i 1 1 f] Fonds Werktijd vermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven I^ '\F F WG G R A F I M E D I A F O N D S E N STICHTING FONDS WERKTIJDYJERMINDERING OUDERE WERKNEMERS IN DE GRAFISCHE BEDRIJVEN
stichting Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven Jaarverslag AUJ. J. 37e boekjaar ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON 020 5418418 INTERNETWWW.GRAFIMEDIAFONDSEN.NL
1. PROFIEL 2. KERNCIJFERS 3. VERSLAG VAN HET BESTUUR Voorwoord Ontwikkelingen boekjaar 2011 Financiële gang van zaken Statutaire functionarissen 4. JAARREKENING 2011 Balans per 31 december 2011 Staat van baten en lasten boekjaar 2011 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2011 Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten 5. OVERIGE GEGEVENS Statutaire winstverdeling Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 7 7 9 15 17 18 18 21 23 27 27 28 fwg Jaarverslag 2011 pag. 3
PROFIEL Het Fonds Vi/erktijd verminder ing voor oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven (FWG), beter bekend als het VUT-fonds, verzorgt sinds 1979 de VUT-regeling voor deelnemers die onder één van de grafische cao's vallen en op grond van hun functie deelnemen. Daarnaast w/orden door FWG ook de administratie en het vermogensbeheer gevoerd van de VUT-regeling voor dagbladjournalisten. Opdrachtgevers van het fonds zijn de sociale partners in de grafische bedrijfstak. In de statuten van het fonds is onder artikel 2 de volgende doelomschrijving opgenomen: "Het Fonds heeft tot doel: aan degenen die als werknemer in de zin van deze statuten kunnen worden aangemerkt en die op grond van de - bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, geldende in de onder de werkingssfeer van het fonds vallende bedrijfstakken -getroffen regelingen inzake vervroegde uittreding^ vervroegd uit het arbeidsproces treden, een uitkering te verzekeren." De belangrijkste kenmerken van de regeling zijn: de VUT geldt alleen voor werknemers die deelnemen aan het FWG en die voldoen aan het zogenoemde 10-dienstjarencriterium; de werknemer ontvangt vanaf de VUT-gerechtigde leeftijd tot aan zijn pensioen een uitkering die afhankelijk is van het geboortejaar en/of het aantal dienstjaren; de regeling is flexibel. De deelnemers kunnen eerder of later uittreden dan de reguliere spilleeftijd. De uitkering wordt dan respectievelijk verlaagd dan wel verhoogd. CAO-partijen zijn naar aanleiding van de VUT-Pensioen-Levensloopwetgeving in 2005 overeengekomen om de VUT-regeling met ingang van 1 januari 2006 af te bouwen. Uitsluitend deelnemers die vóór 1950 geboren zijn en die voldoen aan de voorwaarden kunnen nog van de VUT-regeling gebruikmaken. Dit betekent dat de regeling na 2014 niet meer bestaat. De VUT-regeling is gebaseerd op een omslagsysteem. Het bedrag dat jaarlijks nodig is voor de uitkeringen wordt door de werkenden in de branche opgebracht. Met de premie en de eventuele beleggingsopbrengsten worden de VUT-uitkeringen betaald. Het beleid van het fonds wordt bepaald door een bestuur dat bestaat uit een vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers uit de branche. fwq Jaarverslag 2011 pog. 5
Aan het einde van resp. o\/er de jaren 2007 t/m 2011 Bedragen in duizenden euro's Aantal werkgevers Aangesloten werkgevers 2.592 Aantai werknemers Geregistreerde werknemers' Werknemers met VUT-uitkering 36.071 2.108 38.172 2.791 42.366 2.922 47.943 2.922 49.568 3.121 Loon en premies Premieloon* Premieopbrengsten Premie % grafici Premie % aanvullingskas APD voor 1950 Premie % aanvullingskas APD vanaf 1950. Premie % dagbladjournalisten voor 1950 Premie % dagbladjournalisten vanaf 1950 1.161.538 1.377.834 47.168 56.689 3,85 4,0 1,80 1,8 0,90 0,9 8,0 8,0 3,5 1.531,239 J62.947 il 4,0 1,8 0,9 8,0 3,5 1.627.672 ] 87.594 ; 5,0; 1,8 ' 0,9 8,0 3,5 1.545:630 80.264 5,0 1,8 0,9 3,5 3,5 Uitkeringen Uitkeringslasten VUT 46.282, 56.674 I :! 65.513 I 75.892 89.022 Administratiekosten Administratiekosten In % van premieloon' In % van uitkeringslasten 3.073 0,261 6,64 1 3,357 0,24 5,92 f i 3.510 1 0,23 5,36 3.225. 0,20 I 4,24 i 3.078 0,20 3,46 Beleggingen Balanswaarde beleggingen Beleggingsopbrengsten Beleggingsrendement % 16.094 528 3,3 15.578 I 190 I 1,3 8.800 I 579 3,6 14.348 I 789 1 4,3;. 23.169 282 1,0 Reserve Dagbladjournalisten.. 4.637 4.254 Voorziening Ingegane verplichtingen Grafici Voorziening ingegane verplichtingen Hiervan nog niet beschikbaar Beschikbaar ) 37.000 i 22.335 14.665 58.450 77.440 44.274 57.824 14.176 19.616 90,910 64.250. 26.650 121.990 103.752 18.238 Dagbladjournalisten Voorziening ingegane verplichtingen Hiervan nog niet beschikbaar 2.609., _ 5.140 c 7.410 304 9.090 3.531 14.880 10,165 Beschikbaar 2.609 5.140. 7.106 5.559 4.715 Met itjgang van 2011 is de definitie van het premieloon aangepast. De branche is overgestapt van het SV-loon noar het verdiende brutoloon. fwg Jaarverslag 2011 pag. 6
