Presentatie 16 Mei De Haagse Hogeschool Vormgeving van samenwerking binnen praktijkgericht onderzoek Frank Zwetsloot Directeur ScienceWorks Uitgevoerd door: In samenwerking met:
Inzage in de cijfers van contractinkomsten Hogescholen Resultaten congresonderzoek Conclusies Inhoud
Waarom het onderzoek? Omdat er nog onvoldoende inzicht is in de feiten rondom onderzoek-samenwerking Omdat we graag willen weten hoe onderzoekers aankijken tegen samenwerking met de praktijk Een nieuw metier (HBO onderzoek) vraagt ook om nieuwe perspectieven
Eerst de financiële feiten over externe financiering van Hogeschool onderzoek
Samenstelling Contractinkomsten bij Universiteiten en Hogescholen Bron: ScienceWorks/Inspectie HO Overige baten werk i.o van derden Bedrijven Inzage in de externe inkomsten 100% 90% 80% 70% Overige non-profit organisaties 60% 50% Nationale overheden 40% 30% Internationale Organisaties (EU) 20% 10% Contractonderwijs 0% Universiteiten Hogescholen
Inzage in de cijfers; Inspectie Hoger Onderwijs In opdracht van derden private inkomsten in mln 2013: Universiteiten Hogescholen Contract onderwijs 131 114 Van bedrijven 253 4 Van overige non-profit organisaties collectebus) Overige baten i.o. van derden Overige private baten (schenking, sponsoring en overige) 274 13 70 47 395 145 Totale private baten 1124 323 Percentage totale private baten uit totale baten 18% 8%
Inzage in de cijfers: CBS private bekostiging van de Hogescholen in mln (2015): Totaal bedrijven 724 Begeleiding duale leerlingen, stagiairs 539 Les- en collegegeld particul. onderwijs 175 Contractonderzoek 42
Conclusies cijfers De externe (co-) financiering van onderzoek door externe partijen is nog te klein om structureel te registreren. Ook bij contractinkomsten is het onderwijs zeer dominant Wat willen Hogescholen zelf?
Resultaten congresonderzoek
Wij danken de Begeleidingscommissie Frank van der Zwan Eric van de Luytgaarden Johannes van der Vos André Roos Margot Brouns Dirk-jan Kiewiet Abele Kamminga Marleen Goumans Marlies Ngouateu Vereniging Hogescholen Vereniging van Lectoren InHolland Saxion Fontys Hogescholen Windesheim Hanzehogeschool Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht
Q1: Wat is uw beroep? Algemeen Lector Manager van een Center of Expertise (Voormalig) aanspreekpunt voor het regionale valorisatieprogramma van mijn instelling Anders
Q3:Waar komt het initiatief, in het proces van het formuleren van een onderzoeksproject, veelal vandaan? Algemeen 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% De eigen onderzoeksgroep 37% Een andere onderzoeksgroep binnen dezelfde organisatie 9% Studenten 4% Een andere Hogeschool 8% Universiteiten 6% Overheidsorganisaties 9% Grote bedrijven (100p+) 7% Kleine bedrijven 13% Anders 5%
Q3:Waar komt het initiatief, in het proces van het formuleren van een onderzoeksproject, veelal vandaan? 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De eigen onderzoeksgroep 27% 39% Kleine bedrijven 12% 22% Een andere onderzoeksgroep binnen dezelfde organisatie 5% 10% Een andere Hogeschool 3% 9% Overheidsorganisaties 9% 13% Universiteiten Anders 3% 3% 6% 6% Grote bedrijven (100p+) 6% 17% Studenten 4% 7% Lector & anders Manager Centre of Expertise & aanspreekpunt valorisatieprogramma
Q3:Waar komt het initiatief, in het proces van het formuleren van een onderzoeksproject, veelal vandaan? Bedrijven & Overheid Kennisinstellingen Manager Centre of Expertise en aanspreekpunt valorisatieprogramma 51% 45% Lector en anders 26% 68% * Categorie overige is buiten beschouwing gelaten
