BIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT

Vergelijkbare documenten
Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp

BIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT

Schroefcentrifugaalpompen

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: Kenmerk: /not02 Status: Definitief Opsteller: J.

De visstand in vaarten en kanalen

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

2 Materiaal en methode

Monitoring vispassages gemaal Aalkeet. Monitoring van de vishevel en Meybergpassages bij gemaal Aalkeet in het voorjaar van 2018

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D)

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Vismigratie onder het kanaal

Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014

Bekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

KNNV afdeling Delfland

Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

Vismigratie onderzoek Hertogswetering

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Resultaten monitoring Koopmanspolder

Waterschap Zuiderzeeland

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Werkprotocol onderzoeken vismigratie

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

Onderzoeksrapport. Sonaronderzoek naar de visdichtheid. zomer mei Onderdeel van: Rapport visserijkundig onderzoek Lauwersmeer.

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus AE Deventer

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Wetterskip Fryslân. Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland

Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Vismonitoring Hollandse IJssel 2004

Visbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016

Bufferbekken te Oostelijke Schelderijnweg 5, Rilland (Bij Kreekraksluizen)

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013.

Evaluatie stroboscooplampen en FishTrack bij gemaal Offerhaus. Stroomafwaartse migratie

Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J

Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011

Aanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013.

Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen

KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde

KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012

Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

Vismonitoring Aqualân Grou 2013 A&W-rapport 1942

Hoogheemraadschap van Rijnland. Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk

Visintrek via inlaatwerk bij gemaal Colijn voorjaar Rapportnummer: /001 Status rapport: Definitief Datum rapport: 28 september 2012

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / / #

Visbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

Visonderzoek Gamerensche Plas

Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:

Visbestandopnames op het Albertkanaal (2008)

Gemalen of vermalen worden fase 3

Transcriptie:

BIJLAGENRAPPORT 3 GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3

BIJLAGENRAPPORT 3 Gemalen of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 Bijlagenrapport 3 bij het hoofdrapport Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen (STOWA -) stowa@stowa.nl www.stowa.nl TEL 33 6 3 FAX 33 6 3 Stationsplein 89 388 LE Amersfoort POSTBUS 8 38 CD AMERSFOORT Publicaties van de STOWA rapporten kunt u bestellen op www.stowa.nl

Colofon Amersfoort, februari Uitgave: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer Postbus 8 38 CD Amersfoort Projectuitvoering: Visadvies BV, Nieuwegein Begeleidingscommissie: A. Tomson, M. Beers, J. van Alphen, J. Lammers, H. Maandag, G.J. van Dijk, M. Thanhausser, G. Alkemade, P. Heuts, J. van IJmeren. Expertgroep: W. de Wit, M. Klinge, T. Buijse, R. Schreuders, G. Manshanden, N. Brevé. (Eind)redactie: Pui Mee Chan, Bert-Jan van Weeren STOWA: -W-3 Op stowa.nl kunt u een exemplaar van dit rapport bestellen, of een pdf van het rapport downloaden. Kijk onder de kop Producten Publicaties. Copyright De informatie uit dit rapport mag worden overgenomen, mits met bronvermelding. De in het rapport ontwikkelde, dan wel verzamelde kennis is om niet verkrijgbaar. De eventuele kosten die STOWA voor publicaties in rekening brengt, zijn uitsluitend kosten voor het vormgeven, vermenigvuldigen en verzenden. Disclaimer Dit rapport is gebaseerd op de meest recente inzichten in het vakgebied. Desalniettemin moeten bij toepassing ervan de resultaten te allen tijde kritisch worden beschouwd. De auteurs en STOWA kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die ontstaat door toepassing van het gedachtegoed uit dit rapport.

Inhoudsopgave Algemeen... Overwaard.... Algemene overzichten.... Tijdseries... 9.3 Schade in relatie tot vislengte.... Schadetypen... 6 3 De Wenden... 6 3. Algemene overzichten... 6 3. Tijdseries... 3.3 Schade in relatie tot vislengte... 3. Schadetypen... 9 Sudhoeke... 9. Algemene overzichten... 9. Tijdseries... 3.3 Schade in relatie tot vislengte... 35. Schadetypen... 39 5 Zwanburgerpolder... 39 5. Algemene overzichten... 39 5. Tijdseries... 5.3 Schade in relatie tot vislengte... 5 5. Schadetypen... 8 6 Vleuterweide... 9 6. Algemene overzichten... 9 6. Tijdseries... 53 6.3 Schade in relatie tot vislengte... 53 6. Schadetypen... 57 7 Aparte categorie: Faunapomp... 58 7. Algemene overzichten... 58 7. Tijdseries... 6 7.3 Schade in relatie tot vislengte... 63

Algemeen De vijzels die zijn onderzocht door de monitoring van de natuurlijke doortrek betreffen: opvoerwerk Overwaard; opvoerwerk De Wenden; opvoerwerk Sudhoeke; opvoerwerk Zwanburgerpolder; opvoerwerk Vleuterwijde. Dit zijn allen conventionele vijzels die voornamelijk van elkaar verschillen op basis van capaciteit. De faunapomp valt niet onder een van de pompcategorieën in te delen. Om te voorkomen dat er een extra hoofdstuk enkel en alleen gewijd is aan de faunapomp is deze om pragmatische redenen opgenomen in dit bijlagenrapport. Het is dus belangrijk om te beseffen dat de faunapomp een geval apart is, en géén vijzel. Overwaard. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Overwaard gepresenteerd. In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Overwaard zes maal gevist in de periode van oktober tot en met 6 november 9, waarbij het opvoerwerk 38, maaluren heeft gemaakt. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur uren) -okt-9 :5: :3:,3 :3: 3::,5 9-okt-9 3 9:5: :6: 3, 6:55: 9:5:,3 5 9:5: :3:,3 6 :3: :3:, 7 :3: :5:,8 6-okt-9 8 7:: 8:5:,3 9 8:5: ::,9 :: :5:, :5: :5:, -nov-9 6:5: 8::,3 3 8:: :3:,5 :3: :5:,3

