Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal



Vergelijkbare documenten
Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

Gemengde bebouwing niveau 3

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen

WELSTANDSCRITERIA. Aanbouwen als garages, erkers en dakkapellen zijn ondergeschikt aan de woning.

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling 1. 2 Beeldkwaliteit 3. Ontwikkeling 16 woningen Tesselmansgoed te Maasbree

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

bijlagen bij de Toelichting

Gebied 12 Elst Centrum

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase)

BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen

6.2.4 Deelgebied IV: Westelijk gelegen binnengebied. G1 Hoogte/bouwmassa. G2 Goothoogte en nokhoogte. G3 Pandbreedte.

Individuele woningbouw niveau 3

RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT S-HEER ABTSKERKE, GEDEELTE COLENSHOEK II, 3e fase, 2013

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost

BEELDKWALITEITSPLAN. Schutboom en omgeving Gemeente Best

Gemeente Reusel - de Mierden. Beeldkwaliteitsplan Lensheuvel

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm

Beeldkwaliteitsplan Wielewaallaan

Hoofdstuk 5 Beeldkwaliteit

1/6. Toelichtend deel. Inleiding

beeldkwaliteitsplan Vilgert Velden

Beeldkwaliteitplan t GIJMINK

RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT BAARLAND, GEDEELTE SLOTHOEVE. concept 11 februari 2010

STEDENBOUWKUNDIGPLAN EN BEELDKWALITEITSPLAN PLAN WELLINK ZWOLLE GEMEENTE OOST GELRE ROBHL

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

Concept. wonen in de kern. wonen rondom de kern

, voorzitter. , griffier

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

STATIONSKWARTIER KAMPEN BEBOUWINGSRICHTLIJNEN NOORDELIJK DEEL 29 AUGUSTUS 2016

Welstandscriteria/Beeldkwaliteitkader Hultens End, Hulten

Beeldkwaliteitsplan Brouwhuizen en De Woerd

3 augustus woningen in groenzone

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad

Vlissingen. Ontwikkelingen Jacoba van Beierenweg 25, Vlissingen. Stedenbouwkundig plan

Berkel-Enschot BEELDKWALITEITPLAN DE KOLENVENSE AKKERS. 8 mei 2018

Uitgangspunten voor doorontwikkeling Binnenstad

Beeldkwaliteit Gebouwde omgeving Sfeer Materialisering Kleur

17. BUURTSCHAPPEN LANGBROEKERDIJK (NEDER-)LANGBROEK

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012

Overzicht deelgebieden *

C1. Dorpsuitbreidingen Beets

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

3. Stedenbouwkundig plan fase 1

overzicht zadeldaken 24

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

Ontwerp beeldkwalititeitplan. St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie VOGELVLUCHT. 2 april 2015

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

Beeldkwaliteitplan Loerik III te Houten

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: Datum:

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

Notitie Beeldkwaliteit Reutsdael. gemeente Maasgouw. datum: 12 september 2011 projectnummer: R.2012 adviseur: Rob Verkooijen

spelregels reclame- en gevelbeleid Centrum Son

Beeldkwaliteitsplan Maalderij t Stoom in Gilze

1. De linten. historische foto van het lint,kornhorn

Beeldkwaliteitsplan. Dannenkamp IV. fase 2. Harbrinkhoek

BEELDKWALITEITSASPECTEN

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening oktober 2013

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Een woonpark op het terrein van het voormalige van Lodenstein College te Kesteren Werknummer: Datum:

Beeldkwaliteitsplan Wielewaallaan

Stedenbouwkundige analyse

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden

Aanvulling Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Plangebied Aldenhofpark. Hoensbroek

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt

Gemeentewerf maasbommel. beeldkwaliteitplan 3 november west maas en waal

Locatie 3 Parklaan: NS + Verweij sab Gemeente Boskoop 25 september

VERKAVELING EN BEELDKWALITEIT. 5 Woningen Rietbaan te Huissen

1. Beeldkwaliteit woning en bijgebouw Oude Postweg 8 Hertme

WAGENINGEN, DE MOUTERIJ STEDENBOUWKUNDIG PLAN & BEELDKWALITEIT 21 JUNI 2016

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

1. Centrale entree pui met trap. 2. Bomen en 3. Haag. 4. De penanten bij de oprit. 5. De vijver

Kavelboek. De Groene Erven Schuytgraaf Veld 14

Beeldkwaliteitplan Erve Broekmate concept / Datum: 5 november 2012

Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing

Beeldkwaliteitsplan Bolakker 6-20, Hilvarenbeek

HAARZICHT. Op goede gronden. Toetsingscriteria geldend voor alle vrije kavels 130 t/m 133, 138 en 141

Stedenbouwkundige analyse

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg

KAVELKOMPAS. KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022

Woningbouwlocatie De Klingelenberg, Tuil. Beeldkwaliteitplan T-boerderij

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai juli 2013

B E E L D K W A L I T E I T S P L A N U I T B R E I D I N G W I L L E M S O O R D 2 1 M E I

Deelgebied 2, Wapenveld centrum. 1. Beschrijving bestaande situatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

DA COSTA LOCATIE PuTTEN

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

Omschrijving en uitgangspunten

Transcriptie:

