Directe aanleiding voor deze nota is de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012.

Vergelijkbare documenten
Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Notitie Schulddienstverlening

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 25 juni 2012 Agenda nr: Onderwerp: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Aan de gemeenteraad,

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

Zundertse Regelgeving

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

Schulddienstverlening

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

BELEIDSPLAN GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING ONDERBANKEN

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hilversum Gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

*Z01051DA582* Registratienummer:Z /1826

Besluit College van BenW

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2016

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Helmond 2018

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Uitvoeringsregels schuldhulpverlening 2012

Gemeenteblad nr. 1, 1 november Toelating tot de schuldhulpverlening Gemeente Deurne 2012

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening

Heerhugowaa Stad van kansen

Beleidsplan Schuldhulpverlening

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Purmerend, 3. Voor welke doelgroep willen we schuldhulpverlening aanbieden?

Gelet op: Artikelen 2 en 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het college van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Congres Sociale zekerheid in beweging

Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Voorstel voor burgemeester en wethouders

Beleidsnota Schuldhulpverlening. Wijdemeren

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening. (geconsolideerde tekst december 2013)

Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Vier jaren nota Schuldhulpverlening gemeente Brummen

Burgemeester en Wethouders

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

Beleidsregel Toegang Schulddienstverlening Gemeente Oldebroek 2016

Beleidsregels Schulddienstverlening Haarlem Het college van de gemeente Haarlem

SCHULDHULPVERLENING september

Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Leeuwarden 2014

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017

Jaartal / nummer 2014 / 045. Naam Beleidsregels schuldhulpverlening Publicatiedatum 17 april Opmerkingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Groep mensen die meer risico lopen op het krijgen van schulden dan anderen.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

1. Onderwerp Schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Utrecht

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening. Gemeente Koggenland

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie!

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Beleidsplan schuldhulpverlening

december Totaal behandeld

Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening gemeente Staphorst

Schulden in de leefwereld en de systeemwereld. Therese Steur Rotterdamse Sociale Alliantie

Besluit: De Beleidsregels schuldhulpverlening in te trekken; Vast te stellen de navolgende Beleidsregels Schuldhulpverlening 2017:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

Kerngetallen 4 maandsrapportage Avres. Inkomensverstrekking, minimabeleid / bijzondere bijstand en Schulddienstverlening

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING...

Raadsvergadering van 6 september 2012 Agendanummer: 9.1

in Gemeente Ridderkerk

Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening 2013

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen

Transcriptie:

Kadernota 2012-2015 Schuldhulpverlening Tevens geldend over de periode 2016-2018

Samenvatting. Directe aanleiding voor deze nota is de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012. De schuldenproblematiek neemt hand over hand toe. Een half miljoen gezinnen in Nederland lopen het risico om in een problematische schuldsituatie te komen. Ongeveer de helft heeft daadwerkelijk problematische schulden. Gemeenten worden geacht door middel van integrale schuldhulpverlening het initiatief te nemen in de bestrijding van deze problematiek. Daarbij gaat het niet alleen om het wegnemen van het financiële probleem, maar ook de oorzaken daarvan. Elke gemeente heeft burgers met problematische schulden en zal dus middelen moeten vrijmaken voor goede (vrijwillige) schuldhulpverlening. De afgelopen twee jaar zijn de uitgaven van de Dienst voor Schuldhulpverlening met 68% gestegen. Dit komt o.a. door de invoering van nieuwe werkwijze en door de verslechterde economische situatie. Tot op heden was er geen wettelijk kader voor de schuldhulpverlening. Het kabinet heeft in 2011 de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening vastgesteld. Met deze wet wil de regering randvoorwaarden scheppen waaraan de gemeentelijke schuldhulpverlening zonder meer dient te voldoen. Het gaat daarbij specifiek om de volgende zaken: a. het realiseren van een brede toegankelijkheid; b. beperken van de wacht- en doorlooptijden; c. het tot stand brengen van een integrale schuldhulpverlening en d. vervullen regierol. De wet zal op 1 juli 2012 worden ingevoerd. Het bestuur moet als gevolg hiervan een beleidskader vaststellen Uitgangspunt hierbij is dat. de schuldhulpverlening een bijdrage levert aan het oplossen van de (financiële) problemen van mensen door middel van het bevorderen van (financiële) zelfredzaamheid van die betreffende burgers. De Dienst zal haar aanbod op het gebied van de integrale schuldhulpverlening daarbij afstemmen op de hoogst haalbare mate van (financiële) zelfredzaamheid van de betreffende burger. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal. Daarvoor zijn onderstaande doelstellingen geformuleerd. invoeren Wet gemeentelijke schuldhulpverlening het aanbieden van gerichte selectieve toepassing van schuldhulpverlening aanbieden van laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening voorkomen dat burgers in een problematische schuldensituatie komen optimaliseren samenwerking met derden De schuldhulpverlening is juridisch en daarmee financieel een open einde regeling. Het is daarom moeilijk om de kostenontwikkeling over een langere periode te voorspellen. Wel zijn er op dit gebied een aantal scenario s waar te nemen. In hoofdstuk 7 wordt gekeken naar de mogelijke financiële consequenties