9-nov-9 5 5:3: 7:5:,8 6-nov- 9 6 7:5: 9:3:,3 7 9:3: ::, 8 5:5: 6:35:,8 9 6:35: 7:3:,9 7:3: 9:3:, 9:3: :55:, Totaal maaluren 38, In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de aanvoerzijde van het opvoerwerk weergegeven. Er is per datum weergegeven voor welke tijdsduur het desbetreffende vangtuig in het water heeft gestaan. Zowel met de aal- als visfuik is er ruim 35 etmalen gevist. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 3-okt-9,, 9-okt-9,, 6-okt-9 5,5 5,5 -nov-9 68, 68, 9-nov-9 68, 68, 6-nov-9 68, 68, 3-nov-9 68, 68, Totaal uren 85,5 85,5 Totaal etmalen 35, 35, In tabel.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. weergegeven. Tevens is de minimale en maximale lengte weergegeven van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver 6 6,5 baars 835 5 9 33,39 bittervoorn 6 5 5,5 blankvoorn 39 5 6 8,96 brasem 576 3 55 75,87 ddstekelbaars 5 5, hybride 66 39,66 kolblei 35 5 39 9,8 kopvoorn 9,9 paling 3 3 89,38 pos 359 6 3,3 riviergrondel 9,5 ruisvoorn 97 6 9,3 snoek 8 8,7 snoekbaars 7 5 6, 5

tdstekelbaars 6 6, vetje 5 5, winde,8 zalm 63 63,35 zeelt 6 6, Totaal 833 76, In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsperiode 8.33 exemplaren gevangen, overeenkomend met 76, kg. De meest voorkomende soorten zijn respectievelijk brasem, blankvoorn, baars, pos en kolblei. Het totaal aantal aangetroffen soorten bedraagt. De aangetroffen vissen hadden lengtes variërend van 3 cm (brasem) tot 89 cm (paling). In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de in tabel. weergegeven inspanning. In deze totale vangst is tevens de minimum en maximum lengte van de gevangen exemplaren weergegeven, evenals het totale vangstgewicht (behorend bij het totale aantal per soort). In totaal zijn er 3.885 exemplaren aangetroffen in de aanbodfuiken, voornamelijk bestaand uit de soorten baars, brasem en in mindere mate blankvoorn. Het gewicht van de totale vangst is ruim 77 kg. Het totaal aantal aangetroffen soorten bedraagt 6. De kleinste vis had een lengte van 5 cm (brasem), de grootste had een lengte van 8 cm (snoek). tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver 3,5 baars 85 7 9 8,8 bittervoorn 6 6, blankvoorn 6 6 3 6,99 brasem 9 5 56 9,3 kolblei 97 7 3 7, paling 93 3 95 7,59 pos 6 7 3,7 riviergrondel, roofblei, ruisvoorn 5 7 9,8 snoek 8 8 9, snoekbaars 3 9 68,9 winde 5,6 zalm 65 65,6 zeeforel 65 7 6,6 Totaal 3885 77,69 6

In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk gepasseerd heeft of dat in de fuiken aan de aanvoerzijde is aangetroffen (aanbod). In de figuur is het totale aantal gevangen vissen (passage + aanbod) hierbij als totaal genomen. Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in vissen tot en met 5 cm en vissen groter dan 5 cm. De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil in passage en aanbod is bij de lengteklassen van de verschillende vissoorten. Met name bij de soorten brasem, blankvoorn, kolblei en snoekbaars, waarvan relatief veel exemplaren groter dan 5 cm zijn gevangen, blijkt dat het aanbod van deze lengteklasse in verhouding tot de passage relatief groot is. Voor paling, waarvan enkel exemplaren groter dan 5 cm zijn aangetroffen, geldt dat relatief weinig exemplaren het opvoerwerk passeerden. Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis<5 cm. : Overwaard % 5% 5% 75% % 6 83 3 6 5768 8 55 9 359 96 3 89 5 5 968 596 63 6 8 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis>5 cm. : Overwaard % 5% 5% 75% % 3 3 8 7 37 86 7 93 9 3 5 5 figuur. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). 7

In tabel.5 zijn de aantallen waarop figuur. is gebaseerd weergegeven. De onderste rij in deze tabel geeft echter het percentage weer van exemplaren behorend tot een bepaalde klasse (passage/aanbod en lengteklasse). Het totaal aantal gevangen exemplaren (zowel aanbod als passage) is hierbij %. tabel.5 len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > 5 5cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. alver 3 6 baars 89 83 3 bittervoorn 6 brasem 968 5768 5 37 kolblei 63 55 3 7 kopvoorn 9 paling 93 3 pos 6 359 roofblei riviergrondel ruisvoorn 8 96 7 snoekbaars 5 3 9 8 blankvoorn 596 8 5 86 ddstekelbaars hybride 65 snoek tdstekelbaars vetje winde 5 zalm zeelt zeeforel Totaal 363 896 55 87 Percentage 93, 99, 6,6, Uit tabel.5 blijkt dat het aanbod van vis voor circa 93% bestaat uit vis kleiner of gelijk aan 5 cm en voor bijna 7% uit vis groter dan 5 cm. Bij passage is het aandeel van kleine vis ( 5 cm) duidelijk hoger, namelijk 99%. Slechts % van de passerende vis had een lengte groter dan 5 cm. In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel vissen per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. Het totaal aantal passages varieert per lichting bij cyprinidae tussen de tot meer dan 5.5 en bij percidae tussen geen enkele vis tot meer dan.. Het percentage vis wat de passage van het opvoerwerk niet overleefde is veelal beperkt tot maximaal %. Bij het merendeel van de passages was de sterfte echter %. De maximale sterfte bedraagt bijna 3% bij de cyprinidae en bijna 8% bij de percidae. In beide gevallen geldt dat het aantal passages hierbij beperkt was. 8

tabel.6 Datum passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur --9 7,,8,7 68,,, --9 97,3,3, 38,,7,8 9--9 3 85,,, 979,6,, 9--9 35, 8,,5 9,6,, 9--9 5 877,6,, 3,,, 9--9 6 7,5,, 6,,, 9--9 7 3,3,, 8,7,, 6--9 8 553,,, 869,6,, 6--9 9 6,,, 97,6,, 6--9 9,,, 8,,, 6--9 5,7,, 9,,, --9 338,8,, 6,,, --9 3,8,6,5,,, --9 96,9,9,5 36,,, 9--9 5 97,,7,3 38,9,6, 9--9 6 68,9,3,9 56,, 7,9 9--9 7 3,,,3 6,9,, 6--9 8 66,,3,,,, 6--9 9 8,,, 37,,, 6--9 5,,, 6,5,, 6--9,,, 7,,,. Tijdseries In figuur. is per datum en per monsternummer grafisch het aantal passerende vissen weergegeven (aantal passages per maaluur) en het percentage sterfte. Hierbij is wederom onderscheidt gemaakt tussen cyprinidae en percidae. cyprinidae: Overwaard --9 percidae: Overwaard --9 N passages per maaluur 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer Volgnummer Volgnummer 9

