Een tandje bijsteken

Vergelijkbare documenten
Schooljaar: OVERBRENGINGEN. Hoofdstuk 4.1 t/m 4.3. KLAS 1A 1B 1E 1F. Algemene Techniek H.H. Baromeo

OVERBRENGINGEN II Hoofdstuk 4.5 t/m 4.10

Samenvatting Techniek Techniek H4 Overbrengingen Par. 1,2,3,4,5,7

Wat wordt verstaan onder Overbrenging? / Wat is een Overbrenging?

MENS & NATUUR. In een speeltuin wordt de draaimolen rondgedraaid door mensen. Op de foto is het kind de krachtbron.

Indirecte aandrijving 1

Aanwijzingen bij het gebruik van dit bestand.

MECHANICA. Laboratorium RACEAUTO. Constructies 1 tot en met 30

Tandwielen. Katrollen

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat.

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1

toekomstopwielen.be 1.1 Fiks de tandwieltrein

techniek Motor en as LEGO O P D R A C H T Maak het programma van rechtsboven na, op het open stuk van het scherm.

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel!

Samenvatting Natuurkunde Kracht

kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren (ET 2.

1.1 De juiste versnelling

A. De verschillende (mechanische) overbrengingen

DEEL 1 - INLEIDING WAT IS NU EEN OVERBRENGING? Welke soorten overbrengingen zijn er?

juni 2014 vanaf 4 jaar De wieken van de molen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Techniek Technolosich

voorbeeld Veegmachine Aantekeningen voor de leerkracht

NAAM: DATUM: KLASNUMMER:

Veegmachine. Notities voor de leerkracht. Wetenschap Afstanden meten Wrijving Wetenschappelijk onderzoek

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.

Aandrijving. Aandrijftechnieken

EENVOUDIGE OVERBRENGINGEN. IN BEWEGING basis. Opdrachtfiches voor leerlingen I 4de leerjaar I Techniek & Wetenschap

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD

Overbrengingen Bart Coene OLSO1c

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen Momenten R.H.M.

Wijzer Techniekkit Overbrengingen

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Krachtpatsers. Primair Onderwijs. Oosterdok VX Amsterdam tel ( 0,10 p/min.) info info@e-nemo.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

In samenwerking met:

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Layout_Ne.qxd :06 Uhr Seite 61 P ROFI M ECHANIC + STATIC B EGELEIDEND BOEKJE. Inhoud

PNI-analyse Ideeën mindmap

LESDOEL MATERIALEN STEM-REFLECTIE. -Sneller klaar: Extra blad in bundel met fietsen. -Evaluatie: Peerevaluatie voor de leerlingen

Het. Werkmap Hefbomen. Leerkracht. Museum voor de Oudere Technieken Dienst educatie Juni 2007

4 Directe aandrijving

Fietsworkshop Opkikker 2016

Proef 1 krachtversterking voelen (1)

Het planetaire tandwielstelsel

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

Oefentoets krachten 3V

Digitaal aflezen van het-aantal-enden-per-minuut.

1 Monumenten. 32 x tips bij Breinkrakers. Tips en uitleg naar: 32 Breinkrakers 2003 SCHUBI Lernmedien AG, Schaffhausen service@schubi.nl

Taak van de hoofdrotor

EEN WEDSTRIJD CROSSFIETS.

-Feest ½: De boot van Sinterklaas -Water ¾: De botenrace 3 Voorspelt en onderzoekt of voorwerpen blijven -Water ¾: De botenrace

Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 1 Krachten gebruiken

Manoeuvreren & Vaartechnieken. Ivar ONRUST

Taak van de hoofdrotor

Leerlingen die voor het eerst bewust en doelgericht met katrollen gaan experimenteren. Deze activiteit is eerder bedoeld voor de hogere graden.

