Checklist BBV. Februari 2018

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen van de commissie BBV januari 2018

Paragraaf blz. 20 van de nota Grondbeleid Paragraaf blz. 24 van de nota Grondbeleid 2008.

Richtlijnen van de commissie BBV

3. Art. 2 lid 3 Zijn de baten en lasten geraamd dan wel verantwoord tot hun brutobedrag.

Notitie software Mei 2007

H.C. Noppen secretaris

Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Toelichting actualisatie Financiële verordening. Met ingang van 2017

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten Geldend van t/m heden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Voorbeeldjaarrekening gemeenten

Voorbeeldjaarrekening gemeenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Nota Waardering, Activering & Afschrijving RUD NHN 2018 pagina 1 / 8

Nota reserves en voorzieningen

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

1. Inleiding en richtlijnen

inzicht in overhead 1

Wijzigingsbesluit herziening BBV. De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht

Jaarstukken Versie:

Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa

Nota investeren, waarderen en afschrijven Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Versie 2

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op:

Provincie Zuid-Holland. Beleidsnota Investeringen, Waarderingen en Afschrijvingen 2017

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Nota vaste activa gemeente Heerhugowaard 2017

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 17 april 2018.

Inloopavond. 10 oktober 2016

NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM

Paragraaf 7: Grondbeleid

INHOUDSOPGAVE. Nota vaste activa

Beleidskader rente en afschrijvingen 2016

Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa

NOTA VASTE ACTIVA 2010

Financiële positie. Beheersen

ECFE/U Lbr. 16/070

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gepubliceerd in de Staatscourant (geldig vanaf 5 november 2015)

Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid. Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN

JAARSTUKKEN 2018 BATEN EN LASTEN

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

NOTA ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN Gemeente Simpelveld. «3? parkstad «" "to limburg. Poort van het Heuvelland

Programmabegroting Versie:

Deel II. Jaarrekening

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN

Financiële begroting 2016

Inhoudsopgave. Nota activabeleid 2

Jaarstukken Jaarrekening. Gemeente Staphorst Jaarrekening

Nota reserves en voorzieningen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Nota Waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Papendrecht 2015

Nota waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Papendrecht 2018

Ad 1: De kosten voor het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden geactiveerd.

ER KOMT VEEL OP GEMEENTEN AF VERNIEUWINGEN BBV AGENDA AANLEIDING VERNIEUWINGEN. JE presenteert. Aanleiding. Tijdspanne vernieuwingen

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018

November Nota Activabeleid

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017

Publicatierapport 2017

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

Inhoudsopgave nota activabeleid 2013

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. :(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

Nota Vaste Activa 2018, gemeente Krimpen aan den IJssel

Erratum bij de rekening 2009

Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017

Nota Reserves en Voorzieningen

Model jaarstukken gemeente 2015

Model Jaarstukken Gemeenten 2014 Een handreiking voor transparante verslaggeving

Nota activa en afschrijvingen 2014

Notitie waardering en afschrijving vaste activa 2017

NOTA INVESTERINGS- EN AFSCHRIJVINGSBELEID GEMEENTE

Inhoud. 2 Waarderen. 1.1 Soorten activa. 4 Financiële regels grondbeleid Materiële vaste activa. 1 Activeren

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

Nota activabeleid 2016

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden

Sien gevestigd te Houten. Financiële verantwoording 2017

Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer

Nota activa en afschrijvingen Gemeente Nieuwkoop

Waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht 2015

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

Stichting Maria Magdalena gevestigd te Alkmaar. Rapport inzake de Jaarrekening 2018

Transcriptie:

Checklist BBV Februari 2018

Pagina 2 Geachte lezer, Ook dit jaar hebben de sectorspecialisten van EY de voorbeeldjaarrekening en checklist voor gemeenten opgesteld. Deze checklist is bedoeld om u als gemeentelijk medewerker financiën te ondersteunen in het opstellen van de jaarrekening 2017 van uw gemeente in lijn met de vereisten zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en alle aanvullende aanwijzingen vanuit de commissie BBV. Wij hebben alle zorgvuldigheid in acht genomen bij het opstellen van deze checklist. Mocht het zo zijn dat u onvolkomenheden constateert aarzelt u niet om uw feedback terug te koppelen, zodat wij onze dienstverlening verder kunnen optimaliseren. EY kan niet aansprakelijk worden gehouden voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden. Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op. Ernst & Young Accountants LLP drs. Ronald Regelink RA ronald.regelink@nl.ey.com Senior Manager vaktechnisch team Public drs. Barry Smeenk RA barry.smeenk@nl.ey.com Executive Director vaktechnisch team Public

Pagina 3 Vragenlijst BBV 2017 1. Algemene uitgangspunten 1. Art. 2 lid 1 Is voor de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie een stelsel van baten en lasten gehanteerd. 2. Art. 2 lid 2 Zijn de baten en de lasten van het begrotingsjaar in: de begroting de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie opgenomen, onverschillig of zij tot inkomen of uitgaven in dat jaar leiden, onderscheidenlijk hebben geleid. 3. Art. 2 lid 3 Zijn de baten en lasten geraamd dan wel verantwoord tot hun brutobedrag. 4. Art. 2 lid 4 Zijn onder de baten en lasten ook opgenomen de over het eigen vermogen en de voorzieningen berekende bespaarde rente. 5. Art. 2 lid 5 Is onder de baten en lasten ook opgenomen de heffing van de vennootschapsbelasting. Deze heffing wordt geraamd en verantwoord op basis van de fiscale grondslag. 6. Art. 3 lid 1 Geven: de begroting de meerjarenraming de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie volgens normen die voor gemeenten en provincies als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en de lasten. In het bijzonder provinciale staten en de raad moeten in staat zijn zich een zodanig oordeel te vormen. 7. Art. 3 lid 2 Geven: de begroting de meerjarenraming en de uitvoeringsinformatie duidelijk en stelselmatig de omvang van alle geraamde baten en lasten, alsmede het saldo ervan weer. Geeft de begroting tevens duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie.