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Karakteristiek plein op kruising Oranjelaan-Regentesselaan De Waldeck Pyrmontlaan loopt in een flinke boog van de Mauritslaan naar de Regentesselaan. Aan het einde van deze laan staan beneden- en bovenwoningen. In het gebogen gedeelte van de laan staan woningen in de stijl van de Haagse School, terwijl in het rechte gedeelte de woningen in voorkeursstijl zijn uitgevoerd. De woningen aan de zuidzijde van deze laan zijn sober en eenvoudig uitgevoerd met een zadeldak. Het kromme verloop van deze laan zorgt voor een besloten en intiem karakter. De Hoornbruglaan loopt een stuk parallel aan de Waldeck Pyrmontlaan en verbindt de Regentesselaan met de Haagweg. De Hoornbruglaan is een brede entree van de wijk vanaf de Haagweg. De lange aaneengesloten bebouwingsstroken bestaan uit woningen uitgevoerd in de Nieuwe Haagse School stijl. De bouwblokken tonen weinig variatie vergeleken met de rest van de wijk. De meeste woningen hebben twee bouwlagen. Een aantal woningen is vergroot door een dakopbouw, maar zij doen in ernstige mate afbreuk aan de bijzondere architectuur van de woningen. Door de overwegend lage eengezinswoningen wordt het brede profiel van de laan versterkt. De laan is met veel schermgroen en bomen ingevuld, zodat de laan een groene uitstraling heeft. Alleen de meergezinswoningen aan het einde van de laan zijn in de Overgangsstijl gebouwd. De kleinste laan van dit deelgebied is de Princessenlaan. Deze laan vorm een verbinding vanaf de Mauritslaan naar de Haagweg. Drie van de woningen zijn in de stijl van Jugendstil en de rest in de Haagse- en nieuwe Haagse School. De rooilijnen van de woningen verspringen. De Molenlaan is eveneens een kleine straat. Deze laan loopt evenwijdig aan de Koninginnelaan. Het oostelijk woonblok is een verlengde van het bebouwingsblok van de Hoornbruglaan. De eengezinswoningen zijn echter wel kleiner aan de Molenlaan. Aan de westkant staan vijf woningen. Alle woningen in deze laan zijn in de Nieuwe Haagse School. Deze laan heeft een smal profiel en een zichtlijn op de Vliet en het landgoed Vredenoord. Nieuwe Haagse School in de Hoornbruglaan 36

Gemeente Rijswijk Oostelijk gelegen binnengebied Dit deelgebied wordt gekenmerkt door het rechthoekige verkavelingspatroon. Opvallend in dit gedeelte zijn de vele zichtlijnen naar de Vlietzone, die aan de andere kant van de Vliet ligt. De belangrijkste laan van dit gebied is de Koninginnelaan. Dit is de enige laan die een rechte verbinding vormt tussen de Geestbrugweg en de Nassaukade. De lange bebouwingsstroken met eengezinswoningen zijn voornamelijk uitgevoerd in de Voorkeursstijl en de Overgangsstijl. De meergezinswoningen in het zuidelijk gelegen gedeelte zijn soberder van aard. Er wordt in dit gedeelte weinig gebruik gemaakt van ornamenten. De gevelwand is redelijk recht, uitgezonderd van de eenvoudige erkers. Aan de oostkant van het einde van de laan staan nog twee woningen in Amsterdamse Schoolstijl. In Leeuwendaal komt deze stijl sporadisch voor. De Frederiklaan loopt parallel aan de Koninginnelaan. Deze laan loopt in tegenstelling tot de Koninginnelaan niet over de gehele lengte van Leeuwendaal. Deze laan loopt van de Alexanderlaan tot de Nassaukade. Ter hoogte van de Alexanderlaan heeft de Frederiklaan een verbinding voor langzaam verkeer met de Dillenburglaan. Aan zowel de oost- als westkant staan lange woonblokken van eengezinswoningen. Aan de oostzijde staan woningen in Overgangsstijl, Traditionele stijl en (Nieuwe) Haagse School. Het lange bebouwingsblok aan de westkant bestaat uit woningen in (Nieuwe) Haagse School. Aan het einde van de laan staan een aantal woningen in Amsterdamse Stijl. Het woonblok aan het begin van de Frederiklaan valt qua vorm en massa uit de toon. Opvallend is de onderbreking van de gevelwand na deze woningen. Deze opening leidt naar een parkeerplaats behorende bij de bedrijven aan de Geestbrugkade. Hierdoor is er zicht op de achterkanten van de bedrijven aan de Geestbrugkade. Dit verstoort de beeldkwaliteit. Waardevol bebouwingsblok in Overgangsstijl in Koninginnelaan De Alexanderlaan verbindt de Frederiklaan en de Leeuwendaallaan. Aan deze laan staan maar drie kleine woonblokken in Voorkeursstijl, Traditionele stijl en in Chaletstijl. Het zuidelijke gedeelte van de Leeuwendaallaan behoort ook tot het oostelijk gelegen binnengebied. Aan beide zijden staan lange bebouwingsstroken van 3 woonlagen. Hierdoor wordt het laanprofiel als smal ervaren, De oostelijk gelegen gedeeltes van de Oranjelaan en Regentesselaan behoren eveneens tot het oostelijk gelegen binnengebied, omdat de woningen hier ook recht zijn verkaveld. Aan de Oranjelaan staan woningen in Voorkeurstijl en in de Regentesselaan zijn de woningen in Overgangsstijl gebouwd. Dakopbouwen in de Frederiklaan 37

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Meergezinswoningen aan de Leeuwendaallaan Nieuwbouwwoningen aan de Dillenburglaan Dit gebied met nieuwbouwwoningen ligt in het noordoosten van Leeuwendaal. Het vormt als het ware een apart gebied. Het heeft namelijk geen verbinding met de rest van het binnengebied van Leeuwendaal. De ontsluiting vindt plaats via de Geestbrugkade. Alleen voor het langzame verkeer is er een verbinding met de Frederiklaan/Alexanderlaan. De woningen in dit gebied zijn tussen 1989 en 2000 gebouwd. Er staan twee tweeonder-een-kapwoningen en 48 rijtjeswoningen. De meeste woningen zijn eengezinswoningen met een zadeldak. De woningen met nummers 1 t/m 9 zijn minder eenvoudig van aard met balkonnen en verspringingen in de gevelwand. In tegenstelling tot de rest van het binnengebied heeft de Dillenburglaan wel een aparte rijbaan en een trottoir. Dit gedeelte van de wijk heeft niet de groene uitstraling zoals de rest van de wijk. De beeldkwaliteit van dit deelgebied wordt verstoord door zicht op achterkanten van de bedrijven aan de Geestbrugkade. Er is echter wel een hoge betonnen muur ter afscheiding neergezet, maar deze is niet hoog genoeg om alle bedrijfsbebouwing uit het zicht te onttrekken. Tevens komt de kale, grijze muur de beeldkwaliteit niet ten goede. Woningen uit 1989 aan de Dillenburglaan 38

