Het midden- en kleinbedrijf naar regio

Vergelijkbare documenten
Regionale bedrijvendynamiek

van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Grensoverschrijdende stedelijke netwerken. Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek

De Conjunctuurklok; 0t patronen in de Nederlandse e conjunctuur

Rapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland

De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010

perspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten

Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker

MKB Regionaal Bekeken

Graag meer windenergie, maar liever niet in de buurt

We kunnen de vergrijzing betalen. Dick Scherjon, bestuursadviseur

VUT-fondsen kalven af

Binnensteden en hun bewoners

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Einde in zicht voor de VUT

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Bevolkingstrends Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken

Banen en zelfstandigen

M Midden in het land. Regionale verdeling van innovatieve bedrijven in het MKB. J. Telussa. J.P.J. de Jong

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s

Van Werknemer naar Ondernemer r naar Werknemer

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs

Het belang van het MKB

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Woningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Stroomschema financiering zorg 2007 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Economie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen

Statistisch Bulletin. Jaargang

De vergrijzing komt, de VUT gaat

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

VUT-fondsen op weg naar het einde

Stroomschema financiering zorg 2006 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Statistisch Bulletin. Jaargang

Huurbeleid en. verhuurderheffing

Stroomschema financiering zorg 2010 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen

Tijdreeks CAO-lonen

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012

Stroomschema financiering zorg 1998 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Stroomschema ma financiering zorg 2007

Stroomschema financiering zorg 2008 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Bedrijven en bevolking in beweging

21 augustus Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Rekentool bijstandsbudgetten 2015

Statistisch Bulletin. Jaargang

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Breuk in de tijdreeks internationale ale handel in diensten0t

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Prijsindexcijfers Zee- en kustvaart

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Stroomschema financiering zorg 2005 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Stroomschema financiering zorg 2002 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend

VUT wordt vervangen door langer werken. Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff

Regiobericht 1.0 Noord

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Nieuwe vacatureindicatoren

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

De economieën van Amsterdam en Rotterdam vergeleken

Verwevenheid eid industrie en diensten: Inkoop van diensten door de industrie

Helft van de gemeentelijke uitgaven in 2005 door top-25

Revisie regionale gegevens

Heffing en. investeringsaftrek

De onzekere toekomst van de pensioengerechtigde leeftijd

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Oversluitingen brengen hypotheekmarkt nieuw record Renegotiated mortgages involve new record for mortgage market

Vernieuwde StatLine-tabel over onderwijsuitgaven

TROUW!SCHOOLPRESTATIES!2011

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De regionale economie 2011

Transcriptie:

Het midden- en kleinbedrijf naar regio 11 0 Gusta van Gessel-Dabekaussen Publicatiedatum CBS-website: 30 juni Den Haag/Heerlen

Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een ctijfer kan op logische gronden niet voorkomen 2010 2011 = 2010 tot en met 2011 2010/2011 = het gemiddelde over de jaren 2010 tot en met 2011 2010/ 11 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2010 en eindigend in 2011 2008/ 09 2010/ 11 = oogstjaar, boekjaar enz., 2008/ 09 tot en met 2010/ 11 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Bestellingen E-mail: verkoop@cbs.nl Fax (045) 570 62 68 Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek Grafimedia Internet www.cbs.nl Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) 570 70 70 Fax (070) 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2011. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.

Inhoud Inleiding 5 1 Technische toelichting 6 2 Het aandeel van het MKB in Nederland 7 3 Werkgelegenheid in het MKB naar regio 9 4 MKB en grootbedrijf in nijverheid zijn met elkaar verweven 11 5 MKB commerciële dienstverlening staat los van grote bedrijven in de commerciële dienstverlening 15 6 Conclusies 18 Bijlage 1: Coropgebieden in Nederland 19 Het midden- en kleinbedrijf naar regio 3