Pagina 4 8. Art. 3 lid 3 Geven: de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie getrouw, duidelijk en stelselmatig de baten en lasten van het begrotingsjaar, alsmede het saldo ervan weer. Geeft de jaarrekening tevens een getrouw, duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie aan het einde van het begrotingsjaar. 9. Art. 4 lid 1 Is de indeling van de begroting en de jaarstukken identiek. 10. Art. 4 lid 2 Indien de indeling van de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie afwijkt van die van het voorgaande begrotingsjaar, zijn in de toelichting dan de verschillen aangegeven en worden de redenen die tot de afwijking hebben geleid uiteengezet. 11. Art. 5 Verbonden partijen worden niet geconsolideerd in de begroting en jaarstukken. 2. Inrichting begroting 12. V&A (Deel 2, vraag 1) Is de begroting tijdig ingediend bij de toezichthouder (provincie/rijk)? Twee weken na vaststelling door de raad maar uiterlijk voor 15 november. Voor gemeenschappelijke regelingen geldt een deadline van 1 augustus. 13. Art. 7 lid 1 Bestaat de begroting ten minste uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. 14. Art. 7 lid 2 Bestaat de beleidsbegroting ten minste uit een programmaplan en de verplichte paragrafen. 15. Art. 7 lid 3 16. Art. 8 lid 1 Art. 8 lid 6 Bestaat de financiële begroting ten minste uit het overzicht van baten en lasten en de toelichting daarop, de uiteenzetting van de financiële positie met een toelichting daarop en de bijlage met het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld. Bestaat het programmaplan uit: de te realiseren programma s; het overzicht algemene dekkingsmiddelen; een overzicht van de kosten van overhead; het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting; het bedrag voor onvoorzien (het bedrag voor onvoorzien wordt in zijn geheel of per programma geraamd).

Pagina 5 17. Art. 8 lid 3 Art. 8 lid 4 Bevat het programmaplan per afzonderlijk programma: de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten, ten minste toegelicht aan de hand van de bij ministeriële regeling vast te stellen beleidsindicatoren (let op: omdat de beleidsindicatoren voor provincies nog niet in een ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld, zullen provincies in 2017 gebruik maken van zelfgekozen beleidsindicatoren); de wijze waarop ernaar gestreefd wordt deze effecten te bereiken en de betrokkenheid hierbij van verbonden partijen; de raming van baten en lasten (facultatief: verdelen naar baten en lasten voor prioriteiten en voor overig). 18. Art. 8 lid 5 Bevat het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen ten minste: lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is (zoals bijvoorbeeld OZB; rioolheffing valt hier bijvoorbeeld niet onder); algemene uitkeringen; dividend; saldo van de financieringsfunctie (betaalde en ontvangen rente, exclusief berekende rente eigen vermogen) overige algemene dekkingsmiddelen (onder andere berekende rente eigen vermogen). 19. Art. 9 lid 2 Bevat de begroting minimaal de volgende paragrafen (voor zover bij de gemeente of provincie desbetreffende aspecten aan de orde zijn), waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten: Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid

Pagina 6 20. Art. 10 Is in de paragraaf Lokale heffingen minimaal opgenomen: de geraamde inkomsten; het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd; een aanduiding van de lokale lastendruk; een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Stellige uitspraak Bij de berekening van de tarieven voor lokale heffingen moet de methodiek voor de toerekening van overhead worden opgenomen in de financiële verordening. 21. Art. 11 Is in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing minimaal opgenomen: een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; een inventarisatie van de risico s; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico s; een kengetal voor de: 1a. netto schuldquote; 1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen; 2. solvabiliteitsratio; 3. grondexploitatie; 4. structurele exploitatieruimte en; 5. belastingcapaciteit; een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie. Bij ministeriële regeling zijn nadere regels gesteld over de wijze waarop de kengetallen door provincies en gemeenten worden vastgesteld en in de begroting en het jaarverslag dienen te worden opgenomen. 22. Art. 12 In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen is minimaal opgenomen het beleidskader en de hieruit voortvloeiende financiële consequenties vertaald naar de begroting voor ten minste de volgende kapitaalgoederen: wegen, riolering, water, groen en gebouwen.

Pagina 7 23. Art. 13 Notitie Rente 2017 24. Notitie Rente 2017 V&A 2017.056 Zijn in de paragraaf Financiering minimaal opgenomen de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft deze (aanbeveling: door middel van opname van het renteschema uit de notitie rente 2017) inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte. Het aantrekken en verstrekken van een lening betreft een treasury activiteit. De met deze activiteit gepaarde rentelasten en rentebaten (inclusief eventuele risico- of andere opslagen) behoren op het taakveld Treasury, zijn deze als dusdanig verantwoord? Dit geldt ook voor de rentelasten en baten van projectfinanciering. Heeft het toerekenen van (omslag)rente aan de taakvelden eveneens plaats gevonden via het taakveld Treasury? 25. Notitie Rente 2017 26. Notitie Rente 2017 27. Notitie Rente 2017 De rentekosten moeten aan de desbetreffende taakvelden worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. De omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente (in Euro s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond. Indien de werkelijke rentelasten in Euro s die over een jaar aan taakvelden hadden moeten worden doorbelast afwijken van de rentelasten in Euro s die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend, dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Correctie wordt verplicht gesteld indien deze afwijking groter is dan 25%. Als er een rentevergoeding over het eigen vermogen/ voorzieningen wordt berekend (aanbeveling om dit niet langer te doen), dan is deze vergoeding maximaal het rentepercentage dat is gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen. 28. Art. 14 Is in de paragraaf Bedrijfsvoering minimaal opgenomen de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.

