Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Vergelijkbare documenten
Een schema invullen

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Voorspellen, tekst lezen, verwijzingen in de tekst begrijpen

Dit weet ik er al over:

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Voorspellen en tekst lezen

Titel/kopjes/plaatje: Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk...

Dit wist ik al. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord.! Dit valt me op!

Iedereen een te gekke zomer

Vul dat in het Bekend-Benieuwd-Bewaard-schema in bij de kolommen Bekend en Benieuwd. Let op: De kolom Bewaard vul je pas in bij vraag 4!

Zonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen

Tekst lezen en een tekstschema invullen

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Titel, plaatjes en kopjes

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Voorspellen en tekst lezen

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen

Tekst lezen en de betekenis van moeilijke woorden vinden

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

Met hulp: Tekst lezen en de betekenis van onbekende woorden afleiden

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Dit wist ik al. Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Hier heb ik een vraag bij.! Dit valt me op!

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven met je schrijfmaatje

Met hulp: onduidelijkheden ophelderen

X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Hier heb ik een vraag bij.

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Schrijf van elk stukje tekst de belangrijkste informatie in losse woorden in het schema. Kijk daarvoor naar de woorden die je hebt onderstreept.

De tekst gaat over. 3. Als je moeilijke woorden in tekst tegenkomt kun je de woordhulp gebruiken. Kijk in regel 2. Wat betekent veiligheidsrisico s?

Voorspellen en tekst lezen

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Tekst lezen en moeilijke woorden

Tekst lezen en voorspellen

Films kijken op internet: verboden of niet?

Opdracht 1. a) Van welk tijdstip is het nieuwste bericht op AD.nl? ... b) Wat zou ongeveer de deadline zijn geweest van het papieren AD? ...

Les 2 opdrachten 1F. 2. Lees de tekst met het stappenplan. Welke antwoorden op je vragen heb je gevonden? Strategie: ophelderen van onduidelijkheden

SCHRIJVEN BK 2 VAN A TOT Z PERRON 1

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Tekst lezen en vragen stellen

= een boek met getekende plaatjes. Er staan meestal maar weinig woorden in een prentenboek. = een ander woord voor het gedicht.

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

3. Wat betekent ergens hinder van ondervinden (regel 16)? Hoe ben je achter de betekenis gekomen?

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Opdracht 1: Krantenartikel schrijven. Opdracht 2: Tekstballonnen maken. Opdracht 3: Artikel over hondsdolheid schrijven

Een oorzaak-gevolg-schema maken met je schrijfmaatje

Hoe maak ik een werkstuk?

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

T cht. S p e U r. naam. groep. school. datum

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Strategieles Verwijswoorden (Verbanden) niveau A

Werkwijzer Verslagkring:

Tekst lezen en vragen stellen

Wat doe je in deze les? Zo staat het in het stappenplan

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Een oorzaak-gevolg-schema maken met je schrijfmaatje

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Persoonsgegevens. Plak hier je pasfoto of een tekening van jezelf. Naam: Geboortedatum: Jongen: Meisje: Naam docent: Klas/Groep: Naam school: Datum:

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Wat doe je in deze les? Zo staat het in het stappenplan

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Voorspellen en tekst lezen

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

a. Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Strategieles serie 2 Vragen stellen Handleiding niveau A

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Banger voor spinnen dan voor terreur.

De Trampoline De Haar 200, Leidschendam

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven met je schrijfmaatje

Werkstuk Nederlands Het beroep schrijver

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

4 manieren om Samsam te gebruiken

OPDRACHTENBLAD. Opdracht 1 Waar kun je aan zien dat dit artikel iets met wetenschap en techniek te maken heeft? Zet daar een rondje om.