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

1 Hydraulische systemen Hydraulische overbrengingen Kracht, snelheid en vermogen Afsluiting 18

Generated by Foxit PDF Creator Foxit Software For evaluation only. BMX race fiets

Freewheelen. Notities voor de leerkracht

Education HANDLEIDING LEERKRACHT TANDWIELEN EN VERSNELLING ENKELVOUDIGE MACHINES

Evenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum

Bouw zelf een windmolen

De inpassing van het kan er, indien achter een gemaal geïnstalleerd ongeveer zo uit zien

Repetitie Draaiende voorwerpen voor VWO (versie A)

Waar vind je tandwielen?

Profi Mechanica en statica Inleiding

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2007-II

Fietsparadox Fietsen is een alledaagse activiteit. Desalniettemin zijn er redenen genoeg om het bewegen van een fiets nader te onderzoeken.

Suggesties voor demo s krachten

Testen en metingen op windenergie.

3 Kermis aan de hemel

Het digitaal aflezen van het aantal enden per minuut

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3

Ventilator les 3 Leerkrachthandleiding. groep 5/6

2.1. Enkelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap

44. De trapkogelbaan (AL)

Een tandje bijsteken / Onderzoeken riem- en kettingoverbrenging

* Een borstelbot maken *

WIELEN. STAP 3 Monteer op dezelfde manier een as met het kleine wiel. Verbind ze met het elastiek.

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

De oude molen groep 7/8

Handleiding Hoe start en onderhoud ik mijn Minike of Quad?

Opdracht 1. Kweern Rosmolen Watermolen Windmolen Wrijfsteen. Lesmap Patattenmolen Opstal. Geboorte Christus Jaar 0. Vandaag

OVERBRENGINGSMECHANISMEN

3.1. Basiswetten van de hydraulica Basiswetten van de hydraulica Hefbomen Hefbomen Hefbomen het Moment

Techniekkit: Oost Nederland. Domein: Overbrengingen. Competentie: Ontwerpen Toepassen Reflectie. Leergebied: Aardrijkskunde

MA 1:1 MA 1:1 met touwomleiding MA 2:1 MA 2:1 met touwomleiding

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

De locomotor. II km/h; IV km/h. HOOFDSTUK IV.

Richtlijnen BMX fiets

Overbrengingen. 1 e graad secundair onderwijs

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4)

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Thema 4 Techniek om je heen

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Transcriptie:

Achtergrondinformatie voor de leerkracht Te gebruiken begrippen tijdens de les. Een tandje bijsteken Krachten overbrengen Vaak is iets te zwaar om het zo te kunnen tillen. Je kan bijvoorbeeld nooit in je eentje een boot op het land trekken. Met behulp van een touw aan een lier breng je dan jouw krachten over op de boot. Zo lukt het je wel om de boot in je eentje op het land te krijgen. Overbrenging Je spreekt van een overbrenging (transmissie) als er in het apparaat steeds een beweging van het ene onderdeel overgebracht wordt op het volgende. Met overbrengingen laat je dingen draaien, maar ook heen en weer of op en neer gaan. Tandwielen Een tandwiel is een schijf met allemaal tanden eraan. Die tanden passen precies in de tanden van een ander tandwiel. Tandwielen brengen beweging over. Maar ze kunnen ook de snelheid van een beweging veranderen. Wat kun je met tandwielen nog meer? Welke begrippen moeten we kennen voor we aan de les beginnen? Bekijk het filmpje: https://www.schooltv.nl/video/tandwielen-hoe-werken-ze/