Pagina 8 29. Art. 15 lid 1 Art. 15 lid 2 Is in de paragraaf Verbonden partijen minimaal opgenomen: de visie en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; de lijst van verbonden partijen die wordt onderverdeeld in: gemeenschappelijke regelingen; vennootschappen en coöperaties; stichtingen en verenigingen en; overige verbonden partijen. waarin ten minste is opgenomen: de naam en de vestigingsplaats; de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; het belang dat de provincie onderscheidenlijk de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar; de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar; de eventuele risico s van de verbonden partij die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 30. Notitie Verbonden partijen In het geval dat formeel juridisch geen sprake is van een verbonden partij door het ontbreken van een financieel belang, maar er wel sprake is van: een structurele bekostiging in overwegende mate van (de activiteiten van) een organisatie via één of meer geldstromen (begrotingsfinanciering, subsidie en overeenkomst van opdracht) én; een bestuurlijke belang; dan beveelt de Commissie BBV aan om deze organisaties gezien het maatschappelijke of algemene belang en de mogelijke risico s toch op te nemen in de paragraaf verbonden partijen.

Pagina 9 31. Art. 16 Is in de paragraaf Grondbeleid minimaal opgenomen: de visie op het grondbeleid in relatie tot te realiseren doelstellingen van de programma s; een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; een actuele prognose van de te verwachten resultaten; een onderbouwing van de geraamde winstneming; de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico s. 32. Notitie grondexploitaties 33. Art. 17 Zijn de te verwachten resultaten op de grondexploitaties in de paragraaf grondbeleid tegen nominale waarde opgenomen. Wanneer bij de berekening van de voorziening voor de verliesgevende grondexploitaties een andere waarderingsgrondslag wordt gehanteerd (de contante waarde), dan moet het effect hiervan op de te verwachten resultaten voor zowel de negatieve als de positieve grondexploitaties worden toegelicht in de paragraaf grondbeleid. Bevat het overzicht van baten en lasten in de begroting: per programma als bedoeld in artikel 8, vierde lid de raming van de baten en lasten en het saldo; het overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen, de geraamde kosten van de overhead, het geraamde bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting en het geraamde bedrag voor onvoorzien; het geraamde totaal saldo van baten en lasten; de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma; het geraamde resultaat. 34. Art. 18 Zijn, indien besluiten tot wijziging van de begroting zijn genomen, per programma, en, indien aanwezig, per programmaonderdeel, de mutatie en het nieuw geraamde bedrag toegelicht. 35. Art. 19 Bevat de toelichting op het overzicht van baten en lasten ten minste: het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging en het geraamde bedrag van het begrotingsjaar; de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en, in geval van aanmerkelijk verschil met de raming, respectievelijk de realisatie, van het vorig, respectievelijk voorvorig, begrotingsjaar de oorzaken van het verschil;

Pagina 10 (vervolg) 36. Art. 20 lid 1 Art. 20 lid 2 een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen; een overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Bevat de uiteenzetting van de financiële positie: een raming voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma s is opgenomen; een geprognosticeerde begin- en eindbalans van het begrotingsjaar, die ten minste de posten bevat om het EMU-saldo te kunnen berekenen en; het EMU-saldo over het vorig begrotingsjaar en de berekening van het geraamde bedrag over het begrotingsjaar alsmede het jaar volgend op het begrotingsjaar. Is daarnaast aandacht besteed aan: de aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; de investeringen onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut; de financiering; de stand en het gespecifieerde verloop van de reserves en de voorzieningen. 37. Art. 21 Bevat de toelichting op de uiteenzetting van de financiële positie ten minste: de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en de motivering daarvan; een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de uiteenzetting van het vorige begrotingsjaar. 3. Meerjarenraming 38. Art. 22 lid 1 Bevat de meerjarenraming voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar: een geprognosticeerde begin- en eindbalansen; een raming van de financiële gevolgen, waaronder de baten en de lasten van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma s is opgenomen.

Pagina 11 39. Art. 22 lid 2 Bevat de meerjarenraming een uiteenzetting van de financiële positie (conform artikel 20 lid 2). Dit houdt in dat ten minste aandacht is besteed aan: de aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; de investeringen onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut; de financiering; de stand en het gespecifieerde verloop van de reserves en de voorzieningen. 40. Art. 23 Bevat de toelichting op de meerjarenraming ten minste: de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en de motivering daarvan, en een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de meerjarenraming van het vorig begrotingsjaar; een overzicht per jaar van de geraamde incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen; een overzicht per jaar van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. de ontwikkeling van het EMU-saldo voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar. 41. Art. 4 lid 2 Indien de indeling van de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie afwijkt van die van het voorgaande begrotingsjaar, is in de toelichting dan een uiteenzetting opgenomen waarin de verschillen zijn aangegeven en de redenen waarom voor een andere indeling is gekozen. 4. arstukken 42. Art. 4 lid 1 Art. 4 lid 2 Is de indeling van de begroting en de jaarstukken identiek. Wanneer de indeling afwijkt van die van het voorafgaande begrotingsjaar worden in de toelichting de verschillen aangegeven en worden de redenen die tot de afwijking hebben geleid uiteengezet.

