Softbal LOCATIE : Quick 20 veld 2 - Op ieder veld zullen 2 Scheidsrechters/tellers komen te staan. Er zijn 6 velden! - Wedstrijden duren 24 minuten. Beide partijen spelen per wedstrijd 12 minuten in het veld en 12 minuten aan slag. - Er is 1 minuut wisseltijd voor leerlingen. Zijn de teams niet op tijd dan gaat dat van hun eigen speeltijd af!! - De eindscore = het aantal gescoorde punten de uitjes. - Het is een groot voordeel als je je inleest wat betreft de spelregels, er zullen wel een aantal LO docenten zijn die je zeker in het begin begeleiden. - Wedstrijdbriefjes worden opgehaald - Er is 1 algeheel wisselmoment. - Leerlingen kunnen evt. wat kopen in de kantine. - Alle materialen moeten na elke wedstrijd op het veld blijven waar gespeeld is (dus geen materialen meenemen naar het wedstrijdsecretariaat. SOFTBAL: 1. ALGEMEEN a. De honken van het softbalveld liggen opgesteld in een vierkant en de honken liggen 18 meter uit elkaar. b. De werpplaat ligt op een afstand van 11 meter van de thuisplaat c. We spelen softbal met 9 tegen 9. Minder of meer kan altijd in overleg! 2. SLAGPARTIJ a. Een bal is slag als deze over de plaat gaat, tussen schouder- en kniehoogte. b. Als je op een bal slaat, dan is deze altijd slag c. Bij 3 slag moet je altijd lopen, tenzij deze direct wordt gevangen door de catcher. d. Bij 4 wijd krijg je vrije loop naar het 1 e honk. Staat daar al iemand dan schuift die ook automatisch door. Evenals bij een geraakt slagman. e. Een bal is foutslag als deze niet tussen honk 1 en honk 3 doorgaat. f. Op een foutslag mag niemand lopen. g. Foutslag mag je oneindig lang slaan. 1 e en 2 e slag tellen wel mee, daarna blijft het 2 slag. h. Je mag als honkloper niet meer dan 1 meter uitwijken van de honklijnen. i. Bij een vangbal ben je uit. Overige lopers mogen pas na de vangbal lopen. j. Je mag als honkloper al lopen als de pitcher de bal loslaat. Bij een foutslag en bij een vangbal moet je eerst weer terug naar je eigen honk. k. Bij honk 1 en thuis mag je doorlopen. Honk 2 en 3 moet je altijd vasthebben. 3. VELDPARTIJ a. Je kunt een honkloper altijd uitmaken door deze te tikken met de bal voordat hij / zij het honk vastheeft. b. Bij een gedwongen loop kun je iemand ook uitmaken door te branden op het honk. c. Als honkman moet je altijd aan de binnenkant van je honk staan, waarbij de helft van het honk van jou is. d. De pitcher moet de bal altijd onderhands aangooien. e. Als catcher ben je verplicht om een masker te dragen.
Indian Dutch: Locatie: LOCATIE: SPORTHAL VONDERSWEIJDE - Leerlingen moeten voordat ze naar binnen gaan eerst de schoenen buiten schoonmaken!! - De leerlingen mogen niet via de hoofdingang Vondersweijde binnenkomen, maar alleen aan de achterzijde!! - Pionnen staan in een W vorm, 3 op de achterlijn en 2 ervoor Spelregels 1. Probeer de 5 pionnen bij de tegenstanders om te gooien. Per omgegooide pion ontvang je 1 punt. Er wordt gespeeld met 2 ballen. Je mag niet over de helft. Is een potje gewonnen, dan wisselen van kant. 2. Je kunt dus meerdere potjes spelen. Wanneer het eindsignaal gaat kijkt de scheidsrechter hoeveel pionnen er elk team heeft omgegooid. Tel alle punten bij elkaar op en je hebt de uitslag. 3. Je kunt iemand afgooien door de bal rechtstreeks tegen zijn lichaam aan te gooien. Degene die af is gaat aan de zijkant op eigen helft zitten. 4. Je mag WEL afweren! Alleen met de hand! via de hand tegen een ander lichaamsdeel is AF! 5. Hoofd telt niet. De scheidsrechter bepaalt. 6. Bij een vangbal mag een speler uit je eigen team weer het veld in. Een vangbal(dubbelvang) via een teamgenoot is ook een vangbal! 7. Bij een vangbal is de speler die heeft gegooid NIET af. 8. Wanneer er een pion bij de tegenstanders wordt omgegooid mogen alle afgegooide spelers het veld weer in. 9. Zelf de pion per ongeluk om laten vallen telt ook mee, goed opletten dus! 10. Geen discussie met de scheidsrechters! Doet een lln dit wel dan wordt hij/zij naar het wedstrijdsecretariaat verwezen! (Daar door een gymdocent juiste aanpak hanteren) (Indien een meisjes groep speelt tegen vooral een jongens klas, dan gooien de jongens vanachter de drie-meter lijn.)
