: Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel

Vergelijkbare documenten
: Gemeente Bronckhorst. Verkeersbesluit

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

1\\ o 1 AF«2009. Provincie Zeeland J..\... Directie Economie en Mobiliteit ~ ~ Infrabeheer. Infrabeheer. W.W. van de Kreke

Verkeersborden: Groep A - Snelheid

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2010 / 078. Naam Wegsleepverordening gemeente Nijmegen (2004) Publicatiedatum 21 juli 2010.

Verkeersborden met omschrijving

besluit van de gemeenteraad

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Het vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college worden gedelegeerd of gemandateerd.

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

BELEIDSREGEL VOOR AFGIFTE VAN RVV-ONTHEFFINGEN

Bijlage 1 Verkeersborden

Verkeersborden overzicht

Verkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8

Wegsleepverordening 2003

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000

Wegsleepverordening Dordrecht

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 mei 2017, kenmerk SO/ ;

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 november 2006 / 213/2006. Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t.

GEMEENTE SCHERPENZEEL

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Verkeersborden en tekens

Toelichting op Wegsleepverordening Rozendaal 2016

Bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout en enkele andere lichte verkeersovertredingen

Algemene regel. Soorten borden

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 juni 2016;

WETTELIJKE TEGENSTRIJDIGHEDEN VERKEER NIEUWEMEERDIJK

In bijlage 1 van deze beleidsregels is de tekst van de artikelen en verkeerstekens waarvoor ontheffing kan worden verleend weergegeven.

Theorieboek. rijbewijs A

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;

"WEGSLEEPVERORDENING GEMEENTE LOPPERSUM

Bijlage 1 Verkeersborden

Gewijzigde verkeerssituatieoude Vest en Kloosterplein

Onderwerp : Wegsleepverordening Haaksbergen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 maart 2006;

Veldhovense Rij-instructeurs Opleiding RVV RVV

Citeertitel: Regeling verkeersaanwijzingen en -borden. Vindplaats : AB 2000 no. 10 (inwtr. AB 2000 no. 11)

Artikelsgewijze toelichting Wegsleepverordening Woudrichem

Einde Autosnelweg. Woonerf

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting. Begripsomschrijvingen. In deze verordening wordt verstaan onder:

Wegsleepverordening voor de gemeente Beverwijk 2018

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 20 APRIL 2005 (De Zeekant van 4 mei 2005)

Vijf soorten verkeersborden

12 STILSTAAN EN PARKEREN

1. Algemene bepalingen. 2. Verkeersborden. 3. Verkeerslichten. 4. Verkeerstekens op het wegdek

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

STILSTAAN EN PARKEREN LES 5

dat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;

STILSTAAN EN PARKEREN

Weg sleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

Theorieboek. rijbewijs B

Kort samengevat houden de wijzigingen in de wegsleepregeling voor gemeenten het volgende in.

Raadsvergadering 27 februari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Wegsleepverordening Portefeuillehouder: Wethouder R.A.C. Slager.

Interne beleidsregels ontheffingen RVV 1990 Scherpenzeel 2015

Overwegende: dat wij op grond van artikel 18, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd zijn dit verkeersbesluit

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!

STAATSCOURANT. Nr september Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Zaaknummer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds [ONTWERPTEKST ZOALS AANGEBODEN AAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE]

Brommertheorieboek Deel 4

2. De bijgevoegde Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2014 vast te stellen.

Politiereglement betreffende stilstaan en parkeren. Gemeente De Panne

Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzones Centrum Sectie 1 en Breukelen zuid Sectie 2

Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland

Bijzondere bestuurlijke verordening VERKEER

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelichting algemeen Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen Uitgebreide werking Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links

REGLEMENT VERKEERSREGELS EN VERKEERSTEKENS 1990

aanhangwagens: voertuigen die door een voertuig worden voortbewogen of kennelijk bestemd zijn om aldus te worden voortbewogen, alsmede opleggers;

a. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;

Artikel 4 In voetgangerszones is het parkeren verboden. Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland

VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013

Besluit van 26 juli 1990, houdende vaststelling van een nieuw Reglement verkeersregels en verkeerstekens

Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel I

FOUTPARKEREN. U doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! PZ HerKo. Lokale Politie Herent- Kortenberg

Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland

VERKEERSBORDEN.