1. Inleiding/leeswijzer Directe aanleiding voor deze nota is de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012. Om een goed beeld te krijgen wordt in deze kadernota dieper ingegaan op de diverse aspecten van schuldhulpverlening. In paragraaf 2 Schuldhulpverlening wordt ingegaan op wat onder schuldhulpverlening wordt verstaan en wat het belang is van schuldhulpverlening. In paragraaf 3 Wettelijk kader wordt ingegaan op de taken die naar de gemeente gaan. In het wetsvoorstel krijgen gemeenten expliciet de taak om regie te voeren op de schulphulpverlening en om integraal beleid te voeren In paragraaf 4 Kosten en opbrengsten van de schuldhulpverlening wordt gekeken naar de ontwikkeling van de uitgaven voor schuldhulpverlening. Ook wordt gekeken naar de financiering van de schuldhulpverlening en het maatschappelijk rendement. In paragraaf 5 Doelgroep wordt nader ingegaan op het veranderende klantenbestand. Steeds meer mensen uit de middeninkomens doen een beroep op de schuldhulpverlening. In paragraaf 6 Uitgangspunt en beleidskader 2012-2015 wordt nader ingegaan op wat we de komende jaren willen bereiken met de schuldhulpverlening. Uitgangspunt daarbij is de (financiële) zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger. In paragraaf 7 Financieel kader wordt ingegaan op de mogelijke financiële scenario s m.b.t. de schuldhulpverlening. 2. Schuldhulpverlening Definitie Schuldhulpverlening In het de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening(art.1) wordt de volgende definitie gehanteerd Schuldhulpverlening: 'Het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;' en nader toegelicht in de Memorie van Toelichting: 'Schuldhulpverlening omvat zowel het voorkomen van problematische schulden (preventie), het helpen van een schuldenaar bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schulden als het voorkomen van terugval in de oude situaties (nazorg). Schuldhulpverlening dient een integraal karakter te hebben. Zowel materiële als immateriële aspecten maken onderdeel uit van schuldhulpverlening. Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met zorg gericht op zowel de financiële-als psychosociale en andere oorzaken van schulden. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving en de gezinssituatie.' Waarom schuldhulpverlening: Schuldhulpverlening is hulpverlening aan mensen met problematische schulden of budgetteringsproblemen. Onder problematische schuldensituatie wordt verstaan dat financiële problemen en schulden zodanig van omvang zijn (dan wel toenemen) dat huishoudens niet langer in staat zijn zelfstandig hun financiële verplichtingen na te komen".

Daarbij moeten enerzijds financieel-technische zaken geregeld worden, anderzijds moeten mensen leren op een andere wijze met hun budget om te gaan. Schuldbemiddeling, schuldsanering en budgetbeheer zijn daarbij instrumenten. Door middel van budgetvoorlichting, budgetbegeleiding en psychosociale begeleiding kan hulp worden geboden of erger worden voorkomen. Gemeenten hebben naast een maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid ook een financieel belang bij schuldhulpverlening. Goede schuldhulpverlening levert namelijk ook indirecte besparingen op. Verder zijn de gemeenten in het kader van de Wet Werk & Bijstand verplicht om zich in te spannen om mensen te activeren en zo mogelijk aan het werk te helpen. Deze re-integratie wordt gemakkelijker als schulden worden voorkomen of aangepakt. Hierdoor kan worden bespaard op reintegratie- en bijstandsmiddelen. Het belang van integrale schuldhulpverlening. Elke gemeente heeft burgers met problematische schulden en zal dus middelen moeten vrijmaken voor goede (vrijwillige) schuldhulpverlening. De gemeente heeft per slot van rekening een algemene zorgplicht voor haar burgers, vastgelegd in de Gemeentewet. Een problematische schuldsituatie is meestal het gevolg van meerdere samenhangende oorzaken en vraagt daarom om een integrale aanpak en organisatie vanuit alle betrokken beleidsvelden met als doel versnippering van het hulpaanbod tegen te gaan. De voornaamste doelstelling van integrale schuldhulpverlening is het bieden van een goed op elkaar gestemde en gecoördineerde dienstverlening aan burgers die in een situatie van overkreditering verkeren of dreigen te geraken. De gemeente speelt daarbij een sturende rol. Preventie, signalering en nazorg. Bij de opzet van integrale schuldhulpverlening wordt gezocht naar mogelijkheden om schulden te voorkomen door het teweegbrengen van gedragsverandering bij cliënten o.a. door het (laten)ontwikkelen en geven van budgetcursussen. Ten behoeve van vroegtijdige signalering zullen er goede afspraken moeten worden gemaakt met b.v. woningcorporaties, nutsbedrijven, deurwaarders etc. Sommige mensen zullen echter nooit in staat zijn zelfstandig financieel beheer te voeren. Deze categorie blijft dan ook aangewezen op een vorm van budgetbeheer en nazorg waardoor recidive zoveel als mogelijk wordt voorkomen. Het moet dan ook een gedeelde zorg van de samenwerkende partners in de integrale schuldhulpverlening zijn om voldoende tijd en geld uit te trekken om preventie, signalering en nazorg van problematische schuldsituaties gestalte te geven. Onderscheid vrijwillige schuldhulpverlening wettelijke regeling Als we praten over schuldhulpverlening dan dienen we daarbij een onderscheid te maken tussen minnelijke schuldhulpverlening en wettelijke schuldhulpverlening. De minnelijke schuldhulpverlening is, kort gezegd, de hulpverlening zoals die verzorgd kan worden door gemeenten en gemeentelijke kredietbanken (en eventueel andere instanties). De wettelijke schuldhulpverlening loopt via de rechtbank en is gebaseerd op wet en regelgeving (Faillissementswet), kortheidshalve geduid als Wsnp 1. Bij deze vorm van schuldhulpverlening is de rol van de gemeente beperkt tot de afgifte van een zogenaamde gemeentelijke schuldsaneringsverklaring. Voorwaarde voor toelating tot de Wsnp is dat de burger geprobeerd heeft om de schulden te regelen via een vrijwillig schuldhulpverlenings-traject In deze nota richten we ons voornamelijk op de minnelijke schuldhulpverlening. Het wettelijke traject blijft een uitzondering en is geheel geregeld door de WSNP. De gemeente heeft hier geen invloed op. Als we dus in deze nota spreken over schuldhulpverlening, dan bedoelen we het minnelijke traject. 1 WSNP staat voor Wet schuldsanering natuurlijke personen en is een onderdeel van de Faillissementswet.

