Richtlijn voor de commissioning van een noodstroominstallatie Naam eigenaar: Afdeling eigenaar: Versienummer: 1.0 Lars Wouters A/AMS/TRE/AOA Datum: 10-04-2013
Richtlijn voor de commissioning van een noodstroominstallatie Kwaliteitsmethode gericht op de kwaliteitsbeheersing en prestatieborging van een noodstroominstallatie Opgesteld door : N.A.M. Schmidt i.s.m. H.P. de Jong Bedrijfsonderdeel : A/ASM/TRE/AOA i.s.m. A/ASM/TRE/Infra Opdrachtgever : Ing. L. Wouters Bedrijfsonderdeel : A/ASM/TRE/AOA Documentnummer : - Versie : 1.0 Datum : 10 april 2013 Status : Definitief
Schiphol Nederland B.V. Copyright 2013 Dit document is eigendom van de Schiphol Nederland B.V. (SNBV). Gebruik hiervan, evenals het (doen) aanbrengen van elke aanvulling / wijziging behoeft uitdrukkelijke toestemming van de SNBV. Ontstane schade anders dan door normaal gebruik / slijtage, dit ter beoordeling van de SNBV, komt voor rekening van de betreffende gebruiker / schadeveroorzaker. SNBV sluit elke aansprakelijkheid voor schade, ontstaan door het gebruik van de in dit document gegeven informatie, nadrukkelijk uit. Van dit document mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de SNBV. 10 april 2013 i
INHOUDSOPGAVE 1 Algemeen STAP en commissioning... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Commissioning team... 2 1.3 Verantwoordelijkheid tijdens de fases... 4 1.4 Leeswijzer/ indeling document... 4 2 Commissioning Noodstroominstallatie... 5 2.1 Algemeen... 5 2.2 Componenten noodstroominstallatie... 5 3 Uitgangspunten FAT... 7 3.1 Algemeen... 7 3.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de FAT... 7 3.3 Inhoud FAT-documenten... 7 3.4 Checklijsten visuele inspectie en functionaliteit... 8 3.4.1 Visuele inspectie motor en generator... 8 3.4.2 Functionaliteit generator... 9 3.4.3 Functionaliteit dieselmotor... 10 3.5 Meten, beproeven, testen... 10 4 Uitgangspunten In-bedrijfname... 12 5 Uitgangspunten SAT... 13 5.1 Algemeen... 13 5.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de SAT... 13 5.3 Inhoud SAT-documenten... 13 5.4 Checklijst visuele inspectie SAT 1... 14 5.4.1 Dagtank... 15 5.4.2 Besturingskast en brandstoftransportinstallatie... 15 5.5 Meten, beproeven, testen... 15 5.5.1 Dagtank, besturing en signalering... 16 5.6 Checklijst visuele inspectie SAT 2... 16 5.7 Meten, beproeven, testen... 16 6 Uitgangspunten (T)OAT... 17 6.1 Algemeen... 17 6.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de (T)OAT... 17 6.3 Inhoud (T)OAT-documenten... 17 6.4 Checklijst visuele inspectie... 18 6.4.1 Brandstofvoorraadtank... 18 6.4.2 Brandstoftransportinstallatie incl. motor... 19 6.5 Meten, beproeven, testen... 19 10 april 2013 iii
7 Uitgangspunten Oplevering... 20 7.1 Algemeen... 20 7.2 Voorwaarden voor de oplevering... 20 7.3 Inhoud Oplever-documenten... 20 8 Uitgangspunten Ingebruikname... 22 9 Algemeen Overdrachtsprotocol... 23 9.1 Algemeen... 23 9.2 Voorwaarden voor de overdracht... 23 9.3 Inhoud overdracht documenten... 23 10 Format Issue log... 25 10 april 2013 iv
AFKORTINGEN A AAS CSS CCTV EEK EMC FAT GBS HAR HNA HVI IV LVI NSA OVI PVR SAT ST TERNET TRE UPS VDGS WBDBO WV WOT Aviation Amsterdam Airport Schiphol Centraal signalerings systeem Closed Circuit TeleVision system Energie, Elektra & Klimaat (subafdeling TRE) Elektromagnetische compatibiliteit Factory acceptance test Gebouwbeheersysteem Hoofdaardrail Hoofdnoodaggregaat Hoofdverdeelinrichting Installatieverantwoordelijke Laagspanningsverdeelinrichting Noodstroomaggregaat Onderverdeelinrichting Potentiaalvereffeningsrail Site acceptance test Schiphol Telematics Terminal Netwerk Terminal Real Estate, beheerder Terminal (A/ASM/TRE) Uninterruptible Power Supply. Zie No-Break. Visual Docking Guidance System Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Werkverantwoordelijke Werken Overleg Terminal 10 april 2013 v
BEGRIPPEN EN DEFINITIES Bedrijfsmiddel Commissioning Product of een samenstelling van producten die dienst doen ter ondersteuning van de (dagelijkse) operatie. Het gefaseerde proces met allerlei activiteiten gericht op de inbedrijfstelling en prestatieborging van bedrijfsmiddelen. Commissioning Autoriteit Factory Acceptance Test In-bedrijfname Ingebruikname Oplevering Overdracht Project Restpunt Schouw Site Acceptance Test Functionaris, aangesteld door de projectboard en onafhankelijk van de adviseur en installateur, die het commissioningsproces begeleidt vanaf initiatieffase tot en met de overdracht. Test van het bedrijfsmiddel in de fabriek in een vooraf bepaalde testopstelling en onder vooraf vastgestelde voorwaarden en procedures. Het moment dat het afzonderlijke bedrijfsmiddel in functie wordt gesteld of hersteld waarvoor het is bedoeld met als doel om de correcte werking van het bedrijfsmiddel aan te tonen. De inbedrijfname betreft een testsituatie en dient voorafgaand aan de SAT plaats te vinden. Bij afgekeurde SAT dient het bedrijfsmiddel indien nodig uit bedrijf te worden genomen om eventuele aanpassingen door te voeren. Het moment waarop het gebouw, gebouwdeel, bedrijfsmiddel of voorziening, ofwel het geheel aan bedrijfsmiddelen waaruit het project bestaat, integraal in die functie gebruikt gaat worden waarvoor het is bedoeld. Een