Sturen op resultaat: hefboom voor transformatie?

Vergelijkbare documenten
Sturen op resultaat: hefboom voor transformatie?

Podotherapeut mag doorverwijzen naar schoentechnicus. Maaike Kuyvenhoven. Podosophia ISSN Podosophia DOI /s y

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur

Raad op zaterdag 24 september 2016

Fight the power. Lian Smits. Jeugdbeleid. ISSN Volume 12 Number 1. Jeugdbeleid (2018) 12:21-25 DOI /s

WHISE brengt jeugdzorg in beweging

Raad op zaterdag 30 januari 2016

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R.

Outcome in zicht: JGZ? Erik Jan de Wilde, 16 maart 2015

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988

Suzan Oudejans & Masha Spits

Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten

Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P.

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M.

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy

Hoe helpt de JGZ gevluchte kinderen weer op verhaal te komen? I. Brokx & M. Keij. JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: Link to publication

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

University of Groningen. Dilemmas in child protection Bartelink, Cora

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication

Biodiversity responses to climate and land-use change: A historical perspective Aguirre Gutierrez, J.

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

JOB OPENING OPS ENGINEER

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie

LONDEN MET 21 GEVARIEERDE STADSWANDELINGEN 480 PAGINAS WAARDEVOLE INFORMATIE RUIM 300 FOTOS KAARTEN EN PLATTEGRONDEN

Van 'gastarbeider' tot 'Nederlander' Prins, Karin Simone

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed.

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

WORKSHOP : COMPTENCES FOR THE SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS ( SDGs )

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Improving the properties of polymer blends by reactive compounding van der Wal, Douwe Jurjen

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1

Talentmanagement in tijden van crisis

University of Groningen

EHealth In De Praktijk: Handreiking Voor Iedereen Die Wil Kennismaken Of Starten Met EHealth (Dutch Edition) By Saskia Timmer

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Procesevaluatie van het Navigator project Jager, John Mike

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Interactie als gereedschap Koole, Tom

Amsterdam University of Applied Sciences. Leren redeneren en experimenteren met concept cartoons Kruit, P.M. Link to publication

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H.

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: Link to publication

THE WORK HET WERK HARALD BERKHOUT

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK)

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Dementiezorg In De Praktijk, Deel 1: Van Achterdocht Tot Zwerfgedrag (Dutch Edition) By Ronald Geelen

University of Groningen. Symptoms of Distress and Imbalance in Children Nijboer, J.M.

Ik kom er soms tijdens de les achter dat ik mijn schoolspullen niet bij mij heb of niet compleet

Consequences of success in pediatrics: young adults with disability benefits as a result of chronic conditions since childhood Verhoof, Eefje

Melatonin treatment and light therapy for chronic sleep onset insomnia in children van Maanen, A.

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M.

Oplossingsgericht werken. Bij Handjehelpen. Oktober 2018

Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks

NMOZTMKUDLVDKECVLKBVESBKHWIDKPDF-WWUS Page File Size 9,952 KB 29 May, 2016

University of Groningen

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

University of Groningen. Eerste Hulp vaker ter plaatse Verhage, Vera

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

Ficino en het voorstellingsvermogen : phantasia en imaginatio in kunst en theorie van de Renaissance van den Doel, M.J.E.

University of Groningen

Molecular aspects of HNPCC and identification of mutation carriers Niessen, Renee

Jongerenwerk en voortgezet onderwijs: partners in het versterken van schoolcarrières van jongeren Sarti, A.; Manders, W.A.; Metz, J.W.

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L.

Draagvlak migratiebeleid Postmes, Thomas; Gordijn, Ernestine; Kuppens, T.; Gootjes, Frank; Albada, Katja

Identity & Access Management & Cloud Computing

Dementiezorg In De Praktijk, Deel 1: Van Achterdocht Tot Zwerfgedrag (Dutch Edition) By Ronald Geelen

Anxiety, fainting and gagging in dentistry: Separate or overlapping constructs? van Houtem, C.M.H.H.

Creatief onderzoekend leren

Citation for published version (APA): Boot, A. W. A. (2004). Management en Organisatie: wat nu? Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2,

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers

Preschool Kindergarten

Rondon de mondingen van Rijn & Maas: landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek

University of Groningen. Up2U Harder, Annemiek T.; Eenshuistra, Annika

Published in: Aansluitmonitor wiskunde VO-HO: Zicht op de cursusjaren en

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

9 daagse Mindful-leSs 3 stappen plan training

"Our subcultural shit-music": Dutch jazz, representation, and cultural politics Rusch, L.

interne markt is het motorblok van Europese samenwerking. Niet alleen in materiële zin, maar ook als bindmiddel tussen oude en nieuwe lidstaten.

