Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 40 Reglement van Orde

Vergelijkbare documenten
Notitie waterhuishouding Panoven IJsselstein Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 26 juli 2013

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s

Gemeente Vlist. De heer R. Huizinga Postbus AB STOLWIJK. Ontv. bev. ir. E.J. van der Werf. Uw kenmerk

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r

datum dossiercode

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

primaire, secundaire en tertiaire watergangen.

Hans Valk; Oeds Veenstra; Abe Nauta; Onderwerp: wateradvies Krite te Boornbergum

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan t Veld Raaksmaatsweg 4

Vindt er een lozing plaats van verontreinigingen en/of verontreinigd water naar oppervlaktewater? nee

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1

Watervergunning. Datum 13 juli Zaaknummer 13497

toeneemt. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan.

B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud

Wateradvies woningbouw Herenweg te Donkerbroek

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

WATERVERGUNNING. Datum 18 juli Zaaknummer 29007

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o.

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding op de locatie Ruige Weide in Oudewater. Datum 27 maart 2018.

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

WATERVERGUNNING Datum Zaaknummer

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Watervergunning Z43841/O82403

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

WATERVERGUNNING. Datum 6 november Zaaknummer 18585

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Note / Memo. Wateropgave windmolenpark Hattemerbroek

Watervergunning Z48256/O93965

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Landgoed 't Wildrijck te Diever

WATERVERGUNNING. Voor het aanpassen van de waterhuishouding ten behoeve van de aanleg van de toekomstige woonwijk Rijnvliet in Utrecht

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

3 JUL mi. Afd. Pt) Opbergen 2 9 JUNI Hoogheemraadschap van Rijnland ingekomen:

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht

WATERVERGUNNING (RAAM)

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

WATERVERGUNNING. Voor het dempen en graven van een watergang en het verleggen van duikers op de locatie nabij Provincialeweg Oost 39 in Haastrecht

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Reactie Provincie Zuid-Holland: Het voorontwerpbestemmingsplan is op enkele punten niet conform provinciaal beleid:

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

HSE.U_ Schiphol Nederland B.V. (01-33) t.a.v. de heer A. Vonk Postbus ZG Schiphol. Th. van Urk. Geachte heer Vonk,

Watervergunning. Voor het verleggen van telecomkabels ten behoeve van de verbreding van de A27 ter hoogte van Groenekan.

Notitie. 1 Aanleiding

Richtlijn versus maatwerkberekening

Invuldocument lokale regels, parameters en vragen waterschap

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:


: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

WATERVERGUNNING. Datum 22 juni Zaaknummer 26981

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

Toelichting bestemmingplan Nijemidrum Wytlân (ontwerp)

Onderwerp: W a t e r a d v i e s v o o r de u i t b r e i d i n g v a n e e n stal e n b o u w e n v a n e e n l o o d s t e B e e t g u m

WATERVERGUNNING (RAAM)

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

Code: Datum:

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

Achtergrondrapport Water

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Ruimtelijke onderbouwing. Wommels, Walperterwei 51

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college,

WE-T-T-ERSKIP FRYSLÂN

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

MEMO. CONTACT Walter Vincent T E ADRES Phoenixstraat 32, Delft

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied.

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk bij watergangen in het buitengebied van de Kromme Rijnstreek. Datum 22 augustus 2018

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Nota inspraak en vooroverleg bestemmingsplan Startingerweg 33 en 33A

Datum: 14 mei 2009 RJ/KvdN/MMu/BA 85-3-NO Betreft: Watertoets in het kader van project Zwembad de Krommerijn te Utrecht

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Waterparagraaf manege Hillegersberg

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

1. Aanhef. 2. Aanvraag

Transcriptie:

Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 40 Reglement van Orde Datum : > 12 mei 2015 DM nr.929506 Aan : > J. Verweij en E. ten Heuw (fractie ChristenUnie) Van : College van dijkgraaf en hoogheemraden Betreft : Beantwoording van uw schriftelijke vragen ingevolge artikel 40 RvO betreffende olie- en gaswinning Papekopveld CC : Overige leden algemeen bestuur Inleiding Uw vragen zijn ingekomen d.d. 27 april 2015 met de volgende inleiding: Op 7 juni 2006 is door Northern Petroleum Nederland (hierna: NPN) een winningsvergunning verkregen voor de winning van olie en gas uit het Papekopveld. Op 17 augustus 2009 is door de Minister van Economische Zaken ingestemd met het door NPN ingediende winningsplan. Tot winning is het nooit gekomen. In 2013 is NPN overgenomen door Vermilion. De winningsvergunning is overgegaan op Vermilion als rechtsopvolger van NPN. Omdat het winningsplan uit 2009 niet meer actueel is en er nieuwe inzichten zijn aangaande de gevolgen van winning van olie en gas zal een nieuw winningsplan ter goedkeuring aan de Minister moeten worden voorgelegd (zie brief van de Minister aan de Tweede Kamer d.d. 21 april 2015 (kenmerk DGETM-EM / 15054665)). (De vragen zijn voor de leesbaarheid van de beantwoording cursief herhaald) Vraag 1 In hoeverre is het college bekend met het feit dat olie- en gaswinning uit het Papekopveld kan leiden tot een bodemdaling, zoals ook erkend wordt in het destijds door NPN ingediende winningsplan, het instemmingsbesluit van de Minister en de kamerbrief van 21 april 2015? Antwoord: Het college is hiermee bekend. Vraag 2 In hoeverre is het college bekend met het feit dat bodemdaling als gevolg van olie- en gaswinning grote gevolgen kan hebben voor de waterhuishouding (onder andere een afname van de drooglegging vanwege maaivelddaling bij een gelijkblijvend peil, hogere grondwaterstanden en een vermindering van de kerende hoogte van keringen)? Antwoord: Het college is zich bewust van de mogelijke gevolgen van extra bodemdaling als gevolg van olie- en gaswinning. Deze worden bezien in relatie tot de autonome bodemdaling, die in grote delen van het veenweidegebied circa 1cm/jaar bedraagt. De extra bodemdaling door olie- en gaswinning op deze locatie bedraagt naar schatting van de initiatiefnemer maximaal 2cm/25 jaar. De verwachting is dan ook dat de extra effecten op de waterhuishouding beperkt zijn. Vraag 3 Wat is gezien de waterhuishoudkundige taak van HDSR de betrokkenheid van het college geweest bij de verlening van de winningsvergunning in 2006 en de instemming van de Minister met het winningsplan in 2009?. Antwoord: Het college is niet betrokken geweest bij het verlenen van de winningsvergunning in 2006 en de instemming met het winningsplan in 2009 door de Minister van Economische Zaken, die hierin bevoegd gezag is op grond van de Mijnbouwwet en de Algemene wet bestuursrecht. Wel heeft het college in 2007 voor het in gebruik nemen van de Bestuurszaken / DM 492122 1

Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 40 Reglement van Orde bestaande mijnbouwlocatie uit 1986 een wateradvies afgegeven in het kader van de watertoets. Het criterium daarbij is dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding mag ontstaan. In de praktijk leidt dit tot overleg met de gemeente en/of de initiatiefnemer over concrete voorwaarden en mitigerende maatregelen. Dit is vastgelegd in afspraken over o.a. de bescherming van grondwater en oppervlaktewater, de afvoer van hemelwater en afvalwater en over de benodigde vergunningen om de installatie in gebruik te kunnen nemen. Vraag 4 Kan het college het Algemeen Bestuur informeren over de nadelige gevolgen die een bodemdaling van ca. 2 cm als gevolg van eventuele olie- en gaswinning in het Papekopveld kan hebben voor het watersysteem en hoe kosten voor de beperking van deze nadelige gevolgen kunnen worden verhaald op de veroorzaker? Antwoord: De Minister van EZ heeft in zijn bovengenoemde brief aangegeven dat het winningsplan voor het Papekopveld geactualiseerd moet worden en dat hierbij een risicoanalyse moet worden uitgevoerd. Provincie en gemeenten worden betrokken in de advisering over het gewijzigde plan. De minister is bevoegd gezag en kan zijn instemming met het plan slechts op beperkte gronden weigeren. Het waterschap kan als belanghebbende een zienswijze indienen en kan zich daarbij beroepen op de zorgplicht op grond van de Mijnbouwwet. De zorgplicht houdt in dat de vergunninghouder alle maatregelen moet nemen die in redelijkheid van hem gevergd kunnen worden ter voorkoming van nadelige gevolgen voor het milieu, schade door bodembeweging en aantasting van de veiligheid. Het belang van het waterschap gaat verder dan bodemdaling. Bij de milieuaspecten is de kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater een belangrijk aandachtspunt, mede gezien de drinkwaterwinning van Oasen in de regio. Daarnaast spelen veiligheidaspecten een rol, zeker als het gaat om activiteiten nabij waterstaatswerken en aangrenzende beschermingszones (hiervoor zijn wij immers bevoegd gezag). Complementair aan onze formele rol in het besluitvormingsproces zullen wij ons waar nodig ook rechtstreeks tot de initiatiefnemer wenden indien zijn activiteiten leiden tot extra kosten voor het watersysteem in brede zin. Vraag 5 Wordt HDSR betrokken bij de actualisatie van de eerdere besluitvorming aangaande de winning van olie en/of gas uit het Papekopveld en zo niet, hoe gaat het college ervoor zorgen dat waterhuishoudkundige belangen onder de aandacht worden gebracht van de direct betrokken bestuursorganen 1 en deze belangen worden meegenomen bij eventueel nieuwe besluitvorming? Antwoord: Het college is recent via het watertoetsproces betrokken geweest bij een soortgelijk initiatief inzake de proefboring in Vlist. Op 2 oktober 2014 hebben wij in ons wateradvies aan de gemeente erop aangedrongen betrokken te worden bij het vervolgproces als tot winning besloten wordt (onder andere m.b.t. uitwerking bodemdaling en compenserende maatregelen). Het college heeft eenzelfde proces in gedachte voor de mijnbouwlocatie Papekop en onderneemt stappen om met de betrokken bestuurders van Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Oudewater en de provincie gezamenlijk op te trekken. Bij de minister van EZ zullen wij erop aandringen als medeoverheid met een aanmerkelijk belang betrokken te worden bij de besluitvormingsprocedure over een gewijzigd winningsplan. 1 Minister van Economische Zaken als bevoegd gezag op grond van de Mijnbouwwet, Gedeputeerde Staten vanwege het adviesrecht op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet, Gemeente vanwege vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bestuurszaken / DM 492122 2

Gemeente Vlist De heer G. Wassink Postbus 51 2820 AB STOLWIJK Datum Contactpersoon Doorkiesnummer 2 oktober 2014 B. T. Romp (06) 1161 47 75 Uw brief d.d. Uw kenmerk Ons kenmerk 27-8-2014 OLO 1366523 863576 Onderwerp Reactie concept omgevingsvergunning proefboring Vlist Bijlage(n) 1 Geachte heer Wassink, U hebt ons, in het kader van het overleg artikel 3.1.1 van het besluit ruimtelijke ordening, de concept omgevingsvergunning aanvraag om af te wijken van het bestemmingsplan proefboring Vlist via het Omgevingsloket online (OLO) gestuurd. In het proces van de watertoets voor ruimtelijke plannen wordt in dit stadium een wateradvies van de waterbeheerder verlangd. In deze brief geven wij u ons advies. Voorafgaand proces Over dit plan heeft op 23 april 2013 vooroverleg plaatsgevonden tussen het waterschap en de heer Scherpen namens Northern Petroleum. Naar aanleiding daarvan heeft het waterschap een memo opgesteld (ons kenmerk 637122 toegevoegd als bijlage). Op 10 september 2014 heeft er een vervolggesprek plaatsgevonden met de heer Scherpen namens Vermillion (voorheen Northern Petroleum), de heer Wassink namens de gemeente Vlist en de heren Sleeuwenhoek en Romp van het waterschap. De inhoud van deze brief is afgestemd met de provincie Zuid-Holland en met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Onze conclusie Wij adviseren positief over de concept omgevingsvergunning aanvraag. Wij verwachten wel dat we betrokken worden in het vervolgproces. Het plan voldoet aan onze belangrijkste minimale voorwaarde: het standstill principe. Dit principe houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat. In het kort gaat het om: Door het uitvoeren van een proefboring zal er geen extra bodemdaling plaatsvinden. Wij baseren deze stelling op uitspraken van de heer Scherpen en de ruimtelijke onderbouwing. Het waterschap is geen bevoegd gezag om hierover een besluit te nemen. Het waterschap is bevoegd gezag voor het oppervlaktewatersysteem. Wij concluderen; 1

De gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem van de proefboring zijn klein. Voor de aanleg van de locatie wordt een watergang gedempt van 954 m2 en gecompenseerd. Er is sprake van een toename van de verharding van 8072 m2 wat wordt gecompenseerd door de aanleg van een watergang van minimaal 2164 m2. Hemelwater afkomstig van het terrein wordt tijdens de werkzaamheden opgevangen en apart afgevoerd. Na afloop van de werkzaamheden wordt het terrein schoongespoeld. Het spoelwater wordt opgevangen en eveneens apart afgevoerd. Met deze maatregelen wordt vervuiling van het oppervlaktewater voorkomen. Wateradvies Onze belangrijkste adviespunten over de proefboring hebben wij verwoord in de als bijlage toegevoegde memo Notitie waterhuishouding NPN Vlist. Het plan voldoet al aan de adviespunten uit deze memo. Tevens is deze notitie al overgenomen in de ruimtelijke onderbouwing. Ten aanzien van de ruimtelijke onderbouwing hebben wij de volgende opmerking: Peilbuizen monitoringsplan Er wordt beschreven dat er voor de monitoring peilbuizen worden geplaatst. Wij adviseren dit onderdeel specifieker uit te werken. Wij vragen u om op te nemen dat er een monitoringsrapport wordt opgesteld, waarin staat aangegeven waar de peilbuizen geplaatst worden en op welke diepte. Ook opnemen wat de frequentie wordt van de monitoring. Vervolgproces proefboring: aanvragen watervergunning bij het waterschap Voor de volgende zaken is een Watervergunning van het waterschap nodig: Versneld afvoeren van hemelwater afkomstig van nieuw verhard oppervlak (toename verhard oppervlak meer dan 1000m 2 ); Het graven/verbreden van een watergang; Het dempen van een watergang; Toegangsdam(men) met duiker; Het aanleggen van bouwwerken/plaatsen van objecten in de beschermingszones van de watergangen. Wij adviseren de initiatiefnemers om vroegtijdig contact op te nemen met de afdeling Vergunningverlening en Handhaving van het waterschap, voordat u de vergunningaanvraag indient. Uitgangspunt is dat er een aanvraag ingediend wordt voor een tijdelijke watervergunning. Contactpersoon is de heer M. Sleeuwenhoek, bereikbaar op telefoonnummer (030) 634 58 14 of e-mail sleeuwenhoek.m@hdsr.nl. Vervolgproces na de proefboring Wij zijn van mening dat het overlegproces tussen de initiatiefnemers, de gemeente, de waterschappen en de provincie niet eindigt op het moment dat de proefboring is uitgevoerd. Wij verwachten van iedere partij dat zij ons blijven betrekken in het vervolgproces. In onze memo geven wij voor de vervolgstap in het proces een aantal adviezen mee. Voor het vervolgproces na de proefboring zijn volgens ons twee scenario s mogelijk. Beide scenario s hebben specifieke gevolgen voor het watersysteem. Scenario 1: geen winning, verwijdering installatie Er wordt besloten dat er geen gas zal worden gewonnen op de locatie. Uitgangspunt is dat de installatie wordt afgebroken en alles in de oude staat wordt teruggebracht. Actiepunt: Het betrekken van het waterschap over hoe het watersysteem in de oude staat kan worden teruggebracht. 2