operationele ingebruikname kan alléén plaatsvinden wanneer er géén restpunten zijn die een veilige en verantwoorde gebruik in de weg staan. Het moment waarop de (hoofd-)aannemer of installateur het project, dat bestaat uit nieuwbouw van of aanpassing aan een gebouw, gebouwdeel, bedrijfsmiddel of voorziening, voltooid heeft en aan opdrachtgever of diens gedelegeerde ter beschikking stelt. Het moment dat het aangepaste bedrijfsmiddel of verzameling van aangepaste bedrijfsmiddelen deel uitmakend van het project, formeel wordt overgedragen aan de opdrachtgever/ eigenaar/ beheerorganisatie. Op dit moment dient alle voor de bedrijfsvoering relevante informatie en documentatie volledig door de projectorganisatie aangeleverd te zijn, dient training of instructie aan bedienend personeel gegeven te zijn en zijn er geen punten en gebreken meer, dan wel is er overeenstemming over nog uit te voeren werkzaamheden. Geheel van samenhangende activiteiten in een tijdelijke organisatie om, binnen gestelde condities, een van te voren gedefinieerd resultaat op te leveren. (Bouw-)activiteit benodigd aan een bedrijfsmiddel of een verzameling van bedrijfsmiddelen ten behoeve van het volledig (storingsvrij) functioneren van het bedrijfsmiddel of verzameling van bedrijfsmiddelen om daarmee te voldoen aan vooraf gestelde eisen. Bezichtiging van de status van het project op locatie waarbij de (status van de) uitvoering van het project wordt beoordeeld. Een schouw kan voor de verschillende vakdisciplines apart georganiseerd worden. Functionele test van het bedrijfsmiddel op locatie waar het bedrijfsmiddel zijn uiteindelijke functie moet uitoefenen. 10 april 2013 vi
1 Algemeen STAP en commissioning 1.1 Algemeen Schiphol heeft voor de uitvoering van haar projecten gekozen voor de Standaard Aanpak voor Projecten (STAP). Het doel van STAP is het hanteren van één uniforme projectaanpak voor geheel Schiphol. Een uniforme structuur en aanpak leidt tot lagere kosten en hogere kwaliteit van projectrealisatie. Het proces wordt transparanter en de uitkomsten meer voorspelbaar. STAP bestaat uit een aantal processtappen. Zij vormen een verzameling activiteiten die noodzakelijk zijn voor het besturen van een project, het managen van het projectproces en de inhoudelijke realisatie van het project. De STAP methode beoogt zoveel mogelijk de documenten die nodig zijn om het project te besturen en de documenten die nodig zijn om de inhoudelijke voortgang in het project te boeken, zoals bijvoorbeeld een Programma van Eisen (PvE), schetsontwerp en opleverings- en overdrachtsprotocol, te definiëren en te standaardiseren. Een belangrijk thema dat tijdens de processen een rol speelt is het thema kwaliteit. Tijdens de processen worden de door het projectteam geformuleerde initiële kwaliteitsverwachtingen en acceptatiecriteria verfijnd en verder uitgewerkt in specifieke projectproducten, zogenaamde Product Descriptions. Voor het proces Managen van Productoplevering tijdens de Uitvoering is de kwaliteit uitgewerkt door bepaalde momenten en activiteiten te definiëren die nodig zijn om het werk of product uit te voeren en het afgeronde werk op te leveren. Dit noemt men ook wel commissioning, ofwel de methode of het proces gericht op de kwaliteitsbeheersing en prestatieborging van een product. Onderstaande figuur geeft weer uit welke momenten en activiteiten het commissioningstraject tijdens de uitvoering bestaat. = Commissioningsdocumenten Figuur 1: Milestones en activiteiten Commissioning tijdens de Uitvoering Aan elke milestone zijn zogenaamde in- en outputdocumenten verbonden, de zogenaamde commissioningsdocumenten, waarmee de kwaliteit van het product van te voren wordt vastgelegd en achteraf kan worden getoetst. In tabel 1 staat weergegeven welke in- en output documenten per milestone van kracht zijn. 10 april 2013 1
Milestone Omschrijving milestone Type document Commissioningsdocumenten (1) (2) Richtlijn (3) R U V W * Factory Acceptance Test (FAT) In-bedrijfname Site Acceptance Test (SAT) (Total) operational Acceptance Test ((T)OAT) Uitgangspunten commissioningsproces en -documenten Inputdocument = Protocol (4) FAT Protocol In-bedrijfname protocol SAT protocol (T)OAT protocol X Oplevering opleveringsprotocol Y In-gebruikname In-gebruikname protocol Outputdocument = Rapport (5) FAT rapport In-bedrijfname rapport SAT rapport (T)OAT rapport Proces-verbaal van oplevering Product documentatie Z Overdracht Overdrachtsprotocol Overdrachtsformulier Tabel 1: In- en outputdocumenten commissiongsproces * ((T)OAT niet uitgewerkt in deze versie van de richtlijn. Voorliggende Richtlijn is een onderdeel van de Product Description en bevat de uitgangspunten voor de commissioningsactiviteiten en documenten (kolom 4 en 5) voor de milestones uit figuur 1, voor zover van toepassing voor het onderhavige bedrijfsmiddel. Het document beperkt zich tot de in figuur 1 met gele pijlen aangegeven milestones en met uitzondering van moment W ((T)OAT), dat in een volgende versie van de richtlijn wordt uitgewerkt. Op basis van deze richtlijn worden door (hoofd-)aannemer de commissioningsprotocollen (kolom 4) en rapportages (kolom 5) voor het desbetreffende project opgesteld en aangeleverd, conform onderstaand processchema: Richtlijn (dit document) (3) Protocol (4) Opmerkingen op protocol Uitvoering commissioning activiteit o.b.v.protocol Rapport (uitgewerkt protocol) (5) Product opdrachtgever Documenten opdrachtnemer Gezamelijke activiteit Figuur 2: proces commissioningsdocumenten De uitgangspunten die per milestone voor het desbetreffende product van kracht zijn, staan weergegeven vanaf hoofdstuk 3. 