Inleiding Het midden- en kleinbedrijf (MKB) vervult een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Van het totale aantal bedrijven en instellingen in Nederland behoort driekwart tot het MKB in de nijverheid en commerciële dienstverlening. Er zijn in deze MKB-bedrijven 3,4 miljoen werkzame personen. Dat is de helft van de totale werkgelegenheid in Nederland. Ook uit de verdeling van de toegevoegde waarde blijkt het belang van het MKB. Van de toegevoegde waarde wordt 55 procent gegenereerd in het MKB in de nijverheid en de commerciële dienstverlening. Dat was in 2008 een bedrag van 290 miljard euro. Een goed functionerend MKB wordt gezien als een banenmotor voor de economie, waar nieuwe bedrijven en nieuwe werkgelegenheid ontstaan en waar flexibel ingespeeld kan worden op vernieuwingen in ontwikkelingen, technologie, toepassingen en marktvraag. In de laatste decennia wordt de economie gekenmerkt door flexibiliteit, turbulentie, diversiteit en creativiteit. Dat zijn eigenschappen die vooral aan kleinere bedrijven worden toegedicht 1). Snelle groeiers en in het bijzonder jonge snelle groeiers (gazelles) zijn gemiddeld kleinere bedrijven dan de niet-snelle groeiers 2). Zo hadden gazelles (in 2002) gemiddeld 24 werknemers in dienst, overige snelle groeiers 48 en niet-snelle groeiers 61. Ook in de internationale handel speelt het MKB een belangrijke rol. In 2008 bedroeg de export van goederen van MKB bedrijven 157 miljard euro. Dat is 42 procent van de totale export van goederen. De import van goederen door het MKB bedroeg 151 miljard oftewel 45 procent van de totale import van goederen 3). Wat geldt voor de economie van Nederland, geldt ook voor de regionale economie. Ook voor afzonderlijke regio s kan het MKB een belangrijke bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre het aandeel van het MKB verschilt per regio. Hierdoor ontstaat een beeld van het belang van het MKB in de afzonderlijke regio s. Alvorens in te zoomen op de regio s wordt eerst het aandeel van het MKB in Nederland besproken in paragraaf 2. In de paragrafen daarna worden de regio s onderling vergeleken. Om te beginnen komt in paragraaf 3 de werkgelegenheid aan bod. Welk aandeel heeft het MKB in de regionale werkgelegenheid? Vervolgens wordt in paragraaf 4 ingezoomd op het MKB in de nijverheid en in paragraaf 5 op de commerciële dienstverlening. In welke regio s hebben deze sectoren een groot aandeel in de regionale economie en is er in deze regio s ook samenhang met het grootbedrijf in die sector? In paragraaf 1 volgt eerst nog een technische toelichting op de gehanteerde begrippen. 1) Zie A. Kuipers, A. Wennekers, Twee decennia ondernemerschapsbeleid in beeld: een jong beleidsprogramma; in sociaaleconomische context geplaatst, SCALES, onder verantwoordelijkheid van het EIM, 2008. 2) Zie P. Ramaekers, G. van Gessel, M. Geurden, Kenmerken van snelgroeiende bedrijven, CBS-onderzoek voor de periode 2002 2005, CBS website 1 april 2009. 3) Zie International trade in goods by enterprises, artikel C1 in de Internationalisation Monitor 2010, CBS 2010. Het midden- en kleinbedrijf naar regio 5

