Zelfcontrole autobedrijven: vragenlijsten en toelichting



Vergelijkbare documenten
Vragenlijst controle autobedrijven

Zelfcontrole autobedrijven: vragenlijsten en toelichting

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

CHECKLIST TANKSTATIONS BARIM

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

CHECKLIST TANKSTATIONS BARIM

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t

CHECKLIST TANKSTATIONS

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie A42v0btrj0j

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

odijmond REGIO WATERLAND

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

Aanleg en inspectie klaar voor de toekomst?! Stephan Romers. Zelfstandig ondernemer Deelnemer CCvD Bodembescherming SIKB Bestuurslid NIBV

Bovengrondse (olie)tanks bij agrarische bedrijven (regels vanaf 1 juni 2011)

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60

Zelfcontrole agrarische bedrijven

EVO PGS-15 Checklist

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11

Deze controlelijst is ontwikkeld op basis van het bronbestand Natte brandstoffen t.b.v. checklist fysiek en checklist periodieken.

Bodem+, Kennis van bodemzaken

Antwoorden AIM sessie Av5n87erd80

Activiteit: Uitwendig wassen van motorvoertuigen of werktuigen waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast

Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Opslagtanks en NRB in de Omgevingswet

Dit document is onderdeel van Overheden voor overheden op infomil.nl. BEDRIJFSGEGEVENS Bedrijfsnaam volgens vergunning/melding

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen

Bijlage 6: Tabel dwangsomhoogtes en termijnen

Activiteitenbesluit Metaalrecycling

1. Inleiding Procesbeschrijving...21

Pre-controle. Vergunningen check veehouderij

Aanvraag rioolvergunning

Activiteitenbesluit Gemeentewerven

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Antwoorden AIM sessie Ate3vdc3jwm

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

Vlaanderen is bodembewust. Beter voorkomen. dan saneren De goedkoopste weg naar een propere bodem SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER OVAM

Antwoorden AIM sessie Auizkk8qptn

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

Zelfcontrole horecabedrijven: vragenlijsten en toelichting

Antwoorden AIM sessie Axjhejth7il

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Checklist 7. Chemicaliën. School:... Datum:... Vestiging:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabinet:... in orde d.d.

Antwoorden AIM sessie Au0za8z7i3f

Antwoorden AIM sessie As42vxso84s

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

Antwoorden AIM sessie A4l1mt1ffx6

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

Checklist Brandveilig gebruik horecabedrijven. Gegevens van u en uw horecabedrijf. Naam Horecabedrijf. Adres

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Toelichting op AS 6800 Controle en keuring tank(opslag)installaties en de vervanging van AP08 en de KC s door AS 6800

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Meldingsformulier Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Controlelijst brandveiligheid kinderdagverblijven/ basisscholen Naam instelling : Locatie adres : Contactpersoon : Telefoonnummer :

Antwoorden AIM sessie A3py48ycbyc

Veiligheid op een LPG-tankstation. Rinus Blankestijn Milieu Techn. Adviseur

Antwoorden AIM sessie Asxkctzcho8

OPNAMERAPPORT. Ten behoeve van een jaarlijkse zelfstandige beoordeling van de gebruiksvoorschriften van een bouwwerk

Voedingsmiddelen onder algemene regels

Niet technische beschrijving revisie vergunning

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv

* *

Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede

Handboek water Olieafscheiders

Activiteit: Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer

Antwoorden AIM sessie Au5yjah1jrq

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Afvalstoffen Onderstaande tabel geeft een overzicht op jaarbasis van de omvang van de diverse activiteiten.

Antwoorden AIM sessie Aw4k7idfksg

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Ax6a6bdmneg

Activiteitenbesluit Autodemontage

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM-sessie Arzr4327trg

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Keuring en onderhoud

Openbare besluitenlijst in mandaat Namens burgemeester en wethouders genomen besluiten in week 26 t/m 2 mei 2017

Transcriptie:

Kennis en tijdwinst voor u als ondernemer Zelfcontrole autobedrijven: vragenlijsten en toelichting <foto( s)>

Kennis en tijdwinst voor u als ondernemer Zelfcontrole autobedrijven vragenlijsten en toelichting januari 2009 Geschreven door Platform Milieuhandhaving Grote Gemeenten i.s.m. BOVAG 2 (versie 29 januari 2009)