Toelichting Toelichting algemeen Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen Uitgebreide werking Verordening In artikel 170 e.v.

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:

De bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, komt te luiden:

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

VERKEERSBORDEN A. SNELHEID. A1 Maximumsnelheid. A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord. A2 Einde maximumsnelheid

Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

BELEIDSREGELS. Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 april 2008, nummer 160;

Transcriptie:

V erkeersbeslui t Besluit, 6 april 2018 Wij verlenen een ontheffing voor vrijstelling van de Wegenverkeers en de RVV voor voertuigen van Cyclomedia: Activiteit : vrijstelling van de Wegenverkeers en de RVV voor voertuigen Adres : gemeente Bronckhorst Ontvangst aanvraag : 27 maart 2018 Kenmerk : SXO51784850 Ontheffinghouder Adres : CycloMedia Technology B.V. : Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel Dit besluit treedt een dag na bekendmaking in werking Voorwaarden: 1. de ontheffing moet altijd in het voertuig aanwezig zijn als u gebruik maakt van de wegen waar de ontheffing voor geldt 2. de ontheffing is afgegeven op kenteken van het voertuig. Als u een andere auto in bezit of gebruik krijgt, dient u een nieuwe ontheffing aan te vragen 3. de ontheffing kan ten allen tijden worden ingetrokken 4. de veiligheid van het verkeer moet onder alle omstandigheden worden gewaarborgd 5. het verkeer dient zo min mogelijk te worden gehinderd; zonodig wordt daartoe het voor de uitvoering van de werkzaamheden gebruikte voertuig verplaatst 6. van de ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt als een goede uitvoering van de taken op het gebied van water, milieu en verkeer binnen de gemeente zonder gebruikmaking van de ontheffing niet mogelijk is 7. van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt in geval van mist, sneeuwval of andere (weers)omstandigheden, die het zicht beperken tot een afstand van minder dan 200 meter, tenzij de werkzaamheden van dusdanige aard zijn dat deze niet uitgesteld kunnen worden 8. de bestuurder die gebruik maakt van de ontheffing is verplicht, indien hij zich ter uitvoering van de werkzaamheden buiten enig voertuig in de berm, op de vluchtstrook of op de rijbaan bevindt, veiligheidskleding te dragen, die is uitgevoerd in fluorescerend oranje kleur 9. bij gebruik bij schemer en duisternis moeten op de kleding retorreflecterende zilverkleurige biezen en strips zijn aangebracht 10. de kleding dient in zodanige staat te verkeren dat de waarneembaarheid in alle gevallen voldoende gewaarborgd is 11. de bestuurder van een voertuig die dit voertuig laat stilstaan of parkeert met gebruikmaking van de ontheffing is verplicht, als hij zich buiten het voertuig bevindt, de ontheffing achter de voorruit van zijn voertuig aan te brengen en wel zo dat deze vanaf de buitenzijde van het voertuig goed leesbaar is 12. degenen die van de ontheffing gebruik maakt is verplicht de ontheffing bedoelde verklaring op vraag van de daartoe bevoegde ambtenaren ter inzage af te geven Overwegingen Voor het uitvoeren van werkzaamheden die voor, in dienst of in opdracht worden uitgevoerd van de gemeente Bronckhorst is het nodig om in een aantal situaties af te kunnen wijken van geldende verkeersregels. Daarom wordt aan de voertuigen van CycloMedia Technology B.V. een ontheffing verleend. Pagina 1 van 6

