VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD



Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

1. Heeft de minister inderdaad een brief gestuurd naar het gemeentebestuur van Sint-Lambrechts- Woluwe? Kan hij deze bezorgen?

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de door de

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

INFOSESSIE. Infosessie: van culturele projecten met een. regionale uitstraling AANVRAGEN PROJECTSUBSIDIES

1. Hoeveel van de projecten die werden goedgekeurd werden inmiddels uitgevoerd?

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

LIGHT. plan. jeugd. beleids

VGC financiële en logistieke ondersteuning voor studenten

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

3. Neemt de minister initiatieven om de faciliteitengemeenten ertoe aan te zetten een jeugdbeleidsplan in te dienen?

Reglementering van het participatief budget voor de projectoproep Participatieve Duurzame Wijken

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vlaamse Hockey Liga vzw op facebook

Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken.

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

In de communicatie naar onze inwoners wordt er steeds gesproken over een woonzorgcampus.

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Fiche

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Reglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur. HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen

PROJECTOPROEP NEDERLANDSTALIGE AANGELEGENHEDEN Een initiatief van Schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden.

Tabel 3 bevat de verdeling volgens de beleidsprioriteit en de besteding van de middelen in 2016.

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

ADVIES Europese Jongerenhoofdstad

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Tineke Boudewijns VERSTAG

Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen

Dit moet gemotiveerd worden in het projectvoorstel en wordt mee beoordeeld bij de evaluatie.

Vraag nr. 14 van 28 augustus 2014 van MARINO KEULEN. Provincie Limburg - Projecten met overheidssteun

Commissievergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

SURPLUS. het clubbegeleidingsproject van de Vlaamse Liga Gehandicaptensport vzw. Blijf niet surplace maar kies voor SURPLUS

Kinderen in armoede aan het woord

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VEEL GESTELDE VRAGEN MBT OPROEP KOALA

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2012

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DE VLAAMSE REGERING,

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

voor evenementen, (buurt-)feesten en fuiven:praktische en financiële ondersteuning

LOP Antwerpen Basisonderwijs ALGEMENE VERGADERING

ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

De Stad Brussel en de gemeenten Elsene, Evere, Sint-Gillis en Sint- Joost-ten-Noode stellen voor: Subsidieaanvraag voor de deelname aan het

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE JEUGDRAAD OPWIJK

Opmaak jeugdbeleidsplan algemene richtlijnen

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Stageverslag Danique Beeks

Projectoproep Overkop Huizen voor Jongeren Infosessie 17/1/2017

Oproep per specifieke mailing (30 januari 2013) en in de maandelijke nieuwsbrief als reminder (7 februari 2013) onder 145 leden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

Begeleidend document: powerpoint Limburgse Jeugd Gedumpt

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

STATUTEN. Statuten stedelijke jeugdraad Waregem. Gemeenteraad 14 januari Titel I Een inleidende omschrijving

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen

vergadering C176 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

MODELCONVENANT TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE VZW GEMEENSCHAPSCENTRUM

VR DOC.0346/1

Transcriptie:

STUK 597 (2015-2016) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2015-2016 10 NOVEMBER 2015 INTERPELLATIES EN VRAGEN OM UITLEG Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van dinsdag 10 november 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: de heer Jef Van Damme, voorzitter, de heer René Coppens, de heer Stefan Cornelis, mevrouw Annemie Maes, mevrouw Cieltje Van Achter Ander lid: de heer Paul Delva 1381

- 2 - INHOUD 1. Interpellaties (R.v.O., art. 62) - Interpellatie van mevrouw Annemie Maes tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de geplande fuifzaal - Interpellatie van mevrouw Cieltje Van Achter tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de conceptoproep betreffende de zwembadinfrastructuren 2. Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) - Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de herverdeling van Vlaamse middelen voor de sociaal-culturele sector - Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de opstart van het aangekondigde Jongerenfonds - Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de informatiefunctie van Muntpunt 3. Regeling van de werkzaamheden