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

Transcriptie:

Sturen op resultaat: hefboom voor transformatie? Bob van der Schaft Jeugdbeleid ISSN 1873-9482 Volume 9 Number 4 Jeugdbeleid (2015) 9:197-204 DOI 10.1007/s12451-015-0096-0 1 23

Your article is protected by copyright and all rights are held exclusively by Bohn Stafleu van Loghum. This e-offprint is for personal use only and shall not be self-archived in electronic repositories. If you wish to self-archive your article, please use the accepted manuscript version for posting on your own website. You may further deposit the accepted manuscript version in any repository, provided it is only made publicly available 12 months after official publication or later and provided acknowledgement is given to the original source of publication and a link is inserted to the published article on Springer's website. The link must be accompanied by the following text: "The final publication is available at link.springer.com. 1 23

Sturen op resultaat: hefboom voor transformatie? Bob van der Schaft Samenvatting Transformatie betekent onder andere: meer (regel)ruimte voor de professional en sturen op resultaten in plaats van op productie. Deze bijdrage laat zien hoe de gemeentelijke ambitie om te sturen op resultaten onder druk van beperkte financiële middelen, een gebrek aan een passend sturingsarsenaal en onzekerheid over de werking van de nieuwe toegang plaatsmaakt voor een terugval in oude patronen: de (schijn)zekerheid van het sturen op productie en bedrijfsvoering. Een pleidooi om de oorspronkelijke ambitie in ere te herstellen. Aan welke resultaten (outcome) kun je denken, en hoe ga je daar praktisch mee om? Hoe formuleer je resultaten zo dat ze de transformatie ondersteunen? Wat vraagt dat van gemeenten, van de professionals en van de sociale teams? In de voorbereiding op de transitie en de transformatie van de jeugdhulp en breder (met de veranderingen in het sociale domein) zijn gemeenten zich (opnieuw) gaan oriënteren op het sturingsvraagstuk: waarop willen we sturen en hoe doen we dat? Verschillende gemeenten gaven aan op een andere manier te willen sturen dan tot dan toe gebruikelijk: niet op productie (output), maar op resultaat (outcome). Het sturen op productie, in combinatie met een bekostigingsgrondslag van aantallen cliënten of verrichtingen vermenigvuldigd met een vooraf bepaald tarief zou ook een perverse prikkel zijn die overproductie in de hand werkte en in ieder geval geen beloning voor eerder afschalen naar lichtere (goedkoper) vormen van hulp of ondersteuning. Een tweede bezwaar is dat het bijhouden van aantallen cliënten per zorgsoort tot een verhoging van de administratieve lastendruk leidt, met als veelgenoemd voorbeeld de DBC-systematiek. Deze systematiek is dermate verfijnd dat zowel zorginstellingen als zorgverzekeraars er hun administratieve organisatie zwaar voor Drs. B. van der Schaft ( ) K2 Next Generation, s-hertogenbosch, Nederland e-mail: bob.van.der.schaft@k2next.nl Jeugdbeleid, (2015) 9:197 203, DOI: 10.1007/s12451-015-0096-0 Bohn Stafleu van Loghum 2015 Published online: 30 October 2015 197

198 Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 moeten hebben optuigen, terwijl tegelijkertijd de kans op fouten of zelfs fraude toegenomen is. Resultaatsturing zou aanbieders meer ruimte geven om die resultaten te behalen: in combinatie met lump sumfinanciering kan een aanbieder resultaatgericht schuiven zonder dat daar toestemming vooraf van de financier voor nodig is. 1 Kink in de kabel In de aanloop naar de transitie raakte de ambitie om te transformeren, waaronder de wens op een andere manier te gaan sturen, enigszins in het gedrang. Gemeenten wilden en moesten prioriteit geven aan het waarborgen van continuïteit van de zorg en ondersteuning van de nieuwe groep kwetsbare burgers waarvoor ze verantwoordelijk werden. Dat betekende het feitelijk in stand houden van de benodigde infrastructuur (lees: bestaande aanbieders van jeugdhulp), conform de medio 2014 overeen te komen regionale transitiearrangementen. Extra spanning werd veroorzaakt door de bezuinigingstaakstelling die de transitie vergezelde. Vernieuwen, bezuinigen en continuïteit waarborgen: in deze onrust bleek er weinig ruimte voor transformatie. Nieuw was de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het bieden van toegang tot vormen van specialistische hulp. Voor gemeenten was het de vraag of de door hen ingestelde toegangsteams in staat zouden blijken de passende hulp en ondersteuning te bieden binnen de vastgestelde financiële kaders. De teams moesten zich immers in de meeste gevallen nog bewijzen. Een tweede onzekere factor was de volumeontwikkeling binnen het gecontracteerde aanbod. Begin 2015 was buitengewoon moeilijk te voorspellen welke vormen van hulp en ondersteuning van welke aanbieder in een regio benut zouden 1 Zie het Functioneel ontwerp jeugdhulp Brabant Noordoost (2013), met de keuze voor een vorm van lump sumfinanciering.

Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 199 worden en welke aanbieders te maken zouden krijgen met onderbenutting van hun capaciteit. Deze onzekerheden leidden ertoe dat gemeenten zicht wilden hebben op de productie en greep wilden op aantallen en kosten: oude reflexen, patronen en gewoontes. Het nieuwe sturen was en lijkt even ver weg. Een derde kink in de kabel is het ontbreken van een helder referentiekader als het gaat om sturen op resultaat. Het klinkt aantrekkelijk, maar hoe doe je het ook al weer. Begrippen als output en outcome, indicatoren en normen, en de samenhang daartussen suggereren dat we hier met complexe materie te maken hebben. Nadenken over gewenste maatschappelijke resultaten: het is een exercitie op zich. Als we het over maatschappelijke resultaten hebben, waar moet je dan aan denken? Resultaat, welk resultaat? Resultaten laten zich op verschillende niveaus formuleren, binnen een flinke bandbreedte: aan het ene uiterste het individu en aan het andere de wereldbevolking (Sustainable Development Goals). Daarbinnen zijn verschillende uitsneden te maken, zowel naar doelgroep (alle kinderen, alle meisjes, alle hiv-positieven, alle cliënten van jeugdhulp) als geografisch (de Europese Unie, de provincie Noord- Brabant, de gemeente Oss, de wijk Tilburg-Noord). Voor de transitie en transformatie van de jeugdhulp die ik in deze bijdrage als casus gebruik, kun je kijken naar de kwaliteit van voorzieningen in een regio (waarbij de doelgroep dus bestaat uit de aanbieders van hulp en ondersteuning), maar ook naar effecten in de jeugdhulp en breder: het sociale domein. Nog breder: het welzijn van de bewoners van een bepaald gebied: het werkgebied van een sociaal team of de gemeente als geheel. Het eerste is relatief kortcyclisch, het tweede heeft een veel langere looptijd, zo n vier tot acht jaar. Kijken naar de kwaliteit van voorzieningen: impliciet of expliciet is dat kijken verbonden met een resultaat, op z n allereenvoudigst geformuleerd: onze voorzieningen zijn van goede kwaliteit. Maar wat is dan goede kwaliteit? Om dat te kunnen bepalen, moeten een of (liefst) meerdere indicatoren worden bepaald die iets zeggen over die kwaliteit. Dit resultaat laat zich nog (schijnbaar) makkelijk formuleren. Ingewikkelder wordt het met de resultaten op stelselniveau of de resultaten voor een bepaald gebied: een gemeente, een wijk of een kern. Deze laatste resultaten noemen we maatschappelijke resultaten. Veel gemeenten hebben een notie van een gewenst maatschappelijk resultaat, doorgaans geformuleerd als: alle kinderen groeien gezond en veilig op, kunnen hun talenten ontplooien en participeren in de maatschappij. Naast de vraag hoe je dit resultaat kunt meten, is er de vraag of gemeenten meer richting willen geven aan dit algemene resultaat door het verder te specificeren in deelresultaten en/of er een of meer resultaten aan toe te voegen die specifiek zijn voor een bepaald gebied of een bepaalde groep.