Pagina 12 43. SU 2011/2012 44. SU 2011/2012 45. SU V&A 2014 Een stelselwijziging betreft een wijziging van de vrij te kiezen waarderingsgrondslagen. Bij een stelselwijziging worden bestaande (rest)boekwaarden niet herrekend, maar over de langere, dan wel kortere, dan wel gelijkblijvende verwachte gebruiksperiode afgeschreven. Een schattingswijziging betreft een wijziging van een verwachte toekomstige gebruiksduur c.q. gebruiksintensiteit dan wel de naar verwachting duurzaam lagere gebruikswaarde. De bestaande (rest)boekwaarde wordt niet herrekend, maar over de langere, dan wel kortere, dan wel gelijkblijvende verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. Indien er sprake is van een fundamentele fout is deze vermeld in de eerste nog niet vastgestelde jaarrekening volgend op de jaarrekening waarin de fundamentele fout is gemaakt. Is het herstel van de fundamentele fout verwerkt in dezelfde jaarrekening waarin de vermelding van de fundamentele fout plaatsvindt. Is in de toelichting de aard en voor zover van toepassing de omvang en de wijze van herstel van de fundamentele fout te worden vermeld. Is, indien herrekening van het eigen vermogen aan het einde van het boekjaar waarin de fundamentele fout is gemaakt leidt tot een verschil met het oorspronkelijk gerapporteerde eigen vermogen, dit verschil verwerkt als een rechtstreekse mutatie van het eigen vermogen aan het begin van het boekjaar waarin het herstel plaatsvindt. Zijn de vergelijkende cijfers indien mogelijk gepresenteerd zoals deze zouden zijn geweest zonder het maken van de fundamentele fout. 46. Art. 24 lid 1 Bestaan de jaarstukken ten minste uit: het jaarverslag de jaarrekening 47. Art. 24 lid 2 Bestaat het jaarverslag ten minste uit: de programmaverantwoording de paragrafen

Pagina 13 48. Art. 24 lid 3 49. Art. 25 lid 1 Art. 25 lid 2 50. Notitie Overhead De jaarrekening bestaat uit: het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting; de balans en de toelichting; de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen; een bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld. Bestaat de programmaverantwoording ten minste uit: de verantwoording over de realisatie van de programma s, waarbij per programma inzicht wordt gegeven in: de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd, ten minste toegelicht aan de hand van de bij ministeriële regeling vast te stellen beleidsindicatoren (let op: omdat de beleidsindicatoren voor provincies nog niet in een ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld, kunnen provincies in 2017 gebruik maken van zelfgekozen beleidsindicatoren); de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken en de betrokkenheid hierbij van verbonden partijen; de gerealiseerde baten en lasten. het overzicht van algemene dekkingsmiddelen; de kosten van overhead; het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting; een uiteenzetting met betrekking tot het gebruik van het geraamde bedrag onvoorzien. Overhead mag worden toegerekend aan grondexploitaties, investeringen en andere (subsidie)projecten. Er dient echter wel een consistente gedragslijn te worden gevolgd. Om het inzicht te behouden in het totaal van de overheadkosten, wordt alle overhead in eerste instantie wel onder het overzicht overhead geboekt en vervolgens als negatieve last overgeboekt naar de betreffende grondexploitatie, investering of ander (subsidie)project. Ten aanzien van gesubsidieerde activiteiten of activiteiten die jaarlijks worden gedekt door inkomsten van derden, geldt er geen keuzevrijheid (wel of niet toerekenen), maar moet er worden toegerekend aangezien overhead extracomptabel meegenomen kan worden in de eindafrekening danwel kostprijsberekening.

Pagina 14 51. Art. 26 Bevat het jaarverslag de paragrafen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en bevatten zij verantwoording van hetgeen hierover in de begroting is opgenomen (zie vraag 19 van deze checklist). 52. Art. 27 lid 1 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat: a. per programma, of per programmaonderdeel de gerealiseerde baten en lasten en het saldo daarvan; b. het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen, de gerealiseerde kosten van de overhead en het bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting; c. het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten, volgend uit de onderdelen a en b; d. de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves; e. het gerealiseerde resultaat, volgend uit de onderdelen c en d. 53. Art. 27 lid 2 Bevatten bovengenoemde onderdelen ook de ramingen uit de begroting voor en na wijziging. 54. Art. 28 De toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat ten minste: a. voor alle onderdelen van artikel 27, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de jaarstukken; b. een overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien; c. een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen; d. een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves; e. de informatie in het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. 4.1 Balans en toelichting 55. Art. 30 Bevat de balans naast de cijfers per balansdatum ook ter vergelijking de cijfers van het vorige begrotingsjaar.

Pagina 15 4.1.1 ACTIVA 56. Art. 31 Zijn de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, waarbij activa die bedoeld zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van de gemeente of provincie duurzaam te dienen als vast zijn gekwalificeerd. 57. Art. 63 lid 1 Zijn de activa gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 58. Art. 63 lid 6 Uitzondering betreft de activa van de Nazorgfondsen, zoals bedoeld in artikel 15.47 van de Wet Milieubeheer, deze mogen tegen actuele waarde worden gewaardeerd. 59. Art. 63 lid 2 Is bij waardering tegen verkrijgingsprijs, deze gedefinieerd als zijnde de inkoopprijs en de bijkomende kosten. 60. Art. 63 lid 3 Is bij waardering tegen vervaardigingsprijs, deze gedefinieerd als zijnde de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak van de vervaardiging worden opgenomen. 61. Art. 63 lid 3 Indien de rente, toe te rekenen aan de periode van de vervaardiging van een actief, is begrepen in de waardering, is dit dan vermeld in de toelichting. 62. Art. 63 lid 5 Indien de bestemming van activa is gewijzigd, is in de toelichting op de balans dan de actuele waarde van de nieuwe bestemming opgenomen. 63. Art. 63 lid 8 Zijn eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid van vorderingen en/of leningen met de boekwaarde van leningen en vorderingen verrekend. 4.1.1.1 Vaste activa 64. Art. 33 Zijn de vaste activa onderverdeeld in: immateriële vaste activa materiële vaste activa financiële vaste activa