1 Technische toelichting Tot het MKB worden alle bedrijven gerekend met minder dan 250 werkzame personen. Tot het kleinbedrijf behoren de bedrijven met maximaal 49 werkzame personen. In dit artikel worden daartoe ook de zelfstandigen gerekend. Tot het middenbedrijf behoren de bedrijven met 50 249 werkzame personen. Bedrijven met 250 of meer werkzame personen vormen het grootbedrijf. In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen het MKB in de nijverheid (industrie + winning van delfstoffen + energieproductie + bouwnijverheid) en het MKB in de commerciële dienstverlening ( handel + horeca + vervoer + financiële instellingen + zakelijke dienstverlening). Het MKB in de landbouw en de niet-commerciële dienstverlening blijft buiten beschouwing. De data die in dit artikel worden gebruikt zijn afkomstig uit de tabel productie en inkomensvorming naar vestigingsgrootte. Dit is een tabel die is afgeleid van een tabel uit de Regionale Rekeningen. Een uitgebreide toelichting op de berekening is te vinden bij de StatLinetabel. De regio s die worden onderscheiden zijn de coropgebieden. Dit is een regionaal niveau tussen gemeenten en provincies in. De indeling is in 1970 ontworpen door de Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgramma. Nederland telt 40 coropgebieden. Een overzicht van de coropgebieden is opgenomen in bijlage 1. 6 Centraal Bureau voor de Statistiek

2 Het aandeel van het MKB in Nederland Van de 844 duizend ondernemingen en instellingen in Nederland behoort 74 procent tot het kleinbedrijf van de nijverheid en commerciële dienstverlening en één procent tot het middenbedrijf. De overige groep bestaat uit het grootbedrijf in de nijverheid en commerciële dienstverlening, bedrijven in de landbouw en de niet-commerciële dienstverlening (overheid, onderwijs, zorg). Aantallen zeggen niet zo veel over het belang van het MKB voor Nederland. Een betere indicator daarvoor is het aandeel van het MKB in de werkgelegenheid. Van het totale aantal werkzame personen in Nederland is de helft werkzaam in het MKB. Dat zijn 3,4 miljoen werkzame personen 4). In het kleinbedrijf werken 2,3 miljoen werkzame personen en in het middenbedrijf 1,2 miljoen werkzame personen. De andere helft bestaat uit de nietcommerciële dienstverlening met ruim 2 miljoen werkzame personen, het grootbedrijf in de nijverheid en commerciële dienstverlening (1,1 miljoen) en de landbouw (0,2 miljoen). Een andere indicator is de toegevoegde waarde die door het MKB wordt gegenereerd. Die laat een vergelijkbaar aandeel van het MKB zien als de werkgelegenheid. Van de totale toegevoegde waarde is 55 procent afkomstig uit het MKB nijverheid en commerciële dienstverlening. In het kleinbedrijf wordt 188 miljard en in het middenbedrijf 101 miljard euro aan toegevoegde waarde gevormd. 2.1 Aandeel van het MKB nijverheid en commerciële dienstverlening in Nederlandse economie, 2008 100 % 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Aantal bedrijven Werkgelegenheid Toegevoegde waarde Kleinbedrijf nijverheid en comm.dienstverlening Middenbedrijf nijverheid en comm.dienstverlening Overige bedrijven en instellingen 4) Het aantal werkzame personen is uitgedrukt in vte s. Het midden- en kleinbedrijf naar regio 7

In de paragrafen 4 en 5 wordt het MKB uitgesplitst naar nijverheid en commerciële dienstverlening. In grafiek 2.2 is deze uitsplitsing ook opgenomen. De commerciële dienst verlening heeft het grootste aandeel in het MKB, zowel wat betreft aantal bedrijven, als werkgelegenheid en toegevoegde waarde. In de commerciële dienstverlening komen relatief veel kleine bedrijven voor. In de nijverheid zijn de bedrijven naar verhouding wat groter dan in de commerciële dienstverlening. Van het MKB in de commerciële dienstverlening is 28 procent van de werkzame personen werkzaam in bedrijven met minder dan 10 werkzame personen, terwijl dat in de nijverheid maar 20 procent is. 2.2 Aandeel van nijverheid en commerciele dienstverlening in het het MKB, 2008 100 % 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Aantal bedrijven Werkgelegenheid Toegevoegde waarde Nijverheid Commerciële dienstverlening 8 Centraal Bureau voor de Statistiek

