Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen



Vergelijkbare documenten
1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET

bosplantsoen Dunnen van

Erfbeplantingsplan Ploegstraat 26 Someren-Heide

De verschillen tussen de onderhoudsniveaus basis en accent zijn aangegeven in de tekst door middel van een onderstreping.

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan

Erfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel. i.o.v. dhr. C. van Thiel

REGELS BIJLAGE 15 INPASSINGSPLAN PLOEGSTRAAT 26 EN PLOEGSTRAAT ONGENUMMERD (NAAST 26)

Erfbeplantingsplan Ruiter 28 Someren

Landschappelijke inpassing

Erfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel. i.o.v. dhr. C. van Thiel

Onderwerp : Landschappelijke inpassing De Hees 63, Kronenberg MEMO Projectnummer : 211x06961 Datum : 7 augustus 2015

Landschappelijk Inpassingsplan - Toelichting

Landschapsplan in het kader van

Stedebouwkundig plan Bosstraat 50 te Dichteren (Doetinchem). Voorstel voor de beplanting rondom de locatie.

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN

groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015

DEFINITIEF ONTWERP landschappelijke inpassing warehouse aviko

REGELS BIJLAGE 21 INPASSINGSPLAN RUITER 28

i I Terstegen -lumen In opdracht van: Rinus van Dijk Beusichemseweg MD Houten Terstegen Tuinen Veldachterserf KV Houten

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

landschappelijke inpassing Silopark

Houtsingels en vogelbosjes

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens

Onderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324

Beplantingsplan. Recreatiepark Elsendorp Rapportnummer Beplantingsplan Recreatiepark Elsendorp, september 2014

Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning

: Advies landschappelijke inrichting Lidl MEMO

Landschappelijk inpassingsplan

Beplantingsvisie Herinrichting buitenruimte Europarei te Uithoorn

Notitie beoordeling houtwal

Erfverbeteringsplan. Fam. Hamming Beerzerweg 28 INHOUD. 1) Aanleiding 2) Situatie 3) Foto collage verbeterpunten

Landschappelijke inpassing

Definitie bosplantsoen Bosplantsoen is een houtachtige beplanting met inheemse gewassen

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

Plant Goed aanbevelingslijst

NOTITIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

Asingapark als het aktiviteitencentrum van Ulrum.

Verharding-zwerfafval fijn en grof A+ A B C D. Er ligt redelijk veel fijn zwerfafval. Er ligt redelijk veel grof zwerfafval.

Index Natuurbeheer Landschapselementen

ª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies

MINICAMPING LEEUWE PLAN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. eigenaar: fam. A. Leeuwe Zuidwelleweg SG NOORDWELLE. plan datum: 20 juli 2010

camping de Weeltenkamp 2670 m2 700 st. bomen 475 st. struiken 405 m2 100 st. bomen 75 st. struiken 15 hazelaar 40 kardinaalsmuts 20 krent

Beheerplan Beatrixpark Regulier Groot Onderhoud 2016/2017

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan

Voorbeelduitwerking landschappelijke inrichting cluster 1: woningen Deurningsestraat

Toetsingsrapport Landschappelijke inpassing

Versie Groencommissie: Franc Magnee Dirk Wendt Frans van der Meijden

h e t o v e r v e e n

landschapsplan Udenseweg 45, Zeeland

Soorten te gebruiken in houtkanten

Herstel Groene structuren Hasseler Es fase 3b Uitvoering: Najaar 2012

Werken aan het Morslint.

Tiny Forest; levert het iets op?

Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

Beplantingsplan vleeskuikenhouderij Struiken 3a Maasbree Drissen CV

Boomwaardebepaling begraafplaats Rhijnhof in Leiden

De hieronder besproken woonwijken zijn verduidelijkt met kaartmateriaal en aangepaste richtlijnen in functie van het algemeen groenonderhoud.

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Landschappelijke Inpassing Heikantsestraat Ulicoten

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.