Scenario 2: de winning begint De installatie gaat gebruikt worden om gas te winnen. Dit betekent dat er activiteiten gaan plaatsvinden die indirect of direct invloed hebben op het watersysteem. De winningen kunnen gevolgen hebben voor de waterkwaliteit en kunnen bodemdaling veroorzaken. Indien na de proefboring winning van gas gaat plaatsvinden, zal het ministerie van Economische zaken bevoegd gezag worden. Aandachtspunten 1. Grondwater en oppervlaktewaterkwaliteit Wij vinden het belangrijk dat er zorgvuldig wordt gekeken naar het voorkomen van verontreiniging van het grondwater en het oppervlaktewater tijdens de winning. De provincie is bevoegd gezag ten aanzien van de grondwaterkwaliteit. Actiepunt: Voldoende maatregelen om verontreiniging te voorkomen en goede monitoring tijdens het uitvoeren van de winning. 2. Aanleg van de Gasleiding Als de winning begint wordt er gebruik gemaakt van de bij de proefboring aangelegde installatie. Wel moet er nog een hogedrukgasleiding aangelegd worden om het natte gas te vervoeren naar een verwerkingsinstallatie (gewonnen gas wordt dus niet ter plaatse verwerkt). De aanleg van de hogedrukgasleiding heeft ook mogelijke gevolgen voor het watersysteem indien de hogedrukgasleiding in de keurzones van watergangen en/of waterkeringen moet komen te liggen. Actiepunt: Het waterschap betrekken bij de aanleg van de gasleiding. Het waterschap kan adviseren over het gewenste tracé en hoe rekening gehouden kan worden met het watersysteem (waterkeringen en watergangen). 3. Omgaan met bodemdaling Als de bodem als gevolg van de winning zakt moet het oppervlaktewaterpeil mogelijk worden aangepast. Tevens kan het zijn dat de waterkering door de versnelde bodemdaling niet meer aan de vereiste toetshoogte voldoet. Wij adviseren om zorgvuldig onderzoek te doen naar de mogelijke effecten en waar mogelijk maatregelen te nemen om de gevolgen van bodemdaling te beperken. Dit kan ook door maatregelen te nemen om de autonome bodemdaling die veroorzaakt wordt door veenoxidatie tegen te gaan. Actiepunt: Het waterschap wordt in het vervolgproces betrokken. De gevolgen voor bodemdaling worden in beeld gebracht en gemonitord. Het waterschap wordt op de hoogte gehouden van eventuele wijzigingen. Er worden maatregelen getroffen om eventuele gevolgen te beperken. Tot slot Wij verzoeken u ons op de hoogte te stellen van het ter inzage leggen van de omgevingsvergunning. 3

Heeft u nog vragen over deze brief, dan kunt u contact opnemen met de heer B. Romp. U bereikt hem onder telefoonnummer (06) 1161 47 75 of e-mail watertoets@hdsr.nl. Met vriendelijke groet, Dijkgraaf en hoogheemraden, namens hen, ir. C.J.M. van Vliet hoofd afdeling Planvorming & Advies 4

Bijlage 1 Notitie waterhuishouding NPN Vlist. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 29 april 2013 Inleiding Op 24 april 2013 heeft een vooroverleg plaatsgevonden tussen Northern Petroleum (de heer Scherpen) en de heren Van der Werf en Schuwer (waterschap). Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken dat het waterschap een notitie opstelt, waarin de relevante waterthema s worden beschreven. Wij vragen u om een beschrijving van de waterthema s uit deze notitie op te nemen in de concept waterparagraaf. Oppervlaktewater huidig watersysteem Ten noorden van het plangebied en in het zuidwesten van het plangebied liggen twee primaire watergangen. Wij vragen u deze watergang op de verbeelding van het bestemmingsplan te bestemmen als Water (WA). De ligging van deze primaire watergang is ook opgenomen in onze Datadeler. Daarnaast vragen wij u om de volgende passage toe te voegen in de waterparagraaf: Bij primaire watergangen is een beschermingszone van 5 meter, gemeten vanuit de insteek van de watergang, van toepassing. Voor tertiaire watergangen geldt een beschermingszone van twee meter breed. Binnen deze zone is de Keur van het waterschap van toepassing. De breedte van de beschermingszone van de primaire watergangen is opgenomen in onze Datadeler. De link naar de Datadeler is http://tinyurl.com/hdsr-watergeodata Afb 1. Ligging primaire watergangen, 5