- 3-1. Interpellaties (R.v.O., art. 62) Interpellatie van mevrouw Annemie Maes tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de geplande fuifzaal Mevrouw Annemie Maes (Groen): Lang geleden dat de commissie nog is samengekomen want mijn interpellatie werd 3 maanden geleden ingediend. Jong zijn in Brussel kan een geweldige ervaring zijn. Je hebt er eindeloos veel mogelijkheden om je te amuseren, bij te leren of jezelf te ontwikkelen. Enfin, tot op het moment dat je een fuif wil organiseren. Op dat moment merk je dat de mogelijkheden eerder beperkt zijn. Bestaande, vaak commerciële projecten, zullen altijd wel een plaats vinden om hun feesten te laten doorgaan, maar voor een groep jonge vrijwilligers is het niet zo evident. Deze jongeren botsen op allerlei drempels: financiële, het moeten voorleggen van ervaring, kunnen bewijzen dat je de zaal kan vullen, verplichte bewaking van de zaal nemen, Daarom steunen wij het voornemen van het College om deze legislatuur samen met de Brusselse studenten en jongeren minstens één fuifzaal te openen. Vooral het voornemen om de Brusselse jeugd zelf erbij te betrekken vinden wij een goed plan. Zij weten immers beter dan wie ook wat ze nodig hebben. Informele contacten zijn uiteraard belangrijk, maar het zou zonde zijn om het overleg daartoe te beperken. Daarom stelde ik in mijn discussienota al een collectief denkmoment voor van het VGC-College samen met geïnteresseerde leden van de Jeugdraad en daarbuiten. En voor de collega s. Ik vond het jammer dat de collega s tijdens de bespreking van de discussienota niet de moeite hebben gedaan om in debat te treden. In de discussienota stonden immers ook suggesties. Ik hoop dat alle collega s ondertussen de moeite hebben gedaan om de discussienota te lezen. Ik verwijs nogmaals naar de fantastische discussienota. Zo n denkmoment is eigenlijk de belangrijkste voorwaarde om op zoek te gaan naar een gebouw: je moet eerst weten wat de jeugd wil, voor je weet wat je eigenlijk moet zoeken. Ideaal gesproken komt de werkgroep ook regelmatig samen om de zoektocht bij te sturen of om zelf met creatieve voorstellen te komen: de Brusselse jeugd is vindingrijk en kan misschien zelf met een creatief voorstel stappen vooruit zetten in dit dossier. De Groen-fractie heeft alle vertrouwen in de Brusselse jeugd. Een belangrijke vraag voor de fuifzaal is natuurlijk waar ze komt. Zo is er de optie om de fuifzaal te koppelen aan het nieuw geplande jeugdhuis binnen de vijfhoek. Twee vliegen in een klap is natuurlijk een interessante optie, maar brengt ook het risico op belangenconflicten mee. Het jeugdhuis mag nooit de exclusieve organisator van fuiven in die zaal worden. De bedoeling is dat de zaal beschikbaar blijft voor alle geïnteresseerde organisatoren ongeacht of het in school- of verenigingsverband is of van individuen. Omgekeerd betekent dit ook dat het jeugdhuis voldoende ruimte nodig heeft om zijn werking draaiend te kunnen houden als de fuifzaal bezet is. Ze mogen niet afhankelijk zijn van die ruimte als enige mogelijkheid om hun activiteiten te organiseren. Als de fuifzaal een fuifzaal van en voor de Brusselse jeugd moet zijn, dan moet dit ook in het beheer van de zaal weerspiegeld worden. Er moet plaats zijn voor bestaande collectieven, jonge initiatieven en beginnende jongeren, maar altijd van en voor de jeugd. Het is ook belangrijk dat de fuifzaal geen commercieel concept wordt, daarvoor zijn er in het Brusselse nachtleven al opties genoeg. Deze fuifzaal moet de noden lenigen die nu zeer dringend zijn,

