Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: COM(2017) 217 final ANNEX 1 Betreft: BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Evaluatie van de overgangsmaatregelen voor de verwerving van agrarisch onroerend goed als vastgesteld in het Verdrag van 2011 betreffende de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 217 final ANNEX 1. Bijlage: COM(2017) 217 final ANNEX 1 9046/17 ADD 1 cg DG G 1B
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2017 COM(2017) 217 final ANNEX 1 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Evaluatie van de overgangsmaatregelen voor de verwerving van agrarisch onroerend goed als vastgesteld in het Verdrag van 2011 betreffende de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie
ANNEX Tabel 1. Aankoop- en pachtprijzen voor landbouwgrond in Kroatië (EUR/ha) 2007 2012 2013 2014 Aankoopprijzen 6 028 4 902 4 935 Pachtprijzen 119 107 Landbouwareaal in gebruik (in ha) 978 670 1 571 200 Bron: Gegevens nationale belastingdienst Grafiek 1. Dynamiek van de index voor reëel factorinkomen in de landbouw per Arbeidsjaareenheid (AJE) (indicator A) - periode 2005-2014 Kroatië vergeleken met EU-15 140 130 120 110 100 90 80 70 60 Toetreding Kroatië tot EU Kroatië EU-15 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Eurostat. Aantekeningen: 2005=100. 1 arbeidsjaareenheid (AJE) stemt overeen met de werkzaamheden uitgevoerd door één persoon die voltijds in dienst is op een landbouwbedrijf. Voor een voltijdbaan geldt het minimumaantal uren dat krachtens de desbetreffende nationale bepalingen inzake arbeidsovereenkomsten vereist is. Is in de nationale bepalingen het aantal uren niet bepaald, dan wordt 1 800 uur genomen als het minimumaantal werkuren: overeenstemmend met 225 werkdagen van telkens acht uur. 2
Tabel 2. Betaalbaarheid van Kroatische landbouwgrond voor landbouwers in Kroatië en in de rest van de EU - periode 2012-2014 Lidstaat 2012 2013 2014 België 7,01 7,05 6,25 Bulgarije 0,87 1,30 1,44 Tsjechische 2,89 3,58 4,10 Denemarken 10,03 8,47 9,03 Duitsland 4,42 7,27 5,86 Estland 2,99 3,40 3,16 Ierland 2,69 3,46 3,55 Griekenland 2,22 2,54 2,73 Spanje 4,14 5,58 5,32 Frankrijk 5,33 5,54 6,03 Kroatië 0,69 0,88 0,79 Italië 3,06 4,48 3,99 Cyprus 2,20 2,81 2,86 Letland 0,83 0,91 0,90 Litouwen 1,13 1,26 1,14 Luxemburg 4,66 3,83 4,05 Hongarije 1,19 1,61 1,68 Malta 2,13 2,58 2,48 Nederland 7,17 10,08 9,33 Oostenrijk 3,30 3,58 3,33 Polen 0,87 1,17 1,06 Portugal 1,26 1,80 1,75 Roemenië 0,50 0,73 0,79 Slovenië 0,80 1,00 1,17 Slowakije 2,08 2,49 2,70 Finland 4,63 4,52 3,30 Zweden 4,10 4,56 4,92 Verenigd Koninkrijk 5,68 7,56 7,31 Bron: Eurostat, landbouwrekeningen (EEA), AMECO voor bbp-deflatoren en, voor de grondprijzen in Kroatië, Kroatische autoriteiten. Aantekening: De betaalbaarheidsindices worden berekend als de verhouding tussen het netto factorinkomen in de landbouw per arbeidsjaareenheid in elke lidstaat en de aankoopprijs (in EUR) van 1 hectare landbouwgrond in Kroatië in constante prijzen van 2010 (in EUR). De betaalbaarheidsindices laten dus zien hoeveel hectare grond in Kroatië kan worden gekocht met het jaarinkomen uit landbouw van landbouwers in elke lidstaat. Hogere waarden van de index zijn een aanwijzing dat landbouwgrond betaalbaarder is voor landbouwers. Zo laten de betaalbaarheidsindices voor Kroatië bijvoorbeeld zien dat het jaarlijkse netto factorinkomen uit landbouw van Kroatische landbouwers niet volstond om 1 hectare grond te kopen (de waarde van de index voor Kroatië bedroeg in 2014 namelijk 0,79). Daarentegen konden Deense landbouwers met hun jaarlijkse netto factorinkomen in 2014 meer dan 9 hectare grond kopen in Kroatië (de waarde van de index bedroeg in dat jaar voor Denemarken namelijk 9). 3
Grafiek 2. Convergentie betaalbaarheid landbouwgrond voor landbouwproducenten - periode 2012-2014 Panel A: Kroatië vergeleken met rest EU-28 Gemiddelde jaarlijkse groei betaalbaarheid in 2013-2014 (in %) -.2 -.1 0.1.2.3 RO SL BG PL Croatia LV HU LT PO CY GR CZ IT IE SK MT EE AT -1 0 1 2 3 Oorspronkelijk niveau betaalbaarheid in 2012 (natuurlijk logarithme) SP SE DE FR LU FI UK BE DK Panel B: Kroatië vergeleken met rest 12 nieuwe lidstaten Gemiddelde jaarlijkse groei betaalbaarheid in 2013-2014 (in %) 0.1.2.3 RO Croatia SL LV BG PL LT HU CY SK -.5 0.5 1 Oorspronkelijk niveau betaalbaarheid in 2012 (natuurlijk logarithme) MT CZ EE Bron: Eurostat, landbouwrekeningen (EEA) en, voor de grondprijzen in Kroatië, Kroatische autoriteiten. 4