Pagina 16 65. Art. 34 Is onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen: Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. Bijdragen aan activa in eigendom van derden. 66. V&A (Deel 2, vraag 12) 67. V&A (Deel 5, vraag 10 en Deel 8, vraag 2 en 3) 68. Notitie grondexploitaties 69. V&A (Deel 4, vraag 1 en Deel 6, vraag 6) Is indien een lening vervroegd wordt afgelost en er vindt geen herfinanciering plaats de boeterente als last genomen. Zijn de uitgaven uit hoofde van het opstellen van bestemmingsplannen, structuurvisies, hertaxaties WOZ, kosten van reorganisaties en dergelijke als last in de staat van baten en lasten verwerkt (en niet als immaterieel vast actief). Indien voorbereidingskosten voor grondexploitaties als kosten van onderzoek en ontwikkeling onder de immateriële vaste activa zijn geactiveerd, voldoen deze kosten aan de volgende voorwaarden: de kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst van het Bro en; de kosten mogen maximaal vijf jaar geactiveerd blijven staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar moeten de kosten hebben geleid tot een actieve grondexploitatie danwel worden afgeboekt ten laste van het jaarresultaat en; plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, moeten bestuurlijke instemming hebben, blijkend uit een raadsbesluit of indien gedelegeerd een collegebesluit. Zijn er geen tekorten geactiveerd onder de materiële vaste activa. 70. Art. 60 Voldoen de geactiveerde onderzoeks- en ontwikkelingskosten aan de volgende vereisten: Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen. De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast. Het actief zal in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereren. De uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen zijn betrouwbaar vast te stellen.

Pagina 17 71. V&A 2017.062 Implementatiekosten van software kunnen alleen worden geactiveerd wanneer het een eigen actief betreft. Niet wanneer het een licentie betreft waarvan de kosten jaarlijks in de exploitatie worden begroot en verantwoord. Alleen indien er sprake is van gebruiksrechten voor onbepaalde duur, die volgens de notitie software ook als materieel vaste actief kunnen worden geactiveerd, dan kunnen de implementatiekosten (bijkomende kosten) als onderdeel van de aanschafprijs worden geactiveerd. 72. Art. 64 lid 5 Bedraagt de afschrijvingstermijn voor de geactiveerde kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio maximaal de looptijd van de hiermee samenhangende lening. 73. Art. 64 lid 5 Bedraagt de afschrijvingstermijn voor de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling niet meer dan vijf jaar. 74. Art. 64 lid 6 V&A 2017.014 75. V&A (Deel 5, vraag 14) 76. Art. 35 lid 1 Art. 59 lid 2 Art. 59 lid 1 Bedraagt de afschrijvingstermijn voor bijdragen aan activa in eigendom van derden, verantwoord onder de immateriële vaste activa, maximaal de afschrijvingsduur die gelijk is aan die van de activa (bij de derde) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt. Indien de gemeente bij bestaande bijdragen aan activa in eigendom van derden een afschrijvingstermijn heeft die langer is dan de gebruiksduur van het betreffende actief door die derde, is dit dan aangepast. Is in verordening ex artikel 212 vastgelegd welke afschrijvingsmethode de gemeente hanteert en zijn bij het opstellen van de jaarrekening deze termijnen consistent toegepast. Is onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: investeringen met een economisch nut (investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen; deze investeringen dienen te worden geactiveerd); investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven; investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (activeren is met ingang van het begrotingsjaar 2017 verplicht).

Pagina 18 77. SU 35-1 Software (als afzonderlijk actief) valt onder de materiële vaste activa als bedoeld in artikel 35, 1a (investeringen met een economisch nut). Ook de gebruiksrechten op software voor onbepaalde duur die ineens in rekening worden gebracht vallen onder de materiele vaste activa als bedoeld in artikel 35, 1a (investeringen met een economisch nut). 78. SU-35-3, V&A (Deel 11, vraag 3 en 7) De kosten van (klein en groot) onderhoud zijn niet levensduur verlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Kosten van klein onderhoud dienen in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Kosten van groot onderhoud kunnen op twee wijzen worden verwerkt in de administratie: 1. Kosten in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie brengen, met eventuele vrijval via resultaatbestemming van een daartoe gevormde reserve. 2. Kosten in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening brengen (artikel 44, lid 1c BBV). Kosten van het wegwerken van achterstallig onderhoud dienen ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. 79. A 35-1 De commissie doet de aanbeveling om in de financiële verordening (of een nadere uitwerking daarvan) op grond van artikel 212 van de Gemeentewet op te nemen dat voor het activeren van investeringen aan ten minste een van de, of aan beide, criteria moet worden voldaan: een minimumbedrag een minimale gebruiksduur 80. Art. 59 lid 2 Zijn investeringen in kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde als last verantwoord (en niet geïnvesteerd). 81. Art. 52 lid 1 Is in de toelichting op de balans de volgende onderverdeling van de materiële vaste activa gemaakt: gronden en terreinen woonruimten bedrijfsgebouwen grond-, weg- en waterbouwkundige werken vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa

Pagina 19 82. Art. 52 lid 2 Is per categorie van materiële vaste activa zoals hierboven gegeven, het verloop gedurende het boekjaar gegeven waaruit minimaal blijkt: de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; de investeringen en/of desinvesteringen; de afschrijvingen; bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief; afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen; de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar. Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit zijn gedaan blijft het BBV van toepassing zoals dat gold op de dag voor inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit (voor 1 januari 2017). Derhalve dient in bovenstaand verloopoverzicht apart inzicht te worden gegeven welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere (op basis van het oude BBV) systematiek. Indien eerder gedane investeringen reeds conform de huidige BBV regels zijn verwerkt dan dienen deze onder de nieuwe systematiek (gebaseerd op basis van gebruiksduur) te worden verantwoord. 83. Art. 52b Zijn de aard en omvang van de aangebrachte dan wel geraamde waardeverminderingen van de leningen en vorderingen, bedoeld in artikel 63, achtste lid (voorzieningen op vorderingen en/of leningen), van de vaste activa, bedoeld in artikel 65, eerste lid (duurzame waardeverminderingen), en van de deelnemingen en voorraden, bedoeld in artikel 65, tweede lid (voorziening indien sprake van lagere marktwaarde (een voorziening in plaats van afwaardering wordt aangeraden, omdat dan bij eventueel toekomstig waardeherstel de voorziening teruggenomen kan worden), in de toelichting op de balans opgenomen. 84. Art. 35 lid 2 Is bij de materiële vaste activa afzonderlijk toegelicht welke activa in erfpacht zijn uitgegeven. 85. Notitie erfpacht Vindt bij voortdurende erfpacht waardering plaats op basis van de benaderde marktgrondwaarde als basis voor de uitgifteprijs van eerste uitgifte plaats. Vindt bij eeuwigdurende erfpacht waardering plaats tegen een (zeer lage) registratiewaarde plaats.

Pagina 20 (vervolg) Stellige uitspraak Bij het aanpassen van de waarderingsgrondslag voor de verwerking van afkoopsommen is er sprake van een stelselwijziging. Een stelselwijziging kan niet vanwege louter financiële redenen plaatsvinden, maar alleen op basis van gegronde redenen (voor juiste verwerking zie vraag 43 van deze checklist). 86. Art. 63 lid 4 Is bij in erfpacht uitgegeven gronden de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs aangemerkt. Indien de gronden in eeuwigdurende erfpacht zijn uitgegeven dient waardering tegen registratiewaarde plaats te vinden. 87. Art. 51 Is in de toelichting op de balans aangegeven volgens welke methoden de afschrijvingen zijn berekend. 88. SU 35-2 De boekwinst die wordt gerealiseerd bij het afstoten van een kapitaalgoed moet als incidentele bate in de jaarrekening worden verwerkt. De opbrengst mag niet direct met de boekwaarde van het eventuele vervangingsobject worden verrekend. 89. Art. 36 Is onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: Kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen gemeenschappelijke regelingen overige verbonden partijen Leningen aan: openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de wet financiering decentrale overheden woningbouwcorporaties deelnemingen overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd van één jaar of langer Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Pagina 21 90. Art. 61 Voldoen de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden aan de volgende vereisten: er is sprake van een investering door een derde; de investering draagt bij aan de publieke taak; de derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen; de bijdrage kan door de gemeente of provincie worden teruggevorderd indien de derde in gebreke blijft of de provincie of gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. 91. Art. 65 lid 1 Zijn naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 92. Notitie Waardering Vastgoed Afwaardering is afhankelijk van drie factoren: 1. Huidige functie 2. Bestuurlijke intentie 3. Directe opbrengstwaarde Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Afwaardering maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er geen intentie is voor duurzame exploitatie. 93. Art. 65 lid 2 Zijn deelnemingen tegen marktwaarde gewaardeerd indien deze lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 94. V&A 2017.058 De afwaardering van de deelneming kan alleen worden teruggenomen indien destijds een voorziening is gevormd voor het waardeverschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde. In dit geval kan bij waardeherstel de boekwaarde van de deelneming weer worden verhoogd ten laste van de voorziening tot maximaal de aanschafwaarde. Wanneer de afwaardering definitief is genomen ten laste van de exploitatierekening, en er dus geen voorziening is gevormd, dan is er geen mogelijkheid meer om bij waardeherstel de boekwaarde te vermeerderen.

Pagina 22 95. Art. 62 96. Art. 64 lid 1,4 Zijn alle vaste activa voor het bedrag van de investering geactiveerd. Met uitzondering van: bijdragen van derden met een directe relatie met het actief moeten daarop in mindering worden gebracht; voorzieningen waarin bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen zijn gespaard (heffing) moeten in mindering worden gebracht op de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Hebben de afschrijving onafhankelijk van het resultaat plaatsgevonden. Uitzondering betreffen de maatschappelijke investeringen in de openbare ruimte, waarop wel extra mag worden afgeschreven. 97. Art. 64 lid 3 Is op vaste activa met een beperkte gebruiksduurartikel jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. 98. Art. 64 lid 2 Indien afschrijvingen op andere grondslagen plaatsvinden dan het vorige begrotingsjaar, is dan in de toelichting op de balans de reden van de verandering uiteengezet waarbij tevens inzicht wordt gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar. Overigens mag slechts om gegronde redenen de afschrijvingen op andere grondslagen plaatsvinden dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. 99. Notitie riolering 2014 De gemeente brengt in mindering op de boekwaarde van de vervangingsinvesteringen de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen bijeen gespaard in de voorziening 44, lid 1d BBV. 100. A 64-1 De commissie doet de aanbeveling om in de financiële verordening (of een nadere uitwerking daarvan) op grond van artikel 212 van de Gemeentewet op te nemen wanneer met het afschrijven van een nieuwe kapitaalgoed wordt begonnen. Mogelijke keuzes hierbij: of in het jaar waarin het kapitaalgoed gereed komt/ verworven wordt en vanaf het moment dat het door de gemeente in gebruik kan worden genomen; of medio het begrotingsjaar waarin het gereed komt/ verworven wordt; of in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin het gereed komt/verworven wordt.