De ontheffing is uitsluitend geldend voor de wegen die in beheer zijn bij de Gemeente Bronckhorst. Als gebruik wordt gemaakt van de ontheffing moet de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht worden genomen om de de gevaren voor de overige weggebruikers zo klein mogelijk te houden. Bezwaar Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u schriftelijk binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit bij de gemeente een bezwaarschrift indienen. Zorgt u er voor dat het in ieder geval de volgende gegevens bevat: - uw naam en adres - de datum - een omschrijving (of een kopie) van het besluit waartegen u bezwaar maakt - redenen voor het maken van bezwaar - uw handtekening meer weten? Zie https://www.bronckhorst.nl/home/wat-u-wiltregelen_45201/product/bezwaar-maken_275.html. Voorlopige voorziening Ook kunt u bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem een voorlopige voorziening vragen. Zo kunt u in een dringend geval, in afwachting van de beslissing op uw bezwaar, voorlopig mogelijk nadelige gevolgen van het besluit voorkomen. Meer weten? Zie www.rechtspraak.nl Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van Bronckhorst, cluster Omgeving Kopie aan: - Archief Pagina 2 van 6

B i j l a g e 1 : O v e r z i c h t v r i j s t e l l i n g e n w a a r v o o r d e o n t h e f f i n g v o o r v a n t o e p a s s i n g i s : Door het bevoegd gezag kan ontheffing worden verleend van: Reglement verkeersregels en verkeerstekens: Artikel 3 Bestuurders zijn verplicht zoveel mogelijk rechts te houden. Artikel 4 1. Voetgangers gebruiken het trottoir of het voetpad. 2. Zij gebruiken het fietspad of het fiets/bromfietspad indien trottoir en voetpad ontbreken. 3. Zij gebruiken de berm of de uiterste zijde van de rijbaan, indien ook een fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt. 4. In afwijking van het eerste en het tweede lid gebruiken personen die zich verplaatsen met behulp van voorwerpen, niet zijnde voertuigen, het fietspad, het fiets/bromfietspad, het trottoir of het voetpad. Zij gebruiken de rijbaan indien een fietspad, een fiets/bromfietspad, een trottoir of een voetpad ontbreekt. Artikel 5 1. Fietsers gebruiken het verplichte fietspad of het fiets/bromfietspad 2. Zij gebruiken de rijbaan indien een verplicht fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt. Artikel 6 1. Bromfietsers gebruiken het fiets/bromfietspad. 2. Zij gebruiken de rijbaan indien een fiets/bromfietspad ontbreekt. 3. Bestuurders van bromfietsen op meer dan twee wielen en bromfietsen met aanhangwagen, die met inbegrip van de lading breder zijn dan 0,75 meter, mogen de rijbaan gebruiken. Artikel 8 1. Ruiters gebruiken het ruiterpad. 2. Zij gebruiken de berm of de rijbaan indien een ruiterpad ontbreekt. Artikel 10 1. Andere bestuurders dan die genoemd in de artikelen 5 tot en met 8 gebruiken de rijbaan. Deze bestuurders en voetgangers die een aanhangwagen voortbewegen die kennelijk bestemd is om door een motorvoertuig te worden voortbewogen, mogen voor het parkeren van hun voertuig tevens andere weggedeelten gebruiken, behalve het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad. 2. Andere bestuurders dan fietsers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig mogen fietsstroken met doorgetrokken strepen niet gebruiken. Artikel 23 1. De bestuurder mag zijn voertuig niet laten stilstaan: a. op een kruispunt of een overweg; b. op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook; c. op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan; d. in een tunnel; e. bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering dan wel, ingeval die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord; f. op de rijbaan langs een busstrook en g. langs een gele doorgetrokken streep. Pagina 3 van 6

