LEREN LEREN tweede graad
Noteer op een blad, wat je reeds allemaal (aan)leerde in je jonge leven. Noteer (met groen) zoveel mogelijk factoren die dat leren beïnvloedden. Om iets te leren: 1. heb je een doel voor ogen 2. moet je tijd vrij maken 3. ben je gemotiveerd / toon je een motivatie 4. mag je fouten maken 5. moet je oefenen 6. heb je de juiste leeromgeving nodig 7. en kan je rekenen op hulp Vul in rood leren leren / leren studeren aan op je schema en onderstreep de beïnvloedende factoren die ook hiervoor gelden.
+ +
Welk doel heb je voor ogen? Stel 4 doelen voorop en vergelijk met leeftijdsgenoten.
Hoe gemotiveerd ben je op school? Let wel het gaat hier over de graad van je motivatie en niet over punten die je wil behalen?
Hoe gemotiveerd ben je? Wat is leermotivatie niet? Het is geen karaktereigenschap. Het klopt dus niet dat sommige mensen het wel hebben, en anderen niet. Wat is leermotivatie wel? Het is de bereidheid om zich in te spannen voor het leren. Je activeert je leergedrag, je leergedrag ' krijgt richting ' en je leergedrag wordt volgehouden of wordt juist gestopt '. Motivatie is een gevoel dat je aanzet tot het beginnen én het afmaken van een taak, toegewijd en met zelfvertrouwen.
Wat is een goede studiehouding? 1. op tijd je studieplanning opstellen 2. voldoende ver vooruit plannen 3. het studeren zelf 4. jezelf evalueren 5. de moed erin houden bij een mislukking 6.
Hoe gebruik je je schoolagenda efficiënt als planningsinstrument?
Een planning maken: moet je leren, vergt in het begin een inspanning en tijd, kan en mag wel eens mislukken, mag bijgestuurd worden dus schrappen en bijvoegen kan. Maar: Een planning (leren) maken, helpt je zeker en vast vooruit!
Hoe organiseer je je werk- en studieplanning? Een weekplanning opstellen, is een onderdeel van je schoolorganisatie.
Stap 1 : Elke taak of opdracht noteer je in het GROEN in de kolom OPDRACHTEN en dit op de dag waarop ze wordt ingediend.
Stap 2 : Een toets + omschrijving noteer je in de kolom TOETSEN in het ROOD op de dag waarop de toets wordt gemaakt.
Stap 3 : Maak een overzicht van je na-schoolse activiteiten naschoolse activiteiten van tot ZA 09.30 10.30 academie match? 14.00 17.30 jeugdbeweging ZO vm match? 15.30 bezoek oma die uur maandag wekelijks terugkeren en er voor zorgen dat je op bepaalde momenten geen studiewerk kan plannen. uur dinsdag 18.00 19.30 training uur woensdag 15.30 academie uur donderdag 18.00 19.30 training
Stap 3 : Op een vast moment, bvb vrijdagavond of zaterdagvoormiddag start je met het maken van je planning voor de volgende week.
Stap 4 : Kijk voldoende ver vooruit in je agenda om vast te stellen wat er binnen een week maar ook binnen een maand of eventueel tot het eind van het trimester dient voorbereid en/of afgewerkt.
Stap 5 : Maak een inschatting van de tijd nodig om de leerstof van een toets een eerste maal te studeren. Vb. FR1: 1u30 u, NE1: 1u30, GO1: 1u, WI1: 1u30. Je vult die eerste studiebeurten in in je planning.
Stap 6 : ideaal principe : de leerstof studeer je 3 maal. Bijvoorbeeld: Een eerste maal in het weekend (in je schema = WI 1) Een tweede maal op de vooravond van de toets in studie (= WI 2) Een derde maal op de vooravond van de toets thuis (= WI 3), dit houdt een korte herhaling in van bv formules, woordjes Vul nu per dag je planning verder aan en schat je tijdsinvestering in. Voorzie in je studieplanning ook korte ontspanningsmomenten.