VOORWOORD Met het jaarverslag 2011 legt het bestuur van het Fonds Werktijdvermindenng Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven (FWG) aan belanghebbenden verantwoording af over het gevoerde beleid. Daarnaast wordt op een aantal voor het fonds belangrijke terreinen een vooruitblik gegeven. De jaarrekening 2011 is door KPMG Accountants N.V. gecontroleerd en van een goedkeurende controleverklaring voorzien. De controleverklaring is opgenomen op pagina 27. Financiële positie FWG De economische crisis werkt ook door naar het FWG. De daling van het aantal deelnemers als gevolg van de sterke conjunctuurgevoeligheid van de grafimediaproducten versmalt het draagvlak. De premieopbrengsten zijn ook in 2011 verder afgenomen. Daar staat echter tegenover dat er substantieel minder beroep wordt gedaan op de VUT-uitkeringen. Werknemers die voor het bereiken van de VUT-gerechtigde leeftijd worden ontslagen, veriiezen hun VUT-aanspraak doordat ze niet voldoen aan het lo-jaarscriterium. Ook oudere werknemers worden in het huidige economische klimaat getroffen door ontslag. Per saldo ontwikkelt het resultaat zich conform de eerder opgestelde ramingen. De ingegane verplichtingen voor deelnemers tot aan hun pensioendatum bedragen eind 2011 39,6 miljoen. Daarvan is 17,3 miljoen beschikbaar. Over de financiering van het potentieel tekort, eind 2011 ad 22,3 miljoen, zijn door werkgevers- en werknemersorganisaties tot en met 2014 afspraken gemaakt. Met de afspraken over de premiestelling kan naar verwachting aan alle verplichtingen van het fonds worden voldaan. Het belegd vermogen van het fonds is gestegen van 15,6 miljoen eind 2010 naar 16,1 miljoen eind 2011. Het beleggingsrendement van het fonds bedroeg in 2011 3,3%. Het hogere rendement ten opzichte van 2010 werd veroorzaakt door een daling van de marktrente in het kortetermijn segment van de vastrentende beleggingen en meer specifiek de staatsobligaties, waarin hetfonds voornamelijk belegd. VUT-regeling grafimedia Van de FWG-regeling grafimedia kunnen ultimo 2011 nog 803 deelnemers gebruikmaken. Ultimo 2010 lag dat aantal nog op 1.379 deelnemers. Wie geboren is in de jaren 1946 tot en met 1949 kan, als voldaan wordt aan de voorwaarden, gebruikmaken van een overgangsregeling. Het uitkeringsniveau en de uitkeringsperiode worden, afhankelijk van het geboortejaar en aantal dienstjaren, geleidelijk afgebouwd. De ingegane verplichtingen bedragen eind 2011 37,0 miljoen. Vorig Jaar was dat nog 58,5 miljoen. Beschikbaar is 14,7 miljoen {v.j. 14,2 miljoen). VUT-regeling dagbladjournalisten Ook In de CAO voor dagbladjournalisten is afgesproken dat het uitkeringsniveau en de uitkeringsperiode, afhankelijk van het geboortejaar, geleidelijk worden afgebouwd. Met ingang van 2008 is het Prepensioenfonds voor Dagbladjournalisten opgeheven. De aanspraken zijn overgegaan naar het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB), De bestaande VUT-regeling wordt gecontinueerd. Het VUT-fonds gaat er bij de berekening van de uitkering van uit dat de aan PGB overgedragen aanspraken worden ingezet voor de VUT. Van de VUT-regeling kunnen ultimo 2011 nog 59 dagbladjournalisten gebruikmaken. Ultimo 2010 lag dat aantal nog op 83 dagbladjournalisten. Voor de VUT-regeling van dagbladjournalisten bedragen de ingegane verplichtingen 2,6 miljoen (v.j. 5,1 miljoen). Het gehele bedrag is beschikbaar, daarnaast is er nog een reserve van 4,6 miljoen (v.j. 4,3 miljoen). ONTWIKKELINGEN BOEKJAAR 2011 In dit verslag wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de achterliggende externe en interne ontwikkelingen, de ontwikkeling in het aantal aangesloten werkgevers en deelnemende werknemers, de ontwikkeling in premie, uitkeringen en ingegane verplichtingen.en de kosten voor de uitvoering van de administratie van het FWG. Grafici In het verslagjaar zijn de VUT-regelingen door FWG uitgevoerd conform de in 2005 gemaakte CAO-afspraken. fvjg Jaarverslag 2Ü11 pog. 7
Wie geboren is in de jaren 1946 tot en met 1949 kan, wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden, op grond van de volgende uittredingsvoorwaarden met de VUT: Geboortejaar VLJT leeftijd VUT leèftijd Uitkêringshaogte o.b.v. 10 dj oib.v. 40'dj uaü'het laatste^ vaste brutoloon 1946 1947 '1948 1949!'62jr I >"62jr. imaximaal70% i 62'jren4mnd 62 jr en 2 mnd r maximaa! 70% 62jren8mnd.62jren4mnd maximaal 70%. 