Artikel 24 1. De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren: a. bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan; b. voor een inrit of een uitrit; c. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg; d. op een parkeergelegenheid: 1. voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen; 2. op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven; 3. op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden; e. langs een gele onderbroken streep; f. op een gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen; g. op een parkeerplaats voor vergunninghouders, aangeduid door verkeersbord E9 van bijlage I, indien voor zijn voertuig geen vergunning tot parkeren op die plaats is verleend. 2. Indien onder de verkeersborden E4 tot en met E8, E12 en E13 van bijlage 1, op een onderbord dagen of uren zijn vermeld, gelden de uit het bord of onderbord voortvloeiende geboden of verboden slechts gedurende de aangegeven dagen of uren. 3. De bestuurder mag zijn voertuig niet dubbel parkeren. 4. Indien een parkeergelegenheid, aangeduid met een van de verkeersborden E4 tot en met E9 of E11 tot en met E13 van bijlage 1, is voorzien van parkeervakken, mag slechts in die vakken worden geparkeerd. Artikel 25 1. Het is verboden in een parkeerschijf-zone te parkeren, behalve op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep. 2. Op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep is het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen slechts toegestaan indien het motorvoertuig overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf. Indien het motorvoertuig is voorzien van een voorruit, wordt de parkeerschijf achter de voorruit geplaatst. 3. Op de parkeerschijf staat het tijdstip aangegeven waarop met parkeren is begonnen. Een parkeerschijf voorzien van een mechanisme dat tijdens het parkeren het tijdstip van aankomst automatisch verschuift, mag niet worden gebruikt. 4. Bij het instellen mag het tijdstip van aankomst naar boven worden afgerond op het eerstvolgende hele of halve uur. De toegestane parkeerduur mag niet zijn verstreken. 5. Indien op een onderbord dagen of uren zijn vermeld, gelden het tweede tot en met het vierde lid slechts gedurende die dagen of uren. Artikel 26 1. Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechts worden geparkeerd: a. een gehandicaptenvoertuig, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte; b. een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt, dan wel met het vervoer van een of meerdere personen die in een instelling verblijven, indien de kaart aan het bestuur van die instelling is verstrekt; of c. indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig. 2. Indien op een onderbord een maximale parkeerduur is vermeld, is artikel 25, tweede lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de parkeerplaats niet hoeft te zijn voorzien van een blauwe streep. Artikel 42 1. Het gebruik van de autosnelweg is slechts toegestaan voor bestuurders van een motorvoertuig waarmee met een snelheid van ten minste 60 km per uur mag en kan worden gereden. 2. Het gebruik van de autoweg is slechts toegestaan voor bestuurders van een motorvoertuig waarmee met een snelheid van ten minste 50 km per uur mag en kan worden gereden. Pagina 4 van 6

Artikel 43 1. Het is de bestuurders verboden op een autosnelweg of autoweg hun voertuig te keren of achteruit te rijden. 2. Het is de bestuurders voorts verboden op de rijbaan van een autosnelweg of autoweg hun voertuig te laten stilstaan. 3. Behoudens in noodgevallen is het de weggebruikers verboden op een autosnelweg of autoweg gebruik te maken van de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm. 4. Op een autosnelweg is het bestuurders van een samenstel van voertuigen met een totale lengte van meer dan 7 meter en van een vrachtauto verboden op een rijbaan met drie of meer rijstroken enig andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken te gebruiken. Het verbod geldt niet voor het geval zij moeten voorsorteren. Artikel 53 Het is bestuurders van een motorvoertuig verboden een ander motorvoertuig te slepen, indien de afstand van de achterzijde van het trekkende voertuig tot de voorzijde van het gesleepte voertuig meer dan vijf meter bedraagt. Artikel 61b 1. Het is verboden personen te vervoeren in de open of gesloten laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets en in of op een aanhangwagen achter een motorvoertuig of bromfiets. 2. Het eerste lid is niet van toepassing: a. op het vervoer van personen in de laadruimte van een ambulance of dierenambulance en op het vervoer van rolstoelinzittenden op de daarvoor ingerichte plaatsen in de laadruimte van een voertuig dat blijkens een aantekening op het kentekenbewijs speciaal is uitgerust voor rolstoelvervoer. b. op het vervoer van personen in de laadruimte van motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer en van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten; c. op het vervoer van een persoon op de bestuurderszitplaats in een motorvoertuig of op een bromfiets op meer dan twee wielen die door een ander motorvoertuig of een andere bromfiets op meer dan twee wielen wordt voortgetrokken en op het vervoer van passagiers van het getrokken voertuig als hier bedoeld, voor wie geen zitplaats in het trekkende voertuig als hier bedoeld beschikbaar is; d. in het geval het vervoer van personen geschiedt in het kader van een evenement of optocht waarvoor een vergunning op grond van een gemeentelijke verordening is afgegeven; e. op het vervoer van personen met een motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur, met niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, niet zijnde een bromfiets, dat een combinatie vormt met één of meer aanhangwagens die zijn ingericht voor het vervoer van personen indien voor dit vervoer een vergunning door het bevoegd gezag is afgegeven. Artikel 62: Tijdelijke geplaatste of toegepaste verkeerstekens op het wegdek gaan boven ter plekke aangebrachte andere verkeerstekens op het wegdek, voor zover deze verkeerstekens onverenigbaar zijn, zover het betreft de verkeerstekens: C1: Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee C2: Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee C4: Eenrichtingsweg C6: Gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen C7: Gesloten voor vrachtauto's C8: Gesloten voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h C9: Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen C10: Gesloten voor motorvoertuigen met aanhangwagen C11: Gesloten voor motorfietsen C12: Gesloten voor alle motorvoertuigen C13: Gesloten voor bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen, met in werking zijnde motor C14: Gesloten voor fietsen en voor gehandicaptenvoertuigen zonder motor C15: Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen C16: Gesloten voor voetgangers C17: Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord is aangegeven C18: Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord is aangegeven C19: Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord is aangegeven Pagina 5 van 6

