Aan Van : De generale synode te Hasselt : Deputaten Adresvoering/Contacten Overheid/Binnenlandse Betrekkingen (DACOBB) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Ondw. : Rapportage werkzaamheden over de afgelopen periode Mariënberg, 4 november 2011 Geachte broeders, Hiermee ontvangt u ons rapport betreffende de werkzaamheden die door ons in opdracht van GS Emmen 2009/2010 zijn uitgevoerd. 1. Inleiding Het is met enigszins gemengde gevoelens dat wij u dit rapport aanbieden. De belangrijkste reden hiervoor is het zeer onverwachte overlijden van onze mededeputaat, broeder W. Wildeboer, op 7 september 2011. Binnen het deputaatschap hebben wij hem leren kennen als een broeder met veel liefde en toewijding voor de HERE en voor Zijn Kerk. Het is daarom met dankbaarheid aan de HERE dat wij hem gedenken. Met dankbaarheid aan de HERE omdat Hij het was die broeder Wildeboer sierde met gaven die hij wilde stellen in zijn dienst aan de HERE. Bij het uitkomen van dit rapport realiseren we ons dat dit veel te laat is en niet overeenkomstig de instructie. Wij bieden u daarvoor onze verontschuldigingen aan. De belangrijkste reden voor het late uitkomen is de voortgang in de gesprekken met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend). (De rapportage hiervan vormt ook een belangrijk onderdeel van dit rapport). Wij hadden gehoopt om u een afgerond geheel aan te kunnen bieden m.b.t. een eventuele kerkelijke vereniging met de gemeente te Dalfsen en stelden daarom onze rapportage uit. Helaas moeten we echter constateren dat wij u nog steeds geen afgerond geheel kunnen aanbieden. Er zal in ieder geval nog één gesprek met de kerkenraad van Dalfsen gevoerd worden. We hebben besloten om de uitkomst van dat gesprek niet meer af te wachten maar te komen tot deze rapportage waarin opgenomen de huidige stand van zaken. Dit houdt tevens in dat u van ons nog een aanvullende rapportage tegemoet mag zien. 2. Samenstelling deputaatschap en vergaderingen De samenstelling van het deputaatschap was als volgt: A. Admiraal, voorzitter J.A. Bazuin A. van Egmond G.H. Plaggenmars, secretaris Tot 7 september 2011: W. Wildeboer 1
Voor broeder Wildeboer kon geen vervanger worden opgeroepen omdat er door GS Emmen 2009/2010 geen secundus was benoemd. Dit achten deputaten wel wenselijk. Deputaten hebben vergaderd op de volgende data: - 28 januari 2011; - 8 april 2011; ook vond op deze datum de 1 ste vergadering plaats met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend); - 29 juni 2011; ook vond op deze datum de 2 de vergadering plaats met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend); - 22 september 2011; ook vond op deze datum de 3 de vergadering plaats met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend); - 22 oktober 2011. Dr. P. van Gurp heeft de vergaderingen met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend) op 29 juni 2011 en 22 september 2011 als adviseur bijgewoond. 3. Verslag werkzaamheden Dit verslag begint steeds met de instructie(s) in schuin gedrukte letter. Daaronder volgt per instructie in gewone letter hetgeen er te rapporteren is. 1. Zij zullen zich bij de daarvoor in aanmerking komende overheidsorganen en de nodige van de overheid uitgaande instellingen bekend maken en de plaatselijke kerken op hun verzoek daarbij assisteren. 1.1. Dit is in het verleden al gebeurd. 2. Zij zullen fungeren als officieel adres van het kerkverband van De Gereformeerde Kerken in Nederland (postale aanduiding "hersteld") voor overheid, andere kerkgenootschappen en landelijke instellingen en in het algemeen wanneer de kerken gezamenlijk worden aangesproken of aangeschreven. 2.1. Spreekt voor zich. 3. Zij zullen stukken die van de overheid en overige kerkgenootschappen bij hen binnenkomen en bestemd zijn voor de kerken of anderszins van belang zijn voor de kerken onder de aandacht van de kerken brengen. 3.1.Er zijn van overheidswege en van kerkgenootschappen geen stukken voor de kerken binnengekomen. 4. Zij zullen op vragen van de overheid en overige kerkgenootschappen over bepaalde zaken antwoord geven, voor zover de kerken zich na 2005 over deze en dergelijke zaken in generale synoden hebben uitgesproken. Dit alles in overeenstemming met het gevoelen van de kerken. Zij zullen zowel de bedoelde vragen als de door deputaten gegeven antwoorden ter kennisgeving aan de kerken doen toekomen. 2