Inhoudsopgave Zelfcontrole: kennis en tijdwinst voor u als ondernemer Deel I VRAGENLIJSTEN Welke vragenlijsten moet ik invullen? Vragenlijst 1 Melding Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Vragenlijst 2 Vergunning Wet milieubeheer Vragenlijst 3 Opslag in ondergrondse opslagtanks Vragenlijst 4 Opslag in bovengrondse enkelwandige opslagtanks Vragenlijst 5 Opslag in bovengrondse dubbelwandige opslagtanks Vragenlijst 6 Opslag van afvalstoffen Vragenlijst 7 Lozen van oliehoudend afvalwater Vragenlijst 8 Stookinstallatie(s) (verwarming) Vragenlijst 9 Energieverbruik Vragenlijst 10 Opslag en gebruik van gasflessen / lasactiviteiten Vragenlijst 11 Vloeren Vragenlijst 12 Algemeen brandveilig gebruik Vragenlijst 13 Logboek Deel II TOELICHTING OP WET- EN REGELGEVING 1 Inleiding 2 Activiteitenbesluit 3 Regeling lekdichtheidsvoorschriften koelinstallaties 2006 4 PGS: Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 5 Woningwet 6 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 7 Logboek Bijlage 1 Bijlage 2 Handige websites Overzicht deelnemende gemeenten en milieudiensten 3 (versie 29 januari 2009)

Zelfcontrole: kennis en tijdwinst voor u als ondernemer Als ondernemer wordt u geconfronteerd met diverse soorten controles op het gebied van milieu, brandveiligheid en de plaatselijke verordening. Het is begrijpelijk dat u hierdoor misschien niet altijd meer precies weet welke vergunningen u hebt en aan welke wetten en regels u zich moeten houden. Bovendien kosten de controles veel tijd. Daarom introduceren gemeenten de zelfcontrole. Wat houdt zelfcontrole precies in? Het Platform Milieuhandhaving Grote Gemeenten (PMGG) heeft in samenwerking met BOVAG een project opgestart waarbij autobedrijven zichzelf controleren. Deze zelfcontroles geven u meer zicht op de wet- en regelgeving die u moet naleven. Bovendien kunt u de controle uitvoeren op het moment dat u het best uitkomt, onafhankelijk van anderen. U krijgt dus niet langer allerlei instanties over de vloer voor verschillende controles. Ook kunt u eventuele tekortkomingen zelf signaleren en verhelpen. De zelfcontrole bevat overigens niet alle regels die van toepassing zijn, maar wel de meest relevante. Vervangt de zelfcontrole de gemeentebezoeken? Het is de bedoeling dat gemeenten de vragenlijsten als volwaardig gaan zien en accepteren als controlemiddel. In principe vervangt de zelfcontrole dan de gemeentebezoeken. De gemeente hoeft alleen nog maar steekproefsgewijs te controleren. Als bij een steekproef blijkt dat u de vragenlijsten niet naar waarheid hebt ingevuld, treedt de gemeente handhavend op. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat de gemeente u een dwangsom oplegt of de politie vraagt een proces-verbaal op te maken. Wat leest u in deze brochure? De brochure bestaat uit twee delen. In het eerste deel vindt u alle vragenlijsten die u kunt invullen. Omdat niet alle regels zijn opgenomen in de vragenlijsten, kan het zijn dat een individuele gemeente toch nog meer over uw bedrijf wil weten. Wij gaan er echter vanuit dat de huidige vragenlijsten voor alle gemeenten afdoende zijn. In deel II vindt u achtergrondinformatie bij de vragenlijsten. Hierin leest u meer over de wet- en regelgeving die op de meeste autobedrijven van toepassing is. Ter verduidelijking illustreren we dit af en toe met foto s. In de bijlagen vindt u bovendien nog interessante links naar meer informatie en een overzicht van gemeenten die ook zelfcontrole hebben ingevoerd. 4 (versie 29 januari 2009)