Pagina 23 101. A 64-2 De commissie doet de aanbeveling om in de financiële verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet (of een nadere uitwerking daarvan) de uitgangspunten over de handelswijze betreffende de restwaarde aan te geven. 102. V&A (Deel 10, vraag 4) Zijn lagere taxatiewaarden dan de boekwaarde van panden als duurzame waardedaling bij de waardering in aanmerking genomen. 103. Art. 65 lid 3 Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft dan op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering plaatsgevonden naar de lagere restwaarde. 4.1.1.2 Vlottende activa 104. Art. 37 Zijn onder de vlottende activa afzonderlijk opgenomen: voorraden uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar liquide middelen overlopende activa 105. Art. 38 Zijn onder de voorraden afzonderlijk opgenomen: grond- en hulpstoffen onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie gereed product en handelsgoederen vooruitbetalingen 106. Art. 39 Zijn de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, onderverdeeld naar: vorderingen op openbare lichamen; verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de wet financiering decentrale overheden; overige verstrekte kasgeldleningen; uitzettingen in s rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar; rekening-courantverhouding met het rijk; rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen; uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar; overige vorderingen; overige uitzettingen.

Pagina 24 107. Notitie faciliterend grondbeleid 108. Notitie faciliterend grondbeleid Kosten die gemeenten maken in het kader van faciliterend grondbeleid en kunnen verhalen op derden, classificeren als vordering op de gemeentelijke balans. Indien er nog sprake is van een getekende overeenkomst zijn deze kosten als overige vordering opgenomen. Kosten die gemeenten maken in het kader van faciliterend grondbeleid en kunnen verhalen op derden, classificeren als vordering op de gemeentelijke balans. Indien er nog geen sprake is van een getekende overeenkomst zijn deze kosten als overlopend actief opgenomen. 109. Art. 40 Zijn de liquide middelen uitgesplitst naar kas- en banksaldi. 110. Art. 40a Wordt in de balans onder de overlopende activa afzonderlijk opgenomen: a. De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, uitgesplitst naar: 1. Europese overheidslichamen 2. Het Rijk en 3. Overige Nederlandse overheidslichamen. b. Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen. 111. Art. 52a lid 2 112. Notitie faciliterend grondbeleid Zijn in de toelichting op de balans van de vorderingen als bedoeld in artikel 40a, onderdeel a (nog te ontvangen voorschotbedragen) het verloop gedurende het jaar in een over zicht weergegeven. Daaruit blijken per specifieke uitkering: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. de ontvangen bedragen; saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Als de gemeente kosten verhaalt op basis van een exploitatieplan, maar verrekening nog niet kan plaatsvinden doordat nog geen omgevingsvergunning is aangevraagd of nog geen posterieure overeenkomst is gesloten, zijn dan de gerealiseerde nog te verhalen kosten verantwoord als nog te verhalen kosten onder de overlopende activa (ex BBV artikel 40a, lid b), voor zover wordt verwacht dat deze binnen 10 jaar nog verrekend kunnen worden. Als geen zicht is op een toekomstige verrekening dan rest slechts een niet in de balans opgenomen recht.

Pagina 25 113. Notitie faciliterend grondbeleid 114. Art. 40b Het kwalificeren van voorbereidingskosten voor faciliterende exploitatieplannen of nog te sluiten anterieure overeenkomsten als nog te verrekenen kosten onder de overlopende activa (ex BBV artikel 40a, lid b) is toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. de kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst van het Bro en; 2. de kosten mogen maximaal vijf jaar als overlopend actief blijven staan. Na maximaal vijf jaar moet het kostenverhaal zijn gerealiseerd danwel dienen de kosten te worden afgeboekt ten laste van het jaarresultaat en; 3. er is een besluit door de raad of indien gedelegeerd het college genomen tot het maken van voorbereidingskosten voor facilitair grondbeleid in een aangewezen gebied voor het ontwikkelen van het exploitatieplan of tot het sluiten van een anterieure overeenkomst. Is aan de actiefzijde van de balans buiten de balanstelling het bedrag opgenomen waarvan het recht bestaat op verliescompensatie krachtens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. 115. Art. 65 lid 2 Zijn voorraden tegen marktwaarde gewaardeerd indien deze lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 116. Art. 52d lid 1 117. Art. 52d lid 2 118. Notitie grondexploitaties Is in de toelichting op de balans ten aanzien van de bouwgronden in exploitatie voor het totaal van de in exploitatie zijnde complexen aangegeven: a. de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. de vermeerderingen en verminderingen in het begrotingsjaar; c. de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar; d. de geraamde nog te maken kosten met een onderbouwing; e. de geraamde opbrengsten met een onderbouwing; f. het geraamde eindresultaat en de berekeningswijze die hiervoor is gehanteerd met een onderbouwing en de aannames die eraan ten grondslag liggen. Is de toelichting, zoals bedoeld in artikel 52d lid 1, gebaseerd op een waardering per complex. Is voor elke bouwgrond in exploitatie (BIE) een raadsbesluit met de vaststelling van het grondexploitatiecomplex, inclusief grondexploitatiebegroting aanwezig. Vanaf dat moment wordt de BIE geopend en kunnen kosten worden geactiveerd en bijgeschreven op de voorraadpositie op de balans.