cyprinidae: Overwaard 9--9 percidae: Overwaard 9--9 N passages per maaluur 9 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 3 5 6 7 3 5 6 7 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: Overwaard 6--9 percidae: Overwaard 6--9 N passages per maaluur 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 9 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 8 9 8 9 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: Overwaard --9 percidae: Overwaard --9 N passages per maaluur 35 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 5 35 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 3 3 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: Overwaard 9--9 percidae: Overwaard 9--9 N passages per maaluur 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 6 Gepasseerd 5 6 7 % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 5 6 7 Volgnummer Volgnummer

cyprinidae: Overwaard 6--9 percidae: Overwaard 6--9 N passages per maaluur 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 8 9 8 9 % schade per monsternummer Volgnummer Volgnummer figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Uit de bovenstaande grafieken blijkt dat voor zowel cyprinidae en percidae het aantal passages per maaluur in alle gevallen het hoogst waren tijdens de eerste lichting per meetronde. In navolgende lichtingen nam het aantal passages per maaluur veelal af. Tussen het aantal passages per maaluur en het sterftepercentage is op basis van bovenstaande grafieken geen duidelijk verband waar te nemen..3 Schade in relatie tot vislengte In figuur.3 is voor de cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Bij de passage is tevens weergegeven welke aantallen geen schade, lichte schade of zelfs dood waren na passage. 3 5 LF cyprinidae. Gemaal: Overwaard (Passage) Dood Licht Geen 3 5 LF cyprinidae en. passages 8 5 5 6 5 5 3 5 6 3 5 6

LF cyprinidae. Gemaal: Overwaard (Aanbod) 9 8 7 6 5 3 3 5 6 figuur.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Zowel het aanbod van cyprinidae als passage door het opvoerwerk wordt gekenmerkt door exemplaren onder de cm. Het aanbod heeft echter relatief meer exemplaren groter dan cm, wat overigens niet zeer duidelijk uit bovenstaande figuur blijkt. Het schadepercentage is bij alle aangetroffen lengteklassen vrij laag. In figuur. is voor de percidae weergegeven hoe de lengtefrequentieverdeling is van de gepasseerde exemplaren en het aanbod van vis. Bij de passage is tevens weergegeven welke aantallen geen schade, lichte schade of zelfs dood waren na passage. 6 5 LF percidae. Gemaal: Overwaard (Passage) Dood Licht Geen 6 5 LF percidae en. passages 8 3 3 6 3 5 6 3 5 6

LF percidae. Gemaal: Overwaard (Aanbod) 6 8 6 3 5 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Zowel het aantal percidae wat het opvoerwerk gepasseerd heeft even als het aanbod van vis wordt gekenmerkt door exemplaren kleiner dan cm. Het percentage sterfte ligt vrijwel altijd tegen de %. Hieruit blijkt geen toename in schade bij grotere lengteklassen. In figuur.5 wordt voor alle schubvis weergegeven hoe de lengtefrequentieverdeling is van de gepasseerde exemplaren en het aanbod. Bij de passage is tevens weergegeven welke aantallen geen schade of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. LF schubvis. Gemaal: Overwaard (Passage) LF Schubvis en. 35 3 5 Dood Licht Geen 35 3 5 passages 8 5 5 6 5 5 3 5 6 7 8 3 5 6 7 8 3

LF Schubvis. Gemaal: Overwaard (Aanbod) 8 6 8 6 3 5 6 7 8 figuur.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Zowel bij passage als bij het aanbod bestaat de vangst met name uit exemplaren kleiner dan cm. Het schade percentage nadert in bijna alle gevallen de %, wat geldt voor alle lengteklassen. In figuur.6 wordt de lengtefrequentieverdeling van aal aan de aanbodzijde en na passage van het opvoerwerk weergegeven. Bij de passage is tevens weergegeven welke aantallen geen schade, lichte schade of zelfs dood waren na passage. LF Aal en. Gemaal: Overwaard (Passage) LF Aal en. 6 5 Dood Licht Geen 6 5 passages 8 3 3 6 3 5 6 7 8 9 3 5 6 7 8 9

LF Aal. Gemaal: Overwaard (Aanbod) 8 6 8 6 3 5 6 7 8 9 figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Zowel aan de aanbodzijde als na passage bestond het aalbestand uit exemplaren groter dan 3 cm. Er zijn met name exemplaren tussen de 6 en 9 cm aangetroffen. De lengteklasse van 3 tot 6 cm is met name bij passage aangetroffen. Slechts één van de 3 alen heeft de passage van het opvoerwerk niet overleeft, waardoor het schadepercentage vrijwel altijd % bedraagt. tabel.7 presenteert het aantal gepasseerde exemplaren per familie en lengteklasse. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden of zelfs dood waren na passage. Bij de sterfte is tevens de proportie weergegeven evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). tabel.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Overwaard Overwaard Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae >5 3 anguillidae >5 3,9,6,33 cyprinidae <5 59 59 77 796 cyprinidae <5 59 796,,6,8 >5 5 7 555 73 cyprinidae >5 5 73,59,,68 esocidae >5 esocidae >5,975,, gasterosteidae <5 gasterosteidae <5,89,, percidae <5 3 99 53 percidae <5 53,,6, >5 3 3 percidae >5 3,,, salmonidae >5 salmonidae >5,975,, totaal 77 35 887 833 Uit de tabel blijkt dat de schade vrijwel altijd kleiner is dan %. De hoogste schade is hierbij waargenomen bij aal. De betrouwbaarheidsgrenzen zijn met name groter bij families > 5 cm en bij de gasterosteidae, dit vanwege de lagere vangstaantallen (aantal is maximaal 3 bij anquillidae). De bovengrens is in dergelijke gevallen veelal circa % schade. In figuur.7 is per familie en lengteklasse de kans op schade weergegeven, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. 5