UNIHOCKEY Pupillen-kunstgrasveld Quick 20 - Er wordt gespeeld op 4 velden - Docenten/CIOS studenten worden ingezet om te fluiten - Wisselsignaal: begin tijd is eindtijd en vice versa - 1 team wordt gesplitst in 2-en: een a en b team - We spelen 4 tegen 4! Minder of meer kan in overleg! - Lln spelen 4 wedstrijden van 7 minuten 1. Het spel begint met een face-off op de middenstip. Hierbij staan twee spelers, één van elk team, tegenover elkaar met hun stick naast de bal. Na het fluitsignaal van de scheidsrechter proberen beide spelers de bal naar hun speelhelft te spelen. Ook na elk doelpunt wordt het spel met een face-off hervat. 2. Het spelen van de bal met de stick is uitsluitend toegestaan onder de knie. 3. De speler mag de bal opvangen en stoppen met zijn voeten, benen en romp, maar niet met zijn handen, armen of hoofd. 4. Een voetpass naar een teamgenoot of scoren met een voetpass is niet toegestaan. 5. De bal mag met beide kanten van de stick worden gespeeld. 6. De speler mag met zijn stick niet op de stick of het lichaam van de tegenstander slaan, of zijn stick tussen de benen van de tegenstander steken. 7. Voor het doel ligt een gebied waar niemand mag komen. 8. Grof spel is niet toegestaan. 9. Na elk doelpunt begint het spel weer met een face off in het midden! 10. Bij een vrije slag voor de tegenpartij moet je altijd minimaal 3 meter afstand houden met je stick. 11. Je mag het hele speelveld gebruiken, dus achter de doelen mag er ook verder worden gespeeld. 12. Als er een dusdanige ernstige overtreding wordt gemaakt, zodat er een doelpoging wordt belemmerd volgt een penalty. Hierbij mag je vanuit het midden van het veld schieten op doel zonder een keeper in het doel.
VOETBAL LOCATIE: Kunstgrasvelden 3 en 4 van Quick 20 - Alle wedstrijden duren 15 minuten. - Wisselsignaal: begin tijd is eindtijd en vice versa. De tijd loopt door, dus snel wisselen betekent meer speeltijd. - Leerlingen spelen ongeveer 3 wedstrijden - Ieder veld is genummerd. - Docenten zijn ingedeeld om te fluiten. - Wedstrijdbriefjes worden opgehaald. VOETBAL Eerstgenoemde team speelt met hesjes en krijgt aftrap. Na elk doelpunt wordt de bal door het andere team op de middenlijn uitgenomen door een aftrap. Er wordt gespeeld op halve voetbalvelden 7 tegen 7 met keeper (tenzij in overleg met de scheidsrechter een ander aantal wordt afgesproken) Er mag doorlopend gewisseld worden aan de zijlijn Er mogen geen slidings gemaakt worden. Als een bal buiten het speelveld komt dan wordt deze ingegooid door het andere team. Lichamelijk contact is toegestaan, maar grof spel moet direct afgefloten worden. Als je een overtreding maakt krijgt het andere team een vrije bal op de plaats van de overtreding. Je mag de bal niet met je handen of armen spelen. GEEN VOETBALSCHOENEN!
(BEACH)VOLLEYBAL LOCATIE: Omni sportvereniging, Vondellaan 12-1 team wordt gesplitst in 2-en: een a en b team - Alle wedstrijden duren 7 minuten. - Wisselsignaal: begin tijd is eindtijd en vice versa. De tijd loopt door, dus snel wisselen betekent meer speeltijd. - Leerlingen spelen 4 wedstrijden - Ieder veld is genummerd. - Docenten zijn ingedeeld om te fluiten. - Wedstrijdbriefjes worden opgehaald. (BEACH)VOLLEYBAL - We spelen 4-4, minder of meer kan in overleg! - Je begint het spel door de bal ONDERHANDS in het spel te brengen - De 2 e bal MAG gevangen worden. Wanneer je merkt dat dit niet (meer) nodig is. Kun je als wedstrijdleiding bepalen om deze regel af te schaffen. - Als de bal de lijn raakt is de bal in. - Je hebt een punt als je de bal bij de tegenpartij op de grond weet te krijgen. - Je mag het net NIET aanraken. Doe je dit wel krijgt de tegenpartij een punt. - We spelen 7 minuten, het team dat na 7 minuten de meeste punten heeft wint de partij. Bij winst verdien je 3 punten bij een gelijkspel 1 punt en bij een verloren partij dus 0 punten.