Pagina 26 119. Notitie grondexploitaties 120. Notitie grondexploitaties Overstijgt de looptijd van een grondexploitatiecomplex niet de voorgeschreven tien jaar. Deze tien jaar dient te worden gehanteerd als richttermijn, die voortschrijdend moet worden bezien. Indien de looptijd van een grondexploitatiecomplex de tien jaarstermijn overstijgt, is er een gemotiveerde afwijking aanwezig geautoriseerd door de raad. De motivatie moet tevens zijn voorzien van risico-beperkende beheersmaatregelen die de gemeente heeft genomen om de onzekerheden en risico s die gepaard gaan met de langere looptijd te mitigeren. Is voor die grondexploitatiecomplexen waarvan de looptijd de tien jaarstermijn overstijgt een toereikende toelichting in de jaarstukken opgenomen betrekking hebbend op dit feit verwijzend naar het raadsbesluit. 121. Notitie grondexploitaties 122. Notitie grondexploitaties 123. Notitie grondexploitaties Heeft de jaarlijkse herziening van de grondexploitatiebegroting plaatsgevonden. Let op: Een actualisatie van het grondexploitatiecomplex en de grondexploitatiebegroting met planinhoudelijke wijzigingen, danwel autonome wijzigingen met materiële financiële gevolgen, moet in het boekjaar zelf opnieuw door de raad worden vastgesteld. Voldoen de kosten die aan BIE worden gerekend tot de vervaardigingkosten als bedoeld in artikel 63, 3e lid BBV, waarbij wordt aangesloten op de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit betekent dat maximaal deze kostensoorten kunnen worden toegerekend aan de BIE. Is dat deel van de kosten van bovenwijkse voorzieningen dat aan een in de toekomst te openen grondexploitatie wordt toegerekend, tot het moment dat de betreffende grond feitelijk in exploitatie wordt genomen, geactiveerd onder de betreffende categorie materiële vaste activa. Naar de aard van de bovenwijkse voorzieningen zal de betreffende activacategorie veelal de activa met maatschappelijk nut zijn (bijvoorbeeld ontsluitingswegen, bruggen). In de periode van activering als maatschappelijk nut tot en met het eventueel openen van de betreffende grondexploitatie, moet conform artikel 64, 3e lid BBV, vanaf de ingebruikname op het actief worden afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur.

Pagina 27 124. Notitie grondexploitaties 125. Notitie grondexploitaties V&A 2017.052 Zijn er vanuit de grondexploitaties geen toevoegingen gedaan aan een voorziening voor bovenwijkse voorzieningen. Bestaande voorzieningen per ultimo 2015 mogen worden gehandhaafd en kunnen volgens planning worden afgewikkeld. Sparen voor bovenwijkse voorzieningen die na het afsluiten van een grondexploitatie zullen worden aangelegd, is nog wel mogelijk via een door de raad in te stellen bestemmingsreserve. Toevoegingen aan deze bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden via resultaatsbestemming. Is de toegerekende rente aan BIE gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen. Het is niet toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan BIE. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage moet als volgt worden bepaald: het rentepercentage van de direct aan de grondexploitatie gerelateerde financiering in het geval van projectfinanciering; het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen (inclusief bestemmingsreserves), indien geen sprake is van projectfinanciering. Indien de gemeente geen externe financiering heeft, dan wordt geen rente toegerekend aan BIE. 126. Notitie grondexploitaties 127. Notitie grondexploitaties 128. Notitie grondexploitaties 129. Notitie grondexploitaties Is de rente die aan BIE wordt toegerekend, toegerekend over de boekwaarde van de BIE per 1 januari van het betreffende boekjaar. Dit wordt per grondexploitatiecomplex berekend. Indien de voorziening verlieslatende complexen tegen contante waarde is opgenomen. Is de disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties gelijk aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone (voor : 2%). Zijn de lasten en baten verband houdende met grondexploitaties in de exploitatie verantwoord en via een tegenboeking (onderhanden werk) naar de balans gemuteerd. Zijn er geen gelden uit eigen middelen (reserves) in mindering gebracht op de onderhanden werk positie van de bouwgronden in exploitatie.

Pagina 28 130. Notitie grondexploitaties Is de getroffen afboeking of voorziening gedaan bij een geprognosticeerd verlies direct ter grootte van dit volledige verlies. Als sprake is van een voorziening ingericht ter bestrijding van de (verwachte) tekorten in grondexploitaties, dan moet die worden gepresenteerd als een waardecorrectie op de post Bouwgrond in exploitatie. Deze wijze van verantwoording is naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Let op: Indien de voorziening de boekwaarde overstijgt dient de resterend getroffen voorziening aan de creditzijde van de balans (onder de post voorzieningen) gepresenteerd te worden. 131. Notitie grondexploitaties 132. Notitie grondexploitaties en V&A 2017.065 De Commissie BBV beveelt voor het tussentijds winst nemen aan dat de lokale afweging tussen het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel nader wordt uitgewerkt, bijvoorbeeld in de verordening 212. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt er immers toe dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij het afsluiten van het grondexploitatiecomplex. Er zijn situaties denkbaar waarbij reeds eerder voldoende zekerheid is voor winst nemen. Volgens het realisatiebeginsel dient in die gevallen de winst dan ook te worden genomen. Hierbij dient de percentage of completion methode te worden gevolgd. Is de eventuele tussentijdse winstneming gedaan volgens de in de notitie grondexploitatie genoemde kaders 1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én 2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én 3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd). 4.1.2 PASSIVA Indien aan bovenstaande voorwaarden is voldaan dient tussentijds winst genomen te worden naar rato van de realisatie van de kosten en de realisatie van de verkopen. 133. Art. 32 Zijn in de balans de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva. 134. Art. 63 lid 7 Zijn de passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering betreft de voorzieningen die ook tegen contante waarde zijn gewaardeerd.