Waarom de leerstof 3 maal verwerken? 100% 90% HET GEHEUGEN 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 1x 2x 3x STUDEREN
Enkele tips bij het opstellen van je planning. Maak je weekplanning telkens op hetzelfde moment. Eens onder de knie, vergt dit slechts een kwartiertje. Houd in je planning zoals hierboven vermeld rekening met andere activiteiten (familiebezoek, sport, muziek, jeugdbeweging ) in je weekend. Werk in het weekend voldoende maar houd het gezond. Probeer je aan je geplande tijdsschema te houden. Kleur de studiemomenten in die je niet realiseerde en stuur bij. Ken jezelf : wees realistisch en heb aandacht voor opdrachten op lange termijn (opstel, tekening, boekbespreking ), deze neem je meerdere keren op in je planning.
Gebruik je studiemiddelen als werkinstrument! 1. Je handboek, je werkboek en je notities bevat inhoudstafel titels en verdere indeling de te kennen leerstof kleur en/of accenten om hoofd- en bijzaken te onderscheiden oefeningen
Gebruik je studiemiddelen als werkinstrument! 1. Handboek, werkboek en notities 2. Je toetsen en taken probeer in te schatten hoeveel je behaalt met een toets/taak) corrigeer je toets/taak (klassikaal en/of individueel) maak een toets/taak opnieuw maak gelijkaardige oefeningen en houd die bij bedenk gelijkaardige vragen en houd die bij
Gebruik je studiemiddelen als werkinstrument! 1. Handboek, werkboek en notities 2. Toetsen en taken 3. Je kladwerk samenvattingen maken (structuur, kernwoorden, ) en bijhouden inoefenen theorie (beknopt noteren op kladpapier) oefeningen hermaken nog niet opgeloste oefeningen maken inoefenen correcte notaties van grootheden, eenheden
Gebruik je studiemiddelen als werkinstrument! 1. Handboek, werkboek en notities 2. Toetsen en taken 3. Kladwerk 4. Je samenvattingen gebruiken om de structuur te herkennen in de leerstof kernwoorden te herkennen en te koppelen aan leerstofonderdelen de leerstof te herhalen voor een toets/examen tijdens een toets een beeld te vormen van de leerstofonderdelen
Gebruik je studiemiddelen als werkinstrument! 1. Handboek, werkboek en notities 2. Toetsen en taken 3. Kladwerk 4. Samenvattingen 5. Digitaal leerplatform (elov) of andere media met vakgebonden toepassingen nakijken oplossingen van toetsen en taken nakijken gebruikte documentatie nieuwe oefeningen
Houd vol en probeer het uit!
Hoe de leerstof verwerken?
STUDEREN: EEN VIJF- TRAPPEN- PLAN
Je leeromgeving!
Je leeromgeving! 1. Je werkplek: opgeruimd bureau studiemiddelen nodig voor dat vak hulpmiddelen (bvb. rekenmachine, woordenboek ) schrijfgerief (geen rommelzak) kladpapier is goed verlucht (O 2 levert hersenactiviteit) is goed verlicht is niet te warm is stil en zeker muziekloos
Leertips! Houd rekening met de leertips die je krijgt per vak!
Je leeromgeving! 1. Je leerplek 2. Je plek waar je opgroeit Positieve beïnvloeding? Negatieve beïnvloeding?
Je leeromgeving! 1. De leerplek 2. De plek waar je opgroeit 3. Kansen die je grijpt Engagement in klas /stimulansen in klas Engagement op school / stimulansen op school Engagement thuis / stimulansen thuis Engagement in je omgeving/ stimulansen in je omgeving
Infromatieve dia leerkracht Leeromgeving De leeromgeving is de fysieke, sociale, psychologische en didactische context waarin leren plaatsvindt Het gaat daarbij niet alleen om de plaats waar wordt geleerd, maar ook om de docent(en), de medestudenten, de (praktijk)begeleider, de opdrachten, de gebruikte instrumenten en de beoordeling. Het instrument portfolio is een onderdeel van de leeromgeving. De stimuli die uitgaan van de leeromgeving zullen in belangrijke mate bepalen welke leeractiviteiten de student onderneemt. De kunst is de leeromgeving (inclusief het portfolio) zodanig in te richten, dat de student die leeractiviteit onderneemt die er toe leiden dat hij de opleidingsdoelen bereikt.
Iets mee doen naar ouders toe? Ouderinfoavond 2des in mei? Op blackboard plaatsen? Op website school plaatsen?