63 jr 62jren 6 mnd maximaal 70% Toelichting: De hoogte en duur van de uitkering zijn afhankelijk van het geboortejaar en het aantal dienstjaren. De VUT uitkering is gekoppeld aon een maximum (1 maal het uitkeringsloon volgens de Wet Finandering Sociale Verzekeringen). Premiesteiiir\g De premie voor de grafimedia VUT regeling bedraagt in 20113,85%. Hiervan wordt als werknemersdeel door de werkgever 2% ingehouden op het loon. Voor de periode 2011 2012 wordt nu een premie voorzien van 3,85% en voor 2013 van 2,2% waarvan 1,1% voor rekening van de werknemer. Het loonbegrip voor de grafimedia fondsen is met ingang van 1 januari 2011 aangepast. De branche is van het brutoloon sociale verzekeringen (het SVloon), naar het verdiende brutoloon overgestapt. De aanpassing was nodig omdat de overheid heeft aangegeven het SV loon en het fiscaal loon te willen uniformeren. Het begrip SV loon is vervallen. Er is voor gekozen om het in de pensioenwereld gebruikelijke brutoloon als uitgangspunt voor premieheffing te nemen. De wijziging is voor werkgevers en werknemers kostenneutraal doorgevoerd. Daarom is de premie met ingang van 1 januari 2011 veriaagd van 4% naar 3,85%, Aanvullingskas administratief dogbladpersoneel Voor het administratief personeel dagbladbedrijf dat gebruikmaakt van de grafimedia VUT regeling, is eerder een aanvullingskas opgericht. Dat was nodig om extra premie te kunnen heffen zodat de korting op de uitkering vanwege het ontbreken van voorwaardelijke extra pensioenaanspraken achterwege kon blijven. Voor werknemers geboren vóór 1950 is in het verslagjaar 1,8% aan premie betaald en voor het jongere personeel 0,9%. Deze premie blijft intact. Voorwaardelijke pensioenaanspraken pensioenfonds PGB Deelnemers aan PGB hebben een voorwaardelijk recht op extra pensioen over dienstjaren uit het verleden. Het FWG gaat er van uit dat deze aanspraken worden ingezet voor de VUT uitkering.. Het fonds vult vervolgens aan tot het afgesproken maximum. De voorwaardelijke aanspraken voor deelnemers geboren in de periode 1946 1949 zijn inmiddels door PGB onvoorwaardelijk toegekend. De toekenning heeft een verlagend effect op de uitkeringslasten van het FWG. Dagbladjournalisten Wie geboren is in de jaren 1946 tot en met 1949 kan, wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden, op grond van de volgende uittredingsvoorwaarden met de VUT: Gëboörtëjaai^ Uittfedingsleeftijd 1946. 62jaar '75%. 1947. 62jaaren4mnd ; 72%. 1948 62 jr en 8 mnd : 71% '1949 ',. 63jr I, 70% Uitkeringspercentage laatste vaste brütblaon (tijdelijk ouderdoms pensioen envut aanvulling) Toelichting: De hoogte en duur van de uitkering zijn afiiankelijk van het geboortejaar en gekoppeld aan een maximum (1,5 X het uitkeringsloon volgens de Wet Financiering Sociale Verzekeringen). De uitkering bestaat uit twee componenten: de naar PGB overgedragen waarde oan tijdelijk ouderdomspensioen (voorheen prepensioenaanspraken) en een aanvullingsdeel vanuit het VUT fonds tot het afgesproken percentage. fwg Jaarverslag 2011 pag. 8
Het voormalig Prepensioenfonds voor Dagbladjournalisten heeft de aanspraken van deelnemers met ingang van 1 januari 2008 premievrij gemaakt en overgedragen aan het pensioenfonds PGB. Het FWG gaat er bij de berekening van de uitkering van uit dat de naar PGB overgedragen aanspraken worden ingezet voor de VUT. De premieheffing voor dagbladjournalisten geboren vanaf 1950 is per 1 januari 2011 op 0% gesteld. Dit was mogelijk aangezien de reserves ruim voldoende zijn om de verplichtingen tot het einde van de regeling te dekken. De premie van de dagbladjournalisten geboren tot 1950 bedraagt in 2011 8% en wordt per 1 januari 2012 eveneens gesteld op 0%. Flexibele VUT Deelnemers kunnen op de standaardrichtleeftijd die voor hen van toepassing is, vervroegd uittreden. Eerder uittreden is mogelijk vanaf 60 jaar. Bij vervroeging van de VUT datum wordt de uitkering verlaagd. Uitstellen kan ook. De uitkering wordt dan verhoogd. Indexatie De VUT uitkering wordt aangepast aan de loonsverhoging voor zover overeengekomen in de CAO zoals die op de betreffende werknemer van toepassing was voordat gebruikgemaakt werd van de VUT, tenzij het bestuur besluit dat de financiële middelen van het FWG daarvoor niet toereikend zijn. Het bestuur heeft, rekening houdend met de financiële positie van het fonds, besioten om de ingegane VUT uitkering van grafici en administratief personeel dagbladbedrijf met ingang van 1 januari 2012 te verhogen met 0,5%. Op 1 januari 2012 zijn de ingegane uitkeringen van dagbladjournalisten met 1,5% verhoogd. VUT informatie Voor werknemers, die aan het Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven (ASF) deelnemen en voor wie de VUT gerechtigde leeftijd in zicht komt, organiseert het ASF VUT informatiebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten worden werknemers en hun partners voorbereid op het feit dat het niet meer deelnemen aan het arbeidsproces een verandering in de persoonlijke levenssfeer teweegbrengt. De voorlichting wordt door Timeos medewerkers gegeven over de grafische regelingen, sociale verzekeringen en van belang zijnde wettelijke voorzieningen. In het verslagjaar hebben 384 (v.j. 428) verzekerden/partners de bijeenkomsten bijgewoond. Met ingang van 1 januari 2011 bestaat de VUT bijeenkomst uit 1 dag. De kosten worden volledig betaald door het