C20: Gesloten voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord is aangegeven C21 C22a: Gesloten voor voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen D2: Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft D4: Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven D5: Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven D6 D7: Gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven E1: Parkeerverbod E2: Verbod stil te staan E3: Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen F7: Keerverbod en de verkeerstekens genoemd in de artikelen: Artikel 73 Bij rijstrooklichten betekent: a. groene pijl of maximumsnelheid, aangeduid door bord A3 van bijlage I: de rijstrook mag worden gebruikt; b. rood kruis: de rijstrook mag niet worden gebruikt. De vluchtstrook mag alleen in noodgevallen worden gebruikt; c. witte pijl: voorwaarschuwing rood kruis; d. het woord «BUS»: de rijstrook mag slechts gebruikt worden door bestuurders van een lijnbus en bestuurders van een autobus; e. het woord «LIJNBUS»: de rijstrook mag slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus. Artikel 76 1. Een doorgetrokken streep die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindt, mag niet worden overschreden. Bestuurders mogen zich niet links van een doorgetrokken streep bevinden, indien die streep is aangebracht tussen rijstroken of paden met verkeer in beide richtingen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing: a. indien de streep wordt overschreden om een naast de gevolgde rijstrook gelegen vluchthaven, vluchtstrook of spitsstrook te bereiken of te verlaten; b. indien aan de zijde vanwaar men de streep overschrijdt een onderbroken streep is aangebracht; c. op bestuurders die een fietsstrook mogen gebruiken, indien er tussen die fietsstrook en de ernaast gelegen rijstrook een doorgetrokken streep is aangebracht. Artikel 77 1. Bestuurders mogen verdrijvingsvlakken en puntstukken niet gebruiken. 2. Het eerste lid is niet van toepassing wanneer bestuurders een spitsstrook volgen die een splitsing of samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanen passeert. 3. Het eerste lid is niet van toepassing wanneer bestuurders rechtmatig een busbaan of busstrook volgen die een splitsing of samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanen passeert. Artikel 78 1. Bestuurders die de rijbaan volgen zijn verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. Een in een voorsorteerstrook gelegen fietsstrook maakt deel uit van deze voorsorteerstrook. 2. Bestuurders die de doorgaande rijbaan verlaten en daartoe een uitrijstrook volgen, zijn ter hoogte van de daarin aangebrachte pijlen verplicht om de richting te volgen die de uitrijstrook waarop zij zich bevinden, aangeeft. Artikel 81 Busbanen en busstroken waarop het woord «BUS» is aangebracht mogen slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus, een autobus of een tram. Busbanen en busstroken waarop het woord «LIJNBUS» is aangebracht mogen slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus of een tram. Pagina 6 van 6