4.1. Deputaten hebben dergelijke vragen tot nu toe niet ontvangen. 5. Zij zullen reageren op wetgeving die door de overheid wordt voorbereid evenals op door de overheid aangekondigde of reeds genomen maatregelen, indien dit van belang is voor de onbelemmerde voortgang c.q. de wettige bescherming van de dienst van de kerk (artikel 27 KO) en indien niet op het bijeenkomen van de generale synode gewacht kan worden; van de reacties dienen deputaten de kerken in kennis te stellen. 5.1. Voorbereidende wetgeving in de zin van deze instructie of reeds genomen maatregelen zijn bij deputaten niet bekend. Een reactie naar de overheid is daarom niet nodig geweest. 6. Zij zullen reageren op zaken die door de overige kerken ons bekend worden gemaakt indien dit van belang is voor de onbelemmerde voortgang c.q. wettige bescherming van de dienst van de kerk en het kerkelijke zaken betreft, indien niet op het bijeenkomen van de generale synode gewacht kan worden; van de reacties dienen deputaten de kerken in kennis te stellen. 6.1. Er zijn door de overige kerken geen zaken, zoals in de instructie bedoeld, bij deputaten bekend gemaakt. 7. Zij zullen de kerken informeren over nieuw tot stand gekomen wetgeving en andere maatregelen van de rijksoverheid die voor de kerken consequenties hebben, en over rechterlijke uitspraken die voor het functioneren van de kerken overal in het land van belang zijn. 7.1. Het informeren van de kerken is niet nodig geweest omdat, voor zover deputaten weten, er geen zaken tot stand gekomen zijn die voor het functioneren van de kerken van belang zijn. 8. Zij zullen gelukwensen of betuigingen van deelneming bij vreugde of rouw, overbrengen en de vertegenwoordiging van de kerken op Koninklijke recepties voorbereiden en uitvoeren behalve wanneer de generale synode bijeen is. 8.1.Namens de kerken zijn gelukwensen verzonden aan: 1. H.M. Koningin Beatrix ter gelegenheid van haar verjaardag op 31 januari 2011; 2. Z.K.H. Prins Willem-Alexander ter gelegenheid van zijn verjaardag op 27 april 2011; 3. H.M. Koningin Beatrix ter gelegenheid van Koninginnedag 2011; 4. H.K.H. Prinses Máxima ter gelegenheid van haar verjaardag op 17 mei 2011. 8.2. Gebruikelijk is om als generale synode per telegram een blijk van respect en trouw aan H.M. de Koningin toe te zenden. Om een voorbeeld te geven, volgt hierbij de tekst van een dergelijk telegram: De generale synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland, bijeengekomen in Hasselt, wenst uwe Majesteit de zegen en de hulp van God toe bij de uitoefening van uw koninklijk ambt. De synode betuigt de aanhankelijkheid van de kerken jegens 3
het Huis van Oranje. De synode verzekert uwe Majesteit dat door de kerken voortdurend voor u wordt gebeden om kracht en wijsheid, in grote dankbaarheid aan God, de Koning der koningen, die u riep tot uw hoge ambt.., preses 8.3. De kerken ontvingen van de Dienst van het Koninklijk Huis in alle gevallen bericht dat de Koninklijke Hoogheden hun hartelijke dank uitspraken voor de gelukwensen die zij van de kerken mochten ontvangen. 9. Zij zullen op uitnodiging van de overheid de kerken vertegenwoordigen bij officiële plechtigheden met een vorstelijk of nationaal karakter, met dien verstande dat geen uitnodiging aanvaard kan worden tot het bijwonen van religieuze samenkomsten en andere plechtigheden die in strijd komen met het Woord van de Here en de op dat Woord gegronde belijdenis van de kerken. 