1.2 Commissioning team Bij de uitvoering van het commissioningsproces wordt een commissioningsteam gevormd, dat bestaat uit onderstaande functies: Basis samenstelling voor alle bedrijfsmiddelen: Commissioning Autoriteit 1 ) Vertegenwoordiger Asset Manager 2 ) Vertegenwoordiger Asset Owner 2 ) Vertegenwoordiger namens hoofdaannemer 1) De Commissioning Authoriteit (CA) wordt aangesteld door de projectmanager in overleg met de Project Board. 2) Dikwijls wordt deze functie gecombineerd en uitgevoerd door één en dezelfde persoon 10 april 2013 2
Extra voor elektrotechnische bedrijfsmiddelen/ bedrijfsmiddelen met elektrotechnische componenten: Installatieverantwoordelijke Asset Owner Installatieverantwoordelijke (hoofd-)aannemer Optioneel voor alle bedrijfsmiddelen: Vertegenwoordiger Proces Owner Schiphol (gebruiker) Vertegenwoordiger namens ontwerpteam Onderaannemer/ leverancier van het onderhavige bedrijfsmiddel Vertegenwoordiger Service Provider (Opex afdeling projecten) De werkelijke samenstelling van het commissioning team kan per bedrijfsmiddel en per moment verschillen. In overleg met de Project Board stelt de project manager het team samen, waarbij ervoor gekozen kan worden bepaalde functies te combineren of extra functies in te zetten. De leden van het commissioning team dienen in principe bij alle relevante momenten aanwezig te zijn, tenzij anders afgesproken binnen het project. Acceptatie van (de kwaliteit van) het te realiseren product vindt plaats door: Ondertekening goedkeuringsblad rapportage/ proces verbaal/ overdrachtsformulier door alle leden commissioning team Paraferen van elke pagina van de rapportage/ proces verbaal/ overdrachtsformulier van aannemer door alle leden van het commissioning team. In alle gevallen geldt dat de CA pas voor akkoord kan tekenen nadat alle andere leden van het commissioning team dat hebben gedaan. Voorbeeld parafering niet-elektrotechnisch bedrijfsmiddel: Paraaf CA Paraaf Asset Owner Paraaf hoofdaannemer Paraaf ontwerpteam Paraaf Service Provider Voorbeeld parafering elektrotechnisch bedrijfsmiddel: Paraaf CA Paraaf Asset Owner Paraaf ontwerpteam Paraaf IV-er Asset Owner Paraaf IV-er aannemer 10 april 2013 3
1.3 Verantwoordelijkheid tijdens de fases Met betrekking tot het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid tijdens de diverse milestones en tussenliggende fases geldt: Milestone Naam Verantwoordelijkheid bedrijfsmiddel Eigenaarschap Asset owner * Hoofdaannemer * R FAT x U In-bedrijfname x V SAT x hoofdaannemer W (T)OAT x X Oplevering x Y In gebruikname x Asset Owner Schiphol Z Overdracht x Group Tabel 2: Verantwoordelijkheid per milestone * Voor alle elektrotechnische gerelateerde bedrijfsmiddelen wordt de rol van Asset owner en van hoofdaannemer in principe vervuld door de Installatieverantwoordelijke of diens gedelegeerde. 1.4 Leeswijzer/ indeling document Deze richtlijn bestaat verder uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 2: Algemeen deel m.b.t. het onderhavige bedrijfsmiddel Hoofdstuk 3: Uitgangspunten FAT Hoofdstuk 4: Uitgangspunten In-bedrijf name Hoofdstuk 5: Uitgangspunten SAT Hoofdstuk 6: Uitgangspunten (T)OAT Hoofdstuk 7: Uitgangspunten Oplevering Hoofdstuk 8: Uitgangspunten Ingebruikname Hoofdstuk 9: Uitgangspunten Overdracht 10 april 2013 4
2 Commissioning Noodstroominstallatie 2.1 Algemeen In hoofdstuk 1 is beschreven uit welke activiteiten en milestones het algemene commissioning proces voor bedrijfsmiddelen eruit ziet. In dit hoofdstuk is, op basis van gesprekken met beheerders, aangegeven welke milestones en daarmee samenhangend welke protocollen en rapporten voor het onderhavige bedrijfsmiddel van toepassing zijn. In onderstaande tabel is aangegeven welke milestones voor een noodstroominstallatie van toepassing zijn: Bedrijfsmiddel FAT In-bedrijfname SAT (T)OAT Oplevering In-gebruikname Overdracht Noodstroominstallatie n.t.b. X Tabel 3: Milestones voor noodstroominstallatie = van toepassing X = niet van toepassing N.B. Zie figuur 3 voor weergave van de milestones per component van de noodstroominstallatie. In de volgende hoofdstukken worden per milestone de uitgangspunten voor de commissioningsdocumenten weergegeven. N.B. Voor de (T)OAT van de noodstroominstallatie zoals in dit kader bedoeld is in deze richtlijn de eerste aanzet gemaakt waarmee gewerkt kan worden. Voor de (T)OAT noodstroomvoorzieningen met alle bijbehorende bedrijfsmiddelen zal later een separate richtlijn worden opgesteld. 2.2 Componenten noodstroominstallatie Een noodstroominstallatie bestaat in dit kader in hoofdzaak uit de volgende componenten: Generator Dieselmotor Dagtank Besturingskast Brandstofvoorraadtank Branstoftransportinstallatie (incl. pomp) Eventueel gescheiden productieverdeler (HNA) bij meerdere NSA s Schematisch kan de noodstroominstallatie als onderstaand worden weergegeven. In het schema zijn tevens de diverse milestones weergegeven en op welke componenten van de noodstroominstallatie die betrekking hebben. Voor het commissioningstraject van de brandstofvoorraadtank en de brandstoftransportinstallatie (hoofdring) wordt verwezen naar de desbetreffende richtlijn. 10 april 2013 5