5-5 - -5 - Schade percentage (%) % 7895 75% 3 73 53 3 5% 5% % anguillidae >5 cobitidae <5 cottidae <5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: Overwaard cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade Uit bovenstaande figuur blijkt nogmaals duidelijk dat de schade voor alle aangetroffen families en lengteklassen vrijwel % bedraagt bij passage door opvoerwerk Overwaard. Met name bij de esocidae (>5), gasterosteidae (<5) en salmonidae (>5) is het betrouwbaarheidsinterval groot, dit vanwege het lage aantal gevangen exemplaren.. Schadetypen In tabel.8 is het schadebeeld bij opvoerwerk Overwaard weergegeven. Het schadebeeld bij opvoerwerk Overwaard wordt gedomineerd door insnijdingen en doorsnijdingen, dat met 63,9% het hoogst scoort. Daarna volgen breuken en fracturen (9,6%), schade aan (of ontbrekende) ogen (5,%) en beschadiging van kieuwdeksels etc. (,5%). Bedacht moet worden dat het schadebeeld tot stand is gekomen op basis van slechts 76 individuen, waarmee de typering wellicht niet nauwkeurig is. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Overwaard. Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 63,9%. Breuken / fracturen 9,6% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen 5,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,5% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),% 3 De Wenden 3. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk De Wenden gepresenteerd. 6

tabel 3. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Maalduur Datum Volgnr Begintijd Eindtijd (uren) 7-okt-9 :: ::, :: 3::, 3 3:: 3:5:,8 -okt-9 6:55: 7:3:,6 5 7:3: 8:3:, 6 8:3: 9:3:, 7 9:3: :3:, 8 :3: :3:, 9 :3: ::,5 9-okt-9 7:: 8::, 8:: 9::, 9:: ::, 3 :: ::, :: :5:,3 6-okt-9 5 6:5: 7:5:, 6 7:5: 8:5:, 7 8:5: 9:5:,3 8 9:5: :55:,5 9 :55: :55:, -nov-9 6:5: 7:3:,8 7:3: 8:3:, 8:3: 9:3:, 3 9:3: :3:, :3: ::,5 5 :: 3::, 9-nov-9 6 6:5: 8::,8 In tabel 3. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk De Wenden zeven maal gemonitord in de periode van 7 oktober tot en met 6 november 9, waarbij het opvoerwerk iets meer dan maaluren heeft gemaakt. -nov- 9 6-nov- 9 7 :: ::, 8 :: 3::, 9 :: ::, 3 :: 3::, 3 :: 5::, 3 6:: 7::, 33 7:3: 8:3:, 3 :: ::, 35 :: 3::, 36 :: 5::, 37 6:3: 6::, 38 6:5: 7:3:,7 39 7:3: 8:3:, 8:3: 9:3:, 9:3: :3:, 7

Totaal maaluren :3: ::,5,5 In tabel 3. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de aanvoerzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het betreffende vangtuig in het water heeft gestaan. Voor opvoerwerk De Wenden is zowel met aalfuik als met visfuik gevist, welke beide bijna etmalen in het water hebben gestaan. tabel 3. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 8-okt-9 9, 9, -okt-9 96, 96, 9-okt-9 68, 68, 6-okt-9 68, 68, -nov-9 68, 68, 9-nov-9 68, 68, 6-nov-9 68, 68, Totaal uren 955, 955, Totaal etmalen 39,8 39,8 In tabel 3.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel 3. weergegeven. Tevens is de minimale en maximale lengte weergegeven van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsperiode bijna 6. exemplaren gevangen, overeenkomend met ruim 36 kg. De meest gevangen soorten zijn respectievelijk baars, pos, ruisvoorn, winde en blankvoorn. In totaal hebben 8 verschillende soorten (exclusief hybride, een kruising tussen twee cyprinidae) het opvoerwerk gepasseerd. De aangetroffen vissen hadden lengtes variërend van cm (bittervoorn, kolblei en tiendoornige stekelbaars) tot maximaal 5 cm (snoek). tabel 3.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver 35 7,3 baars 59 6 9 58,8 bittervoorn 399 8,56 brasem 5 6,8 blankvoorn 6 5 9 5,5 giebel,3 hybride 8,5 karper 5 8 5,36 kolblei 598 9,8 pos 79 5 63,7 roofblei 3 8, rivierdonderpad 6 6, ruisvoorn 86 5 5,76 8

snoekbaars 3,3 snoek 3 36 5,79 td-stekelbaars 5, vetje 3 5 6, winde 8 7 8,35 zeelt 5 3, Totaal 63963 36,58 In tabel 3. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de in tabel 3. weergegeven inspanning. In de totale vangst is tevens de minimum en maximum lengte van de gevangen exemplaren weergegeven, evenals het totale vangstgewicht. In totaal zijn er net geen exemplaren aangetroffen in de aanbodfuiken. Deze vangst bestand grotendeels uit blankvoorn en in mindere mate uit kolblei. Het gewicht van de totale vangst bedraagt iets meer dan 7 kg, waarin paling, blankvoorn en zeelt het grootste aandeel hebben. In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen. De kleinste vis had een lengte van cm (bittervoorn), de grootste had een lengte van een meter (paling). tabel 3. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) alver, baars 5 8 9,9 bittervoorn 6 7, blankvoorn 7 3 3,8 kolblei 6 8,7 kleine modderkruiper, paling 6 75 9,9 ruisvoorn 9 8 7, snoek 3 3,3 zeelt 6 5 3,7 Totaal 97 7,5 In figuur 3. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk gepasseerd heeft of dat in de fuiken aan de aanvoerzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen vissen (passage + aanbod) is hierbij het totaal. Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in vissen tot en met 5 cm en vissen groter dan 5 cm. De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil in passage en aanbod is bij de lengteklassen van de verschillende vissoorten. Uit de figuur blijkt dat het totale aantal vis tot 5 cm bijna geheel gevormd wordt door exemplaren welke gevangen zijn na passage van het opvoerwerk. Bij het beperkte aantal exemplaren groter dan 5 cm is met name bij de blankvoorn en paling duidelijk dat het aanbod relatief meer exemplaren in deze lengteklasse bevat. Enigszins hetzelfde is waargenomen bij zeelt. 9

Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis<5 cm. : de Wenden % 5% 5% 75% % 35 58 397 3 5 59 79 3 857 3 8 3 3 6 7 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis>5 cm. : de Wenden % 5% 5% 75% % 6 9 6 3 7 8 6 3 37 figuur 3. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage) In tabel 3.5 zijn de gegevens uit figuur 3. weergegeven. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Uit tabel 3.5 blijkt dat bijna de gehele vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft, bestaat uit exemplaren met een lengte tot 5 cm (99,9%). Dit terwijl het aanbod van vis voor slechts % uit exemplaren tot 5 cm bestaat. Dit wordt met name veroorzaakt door een relatief hoge vangst van blankvoorns groter dan 5 cm. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat de totale fuikvangst uit slechts 97 vissen bestond. tabel 3.5 len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < 5cm Vis > 5 cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. alver 35 baars 3 5 8 bittervoorn 6 399 brasem 3 blankvoorn 37 6 giebel hybride

karper 5 kolblei 59 6 kleine modderkruiper paling 6 pos 79 roofblei 3 rivierdonderpad ruisvoorn 7 857 7 snoekbaars 3 snoek 3 td-stekelbaars vetje 3 winde 8 zeelt 3 9 Totaal 3 6389 5 73 Percentage,3 99,9 55,7, In tabel 3.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen de,5 tot bijna.5 vissen per uur en bij percidae tussen de 3 tot meer dan 5. per uur. Het percentage van vis wat de passage door het opvoerwerk niet overleefde is veelal beperkt tot maximaal % voor beide families. tabel 3.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae cyprinidae percidae Datum Volgnr Pass. per maaluur Dood per maaluur % dood Pass. per maaluur Dood per maaluur % dood,, 7-- 3,,, 3, 9 7-- 57,,, 3,,, 9 7-- 3 6,7,, 78,7,, 9 8-- 766,3 3,,,,, 9 -- 5 75,,, 753,,, 9 -- 6 35,,, 36,,, 9 -- 7,,, 36,,, 9 -- 8 73,,, 3,,, 9 -- 9,,,,,, 9 9-- 9,,, 5,,, 9 9-- 33,,, 355,,, 9 9-- 38,,, 37,,, 9 9-- 3 58,,,7 9,,, 9 9--,6,8,7 35,,, 9 6-- 5 5,,,6 6,,,5 9 6-- 6 68,,, 669,,, 9 6-- 7,5,, 758,5,, 9 6-- 8 55,3,, 3,7,, 9 6-- 9 3,,,3 78,,,3 9 -- 5,3,, 88,,, 9 --,, 5, 5,,, 9 -- 5,,, 8,,, 9 -- 3 53,,, 3,,, 9

-- 9 -- 9 9-- 9 9-- 9 9-- 9 -- 9 -- 9 -- 9 -- 9 -- 9 -- 9 -- 9 -- 9 6-- 9 6-- 9 6-- 9 6-- 9 6-- 9 6-- 9 39,3,3, 3,,, 5 9,,, 68,,, 6 5,,, 6,,, 7 8,,,5 9,, 3, 8,,, 97,,, 9 3,,, 36,,, 3 8,,, 76,,, 3,,, 53,,, 3,,,,,, 33,,, 6,,, 3,,, 5,,, 35,,, 58,,, 36 5,,, 7,,,7 37 6,,, 3,,, 38,5,5, 8,5,, 39 3,,, 57,,,,,, 7,,,,, 7, 73,,, 9,3,,,,, 3. Tijdseries In figuur 3. is per datum en per monsternummer grafisch het aantal gepasseerde vissen weergegeven (aantal passages per maaluur) en het sterftepercentage. Hierbij is wederom onderscheidt gemaakt tussen cyprinidae en percidae. cyprinidae: de Wenden 7--9 percidae: de Wenden 7--9 9 8 7 6 5 3 3 N passages per maaluur Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 3 Volgnummer Volgnummer

cyprinidae: de Wenden --9 percidae: de Wenden --9 N passages per maaluur 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 5 6 7 8 % schade per monsternummer 9 5 6 7 8 9 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: de Wenden 9--9 percidae: de Wenden 9--9 N passages per maaluur 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 6 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 3 % schade per monsternummer 3 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: de Wenden 6--9 percidae: de Wenden 6--9 N passages per maaluur 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 5 5 35 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 5 6 7 8 9 % schade per monsternummer 5 6 7 8 9 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: de Wenden --9 percidae: de Wenden --9 N passages per maaluur 8 6 8 6 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 5 5 35 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer 3 5 3 5 Volgnummer Volgnummer 3

cyprinidae: de Wenden 9--9 percidae: de Wenden 9--9 N passages per maaluur 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 6 7 8 9 3 3 3 33 % schade per monsternummer 3 35 36 6 7 8 9 3 3 3 33 3 35 36 Volgnummer Volgnummer cyprinidae: de Wenden 6--9 percidae: de Wenden 6--9 N passages per maaluur 35 3 5 5 5 Gepasseerd % 75% 5% 5% % % schade per monsternummer N passages per maaluur 9 8 7 6 5 3 Gepasseerd % 75% 5% 5% % 37 38 39 37 38 39 % schade per monsternummer Volgnummer Volgnummer figuur 3. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Tussen de verschillende dagen waarop bemonsterd is zijn duidelijke verschillen waarneembaar in het aantal passages per maaluur. In enkele gevallen vindt passage met name tijdens het eerste maaluur plaats, maar eveneens is waargenomen dat met name halverwege de metingen of zelfs aan het einde hiervan de hoogste passage is waargenomen. Tussen het aantal passages per maaluur en het sterftepercentage is op basis van de weergegeven grafieken geen duidelijk verband waar te nemen. 3.3 Schade in relatie tot vislengte In figuur 3.3 is voor de cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage.