Peilgebieden huidig watersysteem Het plangebied ligt in het peilgebied met peil NAP -2,05 m. Bij de verdere uitwerking van het plan dient rekening gehouden te worden met dit peil. Vooralsnog gaat het waterschap er vanuit dat de bestaande peilgebieden niet worden aangepast. Het aanpassen van het waterpeil (verhogen of verlagen van het waterpeil) is niet zonder meer mogelijk, vanwege bestaande bebouwing en de regionale aan- en afvoerfunctie van de watergangen. peilgebieden. Afb 2.Ligging Watercompensatie en slootdempingen In het plan neemt het verharde oppervlak toe met circa 8072 m 2. Als het water naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd geldt de compensatie richtlijn van 15% van de toename van het verharde oppervlak. Dit komt neer op het graven van minimaal 1210 m 2 open water. Tabel 1. Overzicht toename verhard oppervlak Onderdeel Toename verhard oppervlak Toegangsweg 2405 m 2 Passeerstroken 128 m 2 (2x64) Stelconplaten t.b.v. inrit 83 m 2 Locatie 5456 m 2 Totaal 8072 m 2 Daarnaast moeten gedempte watergangen voor 100% worden gecompenseerd. In totaal wordt er 954 m 2 aan watergangen gedempt. Tabel 2. Overzicht dempingen Onderdeel Toename verhard oppervlak Dam bij inrit toegangsweg 66 m 2 Verbreden bestaande dam 43 m 2 (26 + 17) Westelijke watergang 520 m 2 (130 bij 4) Oostelijke watergang 325 m 2 (130 bij 2,5) Totaal 954 m 2 In totaal dient er in het plan dus minimaal 2164 m 2 aan open water te worden opgenomen.

Ontwerpeisen watersysteem Ten behoeve van de aanleg van de toegangsweg worden een aantal dammen met duikers aangelegd of verbreed. De nieuwe duikers dienen minimaal een diameter van 600 mm te hebben. De nieuw aan te leggen watergang bestaat uit een natuurvriendelijke oever (riet). Bij het ontwerp van de oever dient rekening gehouden te worden met het vaste peil van 2,05 NAP. De diepte van de watergang dient minimaal 60 cm te bedragen. Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van primaire watergangen. De noordelijke watergang wordt vanaf de oever onderhouden. Bij de aanleg van de toegangsweg dient hiermee rekening te worden gehouden. Er mogen geen obstakels worden aangelegd. Opvang hemelwater en waterkwaliteit In de notitie berging neerslag boorlocatie Vlist (april 2013) is het volgende opgenomen: Op de locatie wordt het regenwater opgevangen in het gotensysteem en 2 hemelwaterputten waarbij tijdens de uitvoering van de boring tevens nog 4 stuks regenwateropslag containers met een inhoud van elk 30 m3 aanwezig zijn. De werkwijze is dat het regenwater uit de hemelwaterputten wordt gepompt in de regenwateropslag containers. Zodra de eerste container vol is, loopt deze over in de tweede container en wordt de transporteur gebeld. De tankauto kan binnen een uur op de locatie zijn en voert 30 m3 water per keer af. Als de regenbui begint op het moment dat het gehele systeem leeg is kan in totaal 270 m3 water worden opgeslagen (120 m3 in de regenwateropslag containers en 150 m3 in de goten (ca. 77 m3) en de 2 hemelwaterputten (ca. 38 m3 per stuk)). Als de regenbui begint op het moment dat de eerste opslagcontainer vol zit en overloopt in de tweede container (het slechtste moment) kan 175 m3 water worden opgeslagen. Deze 175 m3 bestaat uit: goten zijn leeg, ca. 77 m3; hemelwaterputten voor de helft leeg (veilige aanname, 1/3 van de bak is slibvang), ca. 19 m3 per put; 2 stuks regenwateropslag containers nog leeg, 60 m3. Voor de berekening van de hoeveelheid op te vangen neerslag is gebruik gemaakt van de STOWA Rapportage: Nieuwe neerslagstatistiek voor waterbeheerders, nr. 26a van november 2004. De locatie heeft een verhard oppervlak van 5.456 m2. Bij een herhalingstijd van 1x per 5 jaar (T5) valt in 1 uur 125 m3 (23 mm) en in 4 uur 169 m3 (31 mm). Bij een herhalingstijd van 1x per 10 jaar (T10) valt in 1 uur 147 m3 (27 mm) en in 4 uur 196 m3 (36 mm). Bij een herhalingstijd van 1x per 25 jaar (T25) valt in 1 uur 175 m3 (32 mm) en in 4 uur 235 m3 (43 mm). Geconcludeerd kan worden dat de bergingseis voldoet aan de eisen van het waterschap. Zelfs als 2 van de 4 opslagcontainers vol zitten, is het ontwerp geschikt om de hoeveelheid neerslag die 1 keer per 25 jaar in 1 uur valt op te vangen. Als zorg gedragen wordt dat de opslagcontainers leeg zijn voordat extreme neerslag verwacht wordt, is het mogelijk om de neerslag die in 1 keer per 25 jaar in 4 uur valt op te vangen. Wij vragen u om in de waterparagraaf te beschrijven op welke wijze verontreiniging van het oppervlaktewater wordt voorkomen. Wij vragen u in ieder geval de volgende passages toe te voegen: Tijdens werkzaamheden op het terrein die verontreiniging kunnen veroorzaken wordt hemelwater niet geloosd op het oppervlaktewater, Schoon hemelwater wordt na periodieke controle/monitoring via overstort hoekbak afgevoerd naar de watergang. Er worden geen materialen gebruikt die een verontreiniging van het oppervlaktewater met zich meebrengen. Metalen, zoals lood, koper en zink, worden niet gebruikt. Ten behoeve van de monitoring van de grondwaterkwaliteit worden peilbuizen geplaatst. Maaiveldhoogte en ontwateringsdiepte De maaiveldhoogte in het plangebied varieert tussen ongeveer - 1,40 en -1,62 NAP. De GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) varieert tussen de 25 en 41 cm onder maaiveld. Het waterschap heeft regionale gegevens met betrekking tot grondwater. Ervaring vanuit het 7