Q4: In welke mate zijn onderstaande partijen betrokken bij de vormgeving van een onderzoeksproject? Algemeen 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De eigen onderzoeksgroep 39% Een andere onderzoeksgroep binnen dezelfde organisatie 8% Studenten 9% Een andere Hogeschool 7% Universiteiten 7% Overheidsorganisaties 8% Grote bedrijven (100p+) 7% Kleine bedrijven 11% Anders 3%
Q4: In welke mate zijn onderstaande partijen betrokken bij de vormgeving van een onderzoeksproject? 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De eigen onderzoeksgroep 26% 43% Kleine bedrijven 10% 17% Een andere onderzoeksgroep binnen dezelfde organisatie 3% 9% Een andere Hogeschool Universiteiten 4% 4% 8% 8% Overheidsorganisaties 7% 13% Studenten 7% 17% Grote bedrijven (100p+) 5% 15% Anders 1% 3% Lector & anders Manager Centre of Expertise & anspreekpunt valorisatieprogramma
Q4: In welke mate zijn onderstaande partijen betrokken bij de vormgeving van een onderzoeksproject? Bedrijven & Overheid Overige Manager centre of expertise en aanspreekpunt valorisatieprogramma 45% 54% Lector en anders 22% 75% * Categorie overige is buiten beschouwing gelaten
Q5: In welke mate zijn onderstaande punten van toepassing als u op voorhand uw onderzoekssamenwerking vastlegt? Algemeen 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Een contract welke medeondertekend is door externe partners 29% Een contract welke de taken van alle partijen beschrijft 23% Een contract welke duidelijke afspraken beschrijft over het eigendom van de resultaten 17% Een contract welke de gebruikersrechten van de uitkomsten bepaalt 16% De afspraken worden gaandeweg vastgelegd 16%
Q5: In welke mate zijn onderstaande punten van toepassing als u op voorhand uw onderzoekssamenwerking vastlegt? 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Een contract welke medeondertekend is door externe partners 29% 28% Een contract welke de taken van alle partijen beschrijft 20% 24% Een contract welke duidelijke afspraken beschrijft over het eigendom van de resultaten 17% 18% De afspraken worden gaandeweg vastgelegd 11% 17% Een contract welke de gebruikersrechten van de uitkomsten bepaalt 14% 23% Lector & anders Mangers van CoE's & aanspreekpunt Valorisatieprogramma's
Q6: Hoe groter de mate van financiering door een externe partij, hoe meer die partij zeggenschap mag hebben over: Algemeen Het gebruik van de resultaten De inhoud van de onderzoeksvraag De mate van openbaarheid van de resultaten De wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd
Q7: In welke mate evalueert u onderstaande punten na afloop van uw onderzoeksprojecten? (In percentages) Of aan de verwachtingen is voldaan Algemeen Of het onderzochte probleem dichterbij een oplossing is gebracht Of men geïnteresseerd is in vervolgonderzoek Of men de onderzoeksresultaten daadwerkelijk gaat gebruiken Of men verwacht nieuwe producten of diensten te kunnen ontwikkelen op basis van het onderzoek Wij doen geen structurele evaluatie met onze partners
Q8: Binnen mijn Hogeschool zou meer ondersteuning goed zijn voor: Ondersteunen EU subsidies Algemeen Aantrekken maatschappelijke investeerders in onderzoek Financieel administratief Opstellen onderzoekscontracten Vermarkten onderzoeksresultaten Vermarkting door start-ups