9.1. Er zijn geen uitnodigingen van de overheid ontvangen. 10. Ze zullen in het algemeen de ontvangst van hun toegezonden stukken aan afzender(s) bevestigen. 10.1 Dit is in voorkomende gevallen gebeurd. 11. Zij zullen ingeval zij menen, dat bepaalde hun niet regarderende stukken van betekenis kunnen zijn voor de kerken of voor een ander generaal deputaatschap, de afzender(s) daarheen verwijzen. 11.1. Dit is niet nodig gebleken. 12. Zij zullen het adressenbestand van de kerken en van de overige kerkgenootschappen up-to-date houden. 12.1. Hier wordt aan gewerkt. 13. Deputaten zullen ontwikkelingen in andere kerkverbanden nauwlettend volgen; deputaten zullen, wanneer zich tekenen voordoen, waaruit blijkt dat er sprake is van trouw aan Schrift en belijdenis (drie formulieren van enigheid) en samenleven volgens de Gereformeerde Kerkorde, daartoe oriënterende gesprekken houden met betreffende kerk(en) om zich over deze tekenen nader te laten informeren. 13.1. Door deputaten zijn in de achterliggende periode drie gesprekken gevoerd met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend). De gesprekken zijn tot stand gekomen op uitnodiging van deze kerkenraad en n.a.v. de brief die GS Emmen 2009/2010 naar de Gereformeerde Kerk Dalsen (dolerend) deed uitgaan. In punt 4 volgt een verslag van het verloop van deze gesprekken Verder zijn er in andere kerkverbanden (helaas) geen zodanige tekenen van trouw aan Schrift en belijdenis en samenleven volgens de gereformeerde kerkorde geweest dat oriënterende gesprekken gevoerd konden worden. 4
14. Zij zullen enkele of gegroepeerde al dan niet reeds vrijgemaakte verontruste kerkleden van de GKv of andere kerkgenootschappen verwijzen naar de kerkenraad van de dichtstbijzijnde kerk. 14.1. Dit is in de verslagperiode niet aan de orde geweest. 15. Zij zullen desgevraagd adviezen verlenen aan de plaatselijke kerken bij het aangaan van gesprekken met de onder 14 genoemde personen. 15.1. Twee deputaten hebben op verzoek van een kerkenraad twee vergaderingen van deze kerkenraad met verontruste broeders en zusters uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt als adviseurs bijgewoond. 16. Zij stellen bij het begin van hun werkzaamheden een conceptbegroting op van de te verwachten uitgaven en dienen die in bij de Deputaten Financieel Beheer. 16.1. Een begroot bedrag van 600,00 euro is ingediend bij Deputaten Financieel Beheer 17. Zij kunnen voor het uitvoeren van de opdrachten beschikken over de nodige financiële middelen die worden verstrekt door Deputaten Financieel Beheer. 17.1. Heel fijn! 18. Zij zullen van hun werk rapport uitbrengen aan de eerstkomende generale synode van De Gereformeerde Kerken, en dit rapport eventueel aangevuld met voorstellen, vier maanden voor aanvang van de synode aan de roepende kerk doen toekomen. 18.1. Is bij deze (te laat) gebeurd. 19. Zij zullen hun archief zowel in papieren- als ook in digitale vorm (pdf-formaat op cd-rom) uiterlijk na zes jaar overdragen aan de archivaris van de Generale Synode. 19.1 Wordt aan gewerkt. 4. Verloop van de gesprekken met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend) (GKD) en de huidige stand van zaken. Deputaten hebben in de afgelopen periode, na de sluiting van GS Emmen 2009/2010, drie gesprekken gevoerd met de kerkenraad van de GKD. Deze gesprekken werden gehouden op verzoek van de kerkenraad. Dit naar aanleiding van de besluiten die GS Emmen 2009/2010 had genomen en de brief die zij had verzonden aan de kerkenraad van de GKD. De kerkenraad had behoefte aan een nadere toelichting bij de besluiten en de brief. Deputaten hebben met dankbaarheid mogen constateren dat de gesprekken met de kerkenraad in broederlijke sfeer mochten verlopen en dat de toelichting op de besluiten en de brief voldoende is geweest. 5