ASF. Wijzigingen in statuten en reglementen Met ingang van 1 januari 2011 is de definitie van het loonbegrip gewijzigd. Tot die datum werd het brutoloon sociale verzekeringen (SV loon) gehanteerd. Vanaf 1 januari 2011 wordt het brutoloon gehanteerd. De aanpassing is nodig omdat de overheid heeft aangegeven het SVloon en het fiscaal loon op korte termijn te willen uniformeren. FINANCIËLE GANG VAN ZAKEN Werkgevers In het verslagjaar nam het aantal aangesloten werkgevers met 8% af. De afname van de werkgelegenheid houdt verband met de zorgelijke economische situatie in de bedrijfstak. Aan het einde van 2011 waren 2.035 (v.j. 2.210) werkgevers bij het fonds aangesloten. De verdeling van het aantal werkgevers aan het einde van het jaar naar de verschillende sectoren van de grafimedia is aangegeven in het hiernavolgende overzicht. Sectoren 2011 ;20io..Grafische bedrijven i " ; 1.727, 1.874 Zeefdrukbedrijven 160. 176 Grafimedia CAO ; 1.887! 2.050 Reprografische bedrijven, (.49i 53 i Aan het grafisch bedrijf verwante,'. t bedrijven die uitsluitend op ] vrijwillige basis deelnemen i 81 87 Papiergroothandel ' 3' 3 Dagbladuitgeverij..,. 15. 17 Totaal,," 1 2:210 fwg Jaarverslag 2023 pog. 9
Werknemers Het aantal werknemers in dienst bij de aangesloten werkgevers daalde in het verslagjaar met 2,101 van 38.172 tot 36.071. De percentuele afname komt uit op 6% (v.j. 10%). Het aantal geregistreerde werknemers dat verplicht deelneemt aan het FWG bedraagt 32.619 per eind 2011. Op vrijwillige basis wordt voor 3.452 werknemers deelgenomen. De verdeling is in het onderstaande overzicht opgenomen. Dagblad" totaal Totaal journalisten ultirnó 2011 ultimo 2010 Geregistreerde werknemers op verplichte basis Geregistreerde werknemers op vrijwillige basis 29.523 3.452 3.096 32.619 3.452 34.456 3.716' Totaal aantal geregistreerde werknemers 32.975 3.096 38.172 Toelichting: Het aantal verplicht deelnemende grafische werknemers is in 2011 gedaald van 31.298 tot 29.523, een daling van 6%. Ook het aantal vrijwillig deelnemende grafische werknemers is gedaald, met 7% tot 3.4S2 (v.j. 3.716). Het aantal dagbladjournalisten is met 62 afgenomen tot 3.096 (v.j. 3.158). Per saldo komt de daling uit op 2%. Van de totale groep FWG-deelnemers kan op grond van de CAO-afspraken nog door maximaal 862 deelnemers van de herziene VUT/ prepensioenregeling gebruik worden gemaakt. Het hierna volgende overzicht geeft per geboortejaar het aantal werknemers aan dat nog zou kunnen uittreden. 'Geboortejaar Grafici Dagbladjournalisten '1949 ' 498 35 533 649 1948 212 17 229 :546. 1947 93 7 100.1 176 1946 n.v.t. n.v.t. ni.v.t.. 91 Totaal 1 803-. 59.-..^[.^;;..:;,'K::.-^j8e2} 1.462 Toelichting: Het maximum aantal werknemers dat nog van de VUT/prepensioenregeling gebruik zou kunnen maken, is in het verslagjaar gedaald van 1.462 naar 862. De afname wordt verklaard doordat in het verslagjaar geen nieuwe instroom heeft plaatsgevonden terwijl de meeste werknemers die VUT-gerechtigd zijn van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt fwg Jaarverslag 2011 pag. 10
Premie In het onderstaande overzicht worden de in rekening gebrachte premies en loonsommen in beeld gebracht, uitgesplitst voor grafici en dagbladjournalisten. Dagbladjournalisten; 2011 'zöiö' Premieloon ih miljoenen euro's Premieopbrengst lopend jaar in miljoenen euro's 1.157,3i 46,8! 1.209,0 50,1 4,31 168,8,,1 0,4; 6,6 1.161,6 47,2 1.377,8 56,7 In het overzicht zijn met betrekking tot 2011 de verwachte premieopbrengsten verantwoord en voor het jaar 2010 de definitieve premieopbrengsten Het verschil tussen de verwachte en de definitieve premie van 2010 bedraagt voor de grafici 0,1 miljoen negatief en voor de dagbladjournalisten 0,04 miljoen positief. Deze bedragen zijn in de jaarrekening verantwoord als premie over 'voorgaande jaren', onder het hoofd premies. De voorziening oninbare premies van de grafici is in 2011 gedaald van 0,4 miljoen naar 0,2 miljoen. Deze voorziening dient ter dekking van verwachte toekomstige verliezen wegens oninbaarheid van aan het einde van het verslagjaar nog van werkgevers te vorderen premie. Zowel aan het begin als aan het einde var\ het boekjaar was geen voorziening noodzakelijk met betrekking tot openstaande premies van de dagbladjournalisten. Het totale premieloon daalde in het verslagjaar met ruim 15% van C 1.378 miljoen tot 1.162 miljoen als gevolg van een afnemend aantal deelnemers en het stopzetten van de premie voor de dagbladjournalisten met geboortejaren vanaf 1950, De premieopbrengsten daalden voor de grafici met 7% tot 46,8 miljoen (v.j. 50,1 miljoen). Dit werd met name veroorzaakt door een daling van het aantal werknemers. De premieopbrengsten bij de dagbladjournalisten daalden fors (van 6,6 miljoen naar 0,4 miljoen) door het stopzetten van de premie voor de groep dagbladjournalisten vanaf 1950. Per 1 Januari 2012 is ook voor de overige dagbladjournalisten de premie op 0% gesteld.. fwg Jaarverslag 2011 pag. 11
