.459 1.246 15.356 8.076

4. GENETISCH VERANDERDE DIEREN Het erfelijk materiaal in elke cel van het lichaam bevat de genen die nodig zijn voor alle bouwstenen van het lichaam, de eiwitten. Sommige genen spelen een rol bij de ontwikkeling van ziekten. Zo verhoogt een bepaald gen de kans op borstkanker. Om de genetische basis van ziekten beter te begrijpen gebruiken onderzoekers dieren waarbij één of meer genen veranderd zijn. Hierdoor kan de werking van genen worden bestudeerd. In sommige gevallen wordt een ziektebeeld opgeroepen. De meeste dierproeven op genetisch gewijzigde dieren zijn verricht top muizen. Ze zijn gefokt in het eigen laboratorium, verkregen van collega-onderzoekers of gekocht. IDENTIEKE DIEREN VEREIST Voor onderzoek met genetisch veranderde dieren moeten altijd meer dieren worden gefokt dan daadwerkelijk in de proef worden gebruikt, omdat: dieren niet van het gewenste geslacht zijn dieren niet de gewenste leeftijd hebben ex-fokdieren meestal niet geschikt zijn voor experimentele doeleinden. HOE KRIJG JE 60 GENETISCH VERANDERDE MUIZEN? Stel dat voor onderzoek naar borstkanker 60 vrouwtjesmuizen nodig zijn. Dan moeten hiervoor 170 genetisch veranderde muizen worden gefokt. Minimaal, want dit rekenvoorbeeld gaat uit van een ideale situatie, waarbij elk echtpaar 4 mannetjes en 4 vrouwtjes ter wereld brengt. 2 MUIZEN 1 vrouwtje 8 MUIZEN 4 vrouwtjes 32 MUIZEN 16 vrouwtjes 128 MUIZEN 64 vrouwtjes Je begint met 2 muizen. Daaruit komen 8 jongen: 4 mannetjes en 4 vrouwtjes. Deze 8 muizen krijgen 32 jongen: 16 mannetjes en 16 vrouwtjes. Deze 16 mannetjes en 16 vrouwtjes zorgen vervolgens voor 128 muizen: 64 mannetjes en 64 vrouwtjes, waardoor je 60 identieke vrouwtjesmuizen hebt. TOTAAL 170 MUIZEN

5. WETGEVING Er zijn twee belangrijke wettelijke kaders voor dierproeven. Ten eerste de wetgeving die dierproeven vereist om de veiligheid voor mens, dier en milieu te waarborgen. Ten tweede de Wet op de dierproeven (Wod). Hieronder meer informatie over de Wod. Sinds 1977 is de Wet op de dierproeven van kracht. DOEL VAN DEZE WET IS: het welzijn van de dieren te beschermen kaders te stellen waaraan een dierproef moet voldoen uitsluitend deskundigen met proefdieren te laten werken. De herziene Wet op de dierproeven (Wod) is sinds december 2014 van kracht. De herziening was nodig om de Europese Richtlijn 2010/63/EU in onze nationale wetgeving in te voeren. De richtlijn gaat over de bescherming van dieren die voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt. EEN DIERPROEF DOE JE NIET ZOMAAR... STAP 4 CCD krijgt advies van Dierexperimentencommissie (DEC) en besluit vervolgens wel of geen vergunning voor uitvoering onderzoek te geven. STAP 1 Instelling vraagt vergunning aan bij overheid om dierproeven te mogen doen en/of een vergunning om dieren voor dierproeven te mogen fokken. STAP 2 De Nederlandse Voedselen Warenautoriteit (NVWA) verleent instellingsvergunning namens staatssecretaris van Economische Zaken (EZ). STAP 3 Onderzoeker maakt projectvoorstel en niettechnische samenvatting. Hij legt dit voor aan Instantie voor Dierenwelzijn (lvd). Bij Centrale Commissie Dierproeven (CCD) wordt vergunning voor uitvoering projectvoorstel aangevraagd. STAP 5 Na afgeven vergunning en goedkeuring onderzoeksplan door IvD kan onderzoeker de dierproef uitvoeren. De CCD publiceert een niet-technische samenvatting. STAP 6 De IvD ziet toe op dierenwelzijn bij uitvoering onderzoek en op gebruik juiste technieken. De NVWA inspecteert of regels worden nageleefd.