G e m e e n t e I J s s e l s t e i n

Landschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen.

Winst voor ons landschap

Bedrijfslandschapsplan Hippisch Centrum Groesbeek. In het kader van het Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma (GUP) Bedrijfsgegevens:

VAN HEEMSTRAWEG. Definitief Beplantingsplan

Landschappelijk Inpassingsplan

Erf beplantingsplan Bruggertweg 1a Beltrum

Beheerplan Beatrixpark Interventie 2016/2017

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ADRIAANS - MILHEEZE

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

Pierikstraat 16 Gaanderen

Erfinrichtingsplan Oostermeenweg 4 Lievelde

Beelden van de openbare ruimte. Pocketversie Beheercatalogus

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Groenschets. Ten behoeve van Nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas Februari 2013

Landschapsplan in het kader van

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

Landschappelijk inpassingsplan. Vijfhuizenbaan 14 Riel

Landschap-, water- en natuurontwikkelingsplan

Gemeente Bloemendaal. Technische staat groen gemeente Bloemendaal

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

Wat is essentaksterfte?

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

Landschappelijke kwaliteitsverbetering/ -inpassing en beheerplan. Baarschotsestraat 4 te Dorst

Landschappelijke inpassing

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Eindhoven, 5 februari Aan Gemeente Veldhoven M. Yucesan. Kopie aan.

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp

ERFINRICHTINGSPLAN MADO CONSERVEN gemeente Woensdrecht

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

MEMO. Figuur 1 Uitsnede landschapsvisie Hilvarenbeek met in het blauw de locatie van het plangebied

Een bossingel voor Buitengoed Het Lageveld

Landschappelijke inpassing

Landschappelijke inpassing vijf nieuwe recreatiewoningen Landal Rabbit Hill, Nieuw Milligen

Kwaliteitsgids BOR. Gemeente Landgraaf Meet- & communicatieinstrument kwaliteit van de openbare ruimte

Transcriptie:

Rapportage Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen Onze referentie: 205878

Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen Colofon 1 Opdrachtgever Gemeente Nijmegen Stadhuis Directie Stadsbedrijven, Afdeling Stadsbeheer Mevrouw J. Bosma Postbus 9105 6600 HG NIJMEGEN Dossiergegevens Onze referentie: 205878 Uw referentie: SB30/14.0005277 Status rapport: v1.0 Adviseurs E.A.R.M. Rutten-Maas P.A.A. Rutten Contactgegevens info@cobraboomadviseurs.nl www.cobraboomadviseurs.nl T. 088 262 72 00 Centraal postadres Rechtestraat 12 5455 GE Wilbertoord Bedrijfsgegevens KvK Eindhoven 17273139 Btw-nr. NL 8217.57.945.B.01 1 Project 205878 v1.0 26 november 2014

Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen Samenvatting Gemeente Nijmegen is gestart met een pilot waarbij groenvakken worden onderhouden op beeld. Voor Parkje Lugtigheid wil de gemeente graag maatwerkeindbeelden ontwikkelen en dit doen in samenspraak met betrokkenen. Uitgangspunt waren enkele mogelijke eindbeelden. In een effectieve discussie met betrokkenen zijn vervolgens gewenste eindbeelden opgesteld. Het eindresultaat is een set eindbeelden waarvan een beschrijving en technische specificaties zijn opgesteld, zoals dat ook voor het Goffertpark is gedaan. Die eindbeelden vindt u in de bijlagen. In Parkje Lugtigheid komen tien vakken voor die kunnen worden ingedeeld in de volgende typen: oude plantvakken langs Wolfskuilseweg oude plantvakken achterzijde parkje jonge plantvakken randbeplanting hazelaar Er zijn in Parkje Lugtigheid verschillende eindbeelden mogelijk: stedelijk struweel dicht stedelijk struweel open stedelijk struweel sierwaarde Na overleg met omwonenden is besloten om met twee eindbeelden te gaan werken: Eindbeeld Bosplantsoen met sierwaarde: vakken 217 t/m 223 en vak 226; Eindbeeld Bosplantsoen met solitaire bomen: vakken 224 en 225. 1 2 Project 205878 v1.0 26 november 2014