In de onderstaande tabel worden de premiepercentages en maximum premiedagloon bedragen per subgroep in beeld gebracht. Totaal %'door werk percentage werk, Maximum premiegever verschuldigd! nemersdeel daglooniihieuro's 2Ö11 2010 2011: 2010 2011 2010 ' n. Grafimedia deelnemers 3,85; 4,00^ 2,0C ( r 2,00, 305,08. 279,98 : Dagbladjournalisten tot 1950 8,00;. 8 00, 3,20\ jl 3,20 1 283,32; 279,98 Dagbladjournalisten vanaf 1950.3,50 ( 1,40 1 283,32^ 279,98 Administratief personeel (ADP) 3,85 4,00 : 2,00. 2,00 i 305,08 279,98. [1 ( 1 ADP aanvultingskas: 1 geboortejaar voor 1950 1,80!. 1,80' 0,90; 1; 0,90, 305,08 \ 279,98 geboortejaar na 1950 0,90! 0,90 0,45!j. 0,45.' 305,08; 279,98 Uitkeringen Het fonds verstrekt aan grafici en dagbladjournalisten een VUT uitkering en neemt de bijkomende lasten voor haar rekening. Om gebruik te kunnen maken van de VUT regeling dienen de deelnemers aan de voor vervroegde uittreding geldende criteria, waaronder het zogenoemde lo Jaarscriterium, te voldoen. In geval van volledige arbeidsongeschiktheid kan geen gebruik worden gemaakt van de regeling. Onwikkeling aantal uitkeringen Het onderstaande overzicht laat de ontwikkeling in het verslagjaar zien van het aantal deelnemers dat een uitkering ontving op grond van de VUT regeling. Dagbladjournalisten Aantal deélnemersmet VUT uitkering per 1 januari 2.482 309 2.791 2:922 Toekenningimeteén: T volledige uitkering 447. 15, 462 666 deeltijd uitkering 6 0 6 14 453 15 468 680 Beëindigingen 1033 118 lisi Sil \ Aantal werknemers met VUT uitkering per 31 decenibe r' ' :^^lï9ö2 " Mutatie in het aantal werknemers met VUT uitkering, 580 103 i 206 2,791 > 683 131 Toelichting: In 2011 zijn 468 deelnemers ingeschreven in de VUT waarvan 6 deelnemers kozen voor een deeltijduitkering. In verband met pensionering of overlijden werden 1.151 uitkeringen beëindigd. De afname In 2011 met 683 deelnemers komt doordat de VUTregeling afgebouwd wordt. Daarom is de uitstroom groter don de instroom. fwg Jaorvsrshg 2011 pag. 12
Ontwikkeling uitkeringslasten De specificatie van de uitkeringslasten en de vergelijking ten opzichte van het vorig jaar zien er als volgt uit: Dagbladjournalisten Dagbladjournalisten Bruto uitkering 52.865 7.275. 60.140; 61.121!.8.320 69.441 ZVW premie vergoedingen 2^150. 2.150. 2.126, ; 2.126 Ontvangen Backservice resp 1 PPDBJ van PGB 11.400' 4.997 16.397, 10.809 ' 4.943, 15.752 Pensioenpremievergoeding 32 33S 370. 123 697 S20 Overlijdensuitkeringen 19 19' 39 39 1 ", ^mm. z.blb ^^5i ^g^^i 52.600 ^ i ^ ^56.674! De totale uitkeringslasten in 2011 bedroegen 46,3 miljoen (v.j. 56,7 miljoen). Een daling ten opzichte van het vorig Jaar met bijna 18%. De daling is naast een daling van het aantal uitkeringen een gevolg van de versobering van de voorwaarden. Zo wordt de pensioenpremie niet meer (geboren vanaf 1946) of niet meer volledig vergoed (geboren in of voor 1945), is het maximumuitkeringsloon veriaagd van 1,5 keer SV loon naar 1,0 keer SV loon voor grafische VUT gerechtigden geboren vanaf 1946 en wordt de uitkeringsperiode afhankelijk van geboortejaar en het aantal dienstjaren geleidelijk korter. Tevens is sprake van een hogere aanvulling uit PGB inzake onvoorwaardelijke backservice. Voorziening ingegane verplichtingen In de jaarrekening Is aangegeven welk bedrag in de komende jaren nog moet worden uitgekeerd met betrekking tot Vi/erknemers die per balansdatum reeds vervroegd waren uitgetreden. Per 31 december 2011 beliep het bedrag aan ingegane verplichtingen 37,0 miljoen voor de grafici en 2,6 miljoen voor de dagbladjournalisten. Het niet beschikbare deel ad 22,3 miljoen voor de grafici zal in de komende jaren door middel van premieheffing op basis van het omslagstelsel door de bedrijfstak worden opgebracht. Administratieopdracht en administratiekosten De uitvoering vsn de VUT regeling is uitbesteed aan Timeos. Het bestuur is verantwoordelijk voor het toezicht op de prestaties van de uitvoeringsorganisatie op het gebied van de administratievoering en het vermogensbeheer. Het fonds streeft ernaar om in 2012 te komen tot een schriftelijke uitbestedingsovereenkomst met Timeos. De in rekening gebrachte administratiekosten daalden in 2011 tot 3,1 miljoen (v.j. 3,4 miljoen). Deze daling is een gevolg van de afgenomen werkzaamheden. Zowel het aantal nieuwe toekenningen, als het gemiddeld aantal werknemers met een VUT uitkering, daalde ten opzichte van het voorgaande jaar. Uitgedrukt in een percentage van de premieloonsom bedroegen de administratiekosten 0,26% (v.j. 0,24%). In procenten van de uitkeringslasten bedroegen de administratiekosten 6,64% (v.j. 5,92%). Beleggingen In 2011 nam het belegde vermogen toe met 0,5 miljoen tot een bedrag van 16,1 miljoen, hetgeen een stijging betekende van 3%. De beleggingsopbrengsten waren met bijna 0,5 miljoen beduidend hoger dan vorig jaar (bijna 0,2 miljoen). De beleggingsportefeuille wordt sinds 2010 beheerd op basis van het zogenaamde 'cashflowmatching' principe. Hierbij lopen de ontvangsten uit de portefeuille zoveel mogelijk in de pas met fwg Jaarverslag 2011 pag. 13