6. ETHISCHE TOETS De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) weegt het belang van de proef af tegen het verwachte ongerief voor de dieren. Aan de hand van de projectvoorstellen bepaalt de DEC of de opzet en de uitvoering van de dierproef ethisch aanvaardbaar zijn en of de 3V-alternatieven optimaal zijn doorgevoerd. INSTANTIE VOOR DIERENWELZIJN Elke aanvraag voor een projectvergunning die een onderzoeker wil indienen, is afgestemd met de Instantie voor Dierenwelzijn (IvD). De IvD heeft een grote rol bij het schrijven van een projectaanvraag. De IvD ziet erop toe dat de stukken waarin de technische en dierenwelzijn aspecten beschreven staan, helder zijn. Als een projectvergunning is verleend, zal de IvD erop toezien dat het project goed uitgevoerd wordt conform de projectvergunning. DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE Een DEC bestaat uit ten minste zeven* leden met deskundigheid op de volgende gebieden: alternatieven proefdieren en hun bescherming ontwerp van dierproeven ethiek. * Vier van hen hebben geen arbeidsrelatie met de vergunninghouder. CCD EN DEC Bij de beoordeling van een projectvergunningaanvraag vraagt de CCD een DEC om advies. Waarop toetsen de DEC en CCD een aanvraag? afwezigheid reële alternatieven welzijn van de dieren afweging maatschappelijk en wetenschappelijk belang tegen ongerief dieren. Kan de uitkomst van de proef goed vertaald worden naar de patiënt/ziekte waarvoor het onderzoek zal worden uitgevoerd? De CCD zal de projectvergunning verlenen als helemaal is vastgesteld dat het belang van de proef groter is dan het ongerief dat de dieren zal worden aangedaan.

7. DE 3V-ALTERNATIEVEN Overheid, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zoeken naar methoden die dierproeven vervangen, verminderen en verfijnen. Deze 3V-alternatieven moeten het aantal proeven verder terugdringen en op termijn overbodig maken. Systematische studies van wetenschappelijke literatuur leiden bijvoorbeeld tot minder, beter en soms zelfs sneller onderzoek. VERVANGING Kan de proef (gedeeltelijk) zonder proefdieren worden uitgevoerd? Enkele proefdiervrije methoden: cellen of weefsels gekweekt in een kweekfles of op een chip (bijvoorbeeld kunsthuid) computermodellen en -simulaties proeven met mensen levensechte modellen (bijvoorbeeld met kunstaderen en kunstbloed) om studenten te leren prikken. VERMINDERING Kan de proef met minder dieren worden uitgevoerd? Dankzij de MRI-scan zijn bij tumoronderzoek bijvoorbeeld minder proefdieren nodig. Door deze techniek (die het inwendige lichaam van buitenaf scant) kan hetzelfde dier in verschillende fasen van de tumorvorming worden gevolgd. Voorheen moest voor elke fase een ander proefdier worden ingezet. NATIONAAL COMITÉ ADVIES DIERPROEVENBELEID Een belangrijk gevolg van de herziene Wet op de dierproeven (Wod) is dat het organisatiemodel voor de beoordeling van dierproeven is gewijzigd. Twee nieuwe instanties spelen een belangrijke rol: de Centrale Commissie Dierproeven (CCD), belast met het verlenen van projectvergunningen, en het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad). Een belangrijke taak van het NCad is het geven van advies over het (verbeteren van het) welzijn van proefdieren. Het NCad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) en Instanties voor Dierenwelzijn (IvD s). Iedere instelling die dierproeven uitvoert, heeft een Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) ingesteld. Deze houdt intern toezicht en geeft advies, met name op het gebied van de 3V s. Meer informatie: www.ncadierproevenbeleid.nl VERFIJNING Is de opzet van het onderzoek zodanig dat de dieren het minste ongerief ondervinden? Verfijning van dierproeven is erop gericht het ongerief voor proefdieren te verminderen en hun welzijn optimaal te beschermen. Pijnbestrijding is een voorbeeld van het eerste, kooiverrijking van het tweede. Een ander voorbeeld is de plaatsing van een zendertje in het dier, waardoor onderzoekers op elk gewenst moment informatie over het welzijn krijgen. Het dier kan hiervan wel enige last hebben. Verfijning is van belang tijdens de gehele levenscyclus en niet alleen tijdens de proef.