3 Werkgelegenheid in het MKB naar regio Het aandeel van het MKB nijverheid en commerciële dienstverlening in de werkgelegenheid van heel Nederland bedraagt 51 procent. Per coropgebied loopt dit aandeel uiteen van 38 procent in de agglomeratie s-gravenhage tot 64 procent in Zuidwest- Friesland. In grafiek 3.1 is een indeling te zien van alle coropgebieden naar aandeel van het MKB in de totale werkgelegenheid van het desbetreffende coropgebied. De indeling van de coropgebieden is zo gekozen dat in iedere groep een gelijk aantal coropgebieden te vinden is (kwantielindeling). Ongeveer de helft van alle coropgebieden heeft een aandeel dat ligt rond het gemiddelde van 51 procent dat voor Nederland geldt. De coropgebieden met een laag aandeel van het MKB zijn Agglomeratie Den Haag, Overig Groningen, Groot-Amsterdam, Noord-Drenthe, Agglomeratie Haarlem en Arnhem/Nijmegen. In al deze gebieden is de niet-commerciële dienstverlening een belangrijke werkgever, terwijl in het coropgebied Groot-Amsterdam daarnaast ook het aandeel van het grootbedrijf in de commerciële dienstverlening groot is. Het aandeel van het MKB hangt o.a. samen met met de bevolkingsdichtheid. Naarmate een regio minder dichtbevolkt is, is het aandeel van het MKB groter (beta = 0,5). Het midden- en kleinbedrijf naar regio 9

3.1 Aandeel van MKB nijverheid en commerciële dienstverlening in de werkgelegenheid per regio, 2008 Minder dan 49,0% 49,0 tot 51,0% 51,0 tot 53,1% 53,1 tot 56,5% 56,5% of meer 10 Centraal Bureau voor de Statistiek

4 MKB en grootbedrijf in nijverheid zijn met elkaar verweven Het MKB in de nijverheid is goed voor 15 procent van de werkgelegenheid in Nederland. Per coropgebied loopt dit uiteen van 7 procent in Den Haag en Groot-Amsterdam tot meer dan 20 procent in de coropgebieden Zuidwest-Friesland, Achterhoek, Zaanstreek, Zuidoost- Drenthe, Midden-Limburg, Zuidoost-Friesland, Zuidwest-Gelderland en Twente. Bij vergelijking van de toegevoegde waarde zijn de verschillen groter. Het MKB nijverheid is goed voor 18 procent van de totale toegevoegde waarde in Nederland. Per coropgebied loopt dat uiteen van 43 procent in Overig Groningen tot 7 procent in Groot-Amsterdam. Grafiek 4.1 geeft de aandelen per coropgebied weer. Oost-Groningen is samen met de drie andere noordelijkste coropgebieden, Midden-Limburg, Zuidoost-Drenthe, Zaanstad en Zeeuws- Vlaanderen koploper met een groot aandeel in het MKB nijverheid. Om na te gaan of dit ook de meest geïndustrialiseerde regio s zijn, wordt het aandeel van MKB in nijverheid gerelateerd aan het aandeel van het grootbedrijf in de nijverheid. Dan blijkt dat het aandeel van de toegevoegde waarde van het MKB nijverheid in een regio een positieve samenhang vertoont met het aandeel van het grootbedrijf nijverheid in dezelfde regio. Naarmate het aandeel van de toegevoegde waarde voor het grootbedrijf hoger is, is het aandeel van het MKB ook hoger (beta = 0,54). Dit is gevisualiseerd in grafiek 4.2, waarin iedere punt in de grafiek een coropgebied weergeeft. Het aandeel van de toegevoegde waarde van het grootbedrijf nijverheid ligt voor heel Nederland gemiddeld op 6,9 procent (de horizontale lijn in de grafiek), het aandeel van het MKB op 17,7 procent (de verticale lijn in de grafiek). Per coropgebied is de ligging t.o.v. het Nederlandse gemiddelde te zien. De schuine lijn is een regressielijn, die laat zien dat in regio s waar het aandeel van het MKB laag is, meestal ook het aandeel van de grote bedrijven laag is. Omgekeerd geldt ook dat een hoog aandeel van het grootbedrijf vaak samen gaat met een hoog aandeel van het MKB. In de coropgebieden die voorkomen in het kwadrant rechtsboven ligt zowel het aandeel van de grote bedrijven in de nijverheid als het aandeel van het MKB nijverheid boven het Nederlandse gemiddelde. Dit zijn de coropgebieden met een hoge graad van industrialisatie. De uitschieters worden gevormd door de coropgebieden Overig Groningen, Delfzijl en omgeving, Zeeuws- Vlaanderen en IJmond. In Overig Groningen wordt de helft van de toegevoegde waarde gegenereerd in de gaswinning. In die sector werken echter nauwelijks mensen, waardoor het gebied zelf hier niet veel welvaart aan ontleent 5). De coropgebieden Delfzijl en omgeving, Zeeuws-Vlaanderen en IJmond zijn gebieden met een hoge industrialisatiegraad. Zowel wat 5) Zie CBS, De regionale economie 2009; pagina 10,11. Het midden- en kleinbedrijf naar regio 11