Inhoud 1 1 Inleiding 4 2 Huidige situatie 5 2.1.1 Oude plantvakken langs Wolfskuilseweg 6 2.1.2 Oude plantvakken achterzijde parkje 7 2.1.3 Jonge plantvakken 8 2.1.4 Randbeplanting hazelaar 9 3 Mogelijke eindbeelden 10 3.1 Stedelijk struweel - dicht 10 3.2 Stedelijk struweel open 11 3.3 Stedelijk struweel - sierwaarde 12 4 Keuze 13 4.1 Bevindingen veldopname 13 4.2 Resultaat: twee eindbeelden 13 5 Literatuurlijst 15 Bijlage 1. Eindbeeldenbeschrijving bosplantsoen Parkje Lugtigheid 3

Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen 1 Inleiding Gemeente Nijmegen is gestart met een pilot waarbij groenvakken worden onderhouden op beeld. Dat betekent dat een groenaannemer van de gemeente een beschrijving krijgt van het beeld waaraan een vak moet voldoen. De aannemer zet vervolgens zijn vakkennis in om te zorgen dat dat beeld bereikt wordt. De gemeente schrijft dus niet meer voor hoe vaak de aannemer moet schoffelen of snoeien. Dat maakt dat het heel belangrijk is om goed na te denken over het beeld dat men wenst. Eindbeelden Goffertpark Voor het bosplantsoen in het Goffertpark is een eindbeeld geformuleerd, met een algemene beschrijving en een specificatie van technische eisen. Voor Parkje Lugtigheid moet ook een dergelijk eindbeeld worden ontwikkeld. Eindbeelden Parkje Lugtigheid Parkje Lugtigheid heeft echter een ander karakter dan het Goffertpark en er zijn daar relatief veel aanwonenden die direct uitkijken op het park. Daarom wil de gemeente graag maatwerkeindbeelden ontwikkelen voor dit parkje en dit doen in samenspraak met de betrokkenen. In dit rapport vindt u daarom een beschrijving van de bosplantsoenvakken in Parkje Lugtigheid en de mogelijke eindbeelden die daarop van toepassing kunnen zijn. Samen met betrokkenen zijn keuzes gemaakt ten aanzien van het eindbeeld. Die eindbeelden vindt u in de bijlagen en deze worden in het contract met de aannemer verwerkt. Afbeelding 1. Locatie Parkje Lugtigheid (bron: Cobra s ProjectenViewer) 4 Project 205878 v1.0 26 november 2014

2 Huidige situatie In totaal zijn het tien vakken bosplantsoen, die in het beheersysteem van de gemeente zijn genummerd als vakken 217 t/m 226. Zie daarvoor afbeelding 2. Afbeelding 2. Nummering bosplantsoenvakken Parkje Lugtigheid (bron: beheersysteem gemeente Nijmegen) In het parkje is op hoofdlijnen een onderscheid te maken tussen jonge en oude bosplantsoenvakken. De oude vakken hebben de nummers 217 en 223 t/m 226. 5

2.1.1 Oude plantvakken langs Wolfskuilseweg Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen In de vakken 217, 223 en 226 (liggend aan de Wolfskuilenweg) staan volwassen bomen met daaronder heesters. De bomen bestaan overwegend uit essen, haagbeuken en esdoorns. De heesterbeplanting ziet er vaak slecht uit als gevolg van de hoge leeftijd van de planten en de concurrentie van de grote bomen. Ook zijn hier zowel gewone heesters (taxus, laurierkers, sneeuwbes, bruidsbloem en cotoneaster) als bosplantsoensoorten (liguster, vlier en veldesdoorn) door elkaar gebruikt, waardoor er een oneerlijke concurrentie ontstaat. Bosplantsoen groeit sneller, en kan vaak beter tegen afzetten, dan gewone heesters. Daarnaast hebben enkele soorten zich spontaan uitgezaaid waardoor veel jonge opslag van bijvoorbeeld de esdoorn voorkomt. De kruidlaag is wisselend van kwaliteit. Op sommige plekken is deze goed gesloten met een variatie aan bloemrijke kruiden of klimop. Op andere plekken is vooral sprake van verruiging met brandnetels, hop en hoog opschietende grassen. Foto 1. Impressie vak 217 (boven) en 226 (onder) langs Wolfskuilseweg 6 Project 205878 v1.0 26 november 2014