8. DESKUNDIGHEID EN VERGUNNINGHOUDERS In 2016 hebben 81 instellingen een vergunning om proefdieren te houden en om dierproeven uit te voeren. OPLEIDING VEREIST Onderzoeker, biotechnicus, laboratoriummedewerker of dierverzorger word je niet zomaar. Voor elke functie is een gedegen opleiding vereist. Voor sommige specifieke functies is daarnaast een cursus proefdierkunde verplicht. Elke instelling en ieder bedrijf waar dierproeven worden gedaan, heeft toegang tot een Instantie voor Dierenwelzijn. De IvD is een verbindende schakel tussen de DEC, CCD en de onderzoeker. De IvD houdt intern toezicht en adviseert over bijvoorbeeld 3Vbeleid. In de IvD zitten deskundigen met betrekking tot proefdieren, dierproeven en de 3V s. Van alle dieren wordt bovendien een welzijnsdagboek bijgehouden. Een biotechnicus ondersteunt onderzoekers bij het uitvoeren van dierproeven. Bijvoorbeeld bij het afnemen van bloed of het toedienen van narcose. Hierbij spelen de dierverzorgers ook een belangrijke rol. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert regelmatig al deze zaken. DIERENARTS Elke instelling moet toegang tot een dierenarts met kennis van de proefdiergeneeskunde hebben. De dierenarts bewaakt diergezondheid en dierenwelzijn en adviseert de IvD.

9. INSPECTIE NEDERLANDSE VOEDSEL- EN WARENAUTORITEIT (NVWA) In 2016 voert de NVWA in totaal 300 inspecties uit. Dit zijn er iets meer dan in 2015 (286 inspecties). Uit: Zo doende 2016 De NVWA voert aangekondigde inspecties uit, maar legt ook verrassingsbezoeken af. In 2016 voert de NVWA in totaal 300 inspecties uit. De NVWA geeft ook informatie over de regels en wetten waaraan de instellingen zich moeten houden. Als de wet wordt overtreden, krijgt de verantwoordelijke functionaris een waarschuwing plus de verplichting de ongewenste situatie te verhelpen. De NVWA helpt de verantwoordelijke functionaris de regels te begrijpen en na te leven. Elk jaar publiceert de NVWA alle feiten en cijfers over dierproeven. Dit jaarverslag heet Zo doende.

10. OVER DEZE BROCHURE Deze brochure bevat de belangrijkste gegevens uit Zo doende 2016, het jaarverslag over dierproeven en proefdieren in Nederland, opgesteld door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Het jaarverslag is gepubliceerd in februari 2018. Dierproeven zijn een gevoelig onderwerp, waarover soms nog veel onwetendheid en onduidelijkheid bestaat. Laat je door deze brochure en poster informeren over de belangrijkste feiten en cijfers. Kijk ook naar onze voorlichtingsfilm Dierproeven doe je niet zomaar. Te zien op onze website en YouTube. Vorm zo jouw mening over dierproeven. De Stichting Informatie Dierproeven heeft de redactie gevoerd. De inhoud is getoetst door een redactieraad bestaande uit: dr. Jeffrey Bajramovic PhD afdelingshoofd Alternatieven, Biomedical Primate Research Centre prof. dr. ir. Jan-Bas Prins hoogleraar Proefdierwetenschappen, hoofd Proefdiercentrum, Leids Universitair Medisch Centrum en lid Nationaal Comité advies dierproevenbeleid prof. dr. Pieter H. Reitsma hoogleraar Experimentele en Moleculaire Geneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum dr. Cees Smit beleidsmedewerker VSOP (Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties) dr. Ronald van Os onderzoeker Faculteit Medische Wetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen stichting informatie dierproeven Deze uitgave is tot stand gekomen dankzij financiële steun van de donateurs van de SID. Het jaarverslag Zo doende 2016 kun je downloaden van de website van de NVWA: www.nvwa.nl