De volgende onderwerpen zijn met de kerkenraad van GKD verder besproken: 1. De taxatie en waardering van de Vrijmaking van 2003; Over dit onderwerp is tijdens de eerste vergadering uitgebreid doorgesproken. Het resultaat hiervan was dat met dankbaarheid kon worden geconstateerd dat de kerkenraad van de GKD geen moeite heeft om in de Vrijmaking van 2003 de hand van de Here te zien. (Zoals er van DGK-zijde geen moeite is om in de Vrijmaking van 2010 te Dalfsen de hand van de Here te zien). Wel blijft er verschil in taxatie van de kerkelijke situatie in 2003 met betrekking tot het eigen handelen. 2. Streven naar eenheid met alle gereformeerde belijders als roeping van Christus; Op verzoek van de kerkenraad van de GKD is doorgesproken over de vraag of men binnen DGK ziet dat er een roeping van Christus ligt om te streven naar eenheid met alle gereformeerde belijders. Deze vraag kon natuurlijk met een hartelijk ja worden beantwoord. De roeping van Christus wordt zeker gezien en van de kant van DGK zijn ook diverse initiatieven geweest om in contact te komen met hen die zeggen de gereformeerde belijdenis van harte lief te hebben. Verwezen wordt hierbij o.a. naar de initiatieven van deputaten Binnenlandse Betrekkingen en GS Emmen 2009/2010 richting de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend), de kerk van Kampen-Noord (Ichthus) en de brieven die de generale synode heeft laten uitgaan naar de Hersteld Hervormde Kerk. 3. Vrijheid van geweten; Er is aan de hand van concrete voorbeelden doorgesproken over de huiver die er is in Dalfsen en, naar het schijnt, ook bij andere verontrusten voor binding van het geweten in DGK. Veel van deze huiver berust niet op feiten maar op geruchten. Ook is besproken de plaats van het kerkblad De Bazuin binnen DGK en de ruimte voor eventuele kritische stukken in het kerkblad. Door de besprekingen hierover zijn zaken helder geworden en vormen ze geen belemmering. 4. Mogelijkheid federatief groeimodel en/of mogelijkheid binnenlandse zusterkerkrelatie; De kerkenraad van de GKD heeft in het eerste gesprek de vraag gesteld hoe deputaten dachten over het aangaan van een federatie met elkaar. In zo n (bepaalde) federatieve periode, die gebruikt wordt om naar elkaar toe te groeien, wordt wel elkaars opzicht en tucht erkend, worden elkaars leden aanvaard en predikanten kunnen bij elkaars gemeenten voorgaan maar is er (nog) geen volledige kerkverbandelijke eenheid. Het niet direct organisatorisch één worden maar naar elkaar toegroeien leek de kerkenraad een goede zaak vanwege: - het verschil in klimaat tussen de gemeente te Dalfsen en DGK die nadere bevraging van elkaar zou vergen; - omdat er tussen 2003 en 2010 een groot tijdsverschil is waarbij er door DGK bepaalde synodebesluiten genomen zijn die door GKD nog beoordeeld moeten worden; - Er liggen nog synodebesluiten uit het verleden, o.a. actief vrouwenkiesrecht, die door DGK zijn verworpen en waar GKD nog geen uitspraak over heeft gedaan. 6
Deputaten, en later ook dr. P. van Gurp als adviseur, hebben desgevraagd in de drie vergaderingen waarbij dit onderwerp ter sprake kwam hun adviezen gegeven en daarbij aangegeven dat het slechts adviezen waren omdat een generale synode zich over een dergelijke vraag dient uit te spreken. Aangegeven werd van de kant van deputaten o.a. dat bij het aanvaarden van elkaars leden en het laten voorgaan van elkaars predikanten je toch eigenlijk al één kerkverband vormt. Het zou dan toch een relatief kleine stap zijn om bv. ook ambtsdragers met een geloofsbrief, naar art. 41 KO, naar een classisvergadering af te vaardigen. Gedurende de gesprekken bleek het aangaan van een volledige kerkelijke eenheid toch een