Gemeente Rijswijk 4.6 Sterkte-zwakte analyse Sterke punten Bebouwing Leeuwendaal heeft een bijzondere stedebouwkundige structuur die een historische periode vertegenwoordigt; De wijk wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan architectuurstijlen; De zorgvuldige detaillering van deuren, ramen, daklijsten en de ornamentiek van gebrandschilderd glas en tegeltableaus zorgen voor een aantrekkelijk bebouwingsbeeld; De wijk heeft een rustige, intieme uitstraling door zijn kleinschalige stedebouwkundige opzet. Openbare ruimte De woonstraten hebben een groene uitstraling door de vele bomen en groene voortuinen;de pleinen vormen aantrekkelijke ruimtelijke knooppunten; De ligging aan de Vliet, Trekvliet en de Vlietzone versterkt het groene karakter van de wijk; Ornamentiek komt veel voor in Leeuwendaal Vanaf Molenlaan zichtlijnen naar Vlietzone 39

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Zwakke punten Bebouwing In de wijk komen veel verschillende soorten verstoringen voor: - Niet passende dakopbouwen; - Gevelverstoringen; - Verkeerd kleur- en materiaalgebruik; - Containers in straatbeeld; - Fietsbergingen in voortuinen; - Verharde voortuinen; - Dichtbouwen open ruimten met moderne bebouwing. De grootschalige bedrijfsbebouwing aan de Geestbrugkade en de appartementen aan de Koninginnelaan passen niet bij het karakter van de wijk Leeuwendaal. Storende berging in de voortuin Openbare ruimte De inrichting van de openbare ruimte tast het laanbeeld aan. Vooral parkeerplaatsen zorgen ervoor dat het lineaire effect van lanen teniet wordt gedaan; Het vele straatmeubilair vormt geen eenheid, waardoor er een rommelig beeld ontstaat. Kansen en bedreigingen Architectonische verstoring door het verven van de gevel Door de goede ligging en de waardevolle stedebouwkundige en architectonische kenmerken heeft de wijk Leeuwendaal een prettige woonsfeer. Deze sfeer dient gehandhaafd te worden door deze kenmerken te behouden en waar nodig te versterken. Er moet op gelet worden dat de detaillering van bebouwing niet verloren gaat. Verstoringen moeten worden geweerd. De bedrijven aan de Geestbrugkade vormen de grootste stedebouwkundige verstoring. Het is wenselijk de ontwikkeling van verdere bedrijvigheid aan de Geestbrugkade te weren en in de toekomst de locatie in te richten als woongebied. Aan de Haagweg en de Geestbrugweg vormen de kantoren geen bedreiging zolang de architectonische kenmerken van de bebouwing maar behouden blijven. De rest van Leeuwendaal dient primair bestemd te zijn voor woondoeleinden. Praktijken, kantoren aan huis en dergelijke mogen wel worden toegestaan, mits de bebouwing de woonuitstraling behoudt. 40

Gemeente Rijswijk Het appartementencomplex in het hart van de wijk is ook een stedebouwkundige verstoring. Noch qua woonvorm, noch qua architectuur past dit gebouw in zijn omgeving. Leeuwendaal is een groene buurt, maar wijkgroen ontbreekt nog. Door een duidelijkere groenstructuur te creëren zal de beeldkwaliteit versterkt worden. De vele bomen en groene voortuinen dienen behouden te blijven. Verharding van voortuinen moet worden tegen gegaan. Ook praktijken, kantoren en andere bedrijven dienen aandacht te besteden aan het groen in de voortuinen. Daarnaast vormen veel niet passende dakopbouwen een bedreiging voor de beeldkwaliteit. Veel dakopbouwen sluiten niet aan op de architectonische kenmerken van de oorspronkelijke bebouwing. Op sommige plekken waar al veel dakopbouwen zijn geplaatst, is het wenselijk om op de overige bebouwing dakopbouwen toe te staan. Daarentegen dienen dakopbouwen op waardevolle bebouwing, die nog niet aangetast is, te worden geweerd. De hoge parkeerdruk verstoort het rustige laanbeeld van de wijk. Geparkeerde auto s nemen steeds meer ruimte in beslag van de openbare ruimte. Tevens zorgen de fietsbergingen, containers en het straatmeubilair voor een rommeling straatbeeld. Door de openbare ruimte in Leeuwendaal opnieuw in te richten, kan de beeldkwaliteit sterk toenemen. Het laanbeeld kan hierdoor worden verbeterd. Tevens is het belangrijk de pleinen meer te accentueren. Bij veranderingen aan de openbare ruimte moet rekening worden gehouden met het karakter van de bebouwing. Hierdoor kan meer samenhang ontstaan tussen de bebouwing en de openbare ruimte. Verharding van voortuinen is niet wenselijk Dakbouw die niet past bij architectuur 41

42 Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal

Gemeente Rijswijk Hoofdstuk 5 Randvoorwaarden en uitgangspunten De kwaliteit van de wijk wordt over het algemeen positief beoordeeld. Mede daarom dient de huidige kwaliteit te worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt. Nieuwe ontwikkelingen dienen te passen binnen de stedebouwkundige structuur en architectonische kenmerken. Monumenten en andere waardevolle delen van de wijk verdienen extra aandacht. De onderstaande randvoorwaarden en uitgangspunten zijn op volgorde van wenselijkheid gezet. Bebouwing 1. Stedebouwkundige en architectonische verstoringen van de huidige structuur dienen voorkomen te worden. Te denk valt aan: - niet passende dakopbouwen; - niet passende architectonische en stedebouwkundige ingrepen; - verkeerd kleur- en materiaalgebruik; - verkeerde inrichting openbaar gebied Garage als stedebouwkundige verstoring 2. Er moet onderzocht worden of een aantal bedrijfsbestemmingen aan de Geestbrugkade vervangen kunnen worden door woningbouw; 3. Een dakopbouw is alleen toegestaan op bebouwing met twee bouwlagen en een plat dak; 4. Dakopbouwen worden alleen toegestaan als de gevelwand zich hiervoor leent. Niet alleen het individuele pand speelt hierbij een rol, maar ook de opbouw en huidige situatie van het gehele bouwblok; 5. Als er in een bouwblok al dakopbouwen zijn gerealiseerd, wordt een dakopbouw eerder toegestaan. De nieuw te plaatsen dakopbouwen moeten wel aansluiten bij de vormgeving en materiaalgebruik van de reeds aanwezige dakopbouwen, indien deze als goed voorbeeld kunnen dienen; Uniforme dakopbouwen per bebouwingsblok is wenselijk 43