de geplande uitgaven van het fonds. Het fonds wordt eind 2014, wanneer de VUT-regeling afloopt, beëindigd en het beleggingsbeleid is derhalve gestoeld op een vrij korte beleggingshorizon. Tevens wordt gedurende deze periode uitsluitend belegd In staatsleningen van landen van de eurozone met de hoogste waarderingsclassificatie en dus met zo weinig mogelijk kredietrisico. Ultimo 2011 bedroeg het effectieve rendement van de obligatieportefeuille 0,6% (v.j. 1,3%). De beleggingsopbrengsten, inclusief de interest rekening-courant met de uitvoerder Timeos, bedroegen over 2011 bijna 0,5 miljoen (v.j. 0,2 miljoen). Hiervan bedroeg het directe resultaat 0,5 miljoen (v.j. 0,5 miljoen) en het saldo van gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties, het indirecte resultaat, was nagenoeg nihil (v.j. 0,3 miljoen negatief). Het hiermee behaalde totaal rendement op basis van waardering naar marktwaarde bedroeg 3,3% {v.j. 1,3%). Het hogere rendement ten opzichte van 2010 werd veroorzaakt door een daling van de marktrente in het kortetermijnsegment, waar het fonds voornamelijk in heeft belegd. Toekomstparagraaf In de nieuwe CAO voor de Grafimedia zijn afspraken gemaakt over de afbouw van de premieheffing. Deze afbouw vindt plaats in 3 stappen: - per 1 Juli 2012 van 3,85% naar 2,85%; - per 1 Januari 2013 van 2,85% naar 1,3%; - per 1 januari 2014 naar 0%. Vanaf januari 2012 zijn de premieheffingen van alle groepen dagbladjournalisten op 0% gesteld. Deze premieafspraken zijn naar verwachting voldoende voor de financiering tot het einde van de looptijd van de regeling. De beleggingsopbrengsten worden over de afzonderlijke regelingen binnen het fonds verdeeld op basis van het gemiddeld belegd vermogen gedurende het boekjaar. Aan grafici en dagbladjournalisten werd respectievelijk 0,25 en 0,28 miljoen toegerekend. fwg Jaarverslag 2011 pag. 14
STATUTAIRE FUNCTIONARISSEN Per 31 december 2011 Bestuur FWG De bestuurssamenstelling is tijdens het verslagjaar gewijzigd: De heer T,W. van den Broek is per 1 januari 2011 afgetreden en de ontstane vacature is niet ingevuld. De heer F. de Haan is per 1 januari 2011 opgevolgd door de heer B. van Iren. De heer B. van Iren Is benoemd tot voorzitter van werknemerszijde. De heer M. de Mooij is per 1 januari 2011 opgevolgd door de heer J,K, Warnaar. De heer J.K. Warnaar is benoemd tot secretaris van werknemerszijde. De heer L.J. Hoogenboom is per 1 april 2011 opgevolgd door de heer M.M. Jansen. De heer H.A. Elzerman is per 1 mei 2011 opgevolgd door de heer P.J.J. Nijenhuis. De heer drs R. Degenhardt is per 1 september 2011 afgetreden en de ontstane vacature is niet ingevuld. De heer Hoogenboom heeft zich gedurende tientallen Jaren voor de sociale fondsen ingezet. Begin 2012 is hij helaas overleden. Wij zijn hem zeer veel dank verschuldigd voor zijn inzet gedurende zijn actieve Jaren. Het bestuur heeft besloten om de bestaande vacatures van werkgeverszijde en werknemerszijde voorlopig niet in te vullen. Het aantal bestuursleden is daardoor in de praktijk op zes gesteld in plaats van acht. De bestuursleden worden volgens een rooster van aftreden voor vier jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbenoembaar. Voor de samenstelling van het bestuur per ultimo 2011 zie de tabel. Commissie Dagbladjournalisten Aangewezen door de Groep Nederiandse Dagbladpers (behorend tot het Nederiands Uitgeversverbond); R.W. Schets. Aangewezen door de Nederlandse Vereniging van Journalisten: B. de Jong. Uitvoeringsorganisatie Het bestuur heeft de'uitvoering van de administratie, het.vermogensbeheer en de bestuursondersteuning uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie, Timeos. Om dit nadervorm te geven zal tussen Timeos en FWG een uitbestedingsovereenkomst met een service level agreement worden afgesloten. Amsterdam, 5 juni 2012 Bestuur van Stichting Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven. Voorzitters: B. van Iren W.F. Nak Secretarissen: M.M.Jansen J.K. Warnaar Functie * Aanwijzende Aftreden volgens organisatie *.'" B. van Iren, M.M. Jansen W.F. Nak P.J.J. Nijenhuis R.W. Schets J.K. Warnaar voorzitter secretaris voorzitter lid lid secretaris FNV KiEM KVGO KVGO NVJ KVGO CNV Media ultimo 2015 ultimo 2015 ultimo 2014 ultimo2q15 ultimo 2012 ultimo 2014 L De heren Van Iren en Warnaar waren in 2011 fungerend voorzitter resp. secretaris. Werkgeversorganisatie: Koninklijk Verbond voor Grafische Ondernemingen (KVGO). Werknemersorganisaties: FNV Kunsten Informatie en Media (FNV KiEM); CNV Media; Nederlandse Vereniging voor JournaÜsten fwvjj. fwg Jaarverslag 2011 pog. 15
,J 1^ \ - -.