200 Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 Daarmee is de vraag welk resultaat dan nog niet beantwoord. Misschien helpt het als we de vormaspecten van een resultaatformulering onderzoeken. Hoe formuleer je een resultaat In 2004 maakte ik kennis met het begrip outcome via de initiatieven van Con Hogan, tot 1999 Secretary van de Vermont Agency of Human Services en later Senior Fellow van het Center for the Study of Social Policy in Washington, DC. Hij omschreef het begrip outcome als volgt: An outcome is a desired state or an improvement in the condition of children and their families, broad enough to extend beyond any single organizational entity or hierarchical level. It s an outcome if you can measure its indicators. In addition, outcomes must evolve so that (1) local people help create them, (2) they ring true (in other words, they make sense), and (3) they impel people to act (Hogan 1999). Een (maatschappelijk) resultaat is te omschrijven als een toestand van welbevinden van (een groep) mensen in een bepaald gebied. Kenmerkend voor een outcomeformulering is dat het gewenste resultaat alleen door samenwerking kan worden gerealiseerd, dus niet door een organisatie alleen. Organisaties moeten samenwerken, maar ook de (gemeentelijke) overheid met die organisaties. Resultaten kunnen niet behaald worden door bestuur of management alleen: je hebt ook professionals en burgers nodig. Een tweede aspect of beperkende voorwaarde zo je wilt, is dat een resultaat gemeten moet kunnen worden: it s an outcome if you can measure its indicators. Dat is helder. Ten slotte moet er van de gewenste resultaten iets wervends uitgaan en aanzetten tot actie. Logisch dat Hogan bepleit dat je burgers van een wijk of gemeente betrekt of ondersteunt bij het formuleren van resultaten, bijvoorbeeld in de vorm van uitkomstdialogen. Een krachtige formulering van (maatschappelijke) resultaten (en bijpassende indicatoren) heeft in de woorden van Hogan meerdere van de volgende kenmerken: 2 clear & declarative bigger than you connect emotionally positive measurable & comparable presented over time extended beyond political cycles local, statewide, national interactive accumulative over time 2 Hogan, C.D. Presentatie voor de Inspectie Jeugdzorg, Den Haag, mei 2008.

Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 201 In mijn beleving zouden bestuurders zich vooral aangesproken moeten voelen door de eerste paar punten in deze opsomming: een maatschappelijk resultaat is helder geformuleerd (clear) en heeft iets van een statement in zich (declarative). Een resultaat komt in interactie tot stand waardoor mensen zich er op gevoelsniveau mee kunnen verbinden (connect emotionally). Werken aan het gewenste resultaat overstijgt een bestuursperiode; daarmee is het resultaat groter dan jij bent (bigger than you). In dat laatste zit ook een aangrijpingspunt voor veranderaars: een goed dus positief geformuleerd resultaat waaraan partijen zich verbinden, kan alleen worden behaald door samen te werken. En ten slotte voor de onderzoekers: meetbaar, vergelijkbaar en basis voor een trendanalyse over langere tijd, met oog voor het elkaar versterkende (accumulatieve) effect van resultaten. Resultaten en indicatoren Hogan legt het logische verband tussen outcome en indicatoren: een gewenst resultaat moet wel meetbaar zijn, anders heb je er niks aan. In de Verenigde Staten leidde dat tot Kids Count: tien indicatoren voor het welzijn van kinderen en gezinnen, die jaarlijks worden gemeten. In Nederland kreeg dit navolging onder de naam Kinderen in Tel, 3 een benchmark van gemeenten op basis van een weloverwogen set van indicatoren, voor het eerst gepubliceerd in 2008, met in 2014 de vijfde editie. Om de kwaliteit van aanbieders in beeld te brengen heeft het NJi (Van Yperen et al. 2014) drie criteria voorgesteld die als meetlat dienen om de kwaliteit van de zorg- of dienstverlening op een aspect zichtbaar te maken. Het NJi kijkt daarmee dus aanvullend op Hogan niet alleen naar de kwaliteit van het leven van een groep mensen, maar ook naar de kwaliteit van het middel: de zorg- of dienstverlening. Van Yperen en anderen maken een onderscheid tussen maatschappelijke outcomeindicatoren en indicatoren voor de outcome van voorzieningen. De voorgestelde criteria voor deze laatste outcome zijn respectievelijk klanttevredenheid, mate van doelrealisatie en uitval. Deze criteria sluiten goed aan bij wat veel organisaties in het kader van hun bedrijfsvoering en kwaliteitsbeleid toch al meten. In die zin was de keuze voor deze criteria slim en pragmatisch. En voldoende uitdagend, want in de pilot Outcome in zicht die is uitgevoerd in de regio Noordoost-Brabant bleek dat organisaties wel de mate van klanttevredenheid in beeld brengen, maar dat de gebruikte meetmethoden nogal verschillen (Van Yperen et al. 2015), en dit geldt ook voor de twee ander criteria. Van Yperen en anderen geven terecht aan dat de gegevens per type dienst op een uniforme manier bijeen moeten komen omwille van de (door gemeenten op termijn gewenste) vergelijkbaarheid. De jeugdhulpaanbieders in de regio West-Brabant zijn erin geslaagd flinke stappen te zetten in de gewenste harmonisatie, over de grenzen van de jeugdhulp, de 3 www.kinderenintel.nl.