Webwinkel ongekend populair

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Lesbrief begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) tekst groep 5 en 6

Een tekstschema maken

Verwijswoorden begrijpen

Dit stappenplan is ingevuld door:

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Tekst lezen en moeilijke woorden

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Transcriptie:

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de uitleg. In een tekst staan vaak verwijswoorden. Een verwijswoord verwijst naar een ander woord dat in de tekst staat. Meestal staat dat woord in de vorige zin. Soms moet je nog een stukje verder teruglezen. Heel soms staat het in de zin erna of nog verder in de tekst. Dan moet je juist een stukje verder lezen. Voorbeelden van verwijswoorden zijn: hij, zij, ze, het, haar, hem, hun, die, dat, er, daar, dan. 3. Lees nu de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 4. Let vooral op de verwijswoorden. Kom je een verwijswoord tegen? Schrijf het volgende teken bij de tekst, als je een verwijswoord ziet. Ik zie een verwijswoord. 5. Lees de uitleg. Op de plaats van het verwijswoord kun je een ander woord invullen. Maar soms ook een groepje woorden. Soms verwijst een verwijswoord zelfs naar een hele zin. Je kunt dan die hele zin op de plaats van het verwijswoord invullen. Voorbeeld: In regel 10-11 staat: En ben je het ergens niet mee eens? Of heb je zelf iets belangrijks te vertellen? Dan kun je dat laten weten. Wat wordt bedoeld met dat? Dat verwijst naar stukjes uit de vorige zinnen. Het gaat om stukjes uit de twee zinnen die ervoor staan: het stukje: het ergens niet mee eens zijn. en het stukje: zelf iets belangrijks te vertellen hebben. Je kunt dat ook invullen in de zin. Je moet de zin dan wel een klein beetje veranderen: Dan kun je laten weten dat je het ergens niet mee eens bent en zelf iets belangrijks te vertellen hebt. pagina 1 van 8

Lees de zinnen hieronder. Zoek de zinnen op in de tekst. Waarnaar verwijzen de verwijswoorden? Kijk in de tekst en vul op elke lijn een woord of meer woorden in. 6. In regel 8 staat: Of dat de regering haar nieuwe plannen bekendgemaakt heeft. Wie wordt bedoeld met haar? Vul in: Of dat de regering de nieuwe plannen van bekendgemaakt heeft. 7. In regel 17 staat: Ze letten erop dat: Wie of wat wordt bedoeld met Ze? Vul in: letten erop dat: 8. In regel 22 staat: Ze letten erop dat ze goed gecontroleerd hebben of alles wat erin staat ook echt klopt. Wat wordt bedoeld met erin? Vul in: Ze letten erop dat ze goed gecontroleerd hebben of alles wat in staat ook echt klopt. 9. In regel 24-25 staat: Tegenwoordig hoor je het ook op de radio, je ziet het op de tv en je kunt het lezen op internet. Wat wordt hier steeds bedoeld met het? Vul in: Tegenwoordig hoor je ook op de radio, je ziet op de tv en je kunt op internet. 10. In regel 29-30 staat: Zij krijgen dus niet meer elke keer een nieuwe krant in de brievenbus. Wie wordt bedoeld met Zij? Vul in: krijgen dus niet meer elke keer een nieuwe krant in de brievenbus. 11. In regel 33-34 staat: Vooral in het weekend, want dan is hij lekker dik. Wat wordt bedoeld met hij? Vul in: Vooral in het weekend, want dan is lekker dik. pagina 2 van 8

12. In regel 35 staat: Ze lezen de krant en volgen het nieuws ook op radio, tv en online. Wie worden bedoeld met Ze? Vul in: lezen de papieren krant en volgen het nieuws ook op radio, tv en online. Een 4-2-2-schema invullen Vul het schema in. Je hebt de tekst gelezen. De tekst heeft vier stukjes met een kopje. Welke 4 dingen die je nog niet wist, weet je nu? Noem uit elk stukje één ding. 4 1. 2. 3. 4. Welke 2 dingen uit de tekst vind je leuk om te weten? 1. 2 2. Welke 2 vragen heb je nog na het lezen van de tekst? 1. 2 2. Vragen beantwoorden over de tekst 1. Kijk in het stukje onder Waarom volg je het nieuws? In het stukje wordt verteld waarom je het nieuws zou kunnen volgen. Welke redenen worden genoemd? Zet een rondje om drie goede antwoorden. A. je begrijpt beter hoe de wereld werkt B. je kunt je dan beter een mening over dingen vormen C. je kunt een brief schrijven naar de krant D. je kunt praten met een journalist E. je kunt zelf iets belangrijks vertellen F. je weet wat er in het land of in jouw buurt gebeurt pagina 3 van 8