Hoe voert u de zelfcontrole uit? Hieronder leest u hoe u in vier stappen de zelfcontrole kunt uitvoeren. Stap 1 Kruis aan welke onderdelen op uw bedrijf van toepassing zijn In de tabel op pagina 7 kunt u aankruisen welke onderdelen op uw bedrijf van toepassing zijn. Voor de zelfcontroles hoeft u alleen die vragenlijsten in te vullen. Stap 2 Vul de vragenlijsten in U vult nu de vragenlijsten in die op uw bedrijf van toepassing zijn. Boven de vragen vindt u nog een korte toelichting op het onderwerp van die vragenlijst. Er staan in de vragenlijsten geen vragen waarop de gemeente het antwoord al weet. We vragen dus niet naar bekende persoonsgegevens, welke vergunning er al is verleend en dergelijke. Soms verleent de gemeente echter vergunningen voor een vaste periode. In dat geval vragen we naar de geldigheidsdatum. Is die datum verstreken, dan moet u een nieuwe vergunning aanvragen. Bij de zelfcontrole vragen we een actieve houding van u. Eenvoudig ja of nee antwoorden is niet voldoende: u moet actief kijken om de vragen juist en naar waarheid in te vullen. Als uit uw antwoord een tekortkoming blijkt, kunt u dat onder aan de vragenlijst toelichten. Komt u er niet uit? Blader dan door naar de toelichting in deel II. Daarin vindt u achtergrondinformatie over de diverse wetgeving. Is dit niet voldoende? In bijlage 1 staat ook nog een overzicht van diverse websites die u meer informatie kunnen geven. Natuurlijk kunt u met uw vragen ook terecht bij de gemeente of bij BOVAG. Er zijn administratieve en uitvoerende vragen. Voor de administratieve vragen moet u kijken in uw vergunningen of keuringsbewijzen om de vraag te beantwoorden. Voor de uitvoerende vragen, moet u actief iets ondernemen om de vraag te beantwoorden. Stap 3 Stuur de vragenlijsten op naar de gemeente Nadat u de vragenlijsten hebt ingevuld, stuurt u deze op naar de gemeente. Stap 4 Logboek Als laatste stap adviseren wij u een logboek bij te houden van de belangrijkste bedrijfsgegevens. Hierin kunt u een kopie van de ingevulde vragenlijsten bewaren. Ook is dit een goede bewaarplaats voor de keurings- en controlebewijzen. Daarnaast kunt u in het logboek (kopieën van) vergunningen en meldingen bewaren. Zo hebt u altijd alle gegevens bij de hand. Deze brochure is losbladig. Dat lijkt lastig, maar hierdoor is het mogelijk om u bij verandering van wetgeving losse aangepaste pagina s aan te bieden. Dan hoeft niet een gehele bundel te worden vervangen. Wel zo makkelijk en milieuvriendelijk! 5 (versie 29 januari 2009)

DEEL I VRAGENLIJSTEN VOOR ZELFCONTROLE 6 (versie 29 januari 2009)

Welke vragenlijsten moet u invullen? In de onderstaande tabel kunt u aangeven welke vragenlijsten op uw bedrijf van toepassing zijn. De vragenlijsten vindt u direct na deze tabel. Onderwerp vragenlijst Melding Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) Van toepassing? Nummer vragenlijst Altijd invullen 1 Opslag in ondergrondse opslagtanks 2 Opslag in bovengrondse enkelwandige opslagtanks voor diesel en afgewerkte olie 3 Opslag in bovengrondse dubbelwandige opslagtanks voor diesel en afgewerkte olie 4 Opslag in bovengrondse opslagtanks voor smeerolie 5 Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken 6 Lozen van oliehoudend afvalwater van wasplaats en werkplaats 7 Stookinstallatie(s) (verwarming, spuitcabine) 8 Spuiten 9 Energieverbruik 10 Opslag en gebruik gasflessen /lasactiviteiten 11 Vloeren 12 Algemeen brandveilig gebruik 13 Opslag gevaarlijke stoffen in verpakking 14 Logboek 15 7 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 1 Melding Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. Dit besluit kent een meldingsplicht voor nieuwe bedrijven of voor bedrijven die uitgebreid of veranderd zijn. Als u uw bedrijf al vóór 1 januari 2008 hebt gemeld bij de gemeente, hoeft u dat niet opnieuw te doen, tenzij er dus sprake is van uitbreiding of wijziging van de werkzaamheden of het bedrijfspand. Bijvoorbeeld: voorheen had u uw herstelwerkplaats gemeld bij de gemeente maar nu heeft er door een verbouwing een forse uitbreiding plaatsgevonden. Dan moet er alsnog een melding op basis van het Activiteitenbesluit worden ingediend. Het kan ook zijn dat u er opslagtanks heeft bijgeplaatst of dat u de wasplaatsen heeft uitgebreid. Ook hiervoor zult u dan nog een melding moeten doen. Melden van een nieuw bedrijf of van de veranderingen kunt u via Internet doen via http://aim.vrom.nl (dus GEEN www.). Administratief Ja nee Is het bedrijf bouwkundig nog hetzelfde als wat u heeft gemeld voor 1 januari 2008? Zijn de werkzaamheden in uw bedrijf nog hetzelfde als wat u heeft gemeld voor 1 januari 2008? Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 8 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 2 Opslag in ondergrondse opslagtanks Het Activiteitenbesluit kent veel regels met betrekking tot het onderhoud en de opslag in ondergrondse opslagtanks. Zo mogen onderhoudswerkzaamheden alleen door hiervoor erkende bedrijven worden uitgevoerd. Een aantal keuringen of controles is gekoppeld aan een keuringstermijn. Deze vindt u op de afgegeven certificaten. Voordat deze termijnen verstrijken, moeten de keuringen of controles opnieuw zijn uitgevoerd. Bij het gebruik van een ondergrondse opslagtank moet ook een verzekering zijn afgesloten om de schade van een eventuele bodemverontreiniging te dekken. Het besluit kent een vast verzekerd bedrag van 225.000,- per opslagtank. Indien de opslag in ondergrondse opslagtanks onlangs is beëindigd dan geldt op basis van het Activiteitenbesluit een verplichting om binnen 6 maanden een bodemonderzoek te laten uitvoeren. Neem bij beëindiging contact op met uw gemeente. Voor verdere uitwerking van de regels voor (ondergrondse) opslagtanks met vloeibare brandstof en afgewerkte olie verwijst het Activiteitenbesluit naar een Nederlandse richtlijn: de PGS 28 De keuringstermijnen van ondergrondse opslagtanks zijn verschillend: - Voor de opslag van afgewerkte olie geldt een termijn van 5 jaar. - Voor opslagtanks met andere brandstoffen dan afgewerkte olie in een grondwaterbeschermingsgebied geldt een termijn van 10 jaar. - Voor normale gebieden en andere brandstoffen dan afgewerkte olie geldt 15 jaar. - Is de opslagtank inwendig gecoat volgens de richtlijn BrL K 779 of BrL K 790 of is het een dubbelwandige opslagtank met lekdetectie dan geldt 20 jaar. De ondergrondse opslagtank voor afgewerkte olie dient ten minste éénmaal per jaar geleegd te worden. Diverse van onderstaande vragen kunnen worden beantwoord aan de hand van certificaten die voor die activiteiten zijn afgegeven. U wordt geadviseerd kopieën van die certificaten te bewaren in het logboek. Uitvoerend Zijn de vulpunten en aftappunten van de ondergrondse opslagtank(s) aangebracht boven een lekbak, vloeistofdichte vloer of voorziening? Ja Nee Z.o.z. 9 (versie 29 januari 2009)