...., ' (..! Jaarrekening'2011 Balans per 31 december 2011 ACTIVA Beleggingen " " " r ': ' t ' " i.).. 1 In duizenden euro's IïT!3 Obligaties <; 16.094 15,578 '.! Vorderingen op korte termijn 1 Lopende intrest.\ 272 286 Werkgevers '5.459 5,759 Timeos 1.592 Overige vorderingen * " '' 333 202 j 6.064 7.939 '.. "., 1 Geldmiddelen '! 3.265 Totaai activa 25.423 27.066 3.S49 / '. ' 1 *! PASSIVA Reserve Dagbladjournaijsten,4.637 4.254 ^^ ;; " 1 \ > _ ' i Voorziening ingegane verplichtingen " Grafici Dagblad _ journalisten ' Benodigde voorziening ingegane verplichtingen 37.000.2.609, 39.609 63.590 Hiervan nog niet beschikbaar 22.335 T" 22.335 : 44.274 Beschikbaar vermogen ; 14.665 2.609 17.274 1 19.316 Schulden op korte termijn 1 Overige schulden,3.512 ir 3.4961 1 25.423 1. _, ;.. ^ 27.066 fv\/g Jaarverslag 2011 pog. 17
Staat van baten en lasten boekjaar 2011 ^ ^ ^ ^ ^ Grafici., Dagblad- < ' journalisten. - _ BATEN... 1 Premies ' 46.792 376. 47.168 Opbrengst beleggingen -.-249.'., '. 279- - -528! Mutatie voorziening ingegane 2.531 " 2.5311 verplichtingen ' i ' 47.041 3.186 50.227^!- In duizenden euro's UtVÊ 56.689' - 190 7.406 LASTEN Uitkeringen,' 43.666 2.616 46.282 1 Administratiekosten 2.SS6 1S7 3.073 Mutatie.voorziening ingegane i verplichtingen 489 489 1 ) 56.674 3.357 li 1 47.041 2.803 :49.844p Saldo toegevoegd aan de reserve 383 383! dagbladjournalisten 1 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2011 (Bedragen in duizenden euro's) De Stichting Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven (FWG) is statutair gevestigd te Amsterdam en verzorgt de VUT-voorziening voor werknemers in de Grafimedia. De statutaire doelomschrijving luidt als volgt: "Het Fonds heeft tot doel: aan degenen die als werknemer in de zin van deze statuten kunnen worden aangemerkt en die opgrond van de-bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, geldende in de onder de werkingssfeer van het fonds vallende bedrijfstakken-getroffen regelingen inzake vervroegde uittreding, vervroegd uit het arbeidsproces treden, een uitkering te verzekeren," GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen Dejaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de Jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten fv/g Jaarverslag 2011 pag. 18
Jaarrekening 2011 en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Voortschrijdend inzicht kan ertoe leiden dat de schattingen, voor zover van materieel belang, aangepast worden en daarmee ook de prognose. De financiële verwerking van deze aanpassingen vindt plaats in de huidige verslagperiode. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en nagenoeg alle of alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, v/ordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post 'nog af te wikkelen transacties' Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd ais nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake Is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig afte wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze afte wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Overig Voor zover niet anders is aangegeven worden baten en lasten opgenomen in het resultaat van hetjaar waarop zij betrekking hebben. AaiVA Beleggingen Obligaties Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. fwg Jaarverslag 2011 pag. 19
Vorderingen op korte termijn Werkgevers De vorderingen op werkgevers worden gewaardeerd op de nominale waarde verminderd met de noodzakelijk geachte voorzieningen wegens oninbaarheid. PASSIVA Reserve De reserve Dagbladjournalisten betreft het verschil van de activa, voorziening ingegane verplichtingen en de schulden van de regeling Dagbladjournalisten. De reserve dient als buffer voor toekomstige risico's en verplichtingen. Voorziening ingegane verplichtingen De benodigde voorziening voor ingegane verplichtingen betreft een voorwaardelijke verplichting. De benodigde voorziening is gebaseerd op de totale verplichting voor toekomstige lasten inzake uitkeringen aan tot en met 31 december van het boekjaar vervroegd uitgetreden werknemers tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Deze verplichtingen zijn gewaardeerd op nominale waarde naar de stand per 31 december van het boekjaar. Er is geen rekening gehouden met de mogelijkheid van overlijden en evenmin met een eventuele aanpassing van de uitkeringen als gevolg van de loonontwikkeling en wijzigingen in de premieheffing. Omdat sprake is van een voorziening voor ingegane verplichtingen is in de benodigde voorziening niet inbegrepen de verplichting voor medewerkers die conform de regeling al aanspraak kunnen maken op een uitkering maar dit niet hebben gedaan. De uitkering van deze deelnemers wordt wel respectievelijk verhoogd bij later uittreden onder voorwaarde dat uittreding plaatsvindt voor de pensioengerechtigde leeftijd. De in de jaarrekening verantwoorde voorziening ingegane verplichtingen voor grafici betreft per saldo het vermogen dat wordt bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Daar de premie op basis van het omslagstelsel wordt vastgesteld, worden maximaal de beschikbare middelen als voorziening verantwoord. De uitkeringsverplichting kent hiermee een voorwaardelijk karakter dat afhankelijk is van het uitgangspunt van de bedrijfstak dat ook in de toekomst de benodigde premie door de bedrijfstak zal worden opgebracht. Over deze financiering zijn tot en met 2014 bij CAO afspraken gemaakt. Bepaling resultaat De beleggingsopbrengsten worden verdeeld op basis van het gemiddeld belegd vermogen van de afzonderlijke regelingen gedurende het boekjaar. De administratiekosten worden aan de regelingen toegerekend op basis van verdeelsleutels. Het saldo van de staat van baten en lasten muteert de voorziening ingegane verplichtingen of de reserve. De premie-inkomsten van 2011 zijn gebaseerd op schattingen. Zodra de definitieve looncomponenten over 2011 bekend zijn, vindt er een verrekening plaats. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening waren nog niet alle definitieve looncomponenten voorhanden. Het restant wordt verwerkt in de jaarrekening 2012. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging van de bestuurders bedroeg in het verslagjaar 11 (v.j. 32). fwg Jaarverslag 2011 pag. 20