LF cyprinidae. Gemaal: de Wenden (Passage) Dood Licht Geen LF cyprinidae en. passages 8 8 6 8 6 6 3 5 6 3 5 6 LF cyprinidae. Gemaal: de Wenden (Aanbod) 8 6 3 5 6 figuur 3.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Wanneer de lengtefrequentieverdelingen van aanbod en passage vergeleken worden dan blijkt duidelijk dat exemplaren groter dan 5 cm relatief vaker in het aanbod zijn aangetroffen. Passerende cyprinidae hadden veelal een lengte kleiner dan 5 cm. Het percentage sterfte is enigszins hoger bij een toenemende lengteklasse. Het aantal passages is echter beperkt. Vanaf een lengte van circa 5 cm lijkt deze sterfte toe te nemen. In figuur 3. is voor de percidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. 5

3 5 LF percidae. Gemaal: de Wenden (Passage) Dood Licht Geen 3 5 LF percidae en. passages 8 5 5 6 5 5 3 5 6 3 5 6 LF percidae. Gemaal: de Wenden (Aanbod) 5 3 3 5 6 figuur 3. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. De percidae welke het opvoerwerk passeerden waren veelal kleiner dan cm. Aan de instroomzijde van opvoerwerk De Wenden zijn slechts 5 exemplaren aangetroffen, variërend van circa tot cm in lengte. Bij passage van percidae is vrijwel geen sterfte waargenomen. In figuur 3.5 is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. 6

LF Schubvis en. Gemaal: de wenden (Passage) LF Schubvis en. 3 5 Dood Licht Geen 3 5 passages 8 5 5 6 5 5 3 5 6 7 8 3 5 6 7 8 LF Schubvis. Gemaal: de Wenden (Aanbod) 6 8 6 3 5 6 7 8 figuur 3.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Uit bovenstaande figuren blijkt dat het aandeel van schubvis groter dan 5 cm opmerkelijk hoger is in het aanbod dan bij de vangst na passage. In eerste instantie lijkt er sprake te zijn van een hogere sterfte bij toenemende lengteklassen, maar vervolgens is er bij exemplaren groter dan circa 3 cm geen hoog sterftepercentage meer waargenomen. In figuur 3.6 is de lengtefrequentieverdeling van aal aan de aanbodzijde weergegeven. Tijdens de monitoring is er geen sprake geweest van aal welke het opvoerwerk passeerde. De aangetroffen alen aan de instroomzijde van het opvoerwerk hadden allen een lengte groter dan 75 cm. 7

LF Aal. Gemaal: de Wenden (Aanbod) 5 3 3 5 6 7 8 9 figuur 3.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. In tabel 3.7 is het aantal gepasseerde exemplaren per familie en lengteklasse weergegeven. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden of zelfs dood waren na passage. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). tabel 3.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). De Wenden De Wenden Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie cottidae <5 cottidae <5,975,, cyprinidae <5 7 85 55 577 cyprinidae <5 7 577,7,7,3 >5 5 3 39 cyprinidae >5 5 39,73,3,8 esocidae >5 3 3 esocidae >5 3,776,, gasterosteidae <5 gasterosteidae <5,6,, percidae <5 7 5835 585 percidae <5 7 585,5,,3 >5 3 3 percidae >5 3,,, totaal 39 85 63633 63957 Uit de tabel blijkt dat sterfte het hoogst is bij cyriniden groter dan 5 cm, namelijk 3% met een betrouwbaarheidsinterval van tot 7%. Bij de overige families en lengteklassen is relatief gezien bijna geen sterfte waargenomen. Bij de cottidae (<5), esocidae (>5), gasterosteidae (<5) en percidae (>5) is de bovengrens vrij hoog door het lage aantal passages (maximaal 3). In figuur 3.7 is per familie en lengteklasse de kans op schade weergegeven, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. 8

5-5 - -5 - Schade percentage (%) % 5855 75% 576 39 3 3 5% 5% % anguillidae >5 cobitidae <5 cottidae <5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: de Wenden cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur 3.7 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade Uit bovenstaande figuur blijkt eveneens dat de schade voor bijna alle families en lengteklassen vrijwel % bedraagt bij passage door opvoerwerk De Wenden. Bij de cottidae (<5), esocidae (<5) en gasterosteidae (<5) is het betrouwbaarheidsinterval echter groot door het lage aantal gepasseerde exemplaren. De enige familie en lengteklasse met een duidelijk hogere schade zijn de cyprinidae groter dan 5 cm. De schade van deze groep bedraagt 3%. 3. Schadetypen In tabel 3.8 staat het schadebeeld bij opvoerwerk De Wenden. Het schadebeeld bij opvoerwerk De Wenden wordt gedomineerd door insnijdingen en doorsnijdingen, dat met 5,% het hoogst scoort. Daarna volgen breuken en fracturen (,%), schade aan (of ontbrekende) ogen (,%) en abnormale zwembewegingen. (,9%). Bedacht moet worden dat het schadebeeld tot stand is gekomen op basis van slechts 39 individuen, waarmee de typering wellicht niet nauwkeurig is. tabel 3.8 Typering van de schade bij opvoerwerk De Wenden. Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 5,%. Breuken / fracturen,% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),9% Sudhoeke. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Sudhoeke gepresenteerd. 9

In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Sudhoeke vijf maal gemonitord in de periode van 5 oktober tot en met 7 november 9. Elke monitoring bestond hierbij uit twee lichtingen (elk na uur). In totaal heeft het opvoerwerk iets meer dan 5 maaluren gemaakt. Bij de lichtingen met volgnummer 7, 9 en heeft het opvoerwerk niet of nauwelijks gedraaid. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) 5-okt-9 9:5: 8::,8 6-okt-9 9:: 7:3:,5 -okt-9 3 8:3: 7:3: 3, -okt-9 8:3: 7:3: 3, 3-nov-9 5 :3: 7:3: 7, -nov-9 6 :3: 7:3: 7, 7-nov- 9 8-nov- 9 6-nov- 9 7-nov- 9 7 :: ::, 8 :: ::, 9 :: ::, :: ::, Totaal maaluren 5,3 In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de aanvoerzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik welke ruim etmalen in het water heeft gestaan. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 5-okt-9 5, 6-okt-9 8,5 9-okt-9 7,5 -okt-9 3,3 -okt-9,8 3-nov-9, -nov-9,3 7-nov-9 5,5 8-nov-9, 6-nov-9 7, 7-nov-9 7, Totaal uren 93,8 Totaal etmalen, In tabel.3 is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. weergegeven. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsperiode iets 3