Administratief Wanneer is de ondergrondse opslagtank of zijn de ondergrondse opslagtanks geplaatst? Wanneer is de ondergrondse opslagtank/zijn de ondergrondse opslagtanks voor het laatst volledig gekeurd door of namens het KIWA? Wanneer zijn de stalen opslagtanks voor het laatst gecontroleerd op de aanwezigheid van agressief water (water-sludge)? Als er kathodische bescherming is, wanneer is deze voor het laatst onderzocht op de goede werking is? Wanneer is het laatste bodemweerstandsonderzoek uitgevoerd? Wanneer is de laatste stoomopdrukproef uitgevoerd? Wanneer is de ondergrondse opslagtank voor afgewerkte olie voor het laatst geleegd? Wat is de geldigheidsdatum voor de verzekering tegen bodemverontreiniging ten gevolge van opslag in ondergrondse opslagtanks? Hoe hoog is het verzekerd bedrag per opslagtank? Ja Nee Zijn er keurings- of controletermijnen verstreken? Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 10 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 3 Opslag in bovengrondse enkelwandige opslagtanks voor dieselolie en afgewerkte olie Het Activiteitenbesluit kent ook veel regels rond de opslag in bovengrondse opslagtanks voor dieselolie en afgewerkte olie. Vaak worden stalen opslagtanks voor de opslag gebruikt. Voor verdere uitwerking van de regels verwijst het Activiteitenbesluit naar een Nederlandse richtlijn: PGS 30, althans voor opslagtanks met dieselolie en afgewerkte olie. Deze richtlijn geldt niet voor opslagtanks met smeerolie. Er wordt bij de opslagtanks verschil gemaakt in opslagtanks die zijn geplaatst vóór 1 januari 2000 en daarna. Voor de opslagtanks van vóór 2000 geldt voor een aantal eisen een overgangstermijn tot 1 januari 2015. Dat geldt bijvoorbeeld voor een het installatiecertificaat, tankcertificaat, overvulbeveiliging en een mangat voor inwendige controle van de opslagtank. Dit betekend dat uw opslagtank(s) die voor 1 januari 2000 is of zijn geplaatst voor 1 januari 2015 moet(en) zijn beoordeeld en gekeurd. Daarnaast wordt verschil gemaakt in enkelwandige opslagtanks in een lekbak en dubbelwandige opslagtanks met lekdetectie. Een opslagtank voor afgewerkte olie moet minimaal één keer per jaar worden geleegd. In de informatiebundel leest u meer over de opslag in bovengrondse opslagtanks. Uitvoerend Is het aantal bovengrondse opslagtanks gewijzigd ten opzichte van wat is gemeld bij de gemeente of waarvoor vergunning is verleend? Zijn de vulpunten en aftappunten van de bovengrondse opslagtank(s) aangebracht boven een lekbak, vloeistofdichte vloer of voorziening? Is de lekbak / zijn de lekbakken vloeistofdicht? Is de lekbak / zijn de lekbakken vloeistofvrij? Ja Nee Administratief Is de opslagtank / zijn de opslagtanks in goede staat? (verf niet afgebladderd, geen grote roestplekken e.d.) Wanneer is de opslagtank met afgewerkte olie voor het laatst geleegd? (De opslagtank voor afgewerkte olie moet minimaal één keer per jaar worden geleegd) Vragen enkelwandige opslagtanks van vóór 1 januari 2000 Wanneer is de jaarlijkse controle op water uitgevoerd voor een opslagtank met dieselolie (dit is niet van toepassing voor afgewerkte olie) 11 (versie 29 januari 2009)