Motor Generator Gebruikers HVI Retourleiding Dagtank Transfor mator Bestur ing en signal ering Sprinklerpomp Voorraadtank Motor NSA ( s) Noodstroominstallatie FAT SAT 1 SAT 2 (T)OAT 1 (T)OAT 2 Figuur 3: componenten noodstroominstallatie en milestones Ruimtes onderdelen noodstroominstallaties Voor de ruimtes waarin de diverse componenten van de noodstroominstallatie zich bevinden geldt: De technische ruimtes zijn opgeleverd conform de eisen die gelden voor technische ruimtes. Hiervoor is een separaat commissioningstraject doorlopen. Indien dit formeel nog niet heeft kunnen plaatsvinden, geldt: o De ruimte is veilig te betreden o Er bevinden zich geen bouwmaterialen/ troep in de ruimte o Alle voorzieningen die een veilig gebruik van de ruimte moeten garanderen zijn aanwezig o De gevel van de ruimte is voorzien van lucht in- en uitblaasroosters conform laatste ontwerpdocument. De toegang tot de ruimte is alleen voor bevoegde personen mogelijk 10 april 2013 6
3 Uitgangspunten FAT 3.1 Algemeen Met betrekking tot het proces voor het opstellen van het FAT protocol en rapport geldt het volgende: Richtlijn (dit document) FAT Protocol Opmerkingen op FAT protocol Uitvoering FAT FAT rapport Product opdrachtgever Documenten aannemer Gezamelijke activiteit Verder geldt: Op basis van het goedgekeurde protocol wordt de FAT uitgevoerd. Op basis van de FAT wordt het FAT-rapport samengesteld. Protocol en rapportage dienen altijd vooraf te worden gegaan door een titelblad met daarop duidelijk genoteerd de naam of typering van de noodstroominstallatie waarvoor de FAT is uitgevoerd en de datum van de FAT. Tijdschema: Aanleveren protocol FAT: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 2 weken voor de FAT. Aanleveren rapportage: digitaal en analoog enkelvoud, 2 weken na de FAT. 3.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de FAT De FAT noodstroominstallatie heeft alleen betrekking op de dieselmotor en de generator en kan alléén worden uitgevoerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: De assemblage van het bedrijfsmiddel is voltooid en de werking moet getest kunnen worden. Voorgaande fabriekstesten van het bedrijfsmiddel zijn voltooid en rapportages daarvan zijn aanwezig. Informatie en documentatie conform de vigerende versie van de VIAT m.b.t. de FAT is aangeleverd. 3.3 Inhoud FAT-documenten In onderstaande tabel staat aangegeven uit welke onderdelen de FAT-documenten dienen te bestaan. Tevens is hierin aangegeven in welke hoedanigheid de onderdelen in respectievelijk protocol en rapport terug dienen te komen. Inhoud FAT documenten Hoofd stuk Paragraaf Specificatie/ toelichting Protocol Rapport Algemeen Goedkeuringsblad Gegevens bedrijfsmiddel en omstandigheden Algemeen goedkeuringsblad dient te worden ondertekend door leden van het commissioning team Gegevens bedrijfsmiddel, locatie, weersomstandigheden etc. Leeg format Opnemen, kan deels worden ingevuld Ondertekend format Opnemen, volledig ingevuld 10 april 2013 7
Aanwezigheidslijst Aangeven wie de FAT bijwonen Leeg format Geparafeerde lijst van aanwezigen Uitvoering FAT Calibratie en certificatie testapparatuur Aanwezigheid documenten Lijst van gebruikte testinstrumenten inclusief kalibratierapport en certificaat aanleveren Conformiteitsverklaring dat de noodstroominstallatie is uitgevoerd conform TTA (Type Tested Assembly) Rapportages standaard fabriekstesten Laatste ontwerpdocument Werktekeningen hoofdaannemer Werktekeningen leverancier, d.w.z.: o Stuurstroomschema s o Single-line diagrammen o Aanzichten o Specificatiebladen Lijst Lijst welke documentatie aanwezig is tijdens de FAT Resultaat controle FAT op testapparatuur en certificaten Resultaat controle documenten tijdens de FAT Checklijsten visuele inspectie en functionaliteit Meten, beproeven, testen Opnemen. Zie 3.4 Opnemen. Zie 3.5 Checklijsten Omschrijven welke handelingen verricht gaan worden Resultaat controle FAT op checklijsten Resultaat van de handelingen Nazorg FAT Issue log Bijlagen Punten en gebrekenlijst Test- en meetresultaten toevoegen Tabel 4: Specifieke invulling onderdelen FAT-documenten Leeg format leeg Volledig ingevuld format zoals tijdens FAT bepaald Test en meetresultaten zoals afgesproken tijdens FAT bijvoegen. 3.4 Checklijsten visuele inspectie en functionaliteit Tijdens de FAT wordt een visuele inspectie uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de punten weergegeven die in elk geval geïnspecteerd worden. Aannemer dient de lijsten te specificeren op het onderhavige project, indien nodig aan te vullen en op te nemen in de FAT-documenten. 3.4.1 Visuele inspectie motor en generator Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. De aanzichten en indelingen komen overeen met de (laatste) tekeningen 10 april 2013 8