te grote stap voor hen te zijn. Pastorale motieven waren hiervoor doorslaggevend. Doorgesproken is ook over de vraag of er een principiële belemmering is voor het aangaan van een federatief groeimodel. Van de zijde van deputaten is gezegd dat er hun inziens in het algemeen gesproken geen principiële belemmering is voor het aangaan van een federatief groeimodel, maar dat daarbij dan wel werd gedacht aan twee kerkverbanden die eerder nooit iets met elkaar hebben gehad. Met betrekking tot het voorstel van de kerkenraad van de GKD werd van de kant van deputaten ingebracht dat 2003 en 2010 toch niet zover uit elkaar liggen en dat het, gegeven die situatie, dan nodig zou zijn dat we weer helemaal naar elkaar zouden moeten toegroeien maar dat een zo spoedige mogelijke vereniging juist geboden is omdat we de avondmaaltafel al in het verleden met elkaar gedeeld hebben. Ook is gewezen op de gevaren die een federatie met het bijhorende naar elkaar toegroeien met zich meebrengt. Het naar elkaar toegroeien zou immers zomaar kunnen stagneren door allerlei negatieve ervaringen waardoor een volledige eenheid niet bereikt wordt. Over het punt van al of niet een federatie aangaan bleef verschil van mening bestaan. In het laatste gesprek op 22 september jl. werd door de kerkenraad van de GKD de mogelijkheid geopperd dat we ook een zusterkerkrelatie naar analogie van de relatie met buitenlandse zusterkerken zouden kunnen aangaan waarbij dan de regeling, met enkele aanpassingen, gebruikt zou kunnen worden die daarvoor geldt. Omdat dit element nieuw was en de regeling als zodanig voor de meeste deputaten onbekend was werd dit niet verder uitgewerkt. Afgesproken werd dat de kerkenraad van de GKD met de gemeente een en ander zou doorspreken en met een concreet voorstel zou komen. Na de vergadering op 22 september jl. werd door deputaten aan de kerkenraden verzocht om op zondag 25 september 2011 de volgende afkondiging te doen: De deputaten voor de kerkelijke eenheid hebben afgelopen week een samenspreking gehad met de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend). Met dankbaarheid kan worden meegedeeld dat deze bespreking in een goede en broederlijke sfeer is verlopen en vruchtbaar is geweest en een belangrijke stap betekent op de weg naar de kerkelijke eenheid. Totdat de gemeente te Dalfsen zal zijn ingelicht kunnen nog geen nadere mededelingen worden gedaan. Zo spoedig mogelijk zullen de kerkenraden worden ingelicht. Achteraf betreuren deputaten de toevoeging dat deze bespreking..een belangrijke stap betekent op de weg naar de kerkelijke eenheid. 7
Wij betreuren deze toevoeging omdat die inhoudelijk niet juist was en aanleiding gaf tot het misverstand binnen DGK dat de gedachte van een federatief groeimodel blijkbaar door de kerkenraad van de GKD was losgelaten. Een logische gedachte omdat van het gesprek van deputaten met de kerkenraad van de GKD op 8 april 2011 een verslag was gemaakt dat werd verstuurd naar alle kerkenraden. In dit verslag valt te lezen dat deputaten en kerkenraad met elkaar van gedachten wisselden over de mogelijkheid om een federatief groeimodel aan te gaan. Daarbij werd door deputaten uitdrukkelijk vermeld dat zij inzake deze materie alleen konden meedenken en dat het aan de generale synode is om daarover besluiten te nemen. Door op 25 september de afkondiging te doen dat het verloop van de bespreking van 22 september 2011 een belangrijke stap betekende op weg naar kerkelijke eenheid werd onbedoeld en ongewild de indruk gewekt dat het federatief groeimodel dus van de baan was en kerkelijke eenheid op de normale wijze binnen handbereik lag. Dit was echter niet het geval. Na een e-mailwisseling van deputaten onder elkaar over deze materie werd besloten om af te wachten wat uiteindelijk het concrete voorstel van de kerkenraad van de GKD zou