Vragen enkelwandige opslagtanks van na 1 januari 2000 Wanneer is / zijn de opslagtank(s) voor het laatst volledig gekeurd door of namens het KIWA gekeurd? Is de opslagtank / zijn de opslagtanks voorzien van een tankcertificaat? Is de opslagtank / zijn de opslagtanks voorzien van een installatiecertificaat? Wanneer is de overvulbeveiliging gecertificeerd? Is de opslagtank / zijn de opslagtanks geplaatst op de bodem? alleen van toepassing op opslagtanks van na 1 januari 2008) Is de lekbak / zijn de lekbakken voorzien van een certificaat? Zijn de inpandige opslagtanks aangesloten op een ontluchting naar buiten? Zijn de opslagtanks geplaatst op afschot? (geldt niet voor afgewerkte olie) Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 12 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 4 Opslag in bovengrondse dubbelwandige opslagtanks voor dieselolie en afgewerkte olie Het Activiteitenbesluit kent veel regels rond de opslag in bovengrondse opslagtanks. Vaak worden stalen opslagtanks gebruikt. Voor verdere uitwerking van de regels verwijst het Activiteitenbesluit naar een Nederlandse richtlijn: PGS 30. Er wordt bij de opslagtanks verschil gemaakt in opslagtanks die enkelwandig zijn uitgevoerd of dubbelwandig. De eisen die aan deze opslagtanks worden gesteld zijn ook verschillend van aard. Denk bijvoorbeeld aan een verplichte lekbak bij enkelwandige opslagtanks en een goed functionerende lekdetectie bij dubbelwandige opslagtanks zonder lekbak. In de informatiebundel leest u meer over bovengrondse (dubbelwandige) opslagtanks. Een aantal keuringen of controles is gekoppeld aan een keuringstermijn. Deze vindt u op de afgegeven certificaten. Voordat deze termijnen verstrijken, moeten de keuringen of controles opnieuw zijn uitgevoerd. Zijn de vulpunten en aftappunten van de bovengrondse opslagtank(s) aangebracht boven een lekbak, vloeistofdichte vloer of vloeistofdichte verharding? Is de opslagtank/zijn de opslagtanks in goede staat (verf niet afgebladderd, geen roestplekken e.d.) Functioneert de lekdetectie? Zijn de inpandige opslagtanks aangesloten op een ontluchting naar buiten? Zijn de opslagtanks geplaatst op afschot? (met uitzondering van afgewerkte olie) Wat is de afstand van de opslagtank naar de erfgrens? Ja meter Nee Wanneer is de opslagtank met afgewerkte olie voor het laatst geleegd? (De opslagtank voor afgewerkte olie moet minimaal één keer per jaar worden geleegd) Wanneer is de lekdetectie voor het laatst gekeurd? Wanneer is de jaarlijkse controle op water uitgevoerd voor een opslagtank met dieselolie (geldt niet voor afgewerkte olie) Zijn er keurings- of controletermijnen verstreken? Ja Nee Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 13 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 5 Opslag in bovengrondse opslagtanks voor smeerolie Het Activiteitenbesluit kent enkele regels met betrekking tot de opslag van smeerolie in opslagtanks. Het maakt daarbij onderscheid tussen: - opslagtanks die op de bodem staan en - opslagtanks die niet op de bodem staan. Voor opslagtanks die op de bodem staan geldt dat deze moeten zijn geplaatst boven een lekbak. Dit geldt niet voor dubbelwandige opslagtanks. De vulpunten en de aftappunten van de opslagtank moeten zich bevinden boven de lekbak of boven een vloeistofdichte vloer of verharding. Deze regels gelden niet voor opslagtanks met smeerolie die niet op de bodem staan. Hiervoor kan de gemeente aparte regels stellen (maatwerkvoorschriften). Uitvoerend Is het aantal bovengrondse opslagtanks voor smeerolie gewijzigd ten opzichte van wat is gemeld bij de gemeente? Is de opslagtank met smeerolie geplaatst boven een lekbak? Zijn de vulpunten en aftappunten van de bovengrondse opslagtank met smeerolie aangebracht boven een lekbak, vloeistofdichte vloer of verharding? Ja Nee Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 14 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 6 Opslag van afvalstoffen in emballage Het Activiteitenbesluit kent niet veel algemene regels meer als het gaat om de opslag van afvalstoffen. Wel is bepaald dat u de afvalstoffen gescheiden bewaart en gescheiden moet afvoeren. Daarnaast kent het besluit een regel dat u uw bedrijfsafval dat binnen een straal van 25 meter van uw bedrijf terecht komt, moet opruimen. Denk daarbij aan etenswaren en verpakkingen. Er zijn specifieke regels rond gevaarlijke afvalstoffen, zoals afgewerkte olie, remvloeistof, koelvloeistof, vervuilde absorptiegrit of vervuilde verdunningsmiddelen. Deze moeten in deugdelijke verpakking worden opgeslagen. Dan moeten - om te voorkomen dat de bodem verontreinigd wordt - deze afvalstoffen boven een lekbak of een vloeistofkerende worden opgeslagen. Voor oude accu s geldt dat de opslagbak bestand moet zijn tegen het zuur en dat de accu s rechtop bewaard worden. In de informatiebundel leest u meer over afvalstoffen en vooral wanneer het gaat om gevaarlijke en normale afvalstoffen. Autowrakken Bevatten autowrakken alle vloeistoffen en bijvoorbeeld de accu dan geldt dat zij boven een vloeistofdichte vloer moeten worden opgeslagen. Afgifte van autowrakken mag alleen aan een bedrijf dat daarvoor vergunning heeft van de provincie. U mag nooit meer dan vier wrakken hebben staan. Van autowrakken mogen geen onderdelen worden verwijderd om die later op andere voertuigen te plaatsen. Er is daarvoor alleen een uitzondering als het gaat om bijzondere onderdelen als een radio-cd-speler, een trekhaak of de velgen. Als deze onderdelen komen van een auto waarvan de eigenaar u vraagt die over te zetten op een andere auto waarvan hij de eigenaar is, dan is het dus wel toegestaan. Uitvoerend Bewaart u afvalstoffen gescheiden? Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Slaat u accu s rechtop in een deugdelijke bak op? Heeft u niet meer dan vier autowrakken aanwezig? Staan autowrakken boven een vloeistofdichte vloer als de vloeistoffen en/of de accu daar nog in zitten? Geeft u de autowrakken alleen af aan een vergunninghouder? Verwijdert u onderdelen voor hergebruik (zie toelichting)? Waar registreert u de afgifte(n) van gevaarlijke afvalstoffen? Ja Nee Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 15 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 7 Lozen van oliehoudend afvalwater van wasplaats en werkplaats Het Activiteitenbesluit kent enkele eisen met betrekking tot het lozen van oliehoudend afvalwater. Dat gaat om het afvalwater van wasplaatsen maar ook van het schoonspuiten of schrobben van de vloer van de werkplaats. In zijn algemeenheid geldt dat het afvalwater altijd via een controlevoorziening (controleput) moet worden geloosd op het vuilwaterriool van de gemeente. Afvalwater van de vloer van een tankplaats bij een opslagtankstation moet altijd via een olie- en benzineafscheider worden geloosd. Dit onderwerp wordt echter in deze bundel niet behandeld. Indien niet via een olie- en benzineafscheider wordt geloosd op de riolering dan mag het afvalwater nauwelijks olie bevatten (maximaal 20 mg/l). Indien wel gebruik wordt gemaakt van een olie- en benzineafscheider dan mag iets meer olie (nog altijd gering) in het afvalwater aanwezig zijn (maximaal 200mg/l). Om het gehalte goed vast te kunnen stellen, moet het afvalwater altijd op een makkelijke manier kunnen worden bemonsterd. Daarnaast is overgangsrecht van toepassing voor olie- en benzineafscheiders die volgens een oudere richtlijn (NEN 7089) zijn geplaatst. Wel is het dan van belang dat de afscheider goed wordt onderhouden en regelmatig wordt geledigd. De vloer van de wasplaats en de afleverplaats voor motorbrandstoffen moet altijd vloeistofdicht zijn uitgevoerd. In de informatiebundel leest u meer over het wassen van voertuigen en het lozen van afvalwater. Uitvoerend Op welke wijze kan het afvalwater van de wasplaats doelmatig worden bemonsterd? Wie laat de olie- en benzineafscheider na het reinigen vollopen met water? Administratief Wanneer moet de vloer van de wasplaats weer worden gekeurd m.b.t. vloeistofdichtheid? Wanneer is de olie- en benzineafscheider voor het laatst geleegd en door wie? Is er voor de vloeistofdichte vloer (of andere voorziening) een rapportage aanwezig waarin een deskundig inspecteur verklaart dat deze vloer of voorziening conform de keur CUR/PBV aanbeveling 44 vloeistofdicht is? Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 16 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 8 Stookinstallatie(s) (verwarming, spuitcabine) Stookinstallaties die een nominaal vermogen hebben van meer dan 100 kw en die op gas worden gestookt, moeten elke vier jaar worden gekeurd door een gecertificeerd bedrijf. Stookinstallaties die op een andere brandstof dan gas worden gestookt met een nominaal vermogen tussen 20 kw en 100 kw, moeten ook één keer per vier jaren worden gekeurd. Heeft zo n installatie een vermogen van meer dan 100 kw dan moet de keuring elke twee jaren worden uitgevoerd. Dit geldt voor alle verwarmingsinstallaties dus ook die gebruikt worden voor de spuitcabine. Het nominaal vermogen vindt u op het typeplaatje van de installatie. Indien uit de keuring blijkt dat onderhoud aan de installatie nodig is dan moet dit onderhoud binnen twee weken na de keuring zijn uitgevoerd. Van de keuring van de installatie moet een rapport aanwezig zijn. Hierop staat ook vermeld wanneer de installatie weer gekeurd moet worden. Let daarbij wel op dat de data van uw oude rapport kan afwijken van de verplichting zoals hiervoor omschreven. De termijnen uit het Activiteitenbesluit zijn bepalend. Daarnaast zijn er uit andere regelgeving nog wat regels met betrekking tot de stookruimte. Dit is de ruimte waar de stookinstallatie is opgesteld. In deze ruimte mogen geen andere goederen worden of zijn opgeslagen. Is er een installatie aanwezig met een nominaal vermogen boven de 100 kw dan moet er ook een brandschakelaar buiten de stookruimte zijn. Een brandschakelaar is vaak voorzien van de hiernaast afgebeelde pictogram. Uitvoerend Ja Nee Is de stookruimte van de verwarmingsinstallatie vrij van andere materialen? Is een brandschakelaar aangebracht buiten de stookruimte? Is de stookruimte zestig minuten brandwerend uitgevoerd? Administratief Wat is de geldigheidsdatum van het keuringsrapport van de gasgestookte installatie als deze een nominaal vermogen heeft van meer dan 100 kw? Voor kleinere installaties geldt dit niet als aardgas, propaan of butaan wordt gebruikt! Wat is de geldigheidsdatum van het keuringsrapport van de NIETgasgestookte installatie als deze een nominaal vermogen heeft van meer dan 20 kw. 17 (versie 29 januari 2009)