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Figuur 5.1 Dakopbouwen toegestaan, alleen op bebouwing van twee lagen met plat dak 44

Gemeente Rijswijk 6. Er moet worden gestreefd naar meer uniformiteit bij de realisatie van dakopbouwen per bebouwingsblok; 7. Dakopbouwen dienen ondergeschikt te zijn aan het reeds aanwezige gevelbeeld. De noklijn moet terug liggen ten opzichte van de oorspronkelijke gevellijn. Tevens zal de aanwezige geleding van de gevel ook in de dakopbouw terug te vinden moeten zijn. Het materiaalgebruik dient aan te sluiten bij de materialen die in het bestaande pand zijn toegepast; 8. Dakopbouwen mogen geen onevenredige overlast veroorzaken door schaduwwerking op het openbare gebied en terreinen van derden; 9. Samenhangende bouwblokken dienen behouden te blijven. Verstoringen in samenhangende bouwblokken dienen voorkomen te worden. De 2/1-kapwoningen dienen eveneens samenhang te vertonen; 10. Het kleinschalige karakter van de wijk dient bewaard te blijven; Samenhang is verstoord door verschillend kleurgebruik 11. De diversiteit in architectuurstijlen in de wijk dient behouden te blijven. Aan de hand van de bovenstaande uitgangspunten met betrekking tot dakopbouwen is een keuze gemaakt waar wel en geen dakopbouwen toe worden gestaan. In figuur 5.1 wordt aangegeven waar dakopbouwen gerealiseerd mogen worden. In hoofdstuk zes worden goede en slechte voorbeelden weergegeven. 45

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Openbare ruimte 1. Het groene karakter moet gehandhaafd blijven. Wel moet worden gelet op de zichtbaarheid van de karakteristieke bebouwing; 2. Het dichtbouwen van open ruimten moet in algemene zin worden tegengaan; 3. Parkeerplaatsen dienen zo veel mogelijk in langsrichting te worden geplaatst. Haaks parkeren moet voorkomen worden; 4. Het laankarakter van de straten dient versterkt te worden. Dit houdt in dat groen en de inrichting van de openbare ruimte beter op elkaar dienen te worden afgestemd; 5. Er dient meer accent te worden gelegd op de aantrekkelijke pleinen in de wijk; Langsparkeren verdient de voorkeur 6. De relatie met het water van de Vliet is een van de kwaliteiten die beter benut zou moeten worden; 7. Het straatmeubilair dient beperkt te worden en een eenheid te vormen. Overbodige paaltjes voor een hek 46

Gemeente Rijswijk Hoofdstuk 6 Toetsingscriteria 6.1 Algemene toetsingscriteria 6.1.1 Bebouwing De stedebouwkundige structuur van de wijk dient behouden te blijven, omdat deze structuur de historische periode van begin 20 e eeuw vertegenwoordigt. Ruimtelijke ingrepen dienen in de huidige stedebouwkundige structuur te passen. Bovendien is de tweedeling van Leeuwendaal in de randen en het binnengebied een kenmerk dat behouden moet blijven. Hierdoor ontstaat namelijk het intieme karakter. Tevens dient de tweedeling in het binnengebied bewaard te worden. Vooral de gebogen lanen in het westelijke binnengebied zijn een kenmerk van Leeuwendaal. Een ander kenmerk van de stedebouwkundige structuur dat behouden moet blijven, is de smalle opzet van de wijk. De smalle opzet zorgt voor een intiem karakter. De architectonische kenmerken van de bebouwing dient gerespecteerd te worden. Dit houdt in dat bij wijzigingen aan de gevel de oorspronkelijke kenmerken van de architectuur niet mogen verdwijnen of teruggebracht moeten worden. Kleuren moeten toegepast worden in de geest van de plek. Bij samenhangende bouwblokken dient het kleur- en materiaalgebruik op elkaar te worden afgestemd. Detailleringen dienen behouden te blijven. Toevoegingen aan bebouwing dienen in de architectuurstijl te passen. De gebiedsgerichte toetsingscriteria in 6.2 gelden niet voor rijks- en gemeentelijke monumenten. De bescherming van deze monumenten is geregeld in respectievelijk de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening. 47