watersysteembeheer geeft aan dat het gebied een relatief hoge grondwaterstand heeft. Omdat het gebied per deel verschilt qua bodemopbouw en grondwaterstand, adviseren wij om een jaar lang in het gebied enkele peilbuizen te plaatsen om een eventuele kwelsituatie zichtbaar te maken. De schommelingen in het grondwaterpeil kunnen een indicatie geven van de waterhuishouding in het gebied. Daarnaast adviseert het waterschap om de grondwatergegevens (ontwateringsdiepte, drooglegging en opbolling) schematisch weer te geven. Een voorbeeld van een uitwerking (op basis van regionale meetgegevens): Maaiveld -1,40 NAP Voor de bepaling van de GHG -1,65 (-25 cm mv) -2,05 ontwateringdiepte wordt op basis van de drooglegging van het gebied, de verwachte opbolling en de vereiste ontwateringsdiepte bepaald wat het vloerpeil moet zijn. Daarnaast is het van belang dat het vloerpeil ca. 20 cm hoger ligt dan het straatpeil. Als vuistregel kunnen onderstaande ontwateringsdieptes worden gehanteerd. Advies met betrekking tot aanleghoogte bebouwing Het grootste gedeelte van het plangebied heeft een ontwateringsdiepte van 30 cm of meer. Alleen het noorden van het plangebied, ter hoogte van de inrit, heeft een ontwateringsdiepte van circa 25 cm. Het waterschap adviseert om het maaiveld hier enkele cm op te hogen. Het verlagen van de grondwaterstand is niet toegestaan. 8

Bodemdaling Door het uitvoeren van een proefboring treedt geen bodemdaling op. In geval van latere winning (waarvoor dan een specifieke nieuwe omgevingsvergunning nodig is) zullen bodemdalingsaspecten in beschouwing worden genomen en kunnen er compenserende maatregelen nodig zijn indien significante bodemdaling optreedt. Watervergunning Ten behoeve van het dempen en graven, aanleggen van vlonders en steigers en bouwen in en langs een watergang is een Watervergunning van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden noodzakelijk. Alle wateraspecten (inclusief de Keur-aspecten) worden in de watervergunning geregeld. Ook tijdelijke onttrekkingen van grondwater tijdens bouwwerkzaamheden zijn vergunningsplichtig, evenals tijdelijke lozing van bemalingswater op oppervlaktewater. Een watervergunning moet worden aangevraagd indien: er onttrekking van meer dan 100m3/h en/of langer dan een half jaar en/of op meer dan 9 meter diepte plaatsvindt. Let op dat de procedure voor vergunningaanvraag een half jaar kan duren. Indien geen Watervergunning hoeft te worden aangevraagd, kan nog wel een melding nodig zijn. Ook rechtstreekse afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is vergunning- of meldingplichtig in het kader van de Waterwet. 9