2.1.2 Oude plantvakken achterzijde parkje In de vakken 224 en 225 komen diverse boomsoorten voor, die ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben: laagstamfruitbomen, sparren, rode beuken en kastanjes. De fruitbomen worden zwaar beconcurreerd door de heesterbeplanting die eromheen staat. De sparren, rode beuken en kastanjes hebben een onderbeplanting waarin enkele heesters voorkomen, maar die wordt gedomineerd door ruigtekruiden en spontane opslag. Foto 2. Impressie vak 224 (boven) en 225 (onder) - achterzijde parkje 7

2.1.3 Jonge plantvakken Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen De jonge plantvakken 218 t/m 222 zijn recent aangeplant, waarbij is gewerkt met bomen en heesters die op de eindafstand zijn geplant. Zelfs zonder te dunnen, kunnen deze ongestoord uitgroeien. Onder deze bomen en heesters groeit ruig gras. Foto 3. Impressie vakken 218-219 (boven), 220-221 (beneden) 8 Project 205878 v1.0 26 november 2014

2.1.4 Randbeplanting hazelaar Achter de vakken 219, 220 en 221 is een graspad aangelegd. Achter het graspad is een eenrijige beplanting van hazelaar aanwezig. Op dit moment is onbekend wat het doel van de beplanting is; een rij uitgroeiende struiken, of een nog te snoeien haag. Foto 4. Impressie hazelaar bij vak 220 (boven) en 221 (beneden) 9

Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen 3 Mogelijke eindbeelden Gelet op de huidige situatie in Parkje Lugtigheid, zijn verschillende eindbeelden mogelijk. Hieronder worden enkele mogelijkheden beschreven, ondersteund met referentiefoto s. Deze vormden de basis voor het overleg dat met omwonenden heeft plaatsgevonden. Struweel of struikenrij In de vakwereld worden naast het begrip bosplantsoen ook de termen struweelbeplanting en struikenrij gebruikt. De definitie van struweel is: een (hoofdzakelijk) met struiken begroeide oppervlakte van enige omvang (minstens 15 m breed) (Reuver, 1993). De definitie van een struikenrij is: een langgerekte smalle beplanting, één of enkele rijen breed, die geheel uit struiken bestaat. De randlengte is in verhouding erg groot. De minimale vereiste breedte is 5 m (Reuver, 1993). De onderlaag van de struikenrij en struweel bestaat uit een kruidenlaag die indien nodig wordt gemaaid. De bosplantsoenvakken in Parkje Lugtigheid horen op basis van de afmeting eerder tot een struikenrij dan tot een struweelbeplanting. Wat betreft toegepaste beplanting horen ze eigenlijk bij struweelbeplanting. Om een afbakening te krijgen spreken we in dit document over stedelijk struweel. Stedelijk struweel Een vak stedelijk struweel is tussen de 3 en 10 m breed en bevat een struikenlaag met daarin enkele bomen. Afhankelijk van het doel van de beplanting kan een eindbeeld aan een beplantingsvak worden gegeven. Waar één vak vooral bedoeld is om voor dichte afscheiding te zorgen, kan een andere vak juist meer openheid of sierwaarde moeten bieden. In dit hoofdstuk wordt daarin onderscheid gemaakt. 3.1 Stedelijk struweel - dicht Dit struweel kenmerkt zich door een gesloten struikenlaag met daarin enkele bomen. In het struweel kunnen inheemse sterk groeiende soorten toegepast worden. Meer sierlijke heesters hebben veelal een te geringe concurrentiekracht, waardoor deze soorten ongewenst zijn. Het beheer is gericht op het periodiek terugzetten van struiken om te voorkomen dat het vak zich uitholt. De onderlaag van struiken heeft licht nodig om te kunnen groeien en om zich te herstellen van terugzetten. Hoe smaller het vak, hoe lager de invloed van de kronenlaag van de bomen. Bij een breed vak zal in de bomenlaag gedund moeten worden om overal voldoende licht op de bodem te krijgen. 10 Project 205878 v1.0 26 november 2014