4.1 Aandeel van MKB nijverheid in de toegevoegde waarde per regio, 2008 Minder dan 14,6% 14,6 tot 18,3% 18,3 tot 20,3% 20,3 tot 25,1% 25,1% of meer 12 Centraal Bureau voor de Statistiek

betreft de toegevoegde waarde als de werkgelegenheid is de nijverheid van groot belang voor deze regio s. Het zijn alle drie regio s met een havengebied waarop industrieën gevestigd zijn. In deze regio s liggen veel bouwbedrijven en metaalproducenten. Ook de chemische industrie en voedingsmiddelenindustrie zijn aanwezig in deze regio s. Andere coropgebieden met een hoge graad van industrialisatie (gemeten aan de hand van het aandeel van de toegevoegde waarde) zijn Zuidoost- en West-Noord-Brabant, Zuidoost-Zuid-Holland, Overig Zeeland, Twente, Midden-Limburg, Zaanstreek en Zuidoost Drenthe. In het kwadrant linksonder liggen coropgebieden met relatief weinig nijverheid. Zowel het aandeel van de toegevoegde waarde afkomstig van grote bedrijven als van het MKB in de nijverheid ligt onder het Nederlandse gemiddelde. Coropgebieden met relatief weinig industrialisatie zijn gelegen in de Randstad: Agglomeratie Den Haag, Delft en Westland, Flevoland, Utrecht, Het Gooi en Vechtstreek, Groot-Amsterdam en Agglomeratie Haarlem. Voor deze gebieden is de de dienstensector belangrijker. Zowel de grote commerciële bedrijven als de niet-commerciële dienstverlening, met name de overheidsinstellingen zijn gelegen in de Randstad en vormen daar een factor van betekenis. Zo is bij voorbeeld in het coropgebied Groot- Amsterdam het aandeel van de toegevoegde waarde van het MKB in de nijverheid 7 procent, van het MKB commerciële dienstverlening 41 procent, van het grootbedrijf commerciële dienstverlening 30 procent en van de niet-commerciële dienstverlening 18 procent. Uit het kwadrant linksboven blijkt dat er geen coropgebieden zijn waarvan het aandeel van de toegevoegde van het grootbedrijf wel boven het Nederlandse gemiddelde ligt, maar het aandeel van het MKB niet. Daaruit volgt dat een bovengemiddeld aandeel van het grootbedrijf in de nijverheid samengaat met een bovengemiddeld aandeel van het MKB in de nijverheid. In het kwadrant rechtsonder bevinden zich de coropgebieden met een bovengemiddeld aandeel van het MKB nijverheid, maar een ondergemiddeld aandeel van het grootbedrijf. Dit zijn de coropgebieden Noord-Friesland, Zuidwest-Friesland, Zuidwest-Gelderland en de Achterhoek. De niet genoemde coropgebieden liggen allemaal dicht bij het Nederlandse gemiddelde. 4.2 Aandeel van de nijverheid in de toegevoegde waarde per coropgebied, 2008 30% Grootbedrijf 25% 20% 15% 10% Gemiddeld Nederland IJmond Delfzijl en omgeving Zeeuws-Vlaanderen Zuidoost Drenthe Overig Groningen 5% Gemiddeld Nederland 0% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% MKB Het midden- en kleinbedrijf naar regio 13