Fabrikaat en type componenten conform laatste ontwerpdocumenten Constateer mogelijke problemen die tijdens de installatie of implementatie op site kunnen ontstaan, zoals inspectieluiken die in de fabriek goed toegankelijk zijn maar na installatie niet meer. Controle coderingen Controle leidingen en appendages Koppeling dieselmotor - generator Uitvoering generatorset Voorzien van elektronische 3 fasen spanningsregelaar. Uitvoering fundatieframe incl. voorzieningen tegen lekkages Cilindervoeringen eenvoudig uitwisselbaar Koelmedium beschermd tegen bevriezing en voorzien van de voorgeschreven anticorrosie middelen. Voorzieningen en uitvoering radiateur Vormgeving, uitvoering en montage uitlaten Aanwezigheid en uitvoering accu s Flowmeters brandstoftoevoer leiding per generatorset. 3.4.2 Functionaliteit generator Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Controle werking droopregeling Controle werking Cos ϕ regelaar Controle wikkelingen Geschikt voor % asymmetrie Geschiktheid parallel draaien 10 april 2013 9
Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Nominale spanning (V) Frequentie (Hz) Arbeidsfactor (zowel capacitief als inductief) Beschermingsgraad (IP) Overbelastbaarheid (%) Isolatieklasse Spanningsnauwkeurigheid (%) toerental (rpm) lagering 3.4.3 Functionaliteit dieselmotor Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Controle vermogen dieselmotor Sturing NSA kleppenregister Controle geluidsniveau Controle op- en aftoeren van de machine bij belast beproeven en peakshaving 3.5 Meten, beproeven, testen Tijdens de FAT worden testen uitgevoerd waarbij in elk geval onderstaande functies/ kenmerken getest dienen te worden. Door aannemer dient in het protocol te worden aangegeven welke handelingen en activiteiten, mede op basis hiervan, worden uitgevoerd om de werking en functionaliteit van de motor en generator afdoende te kunnen testen. Dit dient men uit te voeren voor alle voorkomende bedrijfstoestanden die mogelijk zijn. Aannemer dient zorg te dragen dat geen onbedoelde bedrijfsvoeringsituaties kunnen ontstaan die schade aan de installatie zouden kunnen aanrichten. Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Test capaciteit Testen automatisch opstarten NSA bij netuitval 10 april 2013 10
Test terug schakeling bij terugkeer netspanning Test bereik toerenversteller Test minimum hand instelbereik ten opzichte van het nominale toerental. Test maximum bandbreedte setpoint ten opzichte van het nominale toerental Test maximum kortstondige toerentalafwijking bij plotselinge belasting toeen afname ten opzichte van het nominale toerental. Test maximum kortstondige toerentalafwijking bij plotselinge belasting toe- en afname ten opzichte van het nominale toerental. Bepaal maximum tijd om terug te keren naar nominaal toerental bij stabiele belasting Bepaal maximum tijd om terug te keren naar nominaal toerental bij stabiele belasting, na plotselinge belastingsverandering Test noodstopfunctie 10 april 2013 11
4 Uitgangspunten In-bedrijfname Voor een noodstroominstallatie valt dit moment samen met de SAT, zie H5. 10 april 2013 12
5 Uitgangspunten SAT 5.1 Algemeen Met betrekking tot het proces voor het opstellen van het SAT protocol en rapport geldt het volgende: Richtlijn (dit document) SAT Protocol Opmerkingen op SAT protocol Uitvoering SAT SAT rapport Product opdrachtgever Documenten aannemer Gezamelijke activiteit Verder geldt: Op basis van het goedgekeurde protocol wordt de SAT uitgevoerd. Op basis van de SAT wordt de SAT rapportage samengesteld. Protocol en rapportage dienen altijd vooraf te worden gegaan door een titelblad met daarop duidelijk genoteerd de naam of typering van de noodstroominstallatie waarvoor de SAT is uitgevoerd en de datum van de SAT. Tijdschema: Aanleveren protocol SAT: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 2 weken voor de SAT. Aanleveren SAT-rapportage: digitaal en analoog enkelvoud, 2 weken na de SAT. 5.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de SAT De SAT noodstroominstallaties bestaat uit 2 delen, die in de praktijk in principe direct achter elkaar kunnen plaatsvinden: SAT 1: Dagtank, besturing en brandstofinstallatie (leidingen en appendages) vanaf of tot aan de hoofdring (zie figuur 3) SAT 2: Dagtank, besturing, dieselmotor en generator (zie figuur 3) SAT 1 en 2 kunnen alleen worden uitgevoerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: Voorgaande fabriekstesten van de (afzonderlijke) componenten zijn voltooid en rapportages zijn aangeleverd. Commissioningstraject van de brandstofvoorraadtank en brandstoftransportinstallatie is gereed en rapportages zijn aangeleverd. Er zijn géén veiligheidsissues Informatie en documentatie conform de vigerende versie van de VIAT m.b.t. de SAT is aangeleverd. 5.3 Inhoud SAT-documenten In onderstaande tabel staat aangegeven uit welke onderdelen de SAT documenten dienen te bestaan. Tevens is hierin aangegeven in welke hoedanigheid de onderdelen in resp. protocol en rapport terug dienen te komen. 10 april 2013 13