Foto 5. Impressie struweel dicht (links) en tijdelijk open na periodiek terugzetten (rechts) 3.2 Stedelijk struweel open Ook in dit struweel komen inheems sterk groeiende soorten voor, in combinatie met boomvormers. Dit beheertype wordt toegepast op locaties waar doorkijk door de beplanting wenselijk is. Dat kan enerzijds door het toepassen van hoge struiken met doorkijk ertussen. Anderzijds door het toepassen van lage onderbeplanting met boomvormers. Bij hogere struiken wordt regelmatig gesnoeid om doorkijk te houden tussen de individuele soorten door. Foto 6. Impressie struweel open 11

3.3 Stedelijk struweel - sierwaarde Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen Deze struweelvorm wijkt af van de andere struwelen vanwege het toegepaste sortiment. In deze struwelen zijn naast het gebruikelijke sortiment bewust heesters of bomen aangeplant met een bepaalde sierwaarde. Het beheer van deze struweelvorm is afgestemd op enerzijds het doel van het struweel (open of gesloten) en anderzijds op het duurzaam instandhouden van sierheesters. Deze sierheesters worden in het vak aangemerkt als toekomstsoorten. Een nadeel van dit beheertype kan zijn dat het netheidsbeeld van de kruidenlaag niet past bij de sierwaarde van heesters. Oftewel: de sierwaarde van de heesters zou wellicht een geschoffeld plantvak vermoeden. Een dergelijk vak vergt een heel specifiek beheer: bosplantsoensoorten worden periodiek teruggezet terwijl de sierheesters vrij blijven uitgroeien. Daarmee is het relatief duur in beheer en kan het beheer bij derden vragen oproepen. Motivering eindbeeld Vanuit beheeroogpunt is dit eindbeeld niet aan te bevelen. De vakken die onder foto 7 worden getoond, laten zien dat tot nu toe wel is gewerkt met een combinatie van dergelijke soorten. Indien de gemeente en omwonenden ervoor kiezen om zo te blijven werken, moet hiervoor een apart eindbeeld worden uitgewerkt. Foto 7. Voorbeeld Parkje Lugtigheid 12 Project 205878 v1.0 26 november 2014