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Grootte en soort boom ongewenst Inrichting plein ongewenst Grote linden gewenst Inrichting plein gewenst 6.1.2 Bomenstructuur Voor het hele gebied, uitgezonderd de Geestbrugkade, is het uitgangspunt: terugbrengen dan wel versterken van de lanenstructuur, waarbij de Geestbrugweg en de Haagweg een ruimere opzet hebben. De Geestbrugkade is de enige straat in Leeuwendaal waar geen bomen staan. Vanwege de historische functie als kade is het niet wenselijk daar een bomenrij te plaatsen. In de voorgestelde bomenstructuur wordt onderscheid gemaakt in vijf typen gebieden: 1. De hoofdstructuur bestaat uit de Haagweg en de Geestbrugweg. Langs deze wegen dienen bomen te staan van de 1 e orde (grootte 15 meter of meer) in laanstructuur. De bomen staan aan weerszijden van het profiel op een onderlinge afstand van ongeveer 15 meter. Het toe te passen boomsoort is de gewone linde. De linden moeten voldoende opgekroond worden, zodat een takloze stam ontstaat van 6 à 7 meter. 2. Aan de Nassaukade is het uitgangspunt het toepassen van bomen van de 1 e orde. Door het gebrek aan ruimte dient maar aan één zijde een bomenrij te worden geplaatst. 3. Aan de Dillenburglaan staan maar een aantal bomen. Uitgangspunt is om deze straat meer een groene uitstraling te geven. Klimplanten tegen de betonnen muren, ter afscheiding van de bedrijven, kunnen hieraan bijdragen. 4. Het binnengebied van Leeuwendaal wordt gekenmerkt door smalle lanen met bomenrijen. Uitgangspunt is het behouden van deze bomenrijen aan weerszijden van de lanen en waar nodig aanvullen. Er dient een laanritme van 12-15 meter te worden aangehouden. Het toe te passen boomsoort is de gewone linde. In heel het gebied moeten de bomen voldoende opgekroond worden, zodat een takloze stam ontstaat van 6 à 7 meter. Hierdoor blijft de bebouwing goed zichtbaar. 5. De pleinen dienen te worden benadrukt door een andere boomsoort, zoals de paardenkastanje of plataan. Het plein Oranjelaan-Regentesselaan vormt een goed voorbeeld voor het accentueren van een plein met behulp van een ander soort boom. Verstoring van het laanbeeld ongewenst Bomen aan Geestbrugkade ongewenst 48

Gemeente Rijswijk 6.1.3 Bestrating en straatmeubilair In het bestratingsprincipe dient er een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen, buurtontsluitingswegen en erfontsluitingswegen. Voor de verschillende bestratingsprincipes bestaan de volgende criteria: 1. De Haagweg en de Geestbrug dienen de inrichting als gebiedsontsluitingsweg te behouden. Dit houdt in dat de wegen moeten bestaan uit zwart asfalt. De parallelwegen van de Haagweg hoeven niet te bestaan uit zwart asfalt, maar uit rood-bruine gebakken klinkers. 2. De Nassaukade en Geestbrugkade worden aangemerkt als buurtontsluitingswegen. Deze wegen dienen te bestaan uit rood-bruine gebakken klinkers. De langs gelegen verhoogde trottoirs bestaan uit grijze betontegels. 3. De groene lanen in het binnengebied zijn allemaal erfontsluitingswegen op één niveau. Deze lanen dienen te bestaan uit rood-bruine klinkers. De zijkant van de lanen dienen bestraat te zijn met afwijkende klinkers of tegels, zodat het trottoir als het ware wordt weergegeven. De parkeervakken worden met blauwe en grijze bakstenen aangegeven. Uitgangspunt is om de parkeerplaatsen overal in langsrichting te plaatsen om het laanbeeld te versterken. 4. De pleinen dienen te worden geaccentueerd door ronde bestrating en ander kleur- en materiaalgebruik. Het uitgangspunt voor het straatmeubilair in heel Leeuwendaal is het creëren van samenhang in het ruimtelijk beeld. De verschillende objecten, lantaarnpalen, afvalbakken, banken, hekjes, plantenbakken, moeten eenheid uitstralen. De zwarte lantaarnpalen dienen als uitgangspunt voor de rest van het straatmeubilair. Het straatmeubilair moet in overeenstemming met de inrichting van de openbare ruimte worden geplaatst. Dit betekent dat het straatmeubilair in een rechte lijn moet worden geplaatst, zodat het laanbeeld wordt versterkt. Een ander uitgangspunt is het beperkt toepassen van straatmeubilair, zodat er geen rommelig beeld ontstaat. Er dienen geen plantenbakken te worden geplaatst, omdat deze het gewenste laanbeeld kunnen verstoren. Het uitgangspunt voor fietsbergingen is dat ze alleen worden toegestaan als bewoners geen achtertuin hebben of deze niet via het openbaar gebied kunnen bereiken. Als fietsbergingen in de voortuin worden geplaatst, dienen deze aan een aantal criteria te voldoen. De oppervlakte van een fietsberging mag niet groter zijn dan 4 m2 en de maximale hoogte is 1,10 meter. Dit laatste betekent dat een fietsberging voor een deel 49 Ophogingen ongewenst Standaard afvalbak ongewenst Vormgeving bank ongewenst Boomkransen gewenst Vormgeving en kleur afvalbak gewenst Vormgeving en materiaalgebruik gewenst

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal onder het maaiveldniveau dient te liggen. Bovendien moet een berging 30 cm van de openbare ruimte worden geplaatst. Het is wenselijk de ruimte tussen de fietsberging en de openbare ruimte op te vullen met beplanting. De kleur van een fietsberging dient aan te sluiten op de kleur van de hoofdbebouwing mits het geen primaire of felle kleuren zijn. Groen en bruin zijn over het algemeen kleuren die wenselijk zijn voor fietsbergingen. Door de smalle straatprofielen domineren de afvalcontainers het straatbeeld. Voor de beeldkwaliteit is het van belang dat de afvalcontainers onder de grond worden geplaatst. Fietsberging ongewenst Vormgeving fietsberging gewenst Erfafscheidingen in de voortuin dienen bij voorkeur een groene heg te zijn. De hoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1,00 meter bedragen, omdat de bebouwing zichtbaar dient te blijven. Daarnaast verdienen lage, donker geschilderde (giet)ijzeren of stalen hekwerken de voorkeur. Er dient gestreefd te worden naar een zekere mate van uniformiteit van erfafscheidingen. Schuttingen, houten hekjes en bielzen dienen voorkomen te worden. Bestaande voortuinen moeten worden gehandhaafd. Het is niet wenselijk de voortuinen te verharden, al dan niet om het parkeren op eigen erf mogelijk te maken. Gebruik en inrichting als parkeerterrein is niet toegestaan met uitzondering van: Parkeren van invalidevoertuigen, fiets- en bromfietsen; Parkeren van auto s en motorfietsen ter plaatse van de op de bestemmingsplankaart aangegeven aanduiding parkeren toegestaan. Houten schutting ongewenst Lage heggen gewenst Het uitgangspunt voor speelplekken is het meer centraliseren van de speelvoorzieningen. De vele kleine speelplekken verstoren het laanbeeld. Wel kunnen kleine speelplekken op hoeken van straten worden geplaatst. Grote containers ongewenst Ondergrondse vuilcontainers gewenst 50