Inhoud SAT-documenten Hoofd stuk Paragraaf Specificatie/ toelichting Protocol Rapport Goedkeuringsblad Algemeen goedkeuringsblad dient te worden ondertekend door leden van het commissioning team Leeg format Ondertekend format Algemeen Gegevens bedrijfsmiddel en omstandigheden Aanwezigheidslijst Gegevens bedrijfsmiddel, locatie, weersomstandigheden etc. Aangeven wie de SAT bijwonen Opnemen, kan deels worden ingevuld Leeg format Opnemen, volledig ingevuld Geparafeerde lijst van aanwezigen SAT Aanwezigheid documenten In-bedrijfname rapport Vigerende versie NEN 1010 deel 6 inspectierapport Certificaat Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT) t.b.v. de brandstofvoorraadtank. KIWA-certificaat tank Garantie waterdichte toegang tot de peilbuis dagtank Thermografische rapportage Lijst welke documentatie aanwezig is tijdens de SAT Resultaat controle documenten tijdens SAT Checklijsten visuele inspectie Meten, beproeven, testen Opnemen. Zie 5.4/ 5.6 Opnemen. Zie 5.5/ 5.7 Checklijsten Omschrijven welke handelingen verricht gaan worden Resultaat controle checklijsten tijdens SAT Resultaat van de verrichtte handelingen Nazorg SAT Issue log Bijlagen Punten en gebrekenlijst Test- en meetresultaten toevoegen Tabel 5: Specifieke invulling onderdelen SAT-documenten Leeg format leeg Volledig ingevuld format zoals tijdens SAT bepaald Test en meetresultaten zoals afgesproken tijdens SAT bijvoegen. 5.4 Checklijst visuele inspectie SAT 1 Tijdens de SAT wordt een visuele inspectie uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de punten weergegeven die in elk geval geïnspecteerd worden. Aannemer dient de lijsten te specificeren op het onderhavige project, indien nodig aan te vullen en op te nemen in de SAT-documenten. 10 april 2013 14
5.4.1 Dagtank Uitvoering en montage dagtank, incl. peilglas, waterzak, niveauschakelaars, leidingen en appendages, bandstofmeters) Voorzieningen in geval lekkages incl. beveiliging tegen overstroming Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Voorzieningen voor handmatige vulling 5.4.2 Besturingskast en brandstoftransportinstallatie (tot hoofdring) Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Montage, uitvoering en coating paneel Aanwezigheid blindschema s Beschermingsgraad kast Check secties en compartimenten op aanwezigheid onbeschermde spanningsvoerende delen Controle meetinstrumenten generator, dieselmotor en brandstoftransport installatie Controle signaleringen generator, dieselmotor en brandstoftransport installatie Controle bedieningsmogelijkheden: keuzeschakelaar, bedieningsschakelaar en drukknop (eilandbedrijf, lampentest, herstel storing) Controle beveiligingen generator Controle leidingwerk en appendages 5.5 Meten, beproeven, testen Tijdens de SAT worden testen uitgevoerd waarbij in elk geval onderstaande functies/ kenmerken getest dienen te worden. Door aannemer dient in het protocol te worden aangegeven welke handelingen en activiteiten, mede op basis hiervan, worden uitgevoerd om de werking en functionaliteit van de motor en generator afdoende te kunnen testen. Dit dient men uit te voeren voor alle voorkomende bedrijfstoestanden die mogelijk zijn. 10 april 2013 15
Aannemer dient zorg te dragen dat geen onbedoelde bedrijfsvoeringsituaties kunnen ontstaan die schade aan de installatie zouden kunnen aanrichten. 5.5.1 Dagtank, besturing en signalering Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Controle signalering dagtank bij falen automatische vulinstallatie Controle werking elektrische pomp Controle externe signalering op het CSS Controle alarmeringen voor uitschakeling van het aggregaat: a) Smeeroliedruk te laag b) Koelwatertemperatuur te hoog c) Koelwaterniveau te laag d) Beveiliging generatorschakelaar (I > U< U > terugwatt) e) Dagtankniveau te laag 5.6 Checklijst visuele inspectie SAT 2 Tijdens SAT 2 wordt een visuele inspectie uitgevoerd van de motor en de generator. Zie voor de inspectiepunten paragraaf 3.4.1. 5.7 Meten, beproeven, testen Werking installatie als geheel. Tijdens de SAT worden door aannemer diverse testen uitgevoerd, waaronder: Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Test capaciteit installatie Bedrijfssituaties: Testen automatisch opstarten NSA bij netuitval Test terug schakeling bij terugkeer netspanning Door aannemer dient in het protocol te worden aangegeven welke handelingen en activiteiten worden uitgevoerd om de testen uit te voeren. Dit dient men uit te voeren voor alle voorkomende bedrijfstoestanden die mogelijk zijn. 10 april 2013 16
6 Uitgangspunten (T)OAT 6.1 Algemeen Met betrekking tot het proces voor het opstellen van het (T)OAT protocol en rapport geldt het volgende: Richtlijn (dit document) (T)OAT Protocol Opmerkingen op (T)OAT protocol Uitvoering (T)OAT (T)OAT rapport Product opdrachtgever Documenten aannemer Gezamelijke activiteit Verder geldt: Op basis van het goedgekeurde protocol wordt de (T)OAT uitgevoerd. Op basis van de (T)OAT wordt de (T)OAT rapportage samengesteld. Protocol en rapportage dienen altijd vooraf te worden gegaan door een titelblad met daarop duidelijk genoteerd de naam of typering van de noodstroominstallatie waarvoor de (T)OAT is uitgevoerd en de datum van de (T)OAT. Tijdschema: Aanleveren protocol (T)OAT: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 2 weken voor de (T)OAT. Aanleveren (T)OAT-rapportage: digitaal en analoog enkelvoud, 2 weken na de (T)OAT. 6.2 Voorwaarden voor het uitvoeren van de (T)OAT De (T)OAT kan alleen worden uitgevoerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: SAT rapporten zijn aanwezig. Informatie en documentatie conform de vigerende versie van de VIAT m.b.t. de (T)OAT is aangeleverd. 