Welke stookinstallatie(s) heeft u en wat is het vermogen van de installatie(s) Installatie (bv. CV, heater(s), verwarming droogkamer, spuitcabine) Vermogen in kw. keuringstermijn Heater 1 Heater 2 Heater 3 Centrale verwarmingsketel 1 Centrale Verwarmingsketel 2 Verwarming spuitcabine Verwarming droogkamer Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 18 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 9 Spuiten Voor het uitdeuken en spuiten van voertuigen kunnen verschillende regels gelden. Denk bijvoorbeeld aan stof, geur of geluid. Maar ook zijn er diverse voorschriften die gelden voor de opslag van verven, lakken en verdunningsmiddelen. Het Activiteitenbesluit regelt dit gedeeltelijk zelf, maar verwijst voor de opslag van gevaarlijke stoffen ook naar een Nederlandse richtlijn: PGS 15. Het merendeel van de verven en lakken hoeft echter niet te worden opgeslagen in een speciale opslagvoorziening. Vaak is dit af te lezen op het productinformatieblad. Als de verf vrij is van vervoersregelgeving dan geldt dit ook voor opslag binnen uw inrichting. Goud housekeeping: Good housekeeping is een algemene term waar u aan moet voldoen om het ontstaan van onnodig afval of het onnodig uitdampen van vluchtige stoffen in verven/lakken en verdunningsmiddelen te voorkomen. Op pagina 44 en verder van de bundel treft u een toelichting aan alsmede diverse voorbeelden van Good housekeeping. Voor geluid gelden vaste normen vanuit het Activiteitenbesluit. Het onderdeel stof is vooral van belang bij laswerkzaamheden en schuren van auto s (oppervlaktebehandeling). Het Activiteitenbesluit stelt daar veel eisen aan die vaak ook verplicht zijn. Daarnaast kent de wetgeving voorzieningen die erkend worden als een afdoende systeem om te veel uitstoot van stof naar buiten te voorkomen. Deze worden in de informatiebundel nader toegelicht. Let op: als u bijvoorbeeld bij het schuren van plaatwerk de lucht met het stof door een filterinstallatie afvoert dan moet deze installatie wel geschikt zijn voor die werkzaamheden. Ook moet hij regelmatig worden schoongemaakt en onderhouden. Voor het gebruik van gasflessen/laswerkzaamheden is een afzonderlijke vragenlijst gemaakt. In de informatiebundel leest u daar meer over. Administratief Hoe voert u een oplosmiddelenboekhouding? Hoe registreert u de gehaltes aan vluchtige stoffen in de lakken die u gebruikt? Is er een afzonderlijke opslagvoorziening voor verpakte gevaarlijke (afval)stoffen? (*Indien JA vul dan vragenlijst 14 ook in!) Op welke wijze doet u aan Good housekeeping? Uitvoerend Ja Nee Zijn alle gevaarlijke stoffen opgeslagen in de voorziening Ja Nee Zijn er in het bedrijf (op werkvoorraden na) gevaarlijke stoffen aanwezig Is de ruimte voldoende brandwerend. Voldoende ventilatie aanwezig Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 19 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 10 Energieverbruik Het Activiteitenbesluit kent drie groepen verbruikers van gas en elektriciteit elk met eigen bepalingen en verplichtingen. Het zijn de volgende groepen: 1. Verbruik minder dan 50.000 kw/h elektriciteit en minder dan 25.000 m 3 gas; 2. Verbruik meer dan groep 1 maar minder dan 200.000 kw/h elektriciteit en minder dan 75.000 m 3 gas en 3. Verbruik meer dan 200.000 kw/h elektriciteit en meer dan 75.000 m 3 gas. In de informatiebundel worden de groepen nader toegelicht. Voor de vragenlijst is het van belang dat u de verbruikte hoeveelheden noteert. U vindt deze terug op de jaarafrekeningen van uw energieleverancier. Er zijn veel mogelijkheden om het verbruik van gas en elektriciteit te verminderen. Denk aan spaarlampen, thermostaten voor verwarming, bewegingsmelders om verlichting in en uit te schakelen, betere isolatie, goede apparatuur e.d. Op veel sites kunt u daarover informatie vinden, zoals www.energiecentrum.nl, www.infomil.nl en bij de BOVAG. Administratief Hoeveel elektriciteit hebt u het afgelopen jaar verbruikt? Hoeveel gas heeft u het laatste jaar verbruikt? Indien meer dan 50.000 kw/h elektriciteit wordt verbruikt op jaarbasis: welke maatregelen heeft u dan al getroffen om het verbruik te verminderen? Indien meer dan 25.000 m 3 gas wordt verbruikt: welke maatregelen heeft u dan al getroffen om het verbruik te verminderen? Uitvoerend Welke maatregelen heeft u zelf getroffen om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden? Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 20 (versie 29 januari 2009)