De minnelijke schuldhulpverlening heeft de Dienst uitbesteed aan de Kredietbank Nederland. Hieronder is kort schematisch weergegeven hoe de dienstverlening eruit ziet. Schema 1: Processchema schuldhulpverlening Processchema Intakefase beheer PGB-beheer Budgetbeheer Overige aanmeldingen Beheer vaste lasten Beschermingsbewind Ping of SHVloket Administratie Intakefase SHV Coaching Budgethulp Schuldregeling 120 dgn. model Eigen initiatief Kredietverlening 3. Wettelijk kader Tot op heden was er geen wettelijk kader voor de schuldhulpverlening. De tweede kamer heeft in 2011 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening aangenomen. De wet gaat treedt op 1 juli 2012 in werking Het bestuur stelt een plan op dat richting geeft aan een integrale schuldhulpverlening voor inwoners van de gemeente. Dat gebeurt steeds voor een periode van maximaal vier jaar. In het beleidsplan legt het bestuur in hoofdzaken vast hoe het beleid voor schuldhulpverlening eruit ziet en hoe kan worden voorkomen dat inwoners problematische schulden krijgen. Het bestuur is grotendeels vrij bij de invulling van het plan Het plan moet in ieder geval antwoord geven op de volgende vragen: -de te behalen resultaten, -de maatregelen voor het borgen van kwaliteit van de schuldhulpverlening, -hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven, -de na te streven gemiddelde wachttijd van een schuldhulptraject. Met deze wet wil de kabinet randvoorwaarden scheppen, waaraan de gemeentelijke schuldhulpverlening zonder meer dient te voldoen. Het gaat daarbij specifiek om de volgende zaken: a.het realiseren van een brede toegankelijkheid; b.beperken van de wacht- en doorlooptijden; c.het tot stand brengen van een integrale schuldhulpverlening en d.vervullen regierol. Ad a: realiseren brede toegankelijkheid. Uitgangspunt voor de regering is dat de gemeentelijke schuldhulpverlening breed toegankelijk moet zijn voor natuurlijke personen en dat geen groepen op voorhand van schuldhulpverlening worden uitgesloten.

Uitzondering hierop is dat de regering van mening is gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Deze kunnen zich wenden tot een bank voor extra krediet of, als dat niet lukt, een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Onder bepaalde omstandigheden kan de gemeente iemand op basis van individuele omstandigheden de toegang tot de schuldhulpverlening ontzeggen. Daarvoor dient het Bestuur beleidsregels vast te stellen. Voorbeelden van individuele omstandigheden op basis waarvan een persoon mogelijk de toegang tot de schuldhulpverlening kan worden ontzegd zijn: het feit dat een natuurlijke persoon al meerdere keren tot de gemeente heeft gewend voor schuldhulpverlening en het hem of haar te verwijten is dat dit geen resultaten heeft opgeleverd; het feit dat de natuurlijke persoon zijn onderneming niet heeft gestopt. Ad b: beperken wacht en doorlooptijden. Op basis van artikel 4 van het wetsvoorstel moeten gemeenten binnen 4 weken nadat een verzoek tot schuldhulpverlening is binnengekomen met de cliënt een intakegesprek voeren. In een situatie waarvan sprake is van bedreigende schulden, geldt een termijn van 3 werkdagen. Bedreigende schulden zijn schulden op basis waarvan afsluiting van gas, water of licht, ontruiming dan wel opzegging/ontbinding van de zorgverzekering dreigt. Ad c: integrale schuldhulpverlening. Een belangrijk uitgangspunt van het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening is dat de schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dit betekent dat er bij de schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een cliënt, maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen van een cliënt. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie,de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Het is van belang in het kader van de schuldhulpverlening de eventuele oorzaken, die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zo mogelijk weg te nemen. Kortom, het wegnemen van deze oorzaken of omstandigheden is in veel gevallen essentieel om de financiële problemen van de cliënt in structurele zin op te lossen. De gemeente heeft de mogelijkheid om een cliënt in het kader van de integrale schuldhulpverlening een traject aanbiedt zonder dat dit direct tot leidt tot het definitief oplossen van de problematische schulden van de schuldenaar. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen ingeval de verslaving nog niet onder controle is, bij zware psychosociale problemen of bij een licht verstandelijke beperking. De regering gaat ervan uit dat de gemeenten zich in dit soort gevallen ten minste zullen richten op het stabiliseren van de schulden om te voorkomen dat de omvang van de schulden toeneemt en het bijvoorbeeld door budgetbeheer zeker stellen dat de schuldenaar aan een aantal lopende verplichtingen voldoet om bijvoorbeeld huisuitzetting of het afsluiten van energie en water te voorkomen. Ad d: regierol. Het vervullen van de regierol is essentieel om samenhang te waarborgen in de aanpak van de problemen van de schuldenaar. Hiermee kan voorkomen worden dat organisaties langs elkaar heen werken en uitsluitend bezig zijn om hun aspect van het probleem op te lossen, zonder aandacht te hebben voor de problematiek van de schuldenaar als geheel. Op basis van het voorgaande is de regering van mening dat het wenselijk is dat de gemeente de regierol op zich neemt. Dit uiteraard in nauwe afstemming met andere instanties die bij de integrale schuldhulpverlening betrokken zijn. Het wetsvoorstel bepaalt dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting moet geven aan de (ontwikkeling van de) integrale schuldhulpverlening. De inhoudelijke eisen aan dit plan zijn in hoge mate gelijk aan de wettelijke eisen aan het Wmo-plan, zoals vastgelegd in artikel 3 van de Wmo. Recht op schuldhulpverlening. Er ontstaat niet van rechtswege een recht op schuldhulpverlening op grond van de wet. Een eventueel recht op schuldhulpverlening ontstaat pas nadat het Bestuurde beslissing heeft genomen tot aanbod van schuldhulpverlening. Een beslissing van het Bestuur tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een dergelijke beslissing is dan ook bezwaar en beroep mogelijk.