Q8: Binnen mijn Hogeschool zou meer ondersteuning goed zijn voor: 1 2 3 4 5 Het ondersteunen van subsidieaanvragen bij de EU of andere subsidiegevers in de derde of vierde geldstroom 3,33 3,94 Het aantrekken van maatschappelijke investeerders in ons onderzoek 3,74 3,89 Projectadministratie, financiën en/of projectmanagement 3,67 3,56 Het opstellen van onderzoeks-contracten met maatschappelijke partners 3,30 3,56 Het vermarkten van onderzoeksresultaten of uitvindingen in producten of diensten Het ondersteunen van onze onderzoekers of studenten met het opzetten van een bedrijf om onze kennis naar de markt te brengen 3,23 3,44 3,20 3,22 Lector & anders Mangers van CoE's & aanspreekpunt Valorisatieprogramma's
Q9: In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? 1 2 3 4 5 Een grotere impact van onderzoek leidt tot meer onderzoeksopdrachten 3,94 4,33 Als mijn maatschappelijke partners (deels) betalen voor ons onderzoek stimuleert dit de doorwerking naar de praktijk 3,82 4,56 Meer aandacht voor maatschappelijke impact vergroot de kwaliteit van ons onderzoek 3,45 4,33 Lector & anders Mangers van CoE's & aanspreekpunt Valorisatieprogramma's
Q10: De impact van mijn onderzoek kan verder gestimuleerd worden door: 1 2 3 4 5 Het stimuleren van samenwerking met maatschappelijke partners en burgers, zoals met de Nationale Wetenschapsagenda 3,68 3,67 Het stimuleren van structurele samenwerking met bedrijven, zoals met de topsectoren 3,59 4,33 Het faciliteren van gestructureerde samenwerking zoals in "Centers of Expertise" 3,50 4,33 Het faciliteren van regionale samenwerking zoals in "Valorisatieprogramma's" 3,42 3,78 Lector & anders Mangers van CoE's & aanspreekpunt Valorisatieprogramma's
Q11: Ik ben van mening dat het in beeld brengen van praktijkgericht onderzoek het beste gedaan kan worden via: 1 2 3 4 5 Praktijkvoorbeelden 4,23 4,44 Indicatoren 3,38 3,89 Het meten van geldstromen 2,52 3,11 Lector & anders Mangers van CoE's & aanspreekpunt Valorisatieprogramma's
Q12: Hoe denkt u dat uw onderzoek nog meer kan bijdragen aan de maatschappij? - Professionalisering en awareness 30% - Meer input organiseren vanuit de praktijk 26% - Betere structuurvorming in samenwerking met praktijk 19% - Betere communicatie en disseminatie 12% - Meer focus op maatschappelijke thema s 7% - Studenten beter betrekken bij onderzoek 5%
Nog één aanvullende observatie uit een onderzoek onder 16 managers van stadslabs
Zou volgens u het krijgen van een financiële vergoeding voor het uitvoeren van opdrachten kunnen toenemen in de nabije toekomst?
Conclusies
1. Externe sturing gaat niet vanzelf Praktijkgericht onderzoek impliceert niet dat de praktijk de leiding heeft in het initiatief voor het stellen van de onderzoeksvragen. Onderzoeksvragen komen bij lectoren voor ruim 25% vanuit externe partijen. Managers van samenwerkingsprogramma s laten zich voor ruim 50% leiden door vragen vanuit de praktijk ; ondersteund door de overheid!
2. Managers van samenwerkingsprogramma s zien meer kansen voor uitbreiding Managers van samenwerkingsprogramma s: - Willen graag nog meer investeerders betrekken - Geloven dat meer impact leidt tot beter onderzoek - Maken zakelijker afspraken over uitkomsten - Geloven dat er meer externe inkomsten mogelijk zijn
3. Behoefte aan meer interne ondersteuning Voor wat betreft de interne ondersteuning is in brede zin - behoefte aan: Steun bij het verwerven van EU subsidies Financieel- administratieve ondersteuning Zoeken van investeerders in het onderzoek vanuit de maatschappij.
In short: the proof of the pudding is in the eating! Dank voor uw aandacht!