De verwevenheid tussen MKB en grootbedrijf in de industrie kan verklaard worden uit twee trends in het ondernemerschap 6), namelijk dat grote bedrijven de niet-kernactiviteiten, die minder rendabel zijn uitbesteden aan kleinere bedrijven en dat kleine bedrijven fungeren als toeleveranciers van grote bedrijven. Naast het positieve verband tussen MKB nijverheid en grootbedrijf nijverheid is er een negatief verband tussen MKB nijverheid en bevolkingsdichtheid. In minder dichtbevolkte regio s is het aandeel van het MKB nijverheid hoger (beta = 0,44). Dat komt doordat industriële bedrijven vaak geconcentreerd zijn op bedrijventerreinen buiten de woongebieden, omdat ze ruimte nodig hebben en vaak niet passen in een woonomgeving. Dit is in tegenstelling tot de commerciële dienstverlening, zoals zal blijken uit de volgende paragraaf. Deze variabelen aandeel van het grootbedrijf en bevolkingsdichtheid verklaren samen 57 procent van de afwijking van het gemiddelde aandeel van het MKB nijverheid. 6) Zie A. Wennekers, C Hartog, Trendstudie MKB en Ondernemerschap: Synthese, EIM, Zoetermeer 2011. 14 Centraal Bureau voor de Statistiek

5 MKB commerciële dienstverlening staat los van grote bedrijven in de commerciële dienstverlening Het MKB van de commerciële dienstverlening is goed voor 36 procent van de werkgelegenheid in Nederland. Per coropgebied loopt dit uiteen van 29 procent in Delfzijl en omgeving tot meer dan 40 procent in Zuidwest-Gelderland, het Gooi en Vechtstreek, Zuidoost-Zuid-Holland, Oost- Zuid-Holland en Flevoland. Bij vergelijking van de toegevoegde waarde variëren de percentages tussen 16 procent in Oost- Groningen en 50 procent in Het Gooi- en Vechtstreek. De aandelen van deze sector in de totale economie van de diverse regio s liggen minder ver uit elkaar dan de aandelen van de nijverheid. Dat komt doordat een belangrijk deel van de commerciële dienstverlening ten dienste staat van de bevolking. Voorbeelden zijn de detailhandel, de horeca en de zakelijke dienstverlening. Er is een positief verband tussen de hoogte van de toegevoegde waarde uit het MKB commerciële dienstverlening en de bevolkingsomvang. Het maakt niet uit of regio s meer of minder dichtbevolkt zijn. Er is altijd een basis aan commerciële dienstverlening aanwezig. De toegevoegde waarde per hoofd van de bevolking loopt bij commerciële dienstverlening veel minder uiteen dan bij nijverheid. In grafiek 5.2 is op dezelfde manier als in grafiek 4.2 het verband tussen het aandeel van het MKB en het grootbedrijf gevisualiseerd, maar nu voor de commerciële dienstverlening. Het gemiddelde aandeel in de toegevoegde waarde van het MKB in de commerciële dienstverlening is voor Nederland 37,7 procent. Dat is de verticale lijn in grafiek 5.2. Het gemiddelde aandeel van het grootbedrijf bedraagt 12 procent, voorgesteld door de horizontale lijn in het figuur. Iedere punt in de grafiek stelt een coropgebied voor. Wat meteen opvalt, is dat er maar enkele coropgebieden zijn met een bovengemiddeld aandeel van het grootbedrijf. Grote bedrijven in de commerciële dienstverlening zijn sterk vertegenwoordigd in dichtbevolkte regio s, met name in de vier coropgebieden, waartoe de grote steden behoren. In tegenstelling tot de nijverheid is er bij de commerciële dienstverlening geen samenhang te zien tussen het aandeel van de toegevoegde waarde van grote bedrijven en MKB. Er is wel een regressielijn getrokken, maar de punten liggen zo verspreid dat er geen significant verband is tussen MKB en grootbedrijf. Het midden- en kleinbedrijf naar regio 15