Nieuwe elementen Bij behandeling in de Tweede Kamer zijn twee opvallende nieuwe elementen middels amendementen aan het wetsvoorstel toegevoegd. Het eerste is het zogenaamde moratorium (art. 4a Wgs). Gemeenten kunnen de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen (nieuwe) incassomaatregelen nemen. Het moratorium moet worden gezien als ultimum remedium in die gevallen waar de reguliere schuldhulpverlening tevergeefs of onmogelijk is gebleken. Daarom worden er door het Rijk nog nadere voorwaarden geformuleerd waaraan het moratorium moet voldoen. Het tweede element dat is opgenomen in het wetsvoorstel is het recht op een basisbankrekening. Personen die bij de gemeente om schuldhulpverlening hebben verzocht, kunnen in aanmerking komen voor een basisbankrekening. Een basisbankrekening is een rekening waarop geen roodstand mogelijk is. Dit is een essentieel instrument voor effectieve schuldhulpverlening. Zonder basisbankrekening zijn sommige schuldenaren afgesloten van het betalingsverkeer waardoor zij hun schulden niet kunnen aflossen. 4. Kosten en opbrengsten Schuldhulpverlening. Uitgaven schuldhulpverlening Schuldhulpverlening is een kostbaar proces met veel arbeidsintensieve stappen. Het in kaart brengen van financiële problemen en het uitwerken van de oplossing is het vertrekpunt, gevolgd door een traject van gemiddeld drie jaar waarin meestal begeleiding en ondersteuning van de cliënt noodzakelijk blijft. Grafiek 1:Ontwikkeling uitgaven Schuldhulpverlening Uitgaven Schuldhulpverlening 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000-2007 2008 2009 2010 2011 Realisatie Vanaf 2008 stijgen de uitgaven voor schuldhulpverlening explosief. In 2008 werd 397.000,= uitgeven aan schuldhulpverlening. In 2010 bedragen de uitgaven 566.000,=. Dit is een stijging van 68%. In 2011( 565.000,=) stabiliseren de uitgaven voor schuldhulpverlening. Voor de stijging van de uitgaven voor schuldhulpverlening zijn een tweetal oorzaken aan te wijzen. Enerzijds komt dit door de invoering van de vernieuwde werkwijze. Schuldhulpverlening nieuwe stijl gaat uit van een veel intensievere methodiek van schuldhulpverlening en is er op gericht om voortijdig afhaken van hulpvragers te voorkomen. De prijs van een gemiddeld traject bedroeg in 2006 bijna 2.500,-. Een traject dat in 2011 is gestart zal gemiddeld minstens 3.400,-gaan kosten.

Anderzijds heeft de economische crisis, die in de tweede helft van 2008 inzette, een directe invloed op de toeloop naar de schuldhulpverlening. Ontwikkelingen schuldhulpverleningsverzoeken Het aantal aanvragen schuldhulpverlening is t.o.v. 2010 in 2011gestabiliseerd. In 2008 deden 208 mensen een beroep op de schuldhulpverlening. In 2011 waren er 265 schuldregelingsverzoeken. Dit is een stijging van 27%. Landelijk gezien is het aantal schuldhulpaanvragen in 2010 t.o.v. van 2008 bijna verdubbeld (zie tabel 3 aanvragen Schuldverlening).De komende jaren zullen naar verwachting de gevolgen van de economische crisis doorwerken in het aantal schulpverzoeken. Indien het beroep op de schuldhulpverlening jaarlijks met 10% toeneemt, zal het aantal schuldregelingsverzoeken voor Noardwest stijgen van 265 aanvragen in 2011naar 365 in 2014. Grafiek 2: Groei schuldregelingsverzoeken Aantal schuldregelingsverzoeken(bij een verw acht stijging van 10% per jaar) 400 300 200 100 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Bekostiging schuldhulpverlening Het vorige kabinet heeft vanwege de economische crisis extra middelen beschikbaar gesteld om ook in economisch zware tijden extra aandacht te kunnen geven aan problematische schuldensituaties. Voor 2011 bedroegen deze extra middelen voor de Dienst ongeveer 160.000,-. Na 2011 zijn er geen extra middelen voor schuldhulpverlening beschikbaar gesteld. Voor de 8 gemeenten is er in het kader van het bestuursakkoord Samen aan de Slag voor 2010 een bedrag van 310.429,- voor armoede en schuldhulpverlening in het gemeentefonds beschikbaar. Voor 2011 en verder is hier jaarlijks structureel een bedrag van 413.906,- beschikbaar. Grafiek 3: Ontwikkeling beschikbare middelen Schuldhulpverlening Middelen schuldhulpverlening 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2010 2011 2012 en verder Armoede en Schulden * Extra middelen i.v.m crisis