4 Keuze Op 16 oktober 2014 is Parkje Lugtigheid bezocht met leden van de groengroep, de aannemer en de gemeente en is het volgende besproken. 4.1 Bevindingen veldopname Oude plantvakken langs Wolfskuilseweg De vakken aan de voorzijde moeten een gesloten en natuurlijk karakter hebben. Cultuurlijke soorten die nu voorkomen, moeten wel gehandhaafd blijven omdat ze bijdragen aan de variatie. Woekersoorten moeten verdwijnen. Ook is erkend dat het onoverkomelijk is dat er gedund wordt in de kroonlaag. Oude plantvakken achterzijde parkje Langs de volkstuinen zijn bomen onwenselijk omdat ze veel schaduw werpen op de tuinen. Daarom zullen hier slechts enkele bomen blijven staan. Op 16 oktober zijn de Fagus, Picea en Metasequoia aangewezen als te behouden bomen. De fruitbomen zijn een onlogische combinatie met het bosplantsoen. Deze worden getolereerd in het vak, maar worden niet beheerd als fruitboom. De consequentie daarvan is dat de bomen uiteindelijk wegkwijnen en afsterven. Aan de achterzijde van vak 225 ligt een nieuwe fruitboomgaard. Om ongewenste schaduw op die boomgaard te voorkomen, is het beter in vak 225 geen hoog opgaande bomen te hebben. Jonge plantvakken Sortiment en plantafstanden zijn hier naar wens. Dit vak heeft de potentie om uit te groeien tot een goed gesloten en gevarieerd bosplantsoen met bomen. Randbeplanting hazelaar Deze rand is aangeplant met het doel privacy voor de aanwonenden te garanderen. Daarover zijn destijds afspraken gemaakt. Daarom is het belangrijk dat die rand nooit in zijn geheel wordt afgezet. Deze rand zal als bosplantsoen worden beheerd en niet als haag worden geschoren. 4.2 Resultaat: twee eindbeelden Hoewel de vakken nu nog diverse verschijningsvormen hebben (jong, oud, hazelaars, diverse soorten), is het goed mogelijk ze beheertechnisch in te delen in twee eindbeelden. Als we kijken naar de mogelijkheden die zijn genoemd in hoofdstuk 3, is feitelijk een combinatie gevormd van de typen stedelijk struweel dicht en stedelijk struweel sierwaarde. 13

Eindbeelden bosplantsoen Parkje Lugtigheid Nijmegen De nadruk ligt op het feit dat de struikenlaag een gesloten beplanting moet vormen, waarbij bomen en enkele cultuurlijke heestersoorten een aanvullende waarde zijn. Dit resulteert in de volgende keuze: Eindbeeld Bosplantsoen met sierwaarde: vakken 217 tot en met 223 en vak 226; Eindbeeld Bosplantsoen met solitaire bomen: vakken 224 en 225. De technische uitwerking van deze twee eindbeelden vindt u in de bijlagen. 14 Project 205878 v1.0 26 november 2014

5 Literatuurlijst Titel Auteur Jaar Tussen beplantingsplan en eindbeeld Het beheer van bosplantsoen Pilot onderhoud Goffertpark - Eindbeeldenbeschrijving Ir. P.J.H.M. Reuver 1993 E. Rutten, G. Rutten, A. 2011 Goossens 15

Bijlage 1 Eindbeeldbeschrijving bosplantsoen Park Lugtigheid 1

Onderhoud park Lugtigheid Eindbeeldenbeschrijving bosplantsoenvakken Esther Rutten, Günther Rutten 26 november 2014

Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Eindbeelden 4 2.1 Bosplantsoen met sierwaarde 4 2.2 Bosplantsoen met solitaire bomen 6 1

1 Inleiding Gemeente Nijmegen wil optimaal gebruik maken van de kennis en kunde van marktpartijen op het gebied van groenonderhoud. Het werken op eindbeelden sluit daar goed bij aan: De gemeente legt vast welk beeld moet worden bereikt en de aannemer laat zien op welke wijze hij tot dit eindbeeld denkt te komen. Belangrijk is dus het vastleggen van eindbeelden in beschrijvingen en meetbare factoren. In deze rapportage vindt u de eindbeelden die voor het park Lugtigheid zijn opgesteld. Het gaat alleen om de de bosplantsoenvakken. De overige beheertypen moeten voldoen aan de eisen die generiek voor de Nijmeegse parken zijn opgsteld. 3

2 Eindbeelden 2.1 Bosplantsoen met sierwaarde Beschrijving Bosplantsoen heeft een dichte struik- en kruidlaag, bestaande uit voornamelijk inheemse soorten. Sierheesters komen hierin incidenteel voor, mits deze een meerwaarde hebben voor de natuur. De hoogte van de heesters varieert tussen 2 en 5 m. Boomvormers zijn ondergeschikt aan de heesters. Vrucht- en doorndragende soorten maken onderdeel uit van de hele houtopstand, als verhoging van de natuurwaarden. De dichtheid van het plantsoen ontstaat doordat alle heesters vitaal en van onderaf vertakt zijn. De afzonderlijke struiken hebben voldoende ruimte om breed uit te kunnen groeien. Spontane opslag en zaailingen blijven tot een minimum beperkt. 4