Gemeente Rijswijk 51

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal Figuur 6.1: Deelgebieden 52

Gemeente Rijswijk 6.2 Gebiedsgerichte toetsingscriteria De deelgebieden komen voort uit de ruimtelijk opbouw omschreven in de analyse. Deze staan weergegeven in figuur 6.1. Elk deelgebied wordt aangegeven met een Romeins cijfer. In sommige deelgebieden worden, als het noodzakelijk is, per bouwblok of pand aanvullende criteria gegeven. Bouwblokken/panden waarvoor aanvullende criteria bestaan, worden aangegeven met een hoofdletter. De criteria zijn onderverdeeld in beeldkwaliteitsaspecten. Elk beeldkwaliteitsaspect krijgt een nummer achter de G (van gebouw). De verschillende criteria van een beeldkwaliteitsaspect worden ook genummerd. Door bovenstaande nummers en letters ontstaat een code. In dit hoofdstuk wordt elke kapvorm als kap aangegeven. De ruimte onder zo n kap kan als een complete bouwlaag worden beschouwd. In het kader van het beeldkwaliteitplan is alleen gekeken naar de verschijningsvorm van een kap en niet naar het feit of ze een hele verdieping vormen. Van elk deelgebied worden op een kaart de gewenste rooilijnen, de maximaal toegestane hoogte (in lagen aangegeven) en de gewenste kaprichting aangegeven. De nummers onder de afbeeldingen corresponderen met een beeldkwaliteitsaspect en het bijbehorende criterium. 53

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 3 Figuur 6.2: Deelgebied I 54

Gemeente Rijswijk 6.2.1 Deelgebied I: Geestbrugweg en Haagweg G1 Bouwlaag/bouwmassa 1. Als richtlijn geldt twee lagen met een kap. 2. Op de hoeken Geestbrugweg-Geestbrugkade, Geestbrugweg-Haagweg en Haagweg-Hoornbruglaan is vier lagen met/zonder een kap toegestaan. 3. De diversiteit in hoogte en massa aan de Haagweg dient behouden te blijven. G2 Goothoogte en nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. De minimale toegestane goothoogte voor nieuwbouw bedraagt 7,00 meter. 3. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 10,00 en 14,00 meter. 4. Op de hoeken Geestbrugweg-Geestbrugkade, Geestbrugweg-Haagweg en Haagweg-Hoornbruglaan is een nokhoogte van maximaal 19,00 meter toegestaan. G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand is zeer variabel, tussen de 6,00 en 45,00 meter. 2. Bij nieuwbouw mag de pandbreedte niet groter zijn dan 14,00 meter. G4 Kap(richting) 1. Aan de Geestbrugweg geldt als richtlijn een rechte langskap of een opgetrokken voorgevel. Dwarskappen zijn niet toegestaan. 2. Aan de Haagweg zijn alle kapvormen toegestaan. 3. De diversiteit in kapvorm- en richting aan de Haagweg dient te worden behouden. G1.2 Op de hoeken zijn meer bouwlagen toegestaan G1.3 Diversiteit dient behouden te blijven 55

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G5 Rooilijn 1. Samenhangende bouwblokken dienen in een rechte voorgevelrooilijn te staan. 2. Bij de 2/1-kapwoningen en vrijstaande bebouwing zijn lichte verspringingen van maximaal 2,00 meter toegestaan. G6 Gevelbeeld G6.6 Ongewenste verbinding G6.9 Goed voorbeeld van zijgevel G6.11 Dicht bouwen openingen toegestaan G6.13 Doortrekken erkers toegestaan 1. Er wordt gestreefd naar een afwisseling van aaneengesloten gevels waarin het individuele pand herkenbaar is en 2/1-kapwoningen en vrijstaande bebouwing. 2. De appartementencomplexen dienen een samenhangend geheel te vormen. 3. Bij stedebouwkundige blokken met een identiek gevelbeeld dient de repetitie van gevelelementen (balkons, erkers etc.) behouden te blijven. 4. De 2/1-kapwoningen dienen een samenhangend geheel te vormen. 5. De bestaande vrijstaande woningen en 2/1-kap villa s dienen in stand te worden gehouden. 6. Bebouwing mag wel verbonden worden door een gang, maar deze moet wel aansluiten bij de architectonische kenmerken van de hoofdbebouwing. 7. Bij een functionele tweedeling van een pand (bijv. kantoor op begane grond, wonen op verdieping), moet de verticale eenheid van het pand behouden blijven. 8. De voormalige winkelpanden dienen een woninguitstraling te krijgen en niet de uitstraling van een bewoonde winkel. 9. De gevels van woningen met de ingang aan een andere straat dienen als voorgevels behandeld te worden. 10. Het is niet toegestaan openingen in de gevelwand dicht te bouwen tot aan de gevel. 11. Uitzondering op 10 vormt bouwblok C. Het dicht bouwen van de openingen dient wel aan te sluiten bij de architectonische kenmerken. 12. Erkers mogen niet doorgetrokken worden naar de 1 e verdieping. 13. Uitzondering op 11 vormt bouwblok D. De erker dient in dezelfde stijl te worden doorgetrokken. 56

Gemeente Rijswijk G7 Gevelindeling 1. Bij een functionele tweedeling van een pand (kantoor op begane grond, wonen op verdieping) moet de gevelindeling op begane grondniveau en verdieping op elkaar worden afgestemd. 2. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. 3. Deur en raam dienen niet tot pui te worden gecombineerd. Een voordeur moet dus een zelfstandige opening zijn in een gesloten gevelwand. 4. De voorkeur gaat uit naar gevels met verticale raamopeningen. 5. Grote venstervakken dienen onderverdeeld te worden in kleinere raampartijen. 6. Indien kleinere ramen worden vergroot, zijn grote glasvakken ongewenst. Een onderverdeling waarbij weer verticale raamopeningen ontstaan, heeft de voorkeur. Door toevoeging van een kalf kan een verdere onderverdeling gemaakt worden. G7.3 Combineren deur en raam ongewenst G7.5 Grote venstervakken ongewenst G7.6 Grote glasvlakken ongewenst 57