Voor de financiering van de schuldhulpverlening kunnen gemeenten ook gebruikmaken van het fictief budget bijzondere bijstand. Dit budget is onderdeel van het Gemeentefonds. In 2009 bedroeg het budget voor onze 8 gemeenten 994.584,- 2. Ook kunnen gemeenten eigen middelen inzetten. Schuldhulpverlening kan ook worden gefinancierd uit het participatiebudget (WWB-werkdeel). Dit is alleen mogelijk als de schuldhulpverlening wordt ingezet als re-integratie instrument. Het mag dan niet gaan om uitvoeringskosten.het kabinet wil dat vanaf 2012 de schuldhulpverlening en nazorg selectiever en gerichter worden toegepast. Dit moet een structurele bezuiniging van 20 miljoen opleveren. Wat de financiële gevolgen zijn voor de Dienst is nu nog niet bekend. Maatschappelijk rendement schuldhulpverlening Integrale Schulddienstverlening is duur. Wat vaak onderbelicht blijft, is het maatschappelijk rendement van integrale schuldhulpverlening. Dit bestaat enerzijds uit het voorkomen van hoge maatschappelijke kosten en anderzijds uit het vergroten van het succes en het effect van andere gemeentelijke beleidsterreinen als re-integratiebeleid en het sociale activeringsbeleid. In 2007 is in opdracht van Volkskredietbank Noord-Oost Groningen 3 een onderzoek geweest naar de omvang van maatschappelijk rendement van Schuldhulpverlening. Het onderzoeksbureau KWIZ heeft deze uitkomsten in 2009 vertaald naar de situatie voor de gemeente Achtkarspelen- Kollumerland.4 Deze gemeenten kennen een vergelijkbare bevolkingssamenstelling als het werkgebied van de Dienst. Wel telt het gebied ruim de helft minder inwoners. Indien men de uitkomsten m.b.t het maatschappelijk rendement verdubbeld, krijgt men voor de gemeenten van de Dienst een indicatie m.b.t. het maatschappelijk rendement van de integrale schuldhulpverlening. Tabel 1: financieel maatschappelijk rendement Soort kosten Bedrag kosten huisuitzetting 630.000, - kosten herhuisvesting 126.000, - kosten van maatschappelijke opvang 244.000, - kosten extra beroep op bijstand 94.000, - afsluitingskosten van gas, water en elektriciteit 55.000, - kosten uitval personeel door ziekte (indicatief) 55.000, - Totaal 1.204.000, - In totaal wordt het maatschappelijk financieel rendement voor de gemeenten geschat op circa 1.204.000,-. De kosten voor Schuldhulpverlening bedragen op basis van de begroting 2011 665.000,- 5. Doelgroep In 2006 heeft KWIZ 5 een onderzoek gedaan naar de schuldenproblematiek in Noord-Nederland. Daaruit blijkt dat er een vaste kern van inwoners is (geschat op ongeveer 2,5%) die onafhankelijk van een economische omstandigheden structureel met financiële problemen te maken heeft. Jarenlang deden voornamelijk mensen met een minimum inkomen (o.a.wwb) een beroep op de schuldhulpverlening. Door de consumptiemaatschappij konden mensen onverantwoorde leningen afsluiten bij banken en financiële instellingen. Echter de kredietcrisis heeft ervoor gezorgd dat mensen anders zijn gaan denken en de banken voorzichtiger geworden zijn met het verstrekken van geld. Dit betekent dat te verwachten valt dat de stroom minima met financiële problemen zal afnemen. 2 Bron SZW gemeenteloket 3 Maatschappelijk Rendement Integrale Schuldhulpverlening November 2007 4 KWIZ. Integrale Schulddienstverlening in Achtkarspelen en Kollumerland ca. Mei 2009 5 KWIZ Hoog in 't Rood. Schuldenproblematiek in Noord Nederland. Groningen 2006.