6.3 Inhoud (T)OAT-documenten In onderstaande tabel staat aangegeven uit welke onderdelen de (T)OAT documenten dienen te bestaan. Tevens is hierin aangegeven in welke hoedanigheid de onderdelen in resp. protocol en rapport terug dienen te komen. Inhoud (T)OAT-documenten Hoofd stuk Paragraaf Specificatie/ toelichting Protocol Rapport Goedkeuringsblad Algemeen goedkeuringsblad dient te worden ondertekend door leden van het commissioning team Leeg format Ondertekend format Algemeen Gegevens bedrijfsmiddel en omstandigheden Aanwezigheidslijst Gegevens bedrijfsmiddel, locatie, weersomstandigheden etc. Aangeven wie de (T)OAT bijwonen Opnemen, kan deels worden ingevuld Leeg format Opnemen, volledig ingevuld Geparafeerde lijst van aanwezigen 10 april 2013 17
(T)OAT Aanwezigheid documenten Checklijsten visuele inspectie Meten, beproeven, testen SAT- rapport Besturingsschema s Vigerende versie NEN 1010 deel 6 inspectierapport Opnemen. Zie 6.4 Opnemen. Zie 6.5 Lijst welke documentatie aanwezig is tijdens de (T)OAT Checklijsten Omschrijven welke handelingen verricht gaan worden Resultaat controle documenten tijdens (T)OAT Resultaat controle checklijsten tijdens (T)OAT Resultaat van de verrichtte handelingen Nazorg (T)OAT Issue log Bijlagen Punten en gebrekenlijst Test- en meetresultaten toevoegen Tabel 6: Specifieke invulling onderdelen SAT-documenten Leeg format leeg Volledig ingevuld format zoals tijdens (T)OAT bepaald Test en meetresultaten zoals afgesproken tijdens (T)OAT bijvoegen. 6.4 Checklijst visuele inspectie Tijdens de (T)OAT wordt een visuele inspectie uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de punten weergegeven die in elk geval geïnspecteerd worden. Aannemer dient de lijsten te specificeren op het onderhavige project, indien nodig aan te vullen en op te nemen in de (T)OAT-documenten. 6.4.1 Brandstofvoorraadtank Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Mate van onderhoud en uitwisselbaarheid niveaumeting Controle op voldoende peilbuizen in de omgeving incl. herkenbaar putdeksel Afscherming kabel voor aansluiting niveaumeting Reservecapaciteit kabel naar de tank Locatie, uitvoering, bereikbaarheid en afsluitbaarheid vulpunt Aarding vulpunt Aanduiding vulpunt Uitvoering retourleiding Toegankelijkheid brandstofniveauopnemer 10 april 2013 18
Specificatie brandstofniveauopnemer Voorziening aanwezig t.b.v. handmatig peilen brandstofniveau in de brandstofvoorraadtank. 6.4.2 Brandstoftransportinstallatie incl. motor Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Uitvoering en montage brandstofbesturingskast Controle niveau indicatie brandstofbesturingskast 6.5 Meten, beproeven, testen De (T)OAT kan worden verdeeld in deel 1 en deel 2 (zie ook weer figuur 3). (T)OAT 1 spitst zich toe op mogelijk voorkomende bedrijfstoestanden, (T)OAT 2 betreft vooral de test van de dieselinstallatie. (T)OAT 1: bedrijfstoestanden deel motor, generator, hvi, transformator Door aannemer dient in het protocol te worden weergegeven alle handelingen en activiteiten die worden uitgevoerd om voor de specifieke situatie de functionaliteit van de installatie afdoende te kunnen testen. Dit dient men uit te voeren voor alle bedrijfstoestanden die mogelijk zijn, waaronder: Spanningsuitval ongepland-> NSA start -> synchroon weer terug Spanningsuitval ongepland-> NSA start -> synchroon weer terug Meerdere generatoren gestoord (bv. door onderhoud) Wel draaiende generatoren maar geen energielevering Schakelaars geblokkeerd (bv. schakelaars defect of uitgereden) Zie hiervoor ook de Richtlijn commissioning hoofdverdeelinrichtingen. (T)OAT 2: bedrijfstoestanden dieselinstallatie Lege dagtank-> alle motoren (dus NSA s, sprinklerpomp etc.) 100% draaien-> controle werking voorraadtank en brandstoftransportinstallatie (incl. pomp) Brandalarm in NSA-ruimte->leegstromen dagtank Testen signaleringen: Akkoord j/n Opmerking/ toelichting No. Controle CSS meldingen conform vigerende versie van het document: Signalering van brandstofvoorraadtank en brandstoftransportpomp installaties via het CSS. 10 april 2013 19
7 Uitgangspunten Oplevering 7.1 Algemeen Met betrekking tot het proces voor het opstellen van het Opleverprotocol en proces verbaal van oplevering geldt het volgende: Richtlijn (dit document) Oplevering Protocol Opmerkingen op Oplevering protocol Oplevering Proces-verbaal van oplevering Product opdrachtgever Documenten aannemer Gezamelijke activiteit Verder geldt: Op basis van het goedgekeurde protocol vindt de oplevering plaats. Op basis van de oplevering wordt het proces verbaal van oplevering opgesteld. Protocol en proces verbaal van oplevering dienen altijd vooraf te worden gegaan door een titelblad met daarop duidelijk genoteerd de naam of typering van de noodstroominstallatie waarvoor de oplevering is uitgevoerd en de datum van de oplevering. Tijdschema: Aanleveren Opleverprotocol : digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 1 week voor de Oplevering. Aanleveren Proces verbaal van oplevering: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 1 week na de oplevering. 