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G8 Dakkapellen/dakramen G8.4 Linker dakkapel is gewenst, rechter dakraam is ongewenst 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Dakkapellen dienen aan te sluiten op de architectonische kenmerken van de bebouwing. 4. Dakramen zijn niet gewenst. 5. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9 Materiaalgebruik G9.1 Toepassing materiaal ongewenst G9.7 Houten, sierlijke balkonhekken gewenst 1. Als richtlijn geldt de toepassing van baksteen in diverse kleuren, bij voorkeur in rode of bruine tinten. Speklagen zijn toegestaan in afwijkende kleuren. 2. Incidenteel zijn hele gevels in lichte baksteen toegestaan (geel, grijs). 3. Het verven van gevels is niet toegestaan. 4. Het toepassen van kunststof kozijnen is niet toegestaan. 5. Kappen bestaan bij voorkeur uit dakpannen of leien in de kleuren rood of grijs/blauw. 6. Metalen kappen (aluminium, koper en zink) zijn niet toegestaan. 7. Balkonhekken dienen van hout te zijn met sierlijke elementen. G10 Kleurgebruik 1. Veel voorkomende kleuren zijn wit en donkergroen. Gestreefd moet worden deze kleuren zo veel mogelijk toe te passen. 2. De balkonhekken dienen wit te zijn. 3. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. 58

Gemeente Rijswijk G11 Reclame 1. De omvang, vormgeving en plaats op de gevel van reclameborden moet passen in het gevelbeeld van het gehele pand. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren bij luifels en reclameborden is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden mogen niet over de gehele breedte van het pand worden bevestigd. De maximale breedte van reclameborden bedraagt 80% van de gevelbreedte. De maximale hoogte van reclameborden bedraagt 0,60 meter. 5. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. G11.1 Omvang ongewenst G11.2 Omvang en kleurgebruik ongewenst G12 Bijzondere details 1. Bijzondere (historische) details (gevelstenen, klokgevels, glas-in-lood-ramen etc.) moeten behouden blijven. 2. Bij sloop-nieuwbouw moet gestreefd worden naar het terugbrengen van voorkomende details in de gevel. 3. Bij nieuwbouw worden eigentijdse details in de gevel gewaardeerd. 4. De bestaande torens op de hoeken van de Geestbrugweg dienen te worden behouden. G11.5 Vormgeving ongewenst G11.5 Vormgeving gewenst G12.1 Behoud details gewenst G12.1. Behoud details gewenst G12.4 Behoud torens gewenst 59

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 3 Figuur 6.3: Deelgebied II 60

Gemeente Rijswijk 6.2.2 Deelgebied II: Nassaukade G1 Hoogte/bouwmassa 1. Als richtlijn geldt drie lagen met een kap of twee lagen met en zonder kap. 2. Uitzondering hierop vormt het appartementencomplex met vijf bouwlagen. G2 Goothoogte en nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. De minimale toegestane goothoogte voor nieuwbouw bedraagt 6,00 meter. 3. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 7,00 en 11,00 meter. G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand ligt tussen de 5,00-10,00 meter. 2. Bij nieuwbouw mag de pandbreedte niet breder zijn dan 8,00 meter. Een pand in een bocht vormt hier een uitzondering op. De pandbreedte in een bocht mag oplopen tot de maximale maat van 10,00 meter. G4 Kap(richting) 1. Als richtlijn geldt een kap in langsrichting. Incidenteel is een kap in dwarsrichting of een opgetrokken voorgevel toegestaan. 61

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G5 Rooilijn 1. Als richtlijn geldt dat gebouwen in één rechte voorgevelrooilijn staan. 2. Bij de 2/1-kapwoningen en de bebouwing in de bocht zijn lichte verspringen van maximaal 2,00 meter toegestaan. G6 Gevelbeeld G7.2 Combineren deur en raam ongewenst 1. Voor de aaneengesloten gevels geldt als richtlijn dat het individuele pand herkenbaar moet zijn. 2. In de gevelcompositie moet de repetitie van gevelelementen (erkers, balkons etc.) als beeldkenmerk behouden blijven. 3. Het appartementencomplex dient een samenhangend geheel te vormen. 4. De twee-onder-één-kapwoningen dienen een samenhangend geheel te vormen. G7 Gevelindeling G7.4 Grote venstervakken ongewenst 1. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. 2. Deur en raam dienen niet tot pui te worden gecombineerd. Een voordeur moet dus een zelfstandige opening zijn in een gesloten gevelwand. 3. De voorkeur gaat uit naar gevels met verticale raamopeningen. 4. Grote venstervakken dienen onderverdeeld te worden in kleinere raampartijen. 5. Indien kleinere ramen worden vergroot, zijn grote glasvakken ongewenst. Een onderverdeling waarbij weer verticale raamopeningen ontstaan, heeft de voorkeur. Door toevoeging van een kalf kan een verdere onderverdeling gemaakt worden. G7.5 Grote glasvlakken ongewenst 62

Gemeente Rijswijk G8 Dakkapellen/dakramen 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Dakkapellen dienen aan te sluiten op de architectonische kenmerken van de bebouwing. 4. Dakramen zijn niet gewenst. 5. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9 Materiaalgebruik 1. Als richtlijn geldt de toepassing van baksteen in bruine tinten. 2. Het verven van gevels is niet toegestaan. 3. Uitzondering op 1 en 2 zijn de bouwblokken A en B. De gevels van bouwblok A dienen wit te zijn met bruine en oranje sierstenen. De gevels van bouwblok B dienen geheel wit te zijn. 4. Kappen bestaan bij voorkeur uit dakpannen in een rode kleur. 5. Kunststof kozijnen zijn niet toegestaan. G10 Kleurgebruik 1. Veel voorkomend kleuren zijn wit en groen. Gestreefd moet worden deze kleuren zoveel mogelijk toe te passen. 2. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. G9.2 Verven gevels ongewenst G9.3 Witte gevel met bruine en oranje sierstenen is gewenst G9.2 Verven gevels ongewenst G10.1 Toepassing blauw ongewenst 63