Maar vanaf eind 2009 komt er een nieuwe klantengroep aan: de huidige middeninkomens die in 2009 hun baan hebben verloren. Uit het cijfers van de NVVK blijkt dat steeds meer mensen met een inkomen uit arbeid in een schuldregeling zitten. Van de 31.750 schuldregelingen die in 2010 tot stand kwamen, had 40% van de klanten een inkomen uit arbeid. In 2008 was dit nog 18% op een totaal van 28.848 schuldregelingen. Daarnaast geven de cijfers aan dat voorheen slechts 2% van de schuldenaren een inkomen van meer dan anderhalf keer modaal had. In 2009 is dat gestegen naar 17%. Dit is een aanzienlijk verschil en hiermee wordt eens te meer zichtbaar dat de doelgroep die een beroep doet op schuldhulpverlening flink aan het veranderen is. Tabel 2: demografische gegevens Schuldregeling 6 Jaar 2010 2009 2008 2007 Geslacht Man 57% 59% 57% 57% Vrouw 43% 41% 43% 43% Leeftijd Jonger dan 25 jaar 12% 10% 9% 7% 25-45 jaar 51% 56% 57% 55% 45-65 jaar 32% 31% 31% 34% Ouder dan 65 jaar 5% 3% 3% 3% Burgerlijke Staat Alleenstaand 67% 67% 60% 59% Gehuwd/Samenwonend 15% 15% 20% 26% Gescheiden 18% 18% 20% 15% Gezin Wel Kinderen n.b 24% 22% 22% Geen Kinderen n.b 76% 78% 78% Soort inkomen Werk 40% 37% 18% 18% Uitkering 57% 63% 82% 82% Inkomen Lager dan modaal n.b. 61% 84% 84% Modaal-1,5 keer modaal n.b. 14% 14% 14% 1,5-2 keer modaal n.b. 17% 2% 2% 2-3 keer modaal n.b. 8% 0% 0% Hoger dan 3 keer modaal n.b. 0% 0% 0% De Kredietbank heeft recentelijk voor Noardwest Fryslân(zie grafiek 4) een overzicht gemaakt van de samenstelling van haar klantenbestand. Daaruit blijkt dat in onze regio 35% van het klantenbestand een inkomen heeft uit arbeid (landelijk is dat 40%) 22% van de klanten heeft een Wwb uitkering. 9% heeft een ziektewetuitkering.en 9% heeft een Wao uitkering.op dit moment heeft slechts 4% van de klanten een WW uitkering. Grafiek 4 Samenstelling klantenbestand Noardwest Fryslân 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Dienstverband Pensioen Overig IOAW WIA ANW Wajong AOW ZW WW WAO WWB Door de economische crisis raken steeds meer mensen financieel zo in de knel dat ze hulp moeten zoeken voor hun schulden. In 2010 klopten bijna 79.000 mensen aan voor schuldhulpverlening. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van twee jaar ervoor. In 2010 werden bijna een kwart (23%) van de aanvragers doorverwezen naar de Wsnp. 6 Jaarverslag NVVK 2010

Tabel 3: aanvragen Schuldverlening 7 Jaar 2010 2009 2008 2007 Aanvragen Schuldhulpverlening 78.986 53.250 44.100 47.500 Niet geaccepteerde aanvragen n.b 10.125(19%) 7.902(18%) 9.183(19%) Trajecten Schuldregeling n.b. 31.750(81%) 28.848((82%) 30.400((81%) % doorverwijzing WSNP 23% 11% 19% 23% Gemiddeld Schuldbedrag 30.742 33.700 29.900 30.100 Gemiddeld aantal schuldeisers 16 17 15 13 6. Wat willen we bereiken met de schuldhulpverlening? De schuldhulpverlening levert een bijdrage aan het oplossen van de financiële problemen van mensen door middel van het bevorderen van (financiële) zelfredzaamheid van die betreffende burgers. De Dienst zal haar aanbod op het gebied van de integrale schuldhulpverlening daarbij afstemmen op de hoogst haalbare mate van (financiële) zelfredzaamheid van de betreffende burger. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal. Doelstelling 1: Invoeren Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wat willen we bereiken? We voldoen aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Wat gaan we daarvoor doen? Er is een actueel plan integrale schuldhulpverlening, vastgesteld door de gemeenteraden. Welk resultaat moet dit opleveren? We voldoen volledig aan deze voorwaarden Het eerste gesprek met de cliënt vindt plaats binnen 4 weken na aanmelding In het geval van een bedreigende situatie wordt crisisinterventie binnen 3 werkdagen na aanmelding opgestart. Doelstelling 2: het aanbieden van gerichte selectieve toepassing van schuldhulpverlening Wat willen we bereiken? Financieel zelfredzame burgers. Wat gaan we daarvoor doen? De situatie van de klant is uitgangspunt en daar dient de dienstverlening en inzet van producten op afgestemd te worden. Welk resultaat moet dit opleveren? Maatwerk leveren voor cliënten die in aanmerking komen voor schuldhulpverlening. Toelichting Een schuldenvrije toekomst is het primaire uitgangspunt bij de dienstverlening, maar is, gelet op de financiële situatie van de klant en /of zijn gedrag/situatie, niet altijd haalbaar. De praktijk laat zien dat in veel gevallen schuldsituaties steeds complexer worden (aantal schuldeisers, hoogte schulden, persoonlijke problematiek van mensen) en daardoor moeilijker op te lossen zijn. Voorkomen moet worden dat dure schuldhulpverleningsinstrumenten worden ingezet, terwijl vooraf duidelijk is dat de schuldenaar niet of onvoldoende is te helpen. Onderstaande matrix maakt op eenvoudig wijze duidelijk wie voor schuldhulpverlening in aanmerking kan komen: Schema 3: Matrix toegang schuldhulpverlening 8 7 Jaarverslag NVVK 2010