7.2 Voorwaarden voor de oplevering De oplevering kan alleen worden uitgevoerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: De punten en gebreken die tijdens de (T)OAT zijn geconstateerd, zijn opgelost Alle gevraagd informatie en documentatie zoals omschreven in de vigerende versie van de VIAT is aangeleverd, tenzij hier met opdrachtgever van tevoren duidelijke afspraken over zijn gemaakt die zijn vastgelegd. 7.3 Inhoud Oplever-documenten In onderstaande tabel staat aangegeven uit welke onderdelen de oplever documenten dienen te bestaan. Tevens is hierin aangegeven in welke hoedanigheid de onderdelen in resp. protocol en rapport terug dienen te komen. Inhoud oplever-documenten Hoofd stuk Paragraaf Specificatie/ toelichting Protocol Proces verbaal van oplevering Algemeen Goedkeuringsblad Gegevens bedrijfsmiddel en omstandigheden Aanwezigheidslijst Algemeen goedkeuringsblad dient te worden ondertekend door leden van het commissioning team Gegevens project, bedrijfsmiddel, locatie, etc.. Aangeven wie de oplevering bijwonen Leeg format Opnemen, kan deels worden ingevuld Leeg format Ondertekend format Opnemen, volledig ingevuld Geparafeerde lijst van aanwezigen 10 april 2013 20
Oplevering Aanwezigheid documenten (T)OAT-rapport Bijgewerkte versie NEN 1010 deel 6 inspectierapport Protocol waarin aangegeven staat vanaf het moment van opleveren: o Hoe om te gaan met evt. storingen aan de o installatie Welke partij(-en) in dat geval geraadpleegd dient te worden In protocol dient duidelijk naar voren te komen de taakverdeling tussen (voormalige) project en (toekomstige) beheerorganisatie en vanaf oplevering in geval van mogelijke storingen en welke rol de afgegeven garanties daarbij spelen. Lijst welke documentatie aanwezig is tijdens de oplevering Resultaat controle documenten tijdens oplevering Checklijsten visuele inspectie n.v.t. n.v.t. n.v.t. Nazorg Oplevering Issue log Bijlagen Punten en gebrekenlijst Test- en meetresultaten toevoegen Tabel 7: Specifieke invulling onderdelen oplever-documenten Leeg format leeg Volledig ingevuld format zoals tijdens oplevering bepaald Test en meetresultaten zoals afgesproken tijdens oplevering bijvoegen. 10 april 2013 21
8 Uitgangspunten Ingebruikname Niet van toepassing voor noodstroominstallaties (moment valt samen met oplevering). 10 april 2013 22
9 Algemeen Overdrachtsprotocol 9.1 Algemeen Met betrekking tot het proces voor het opstellen van het protocol en overdrachtsformulier geldt het volgende: Richtlijn (dit document) Overdracht protocol Opmerkingen op Overdracht protocol Oplevering Overdrachtsformulier Product opdrachtgever Documenten aannemer Gezamelijke activiteit Verder geldt: Op basis van het goedgekeurde protocol vindt de overdracht plaats. Op basis van de overdracht wordt het overdrachtsformulier opgesteld. Protocol en overdrachtsformulier dienen altijd vooraf te worden gegaan door een titelblad met daarop duidelijk genoteerd de naam of typering van de noodstroominstallatie waarvoor de overdracht wordt gedaan en de datum. Tijdschema: Aanleveren Overdracht protocol: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 1 week voor de Overdracht. Aanleveren overdrachtsformulier: digitaal en analoog enkelvoud, uiterlijk 1 week na de overdracht. 9.2 Voorwaarden voor de overdracht De overdracht kan alleen plaatsvinden indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: Getekend proces verbaal van oplevering is aanwezig. De voorbereidings- en bouwfase van het project waar de noodstroominstallatie deel van uitmaakt is geëvalueerd en er is een lessons learned document aanwezig. Voor zover van toepassing heeft instructie en training van de eigenaren en/of beheerders van de noodstroominstallatie plaatsgevonden. Alle gevraagd informatie en documentatie zoals omschreven in de vigerende versie van de VIAT is aangeleverd, tenzij hier met opdrachtgever van tevoren duidelijke afspraken over zijn gemaakt die zijn vastgelegd. 9.3 Inhoud overdracht documenten In onderstaande tabel staat aangegeven uit welke onderdelen de overdrachts documenten dienen te bestaan. Tevens is hierin aangegeven in welke hoedanigheid de onderdelen in resp. protocol en rapport terug dienen te komen. 10 april 2013 23
Inhoud overdracht documenten Hoofd stuk Paragraaf Specificatie/ toelichting Protocol Overdrachtsfor mulier Goedkeuringsblad Algemeen goedkeuringsblad dient te worden ondertekend door leden van het commissioning team Leeg format Ondertekend format Algemeen Gegevens bedrijfsmiddel en omstandigheden Aanwezigheidslijst Gegevens project, bedrijfsmiddel, locatie, etc. Aangeven wie de overdracht bijwonen Opnemen, kan deels worden ingevuld Leeg format Opnemen, volledig ingevuld Geparafeerde lijst van aanwezigen Overdracht Aanwezigheid documenten Proces verbaal van oplevering Lessons learned document Documentatie conform VIAT (aantonen dat aangeleverd is) Lijst welke documentatie aanwezig zal zijn tijdens de overdracht Resultaat controle documenten tijdens overdracht Tabel 8: Specifieke inhoud onderdelen overdracht documenten 10 april 2013 24
10 Format Issue log Issue log No. Item Omschrijving Verklaring Opgelost voor? Oplossing akkoord? 10 april 2013 25