worden en dit eerst te bespreken in eigen kring om daarna, indien noodzakelijk, met de kerkenraad van de GKD hierover door te spreken. Dit afwachten werd echter doorkruist door het, voor deputaten onverwachts, uitkomen van een Persverklaring van de kerkenraad van de GKD op 18 oktober 2011 waar door diverse scribenten publiek op werd gereageerd. In deze Persverklaring werd o.a. gesteld De kerk te Dalfsen stelt zich voor dat de GKD en de DGK gedurende een bepaalde tijd naar elkaar toe zullen groeien Reacties die ons bereikten gaven aan dat niet duidelijk was wat nu precies bedoeld werd met het gedurende een bepaalde tijd naar elkaar toe zullen groeien. Gevraagd werd ook om als deputaten hierover enige duidelijkheid te verschaffen in verband met het doen van voorbede in de zondagse erediensten. Omdat op 19 oktober 2011 door de kerkenraad van de GKD het concrete conceptvoorstel voor de komende generale synode naar ons werd verzonden konden deputaten zich daar tijdens een vergadering op zaterdag 22 oktober 2011 over buigen. Dit voorstel hield o.a. het volgende in: Door de kerkenraad van de GKD wordt voorgesteld om nog geen volledige kerkelijke eenheid aan te gaan, maar een zusterkerkrelatie naar analogie van de zusterkerkrelaties met buitenlandse kerken. Dit houdt o.a. in dat de kansels voor elkaars predikanten worden opengesteld en elkaars attestaties worden aanvaard. Voorlopig denkt de kerkenraad een periode van ca. 1 jaar nodig te hebben om te groeien tot een volledig kerkelijk samengaan. Inmiddels hadden deputaten ook signalen bereikt dat er binnen DGK gemeenteleden waren met principiële bezwaren tegen het aangaan van een federatie zonder volledige kerkverbandelijke eenheid. Dit op grond van art. 28 van de NGB waar een ieder opgeroepen wordt om zich bij de kerk te voegen en zich met haar te verenigen om zo samen de hals te buigen onder het juk van Jezus Christus. Ook 8
geraadpleegde artikelen uit oude Reformanda s, jaargang 6 no. 38, jaargang 8 no. 19 en 20 en jaargang 10 no. 38, wezen in deze richting. Mede vanwege deze signalen uit eigen kring werd door deputaten besloten om niet in te stemmen met het voorstel van de kerkenraad van de GKD en dit direct aan de kerkenraden mee te delen en aan de kerkenraad van de GKD. Deputaten betreuren deze gang van zaken maar zagen zich hiertoe genoodzaakt door het uitkomen van de Persverklaring van de kerkenraad van de GKD en de vragen die dit opleverde. Met de kerkenraad van de GKD zal nog doorgesproken worden over het verloop van een en ander. Deputaten hopen van harte dat er door dit alles geen verwijdering ontstaat. Gebleken is in de afgelopen periode dat het zoeken van toenadering tot elkaar in goede harmonie kon gebeuren en er mede daardoor ook een hartelijk verlangen naar kerkelijke eenheid met elkaar groeide. Waarvoor gewaakt moet worden is dat het verschil van inzicht over de weg waarlangs een kerkelijke vereniging kan plaatsvinden een twistappel wordt binnen DGK en in de contacten met de gemeente te Dalfsen. Geve de HERE in Zijn genade dat we ook in dit opzicht in alle wijsheid en zachtmoedigheid met elkaar omgaan. Wat betreft de kerkelijke vereniging met de GKD stellen deputaten zich voor dat de komende tijd optimaal benut wordt om de zaken die naar de mening van de kerkenraad van de GKD volledige eenwording nog in de weg staan uitvoerig met elkaar door te spreken. Deputaten zijn graag bereid om daaraan hun bijdrage te leveren in de wetenschap dat het de HERE is die roept tot eenheid in het zichtbare van allen die de Here Jezus Christus van harte liefhebben en willen staan op hetzelfde fundament van Schrift en belijdenis. Deputaten wensen u tot slot de wijsheid van de HERE toe bij al uw beraadslagingen. Met hartelijke broedergroet, Namens deputaten, A. Admiraal, voorzitter G.H. Plaggenmars, secretaris 9