202 Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 jeugd-ggz en de zorg voor verstandelijk beperkten heen. 4 Omdat deze aanbieders voor een deel ook actief zijn in andere Brabantse regio s, stimuleren gemeenten een vergelijkbare beweging in Noordoost-Brabant, als follow-up van de al genoemde pilot Outcome in zicht. 5 In de regio Midden-Brabant heeft GGD Hart voor Brabant in opdracht van de gemeente Tilburg (namens de negen gemeenten in de regio) in 2014/2015 indicatoren gezocht die iets zeggen over de door de gemeenten geformuleerde outcome van de investeringen in de lokale basisstructuur (GGD Hart voor Brabant 2014). Deze zoektocht is nog volop gaande. De pilot maatschappelijke resultaatsturing Begin 2015 stelden we 6 vast dat het begrip maatschappelijke vraagsturing nog talloze vragen opriep. Het thema was op dat moment niet urgent of actueel, maar zou dat in de toekomst zeker worden, zo verwachtten we. Op dat moment namen de VNG en KING het initiatief De Pilotstarter. 7 Dit is een website van de VNG en hoort bij het programma ISD (Informatievoorziening Sociaal Domein) en Digitale Agenda 2020. Om de informatievoorziening te innoveren ondersteunt het programma projecten die in de praktijk toetsen hoe informatievoorziening en dienstverlening geïnnoveerd kunnen worden. Een van die projecten is de pilot Samen sturen op maatschappelijke resultaten. We voeren de pilot uit voor en met de gemeenten in de regio s Midden- en Noordoost-Brabant. Met de pilot willen we inhoud geven aan de ambitie van gemeenten om (meer) te sturen op maatschappelijke resultaten in het jeugd- en sociaal domein, en handreikingen ontwikkelen voor gemeenten om tot in- en uitvoering over te gaan. In deze fase verzamelen we de beelden die gemeenten hebben bij maatschappelijke resultaatsturing. Onze ambitie is deze beelden verrijkt terug te geven met suggesties voor het benoemen van maatschappelijke resultaten en bijpassende indicatoren. We willen gemeenten op het spoor zetten van het formuleren van verbindende resultaten en het stimuleren van burgers, maatschappelijk middenveld en (lokaal) bedrijfsleven om een bijdrage te leveren. 4 Vugs, I. (2015). Jeugdhulpcatalogus West-Brabant West, indicatoren en outcome-criteria. Presentatie mei 2015. 5 Inmiddels is dit integratievraagtsuk opgepakt door de brancheorganisaties Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland en VGN. 6 We zijn in dit geval Mariëlle Blanken (PON), Marion Scheepers (gemeente s-hertogenbosch), Wieteke de Vries (GGD Hart voor Brabant) en schrijver dezes. 7 www.depilotstarter.nl.

Jeugdbeleid (2015) 9:197 203 203 Happy, healthy, and fulfilling lives for our children Sturen op resultaat: hefboom voor transformatie? Het is een retorische vraag. Van goed geformuleerde resultaten gaat een integrerende werking uit. Als we maatschappelijke resultaten formuleren voor onze burgers, of beter nog, als we burgers uitnodigen voor hen relevante overstijgende (bigger than you) resultaten te formuleren, dan hebben die niet alleen betrekking op de jeugdhulp of alleen de maatschappelijke ondersteuning, het onderwijs, werk of het inkomen. Dan hebben die resultaten betrekking op het leven zoals het is, op de gemeenschap waar we allemaal deel van uit willen maken, op de gedroomde samenleving. In de woorden van Hogan (2001): What we want is simple. We want healthy neighborhoods and communities and families that contribute to, and benefit from, a strong community life. We want to live in places that are safe, clean, and peaceful. We want access to high-quality education and work opportunities. Finally, we want all this to be translated into happy, healthy, and fulfilling lives for our children our future. Literatuur GGD Hart voor Brabant. (2014). Plan van aanpak monitor jeugd Hart van Brabant. Tilburg: GGD. Hogan, C. D. (1999). Vermont communities count: Using results to strengthen services for families and children. Baltimore: The Annie E. Casey Foundation. Hogan, C. (2001). The power of outcomes: Strategic thinking to improve results for our children, families, and communities. Washington, DC: National Governors Association. Yperen, T. van, Wilde, E. J. de, & Keuzenkamp, S. (2014). Outcome in zicht: Werken met prestatieindicatoren in de jeugdhulp. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Yperen, T. van, Wilde, E. J. de, Keuzenkamp, S., Wilschut, M., & Jager, S. de. (2015). Outcomesturing in de jeugdhulp: 10 tips voor gemeenten en aanbieders. Den Haag/Utrecht: VNG/NJi. Drs. Bob van der Schaft is adviseur en partner van K2 Next Generation.

Hier staat een advertentie. Houten 2015