5.1 Aandeel van MKB commerciële dienstverlening in de toegevoegde waarde per regio, 2008 Minder dan 34,2% 34,2 tot 36,8% 36,8 tot 39,1% 39,1 tot 41,1% 41,1% of meer 16 Centraal Bureau voor de Statistiek

5.2 Aandeel van de commerciële dienstverlening in de toegevoegde waarde per coropgebied, 2008 35% 30% 25% 20% 15% 10% Grootbedrijf Gemiddeld Nederland Agglomeratie s Gravenhage Midden-Noord-Brabant Gemiddeld Nederland Groot-Amsterdam Utrecht Groot-Rijnmond 5% 0% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% MKB Het midden- en kleinbedrijf naar regio 17

6 Conclusies Uit paragraaf 2 tot en met 5 komen de volgende conclusies: Het MKB in de nijverheid en commerciële dienstverlening is van essentieel belang voor de economie, omdat er 55 procent van de toegevoegde waarde wordt gegenereerd en 50 procent van de werkgelegenheid. Het aandeel van het MKB nijverheid in de economie van een regio is groter naarmate het aandeel van het grootbedrijf nijverheid groter is en naarmate de bevolkingsdichtheid lager is. De coropgebieden met de hoogste aandelen in de toegevoegde waarde van het MKB in de nijverheid hebben ook een hoog aandeel van het grootbedrijf in de nijverheid. De coropgebieden Overig Groningen, Delfzijl en omgeving, Zeeuws-Vlaanderen en IJmond zijn het sterkst afhankelijk van de nijverheid. Het MKB commerciële dienstverlening volgt veel meer de bevolking dan MKB nijverheid en vertoont geen samenhang met het aandeel van het grootbedrijf in de commerciële dienstverlening. Coropgebieden met een hoog aandeel in de toegevoegde waarde uit het MKB commerciële dienstverlening zijn Het Gooi en Vechtstreek, Zuidwest-Gelderland, Flevoland en Oost-Zuid- Holland 18 Centraal Bureau voor de Statistiek

Bijlage 1: Coropgebieden in Nederland Oost-Groningen (CR01) Delfzijl en omgeving (CR02) Overig Groningen (CR03) Noord-Friesland (CR04) Zuidwest-Friesland (CR05) Zuidoost-Friesland (CR06) Noord-Drenthe (CR07) Zuidoost-Drenthe (CR08) Zuidwest-Drenthe (CR09) Noord-Overijssel (CR10) Zuidwest-Overijssel (CR11) Twente (CR12) Veluwe (CR13) Achterhoek (CR14) Arnhem / Nijmegen (CR15) Zuidwest-Gelderland (CR16) Utrecht (CR17) Kop van Noord-Holland (CR18) Alkmaar en omgeving (CR19) IJmond (CR20) Agglomeratie Haarlem (CR21) Zaanstreek (CR22) Groot-Amsterdam (CR23) Het Gooi en Vechtstreek (CR24) Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR25) Agglomeratie s-gravenhage (CR26) Delft en Westland (CR27) Oost-Zuid-Holland (CR28) Groot-Rijnmond (CR29) Zuidoost-Zuid-Holland (CR30) Zeeuwsch-Vlaanderen (CR31) Overig Zeeland (CR32) West-Noord-Brabant (CR33) Midden-Noord-Brabant (CR34) Noordoost-Noord-Brabant (CR35) Zuidoost-Noord-Brabant (CR36) Noord-Limburg (CR37) Midden-Limburg (CR39) Zuid-Limburg (CR39) Flevoland (CR40) Het midden- en kleinbedrijf naar regio 19