Regelbaar schuldenpakket Onregelbaar schuldenpakket Regelbare schuldenaar Schuldsituatie is op te lossen met een schuldhulpverleningstraject. Schuldensituatie is alleen te stabiliseren. Onregelbare schuldenaar Mogelijkheden hangen af van individuele dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing. Gemeente kan niet of nauwelijks iets doen. regelbare schuldenaar: schuldenaar houdt zich (met hulp) aan afspraken en is gemotiveerd. regelbaar schuldenpakket: alle schulden komen in aanmerking voor een schuldregeling. Er zijn geen schulden waarbij (door juridische procedures) de vordering hoogte van de vorderingen onduidelijk is. onregelbare schuldenaar: schuldenaar houdt zich niet aan afspraken en is niet gemotiveerd. onregelbaar schuldenpakket: er zijn schulden die niet voor een schuldregeling in aanmerking komen of waarvan, door juridische procedures, de hoogte van de vorderingen onduidelijk is. Niet iedereen kan dus in aanmerking komen voor de schuldhulpverlening Actie: het formuleren van beleidsregels m.b.t. de toegang tot schuldhulpverlening. Doelstelling 3: aanbieden van laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening Wat willen we bereiken? Het aanbieden van integrale schuldhulpverlening voor inwoners die in een problematische schuldensituatie dreigen te komen of budgetteringsproblemen hebben. Wat gaan we ervoor doen? Uitgangspunt is dat alle burgers vanaf 18 jaar zich tot de gemeente kunnen wenden voor schuldhulpverlening. Welk resultaat moet dit opleveren? Een brede en toegankelijke schuldhulpverlening voor iedereen. Toelichting De hoogte van schulden speelt bij de toegang tot de schuldhulpverlening geen rol. Vanuit de gedachte dat niet-problematische schulden problematisch kunnen worden, worden ook burgers met relatief kleinere financiële problemen door de gemeente geholpen. Schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen krijgt extra aandacht. De laagdrempeligheid wordt echter op onderstaande manieren begrensd: Eigen verantwoordelijkheid Eigen verantwoordelijkheid van burgers staat voorop. De burger regelt zoveel mogelijk naar vermogen zelf. Dit betekent dat de Dienst, per individueel geval, voorwaarden en criteria stelt voor toelating tot de schuldhulpverlening. Het verwijtbaar niet voldoen aan gestelde voorwaarden heeft negatieve consequenties voor de hulpverlening. Zorgvuldigheid van de kant van de gemeente is geboden. 8 Model gemeente Tilburg

Recidive. De Dienst kan de toegang tot schuldhulpverlening weigeren indien een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening. Indien een persoon reeds eerder een traject heeft gehad dat vanwege een onwillige / verwijtbare houding en gedrag niet succesvol is doorlopen, kan dienstverlening worden geweigerd. Actie: Opstellen van regels m.b.t. recidive en het stellen van voorwaarden inzake verwijtbaar gedrag. Doelstelling 4: voorkomen dat burgers in een problematische schuldensituatie komen. Wat willen we bereiken? Eerder ingrijpen bij het ontstaan van een problematische schuldensituatie. Wat gaan we ervoor doen? Meer doen aan preventie door b.v. het instellen van een financieel spreekuur of een Ping loket. Ping is een handelsnaam van de Kredietbank Nederland. Ping is een plek waar mensen terecht kunnen voor persoonlijk financieel advies, de nadruk ligt hierbij op preventie. Ping is ook de eerste plaats waar (dreigende) financiële problemen worden gesignaleerd en van waar uit doorverwijzing naar schuldhulpverlening plaats kan vinden. In dat opzicht is Ping ook een poortwachter. Welk resultaat moet dit opleveren? Minder toestroom naar de schuldhulpverlening. Toelichting. Tussen het moment dat bij mensen financiële problemen ontstaan en het moment dat mensen zich bij de schuldhulpverlening melden, zit één tot anderhalf jaar. In die periode heeft het schuldenpakket zich ontwikkeld van een enkele schuld tot een problematische schuldensituatie. Schema 2: actiemoment ingrijpen 0 - ½ jaar Wijziging situatie Actie / Ingrijpen noodzakelijk: Zelf of met Ping ½ - 1 jaar Ontstaan problemen (steeds problematischer) 1-1½ jaar Schuldregelin g noodzakelijk Inkomstenwijziging/inkomstendaling betekent een actiemoment! De actie moet ondernomen worden als mensen zich nog in het groene gedeelte van bovenstaande balk bevinden. En niet, zoals nu te vaak het geval is, als zij zich al in het rood bevinden. Het te laat hulp vragen heeft een aantal oorzaken: De stap naar de Kredietbank, en naar hulpverlening in het algemeen, is voor veel mensen hoog: mensen stellen het moment van hulp vragen zo lang mogelijk uit Mensen weten niet altijd dat zij met hun probleem ergens terecht kunnen, of waar ze exact moeten zijn met hun specifieke probleem (ze weten de weg niet). Preventie werkt het beste wanneer het laagdrempelig en voor iedereen beschikbaar is. Door het oprichten van een laagdrempelig financieel spreekuur of Ping loket, kan actief aan preventie gedaan worden. Bij dit loket kunnen mensen terecht met vragen rondom hun budget, inkomsten, uitgaven, schulden, het invullen van formulieren of het aanvragen van voorzieningen en/of vergoedingen. Mensen krijgen een praktisch advies over de financiële situatie zonder dat men direct de hulpverlening binnenstroomt. De vragen waarmee mensen bij Ping terecht kunnen moeten in principe een financieel karakter hebben, maar kunnen van simpel tot complex zijn. Er wordt naar een oplossing op maat gezocht en indien nodig wordt er doorverwezen naar andere instanties (Sociaal Raadslieden, SUS, Humanitas, etc.). Doelstelling 5: optimaliseren samenwerking met derden