Vragenlijst 11 Opslag en gebruik gasflessen / Lasactiviteiten Bij herstelwerkzaamheden wordt vooral gebruik gemaakt van MIG lassen. Hiervoor wordt veelal een massieve (koper)draad en Argon als beschermgas gebruikt. De eisen die gesteld worden aan het afvoeren van lasdampen zijn verschillend voor diverse klassen van lasactiviteiten maar ook bij diverse hoeveelheden gebruikte lastoevoegmiddelen. Voor dit onderdeel gaan we er van uit dat op jaarbasis geen grotere hoeveelheden lastoevoegmiddelen worden gebruikt dan wat voor de klassen is vastgesteld. Voor de opslag van gasflessen en voor de gasflessen zelf zijn diverse regels van toepassing. In de informatiebundel is dit uitgebreid weergegeven. Voor gasflessen geldt vooral dat zij tegen omvallen moeten zijn beschermd en dat de keuringstermijn niet is verstreken. De keuringstermijn is niet voor alle gassen en ook niet voor elke leverancier hetzelfde. De termijn is in de fles ingeponst. Lekkende gasflessen moeten apart worden gezet en de lekkage moet zo snel mogelijk worden verholpen. Indien er een voorraad aan gasflessen is met uitzondering van de flessen die in gebruik zijn - met een gezamenlijke (water)inhoud van meer dan 125 liter, moeten deze worden opgeslagen in een aparte ruimte. Deze ruimte moet aan een aantal eisen voldoen, die ook in de informatiebundel zijn toegelicht. Gasflessen Zijn er gasflessen aanwezig waarvan de keuringstermijn is verstreken? Op welke wijze zijn de gasflessen tegen omvallen beschermd? Hoe groot is de inhoud (in liters) van de flessen die u in voorraad heeft? Blijken er tekortkomingen uit bovenstaande vragen? Licht dan hieronder toe wat u daaraan gaat doen. 21 (versie 29 januari 2009)