Eindbeelden Technische eisen bosplantsoen met sierwaarde Omschrijving Beeld Boomvormers Bomen Komen voor maar zijn ondergeschikt aan de struikvormers. Toekomstbomen De aannemer wijst toekomstbomen aan en legt deze ter goedkeuring voor aan de directie. Spreiding van toekomstbomen is hoofdzakelijk gebaseerd op ontwikkeling van een gesloten struiklaag. Keuzes voor toekomstbomen worden daarnaast bepaald op basis van technische en beeldkwaliteit van de bomen. Dunning kroonlaag Alleen ten gunste van aangewezen toekomstbomen of verbetering struikvormers. Bijplanten kroonlaag Gebeurt zeer incidenteel; alleen indien de kans bestaat dat zich anders geen boom zal ontwikkelen terwijl het voor het beeld wenselijk is dat een boom aanwezig is. Soortindicatie Alleen inheemse soorten, waarbij woekersoorten zoals de Amerikaanse eik met hoogste urgentie worden verwijderd. Indien wordt bijgeplant, gebeurt dit met soorten zoals Ulmus minor, Carpinus betulus of Tilia. Fasering bij bereiken eindbeeld Streefbeeld in fasen realiseren, waarbij telkens maximaal 25% van de te verwijderen bomen verdwijnt. Dood hout In rand (2 m breed) en naast paden komt geen staand dood hout voor en komt geen dood takhout dikker dan 0,04 m voor in de kroon. Afgevallen takhout komt in het hele vak natuurlijk gestrooid voor. Opkroonhoogte Overhangende takken lager dan 4 m boven paden en perceelsgrenzen komen niet voor Overige bosplantsoenbomen houden hun natuurlijke habitus Bomen vellen behoeft goedkeuring van de Dikker dan 0,3 m directie Snoeibeeld Gladde, vlakke snoeiwond buiten de takkraag Onderbegroeiing Beplanting Goed gesloten beplanting, met een natuurlijke uitstraling en meerwaarde voor fauna door toepassing van soorten die bloem-, vruchtdracht en schuilgelegenheid bieden. Terugzetten beplanting Alleen met het doel om de beplanting goed gesloten te laten zijn en elke struik zich goed te laten ontwikkelen. Doorkijk naar particuliere percelen wordt geminimaliseerd. Bijplanten struiklaag Kale plekken Soortindicatie Overgroei randen Opslag / zaailingen Kruidenlaag Normale kruiden Ongewenste kruiden en heesters zoals hop, brandnetels, bramen, bereklauw en distels Gebeurt alleen indien een gat zich niet spontaan opvult of hierin alleen een monotone opstand van bijvoorbeeld zaailingen ontwikkelt. Komen niet voor 90% inheemse soorten en maximaal 10% cultuurlijke soorten. Waarbij cultuurlijke soorten alleen worden toegestaan indien deze meerwaarde hebben voor de natuur als gevolg van bloem- en vruchtdracht of schuilgelegenheid (doorn- en stekelhoudende soorten). Indien wordt bijgeplant, gebeurt dit met soorten zoals Euonymus europeaus, Rhamnus cathartica, Cornus mas, Crataegus monogyna of laevigate en Rosa. Gemiddelde lengte uitlopers kleiner dan 20 cm per 100 m Overgroei van randen paden en grasvegetatie terugzetten tot op de stobbe. Scheren is niet toegestaan. Hinderlijke takken komen niet voor. Maximaal 5% van de vakoppervlakte In randen naast een pad of gras: hoogte maximaal 30 cm In kern van het vak: kruiden mogen niet hoger zijn dan de helft van de hoogte van de heesters Komen niet voor 5