Wat willen we bereiken? Een sluitende aanpak van de schuldhulpverlening. Wat gaan we ervoor doen? Samenwerking intensiveren met derden. Welk resultaat moet dit opleveren? Een goede samenwerking in de keten. Actie: Er bestaan al veel goede afspraken over samenwerking rondom schuldhulpverlening. Deze gaan we voortzetten en daar waar mogelijk uitbreiden Toelichting De dienst heeft de uitvoering van de schuldhulpverlening uitbesteed aan externe partijen. Het financiële aspect (materiële schuldhulpverlening en preventie) wordt uitgevoerd door de Kredietbank Nederland. Het psychosociale onderdeel binnen de integrale schuldhulpverlening (immateriële hulpverlening) wordt uitgevoerd door het Algemeen Maatschappelijk Werk. Ook particuliere initiatieven (vrijwilligers en vrijwillige inzet) in relatie tot schuldhulpverlening worden, daar waar de meerwaarde voor de burger wordt gezien, ondersteund. Eventuele nieuwe samenwerkingsrelaties worden geïnitieerd dan wel ondersteund indien het een goede meerwaarde vormt op de bestaande hulpverlening. Implementatietraject. 1. Vaststellen kadernota Bestuur 2 februari 2012 2. Begroting vaststellen Bestuur 7 maart 2012* 3. Voorbereiden uitvoering Dienst Maart 2012 4. Beleidsregels vaststellen Bestuur 26 april 2012 5. Beleidsplan en verordening vaststellen Bestuur 6 juni 2012 6. Implementatie wet gemeentelijke schuldhulpverlening Dienst 1 juli 2012 * eventueel alternatief is om de budget voor de begroting vast te stellen samen met de conceptbegroting 2013 in de bestuurwvergadering van 26 april 2013 7. Financieel kader Open einde De schuldhulpverlening is juridisch en daarmee financieel een open einde regeling. Het is niet

mogelijk om tegen het einde van het jaar hulpvragers te weigeren omdat het budget op is. Het is daarom moeilijk om de kostenontwikkeling over een langere periode te voorspellen. Wel zijn er op dit gebied een aantal scenario s waar te nemen. Grafiek 5:: scenario s uitgaven schuldhulpverlening Uitgaven Schuldhulpverlening 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000-2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Realisatie Begroting Scenario Nvvk Scenario Kredietbank Scenario s De Nvvk gaat er van uit dat het beroep op de schuldhulpverlening als gevolg van de economische crisis de komende jaren met 10% zal toenemen. Als dat scenario werkelijkheid wordt, dan zullen de uitgaven voor schuldhulpverlening bij ongewijzigd beleid in 2013 885.000,= bedragen. De Kredietbank Nederland denkt echter dat de komende jaren het beroep op de schuldhulpverlening zal dalen. Enerzijds komt dit doordat door de kredietcrisis mensen anders zijn gaan denken en de banken voorzichtiger geworden zijn met het verstrekken van geld. Daarom verwacht de kredietbankdat het aantal mensen met financiële problemen zal afnemen. Daarnaast wordt het succes van de schuldhulpverlening zichtbaar. De schuldhulpverleningsbranche is sinds 2006 langzaam maar zeker overgestapt van procedureel werken op maatwerk. Door dit maatwerk is het aantal uitvallers de afgelopen jaren drastisch gedaald, is het aantal succesvolle schuldregelingen gestegen en is voor vele klanten een duurzame oplossing gevonden. Volgens de kredietbank zullen de uitgaven jaarlijks met circa 10% dalen en bedragen deze in 2013 463.000,= In de herziene begroting 2012 is er een bedrag voor schuldhulpverlening begroot van 761.000,=. Dit is gebaseerd op stijging van het aantal hulpverleningsverzoeken van 10% t.o.v. van de begroting 2011( 692.000,=). Omdat onduidelijk is hoe de kosten ontwikkeling is voor de komende jaren is er voor 2013 en 2014 is vooralsnog een gelijk bedrag begroot. Sturing Uitgangspunt voor de komende jaren is dat de uitgaven voor schuldhulpverlening niet verder stijgen. t.o.v. de begroting 2012. Het Bestuur kan (bij)sturen op kosten door de kaders te stellen in de verordening. Zodra de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt,, zal worden gewerkt aan het opstellen van een verordening gebaseerd op de kaders in dit beleidsplan. Deze verordening zal worden vastgesteld door het Bestuur. Dan zal ook duidelijk zijn op welke onderdelen eventueel kan wordenbijgestuurd om de kosten(stijging) te beperken. Dit kan bijvoorbeeld door de keuze te maken om voortaan mensen die al eerder gebruik hebben gemaakt van de schuldhulpverlening te weigeren. Ook kan er worden gewerkt met een eigen bijdrage voor budgetbeheer en budgetcoaching. Ook het in eigen beheer nemen van klanten die langer dan 3 jaar in budgetbeheer zitten,levert een structurele besparing op van 28.653,=. Deze klanten beschikken niet over het vermogen om hun eigen financiën te beheren. Echter indien je het budgetbeer zou beëindigen, treedt er instabiliteit op, gevolgd door een mogelijke crisissituatie (uithuiszetting, afsluiting gas/water/elektra).