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G11 Reclame 1. Reclameborden op de gevel zijn niet gewenst. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. G12 Bijzondere details G12.1 Behoud detaillering belangrijk G12.1 Verwijderen detaillering ongewenst 1. Bijzondere (historische) details (gevelstenen, klokgevels, glas-in-lood-ramen etc.) moeten behouden blijven. 2. Bij sloop-nieuwbouw moet gestreefd worden naar het terugbrengen van voorkomende details in de gevel. 3. Bij nieuwbouw worden eigentijdse details in de gevel gewaardeerd. 64

Gemeente Rijswijk 65

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 2^ 3 Figuur 6.4 Deelgebied III 66

Gemeente Rijswijk 6.2.3 Deelgebied III: Geestbrugkade G1 Hoogte/Bouwmassa 1. Als richtlijn geldt een bouwhoogte tussen de 2 en 4 bouwlagen met/zonder kap. 2. Bij nieuwbouw is grootschalige bebouwing niet toegestaan. G2 Goothoogte en nokhoogte 1. De bestaande goot- en nokhoogten dienen te worden gehandhaafd. 2. De minimale toegestane goothoogte voor nieuwbouw bedraagt 7,00 meter. 3. Als richtlijn voor nieuwbouw geldt een nokhoogte tussen de 10,00 en 12,00 meter. G1.2 Grootschalige bedrijfsbebouwing ongewenst G3 Pandbreedte 1. De breedte van het individuele pand is zeer variabel, tussen de 5,00 en de 40,00 meter. 2. Bij nieuwbouw mag de pandbreedte niet breder zijn dan 11,00 meter. G4 Kap(richting) 1. Een kap is niet verplicht. G3.2 Pandbreedte breder dan 11,00 2. Alle kapvormen zijn toegestaan. meter ongewenst G5 Rooilijn 1. Als richtlijn geldt dat gebouwen in één rechte voorgevelrooilijn staan. Een uitzondering hierop vormt het appartementencomplex aan Geestbrugkade 38. G4.1 Kap is niet verplicht 67

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal G6 Gevelbeeld 1. Er wordt gestreefd naar aaneengesloten gevels waarin het individuele pand herkenbaar is. Vrijstaande bebouwing is niet gewenst. 2. Bij een functionele tweedeling van een pand (bijv. kantoor op begane grond, wonen op verdieping), moet de verticale eenheid van het pand behouden blijven. 3. Panden die in de toekomst woning worden, dienen een woninguitstraling te krijgen en niet de uitstraling van een bewoond kantoor. G7 Gevelindeling G9.1 Voorkeur voor baksteen in gele of bruine tint 1. Bij een functionele tweedeling van een pand moet de gevelindeling op begane grondniveau en verdieping op elkaar worden afgestemd. 2. De vensters moeten worden vormgegeven als gaten in de gevel. G8 Dakkapellen/dakramen G9.2 Gepleisterde gevels incidenteel toegestaan 1. Dakkapellen dienen een ondergeschikte toevoeging te zijn aan een dakvlak. 2. Meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok dienen in regelmatige rangschikking op horizontale lijn te worden geplaatst, dus in beginsel niet boven elkaar. 3. Dakkapellen dienen aan te sluiten op de architectonische kenmerken van de bebouwing. 4. Dakramen zijn niet gewenst. 5. Het kleurgebruik dient eenvoudig en bescheiden te zijn en niet te opvallend en/of contrasterend. G9 Materiaalgebruik 1. Als richtlijn geldt de toepassing van baksteen in diverse kleuren, bij voorkeur in gele of bruine tinten. Speklagen zijn toegestaan in afwijkende kleuren. 2. Incidenteel zijn gepleisterde gevels toegestaan. 3. Het verven van gevels is niet toegestaan. 4. Het toepassen van kunststof kozijnen is niet toegestaan. 5. Kappen bestaan bij voorkeur uit grijs/blauwe en rode dakpannen. 6. Metalen kappen (aluminium, koper en zink) zijn niet toegestaan. 68

Gemeente Rijswijk G10 Kleurgebruik 1. Veel voorkomende kleuren zijn wit en donkerblauw. Gestreefd moet worden deze kleuren zoveel mogelijk te handhaven. 2. Bij nieuwbouw dient het kleurgebruik te worden afgestemd op het kleurgebruik van de bestaande bebouwing. 3. In het gevelbeeld mogen geen primaire of felle kleuren worden toegepast. G11 Reclame 1. De omvang, vormgeving en plaats op de gevel van reclameborden moet passen in het gevelbeeld van het gehele pand. 2. Terughoudendheid in de toepassing van primaire of felle kleuren bij luifels en reclameborden is gewenst. 3. Reclame in de vorm van lichtbakken en de toepassing van neonletters moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 4. Reclameborden mogen niet over de gehele breedte van het pand worden bevestigd. De maximale breedte van reclameborden bedraagt 80% van de gevelbreedte. De maximale hoogte van reclameborden bedraagt 0,60 meter. 5. Reclameborden in de voortuin zijn toegestaan, mits zij bescheiden vormgegeven zijn en passen bij de stijl van de bebouwing. G10.3 Primaire kleuren ongewenst G12 Bijzondere details 1. Bijzondere (historische) details (gevelstenen, klokgevels, glas-in-lood-ramen etc.) moet behouden blijven. 2. Bij sloop-nieuwbouw moet gestreefd worden naar het terugbrengen van voorkomende details in de gevel. 3. Bij nieuwbouw worden eigentijdse details in de gevel gewaardeerd. G12.1 Behoud detaillering belangrijk 69

Beeldkwaliteitplan Leeuwendaal 3 Figuur 6.5: Deelgebeid IV 70