2.2 Bosplantsoen met solitaire bomen Beschrijving Bosplantsoen heeft een dichte struik- en kruidlaag, bestaande uit voornamelijk inheemse heesters. Sierheesters komen hierin incidenteel voor, mits deze een meerwaarde hebben voor de natuur. De hoogte van de heesters varieert tussen 2 en 5 m. Vrucht- en doorndragende soorten maken onderdeel uit van de hele houtopstand, als verhoging van de natuurwaarden. De dichtheid van het plantsoen ontstaat doordat alle heesters vitaal en van onderaf vertakt zijn. De afzonderlijke struiken hebben voldoende ruimte om breed uit te kunnen groeien. Spontane opslag en zaailingen blijven tot een minimum beperkt. Bomen komen slechts heel incidenteel voor en ontwikkelen zich als solitair. 6

Eindbeelden Technische eisen bosplantsoen met solitaire bomen Omschrijving Beeld Boomvormers Bomen Komen slechts in uitzonderlijke gevallen voor. Toekomstbomen De aannemer wijst enkele toekomstbomen aan en legt deze ter goedkeuring voor aan de directie. Keuzes voor toekomstbomen worden bepaald op basis van bijzondere technische of beeldkwaliteit van de bomen. Dood hout In rand (2 m breed) en naast paden komt geen staand dood hout voor en komt geen dood takhout dikker dan 0,04 m voor in de kroon. Afgevallen takhout komt in het hele vak natuurlijk gestrooid voor. Opkroonhoogte Overhangende takken lager dan 4 m boven paden en perceelsgrenzen komen niet voor Overige bosplantsoenbomen houden hun natuurlijke habitus Bomen vellen behoeft goedkeuring van de Dikker dan 0,3 m directie Snoeibeeld Gladde, vlakke snoeiwond buiten de takkraag Onderbegroeiing Beplanting Goed gesloten beplanting, met een natuurlijke uitstraling en meerwaarde voor fauna door toepassing van soorten die bloem-, vruchtdracht en schuilgelegenheid bieden. Fruitbomen Aanwezige fruitbomen worden, door hun geringe omvang, getolereerd in de struiklaag en meegenomen in het bosplantsoenbeheer. Terugzetten beplanting Bijplanten struiklaag Kale plekken Soortindicatie Overgroei randen Opslag / zaailingen Kruidenlaag Normale kruiden Ongewenste kruiden en heesters zoals hop, brandnetels, bramen, bereklauw en distels Alleen met het doel om de beplanting goed gesloten te laten zijn en elke struik zich goed te laten ontwikkelen. Doorkijk naar particuliere percelen wordt geminimaliseerd. Gebeurt alleen indien een gat zich niet spontaan opvult of hierin alleen een monotone opstand van bijvoorbeeld zaailingen ontwikkelt. Komen niet voor 90% inheemse soorten en maximaal 10% cultuurlijke soorten. Waarbij cultuulijke soorten alleen worden toegestaan indien deze meerwaarde hebben voor de natuur als gevolg van bloem- en vruchtdracht of schuilgelegenheid (doorn- en stekelhoudende soorten). Indien wordt bijgeplant, gebeurt dit met soorten zoals Euonymus europeaus, Rhamnus cathartica, Cornus mas, Crataegus monogyna of laevigate en Rosa. Indien fruitbomen uitvallen worden géén fruitbomen teruggeplant. Gemiddelde lengte uitlopers kleiner dan 20 cm per 100 m Overgroei van randen paden en grasvegetatie terugzetten tot op de stobbe. Scheren is niet toegestaan. Hinderlijke takken komen niet voor. Maximaal 5% van de vakoppervlakte In randen naast een pad of gras: hoogte maximaal 30 cm In kern van het vak: kruiden mogen niet hoger zijn dan de helft van de hoogte van de heesters Komen niet voor 7