Jaarrekening 2011 Toelichting op de balans In duizenden euro's Activa 2011 2010 Beleggingen. Obligaties i. '^' Balanswaarde einde vorig boekjaar ' 15.578, 8.800 Aankopen 6.209, 17.240 Aflossingen en verkopen 5.914 ' 10.573 111 Herwaardering ; "Vi.. 111 16.094 15.578 De nominale waarde einde boekjaar bedraagt 15.310 (v.j. 14.910. Ultimo 2011 bedroeg de gemiddelde couponrente van de obligatieportefeuiilè gemeten naar nominale waarde 3,1% (v.j. 3,6%) bij een gemiddelde looptijd van 2,1 jaar (v.j. 2,3 jaar). Vorderingen op korte termijn Werkgevers Premies vastgesteld na einde boekjaar Te vorderen premies Voorziening wegens oninbaarheid I 1 4.330 ' 1.306! : 177 ) 4.211 1.925 377 5.459 5.759 waarvan met betrekking tpt: Grafici Dagbladjournalisten 5.459 1 i 1 < \ 5.417 342 S.459 5.759.. ' Voorziening wegens oninboarheid Balanswaarde einde vorig boekjaar Dotatie Onttrekking' 377 i ; 28;.". 228 1 1 476 ' 37 62 177 377 Overige vorderingen Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) Uitkeringsgerechtigden Inkoopregelingen FWG.. ' 1 330, 3 ' 333.116 5.81 t ï 202 Geldmiddelen Bankrekening tbv Uitkeringen Bankrekening tbv Beleggingen 3.275. 10, 3.557 8 3.265 3.549 De geldmiddelen bestaan uit banksaldi en staan ter vrije beschikking van de stichting. fwg Jaarverslag 2011 pog. 21
Toelichting op de balans In duizenden euro's Reserve dagbladjournalisten 1 Baianswaarde einde vorig boekjaar 4.254 Saido staat van baten en lasten. 383 Balanswaarde einde'boekjaar 4.637 ^^^IHES 4.254 SS Voorziening ingegane verplichtingen Grafici Dagbladjournalisten Balanswaarde aanvang boekjaar 14.176 5.140 19.316 Mutatie vanuit de staat van baten en lasten 489-2.531-2.042 Baianswaarde einde boekjaar 14.665 2.609 ; 17.274 ^^'^;^^^^^ De ingegane verplichtingen voor grafici bedragen eind 2011 37,0 miljoen. Daarvan is 14,7 miljoen beschikbaar. Over de financiering van het potentieel tekort, eind 2011 ad 22,3 miljoen, zijn door werkgevers- en werknemersorganisaties tot en met 2014 afspraken gemaakt.! Met de afspraken over de premiestelling kan naar verwachting aan alle verplichtingen van het fonds worden voldaan. Overige schulden Pensioenpremie.én premie zorgverzekeringswet 'Loonheffing Werkgevers Timeos FWG-uitkeringen Overig 2.071 1.172 175 34 60 1,853 1.468 136 39 Balanswaarde einde boekjaar fwg Jaarverslag 2011 pag. 22
Jaarrekening 2011 Toelichting op de staat van baten en lasten In duizenden euro's Premies Grafici Dagblad-. journalisten Lopend jaar 46.931 341 47.272 57.124 Voorgaande jaren 111 35 76 472 Mutatie voorziening wegens oninbaarheid -. 28 28 37 46.792 376 47.168 ^ï^;689.^i.,' \ I Voor het jaar 2011 werden de volgende premiepercentages vastgesteld; - 3,S5% voor Grafimedia deelnemers - 1,8% voor Administratief Personeel Dagblad met geboortejaren tot 1950-0,9% voor Administratief Personeel Dagblad met geboortejaren vanaf 1950-8,0% voor Dagbladjournalisten met geboortejaren tot 1950 - nihil voor Dagbladjournalisten met geboortejaren vanaf 1950 De premie is geheven over een geraamde loonsom 2011 van circa 1.162 miljoen {v.j, circa 1.378 miljoen). fwg Jaarverslag 2011 pag. 23
Jaarrekening 2011 BATEN Opbrengst beleggingen 1 ' " li Obligaties Intrest 483 485 Indirect resultaat 18 301' 1' f 501 184 Diversen Intrest 27 6 'opbrengst beleggingen i! 528 190 LASTEN!: Uitkeringen Grafici Dagbladjournalisten ' ' Bruto uitkeringen 52.865 7.275 60.140 69.441 ZVW premie vergoedingen 2.150 2.150 2.126 Ontvangen Backservice resp. PPDBJ van PGB* 11.400 4.997 16.397 15.752.Pensioenpremievergoeding 32 338 370 820 Overlijdensuitkeringen 19 19 39 il 43.666 2.616 ;; 46.282 56.674 " Backservice: deelnemers aar) PGB hebben een voorwaardelijk recht op extra pertsioen over dienstjaren uit het verlden. PPDBJ: het voormalig Prepensioenfonds voor Dagbladjournalisten heeft de aanspraken van deelnemers met ingang van 1 januari 2008 premievrij gemaakt en overgedragen aan PGB. Beide aanspraken kunnen worden ingezet voor de VUT uitkering en hebben een verlagend effect op de uitkeringslasten van het FWG. fwg Jaarverslag 2011 pag. 24
Risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van risico's- De belangrijkste beleidsinstrumenten betreffen beleggingsbeleid, premiebeleid en toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analysesten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in het premiebeleid en in beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. Premiebeleid Het bestuur bepaalt jaarlijks de kostendekkende premie voor deelname aan de regeling. LJit de laatste analyse op basis van öe gegevens van eind 2011 blijkt dat de voorgenomen premie tot het einde van de regeling kostendekkend is. De belangrijkste onderkende risico's aangaande beleggingen betreffen kredietrisico en liquiditeitsrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven en banken waar deposito's worden geplaatst. Beheersing vindt plaats door het aanbrengen van voldoende spreiding over individuele partijen. Gedurende het boekjaar is het kredietrisico gereduceerd door de belangen in obligaties van financiële instellingen en in overige leningen geheel af te bouwen ten gunste van het belang in euro-staatsobligaties met de hoogste waarderingsclassificatie. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Inzake het liquiditeits risico kan worden gemeld dat de som van de volgende onderdelen het risico afdekt: de inkomende premies in het boekjaar; aflossingen en rente op vastrentende waarden; het saldo aan liquide middeien. Verder zijn ultimo 2011 voldoende beleggingen die relatief snel, zonder direct waardeverlies te leiden, te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. Vastgesteld in de op 5 Juni 2012 in Amsterdam gehouden bestuursvergadering. Voorzitters: B. van Iren W.F. Nak Secretarissen: M.M-Jansen J,K, Warnaar fwg Jaarverslag 2011 pag. 25
f, I. /7-- h ^^^' A ^ f A ^ y r".:/ n r" o Ot. r r^ %. ^::^\ iïi vr-* r\ <. \ /, r. -^v l.(t'. (r ts K'..."'.S +J Tf. f-x \. ' ' T??*.^ \ IW^^^ ^ssss^ / \ ^ \ \