Aandrijfwiel en volgwiel Een aandrijfwiel is het wiel waarmee de beweging begint. Een volgwiel wordt door een ander wiel aangedreven. Eén molen draait snel, de andere langzaam. Hoe kan dat? Tandwielen kunnen niet alleen beweging overbrengen, ze laten ook een draaiende beweging van snelheid veranderen. Bij die langzame molen laat een klein tandwiel dat grote gele tandwiel draaien, daar zit de as met de wieken aan vast. Het aandrijfwiel is het kleine wiel, het volgwiel is het grote wiel. Als het kleine wiel 1 keer ronddraait, is het grote wiel nog geen volledige ronde gedraaid. Maar bij dat snelle molentje is het precies andersom! Dat grote gele tandwiel is het aandrijfwiel en laat het kleine tandwiel draaien. En dat kleine tandwiel aan die as, draait natuurlijk veel sneller! Hier zie je het verschil. TIP: Je kan de draaisnelheid eenvoudig zichtbaar maken door een aanduiding aan te brengen op de tandwielen. Draaisnelheid Wanneer we als voorbeeld nemen dat het kleinste tandwiel 7 tanden telt en het tweede 21 tanden heeft. De verhouding is 21/7. Dit betekent als het kleine tandwiel het aandrijfwiel is en ik 1 volledige ronde draai aan het kleine tandwiel dat het grote wiel maar voor 1/3 ronde verder draaide.

Andersom geldt dat wanneer het grote wiel het aandrijfwiel is, dat ik 1 volledige ronde ronddraai dat het kleinste ondertussen 3 omwentelingen maakte. Draairichting Overbrengingen waarbij de wielen direct tegen elkaar aanzitten, zoals bij tandwielen, noem je directe overbrengingen. Overbrengingen met een riem of ketting noem je indirecte overbrengingen. Directe overbrenging Als je bij een overbrenging iets wilt laten draaien, gebruik je vaak riemen, kettingen en tandwielen. Een overbrenging met een riem of ketting kan je gebruiken als je de draairichting niet wenst te veranderen. Bijvoorbeeld bij het fietsen, indien de tandwielen in direct contact zouden staan moest je achteruit trappen om vooruit te fietsen. Een overbrengingsverhouding geeft aan hoe vaak het volgwiel ronddraait, als het aandrijfwiel dat één keer doet. Indirecte overbrenging/kettingoverbrenging

Kroontandwiel: om een horizontale beweging naar een verticale beweging over te brengen of omgekeerd. Een tandwiel waarvan de kammen of tanden niet langs de buitenzijde staan, maar als een kroon aan één kant van het wiel zijn aangebracht, dus evenwijdig aan de as. Deze opstelling maakt het mogelijk om een draaiing onder een hoek van 90 over te brengen. Hefbomen Draaipunt, krachtpunt, lastpunt Met een hefboom breng je krachten over. Daar waar jij de kracht uitoefent zit het krachtpunt. Het draaipunt is het punt waar de kracht vergroot of verkleind wordt. Het lastpunt zit daar waar de hefboom de kracht uitoefent. Neem bijvoorbeeld een kruiwagen. Het krachtpunt zit waar jij hem optilt, bij de handvaten. Het draaipunt zit in de as van het wiel. Het lastpunt zit onder de bak van de kruiwagen, daar waar de last op de hefboom steunt. Last Kracht Draaipunt

Krachtverplaatsing Dit is de gouden regel bij hefbomen. Daar waar de hefboom de grote kracht uitoefent is de verplaatsing klein. Daar waar jij de kleine kracht uitoefent is de verplaatsing groot. Katrollen Katrol Een katrol is een schijf die kan ronddraaien rond een as en waar een touw over is gespannen. Jij trekt aan het eind van het touw. De trekrichting van het touw wordt veranderd. Om de kracht, die uitgeoefend moet worden, te verdelen worden vaak meerdere katrollen samen gebruikt. Men spreekt dan van een takel. (zie tekening)

Hydraulica en pneumatica Hydraulisch (vloeistof) en pneumatisch (lucht) Vaak vinden we pneumatica terug in onze bureaustoel. In een hydraulisch apparaat breng je krachten over via vloeistof. Een pneumatisch apparaat werkt met samengeperste lucht. Je kan dit nabouwen doormiddel van 2 spuiten op een plastic slag. Om een onderzoek te voeren werk je best met verschillende maten van spuiten. Wanneer je de slang met een vloeistof vult leg je de werking van een hydraulisch systeem uit, wanneer je de slang niet vult gaat het om een pneumatisch systeem.