2. Lees regel 26: Daardoor kun je altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws.. a. Wat betekent op de hoogte zijn? Streep de foute antwoorden door: Daardoor kun je het laatste nieuws altijd weten/snel vergeten/opzoeken. b. Hoe kun je op de hoogte zijn van het nieuws? 3. In regel 27 staat: Niet alleen jongeren volgen het nieuws steeds vaker online. Wat betekent online? A. elke dag B. in de krant C. op internet D. tussendoor 4. Lees het stukje onder het kopje Dat is nieuws. Daar staat waar journalisten op moeten letten bij het schrijven van een nieuwsbericht. Een journalist schrijft een stukje over het nieuwe huis van de burgemeester. Hij spreekt met drie mensen die het een heel duur huis vinden. Ze vinden het allemaal ook een heel lelijk huis. De journalist schrijft dat de mensen het nieuwe huis van de burgemeester duur en lelijk vinden. Is het een goed nieuwsbericht? Waarom wel of niet? Denk aan de 4 punten die in dit stukje van de tekst genoemd worden. 5. Lees het stukje onder het kopje Overal nieuws. Daar staat dat steeds minder mensen een abonnement op een krant hebben. Hoe komt dat? 6. In regel 20 staat: Journalisten letten erop dat een bericht volledig is. Wat betekent hetzelfde als volledig? Let op: Er zijn twee antwoorden goed! A. duidelijk B. echt C. heel D. met alles erbij pagina 4 van 8

7. Hebben jullie thuis een krant? Of volgens jullie het nieuws op een andere manier? Kun je vertellen hoe? pagina 5 van 8

Vragen over het volgen van nieuws (extra opdracht) 1. De vragen hieronder gaan over het volgen van het nieuws. 2. Bekijk de vragen en vul ze eerst zelf in. 3. Hieronder zie je een aantal kranten. Zet een kruisje achter de kranten die je van naam kent. Zet daarna een kruisje achter de krant of kranten die jullie thuis hebben. krant deze ken ik deze hebben we thuis Algemeen Dagblad De Telegraaf De Volkskrant Trouw NRC Het Parool Reformatorisch Dagblad Metro Kidsweek Seven Days een andere krant, bijvoorbeeld uit een ander land pagina 6 van 8

4. Hieronder zie je een aantal nieuwsprogramma. Zet een kruisje achter de programma s die je van naam kent. Zet daarna een kruisje achter het programma waar jullie thuis naar kijken. nieuwsprogramma deze ken ik deze bekijken we thuis of op school NOS journaal RTL nieuws Jeugdjournaal Hart van Nederland Schooltv Weekjournaal een ander nieuwsprogramma, bijvoorbeeld uit jouw stad of een ander land 5. Bespreek jouw antwoorden met je groepje. Zijn er veel verschillen? pagina 7 van 8

Oefenen met de woorden uit de tekst (extra opdracht) Hieronder staan enkele woorden die in de tekst voorkomen. Zoek de woorden nog eens op in de tekst. Wat is de juiste betekenis? Zoek het juiste woord bij de betekenis en vul dat in in de puzzel. De letter ij telt als 1 letter en staat dus in 1 hokje en de grijze hokjes zijn spaties tussen de woorden. Heb je alle woorden gevonden? Vul dan de letters uit de dikomlijnde hokjes in in de lege hokjes onderaan en je leest een woord. kies uit de volgende woorden: binnenlands - buitenlands - checken - de combinatie maken - de media - het abonnement op de krant - je een mening vormen - online - op de hoogte zijn van iets - volledig 1. controleren 2. de komende tijd 3. uit je eigen land 4. bedenken wat je ergens van vindt 5. bij elkaar doen, mengen 6. de middelen om nieuws en andere informatie aan mensen door te geven, zoals tv, radio, krant, internet 7. uit een ander land 8. op internet 9. lid zijn van de krant en hem elke dag of week krijgen 10. heel, met alles erbij 11. ervan weten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Oplossing: Maak een mooie zin met het woord: pagina 8 van 8