meer dan exemplaren gevangen, overeenkomend met circa 3, kg. De soorten welke het grootste aandeel in de vangst hadden zijn respectievelijk baars, blankvoorn, brasem en paling. In totaal zijn er verschillende soorten gevangen aan de uitstroomzijde van het opvoerwerk. Deze vissen hadden een lengte varierend van 3 cm (tiendoornige stekelbaars en zeelt) tot 73 cm (paling). tabel.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 3 7 8,66 brasem 5 7, blankvoorn 6 5 6,3 dd-stekelbaars 6 5, giebel 6 6, kolblei 8 9, paling 9 8 73,3 pos 3,3 ruisvoorn 3 8 6,6 td-stekelbaars 3 3, zeelt 3, Totaal 3, In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 6 9, bittervoorn 3 3, blankvoorn, giebel 6 7 6,3 paling 5 78,3 ruisvoorn 3 7, td-stekelbaars 3, Totaal 3,8 Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er 3 exemplaren gevangen aan e aanbodzijde, overeenkomend met,8 kg. Deze vangst bestaat in aantallen grotendeels uit ruisvoorn, baars, giebel en paling. Op basis van gewicht heeft paling het grootste aandeel in de totale vangst. In totaal zijn 7 verschillende soorten aangetroffen. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van 3 cm (bittervoorn en tiendoornige stekelbaars), de grootste had een lengte van 78 cm (paling). In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk gepasseerd heeft of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de pre- 3

sentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in exemplaren tot en met 5 cm en exemplaren groter dan 5 cm. De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil in passage en aanbod is tussen de lengteklassen van de verschillende vissoorten. Zowel bij exemplaren tot 5 cm als exemplaren groter dan 5 cm geldt dat het aantal gevangen vissen beperkt is. Voor brasem en blankvoorn kleiner dan 5 cm geldt dat vrijwel alle exemplaren zijn aangetroffen na passage, iets wat in mindere mate het geval is bij baars. Ruisvoorn is vrijwel alleen aan de instroomzijde van het opvoerwerk aangetroffen. Van de gevangen palingen werden er 9 na passage door het opvoerwerk aangetroffen. Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis<5 cm. : Sudhoeke % 5% 5% 75% % 3 3 5 6 3 5 3 6 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis>5 cm. : Sudhoeke % 5% 5% 75% % 9 5 figuur. Procentueel aandeel vis < 5 cm en vis > 5 cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). In tabel.5 zijn de gegevens uit figuur. weergegeven. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. tabel.5 len van soorten in lengte klassen in 3

aanbod en passage. Soort Vis < Vis > 5 5cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. baars 6 3 bittervoorn brasem kolblei paling 5 9 pos 3 blankvoorn 5 ddstekelbaars 6 giebel 5 ruisvoorn 3 tdstekelbaars 3 zeelt Totaal 8 87 6 5 Percentage 8, 85,3 7,6,7 Uit tabel.5 blijkt dat zowel aan de instroomzijde (aanbod) als aan de uitstroomzijde (passage) van het opvoerwerk de vangst voor circa 85% uit exemplaren tot 5 cm bestaat en voor ongeveer 5% uit exemplaren groter dan 5 cm. Het percentage van vis groter dan 5 cm is hierbij iets hoger aan de instroomzijde (3%). tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur 5--9,,,,,, 6--9,8,,,3,, --9 3,5,,,6,, --9,5,,,,, 3--9 5,3,,,,, --9 6,,,,,, 7--9 7,,,,,, 8--9 8,,,,,, 6--9 9,,,,,, 7--9, 5,,3,,, In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage deze passage niet overleefde. Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen geen enkele tot maximaal,8 per maaluur. Bij percidae varieert het aantal passages per maaluur tussen geen enkele en,3. Sterfte is vrijwel niet waargenomen bij cipriniden en percidae welke opvoerwerk Sudhoeke passeerden. 33

. Tijdseries In figuur. is per lichting grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur) en het bijbehorende sterftepercentage. N passages per maaluur,,5,,5 cyprinidae: Sudhoeke Gepasseerd % 75% 5% 5% % schade per datum N passages per maaluur,,5,,5 percidae: Sudhoeke Gepasseerd % 75% 5% 5% % schade per datum, %, % 5-6- - - 3- - Datum 7-8- 6-7- 5-6- - - 3- - Datum 7-8- 6-7- figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Voor zowel cyprinidae als percidae geldt dat het aantal passages afneemt van oktober naar november. Het sterftepercentage is in vrijwel alle gevallen nabij de %. In figuur.3 is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. 6 LF cyprinidae. Gemaal: Sudhoeke (Passage) Dood Licht Geen 6 LF cyprinidae en. passages 8 8 6 8 6 6 3 5 6 3 5 6 3

LF cyprinidae. Gemaal: Sudhoeke (Aanbod) 6 5 3 3 5 6 figuur.3 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Wanneer de lengtefrequentieverdelingen van aanbod en passage vergeleken worden, dan blijkt dat het aanbod voornamelijk bestaat uit exemplaren groter dan cm (tot circa 5 cm), terwijl de passerende exemplaren met name kleiner dan cm zijn. Het sterftepercentage is voor vrijwel alle passerende lengteklassen (tot circa 5 cm) nabij de %..3 Schade in relatie tot vislengte In figuur. is voor de percidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. LF percidae. Gemaal: Sudhoeke (Passage) Dood Licht Geen LF percidae en. passages 8 8 6 8 6 6 3 5 6 3 5 6 35

LF percidae. Gemaal: Sudhoeke (Aanbod) 5 3 3 5 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Aan de instroomzijde van het opvoerwerk (aanbod) zijn slechts enkele percidae gevangen (tussen de 9 en 3 cm). De passerende percidae hadden met name een lengte tussen de en 5 cm, daarnaast hebben echter ook exemplaren tussen de 5 en cm het opvoerwerk gepasseerd. In figuur.5 is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. LF Schubvis en. Gemaal: Sudhoeke (Passage) LF Schubvis en. 6 Dood Licht Geen 6 passages 8 8 6 8 6 6 3 5 6 7 8 3 5 6 7 8 36

LF Schubvis. Gemaal: Sudhoeke (Aanbod) 7 6 5 3 3 5 6 7 8 figuur.5 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Uit bovenstaande figuren blijkt dat schubvis tot cm het opvoerwerk Sudhoeke heeft gepasseerd. Het aanbod van vis bestond met name uit exemplaren in de lengteklasse van tot 5 cm, de passerende vissen hadden veelal een lengte tussen de 5 en 5 cm. Slechts enkele vissen overleefden de passage door het opvoerwerk niet. In figuur 3.7 zijn de lengtefrequentieverdelingen van aal aan de aanbodzijde van het opvoerwerk en van de exemplaren welke het opvoerwerk passeerden weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade hadden, of zelfs dood waren na passage. 5 LF aal. Gemaal: Sudhoeke (Passage) Dood Licht Geen 5 LF Aal en. passages 8 3 3 6 3 5 6 7 8 9 3 5 6 7 8 9 37

LF Aal. Gemaal: Sudhoeke (Aanbod) 5 3 3 5 6 7 8 9 figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Aan de instroomzijde van het opvoerwerk zijn alen aangetroffen variërend in lengte van ongeveer 5 tot 8 cm. De passerende alen hadden lengtes van circa tot 75 cm, waarbij meer kleinere exemplaren zijn aangetroffen (< 5 cm). Van de passerende alen liep er één lichte schade op, sterfte is niet waargenomen. Het aantal gepasseerde exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen of zelfs dood waren na passage. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 95% betrouwbaarheidsinterval). Van de passerende vissen was er slechts één welke dit niet overleefde (cyprinidae < 5 cm). Voor alle families en lengteklassen ligt het sterftepercentage dan ook vrijwel op %. Vanwege de lage aantallen van de passerende vissen (maximaal 5 per groep) is de bovengrens in het algemeen vrij hoog. De meest betrouwbare resultaten zijn behaald voor de cyprinidae (<5) en percidae (<5), waarvan de meeste exemplaren zijn gevangen. tabel.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Sudhoeke Sudhoeke Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae >5 8 9 anguillidae >5 9,3363,, cyprinidae <5 5 cyprinidae <5 5,77,6, >5 cyprinidae >5,89,, gasterosteidae <5 9 9 gasterosteidae <5 9,3363,, percidae <5 33 33 percidae <5 33,58,, >5 percidae >5,6,, totaal De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.7, evenals het 95% betrouwbaarheidsinterval. 38

5-5 - -5 - Schade percentage (%) % 75% 9 5 9 33 5% 5% % anguillidae >5 cobitidae <5 cottidae <5 Kans op schade (met interval) bij gemaal: Sudhoeke cyprinidae <5 cyprinidae >5 esocidae <5 esocidae >5 gasterosteidae <5 gobiidae <5 osmeridae <5 percidae <5 percidae >5 pleuronectidae <5 salmonidae >5 figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 95% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade In bovenstaande figuur is nogmaals duidelijk zichtbaar dat de kans op schade voor alle aangetroffen families en lengteklassen vrijwel % is. Het 95% betrouwbaarheidsinterval is in de meeste gevallen vrij groot, met uitzondering van de cyprinidae en percidae kleiner dan 5 cm.. Schadetypen In tabel.8 staat het schadebeeld bij opvoerwerk Sudhoeke. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Sudhoeke Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding,%. Breuken / fracturen,% 3. Schade aan (of ontbrekende) ogen,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,% 5. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),% Het schadebeeld bij opvoerwerk Sudhoeke is slechts bepaald op basis van letaal beschadigde vis die abnormale zwembewegingen vertoonde. Daarmee is het bepaalde schadebeeld niet representatief. 5 Zwanburgerpolder 5. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten gepresenteerd welke verkregen zijn bij opvoerwerk Zwanburgerpolder. In tabel 5. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per meetronde (x uur) het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Zwanburgerpolder zes maal gemonitord (5 maal x uur en eenmaal x uur) in de periode van 5 oktober tot en met december 9. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode 6,3 maaluren gemaakt. 39

tabel 5. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr 5-okt-9 6-okt-9 -okt-9 3 3-okt-9 9-okt-9 5 3-okt-9 6 -nov-9 7 3-nov-9 8 -nov-9 9 :: -dec-9 -dec-9 8:: 7:: Begintijd 8:: 8:: :: 9:: 7:: :3: 6:: :: Eindtijd :: :: 3:: :: 3:: :3: 3:: 3:: :: 8:: 7:5: Maalduur (uren) 7, 7, 6, 5, 6,,,,,,,3 Totaal maaluren 6,3 tabel 5. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 5-okt-9 7, 6-okt-9 7, -okt-9 6, 3-okt-9 5, 9-okt-9 6, 3-okt-9, -nov-9, 3-nov-9, -nov-9 8, -dec-9, -dec-9,3 Totaal uren 8,3 Totaal etmalen 7,5 In tabel 5. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de aanvoerzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik, die in totaal 7,5 etmalen in het water heeft gestaan, gedurende de periode dat tevens de natuurlijke doortrek is bepaald.

tabel 5.3 Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 96 6 6,9 brasem 6 5 3,76 blankvoorn 88 6 3,7 ddstekelbaars 5 5, hybride 9 9, kolblei 3 3 3,8 pos 3 5,9 ruisvoorn 9 9,9 snoekbaars 9,8 spiering, zeelt 5 5, Totaal 9 3,5 In tabel 5.3 staat de totale vangst van vis die het opvoerwerk gepasseerd heeft, in de periode zoals in tabel 5. is weergegeven. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er tijdens de bepaling van de natuurlijke doortrek iets minder dan.3 exemplaren gevangen, overeenkomend met 3,5 kg. Deze vangst werd op aantal- en gewichtbasis met name gevormd door baars, blankvoorn en pos. In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden, exclusief hybride (een kruising tussen twee cyprinidae). Deze vissen hadden een lengte variërend van 5 cm (driedoornige stekelbaars, brasem, pos en zeelt) tot maximaal 3 cm (kolblei). tabel 5. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 6,56 brasem 5 6,67 blankvoorn 33 7 7, karper 5 7, kolblei 8 9 7,5 pos 6 6, ruisvoorn, snoekbaars 3 7,6 winde 5 5,3 Totaal 599 7, In tabel 5. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel 5. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er 599 exemplaren gevangen aan de aanvoerzijde, overeenkomend met circa 7, kg. Op basis van aantallen bestaat deze vangst met name uit brasem, baars en pos. Deze soorten hebben ook het grootste aandeel in de totale biomassa.