- 4 - niet zomaar het bestaande aanbod meer kansen geven. Er is dus nood aan duidelijke richtlijnen voor het beheer van zo n fuifzaal. Ik heb heel veel positieve feedback gekregen over het artikel, ook van ouders. Het zou heel fijn zijn als de VGC erin slaagt een fuifzaal te hebben. Dit geeft ouders een geruststellend gevoel omdat ze weten dat het goed gelegen is, goed wordt georganiseerd enz. Niet alleen de jeugd zit op een fuifzaal te wachten, de ouders ook. Hoe werd het overleg met jongeren over de nieuw geplande fuifzaal vormgegeven? Wie heeft er allemaal deelgenomen aan dit overleg? Op basis waarvan werden deze personen uitgenodigd? Welke richtinggevende ideeën kwamen er uit het overleg? Aan welke voorwaarden moet de nieuw geplande fuifzaal minimaal voldoen? Ik denk hier aan criteria als bereikbaarheid, oppervlakte, inrichting, Wordt de nieuw geplande fuifzaal gekoppeld aan het nieuwe jeugdhuis dat in de vijfhoek gepland wordt? Zo ja: hoe wordt er dan omgegaan met mogelijke conflicten tussen beide werkingen? Aan welke richtlijnen zal het beheer van de fuifzaal zich moeten houden? Wordt er openheid voor nieuwe initiatieven gegarandeerd? Wordt er over gewaakt dat het fuifaanbod voldoende divers is? De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Ik wil aansluiten op de interpellatie, op de beleidsverklaring en de tussenkomsten die bij de bespreking ervan werden gemaakt. Het is heel belangrijk dat er een goede fuifzaal voor de jeugd komt. Ook voor de ouders zodat ze geruster zijn. Ik maak me echter de bedenking of de beperking tot 1 fuifzaal een goed idee is. Het is misschien goed 1 fuifzaal te hebben, maar daarnaast is het ook wel interessant om excentrisch te werken en dat er verschillende fuifzalen zijn. De jeugd wil ook niet altijd op dezelfde plaats fuiven. Ik herinner me uit onze jeugd dat we in het Kasteel van Beersel gingen fuiven. Er werden fuiven op de tram georganiseerd enz. Er werden verschillende soorten locaties gezocht om te fuiven. Ik denk dat de huidige jeugd dit ook wil. Ik ben erg geïnteresseerd in de antwoorden van het collegelid als vader van 2 opgroeiende pubers. De heer Paul Delva (CD&V): Wat is de link tussen de fuifzaal en het Urban Youth Center? Is dit verbonden met elkaar? Is dit hetzelfde? Op welke manier wordt de Jeugdraad van de VGC betrokken bij de te onderzoeken pistes? De website www.air-de-fete.fr wordt gesteund door de Cocof. Het is een goede website die ruimten, plaatsen, zalen aangeeft waar fuiven georganiseerd kunnen worden. Er zijn ongeveer 400 plaatsen waar een privéfeest kan plaatsvinden. Het aantal plaatsen voor openbare feesten, fuiven, waar iedereen welkom is, bedraagt 0. Het probleem dat mevrouw Maes aankaart komt eveneens bij de Franstaligen voor.

- 5 - Ik heb in verslagen gelezen dat het collegelid in juni overleg zou hebben met mevrouw Fadila Laanan over een samenwerking op het vlak van cultuur, jeugd en sport. Het idee bestond om zelf een overzicht te maken van de feest- fuifzalen. Is het collegelid hiermee bezig? Hoe ver staat het hiermee? Collegelid Pascal Smet: Het debat werd reeds gevoerd tijdens de bespreking van de beleidsverklaring. Veel meer kan ik nu niet zeggen. Laten we de richtlijnen voor de fuifzaal opstellen zodra we een fuifzaal hebben. We zullen zeker laagdrempelige, niet-administratieve, redelijke, verstandige richtlijnen uitwerken die aanvaardbaar zijn voor de ouders en beheersbaar, doenbaar voor de jongeren in de stad. Dus geen administratieve overlast. We hebben momenteel geen plannen om de fuifzaal te koppelen aan het nieuwe jeugdhuis. Deze kans is zeer klein. De koppeling aan het Urban Youth Center zal ervan afhangen. We zoeken nu volop een locatie. Er werd met veel jongeren, zowel de georganiseerde als de niet-georganiseerde, studentenverenigingen, de Jeugdraad enz. overlegd. Iedereen kan suggesties doen, maar tot op heden werd er niets voorgesteld. Het is niet zo makkelijk een locatie te vinden. We intensifiëren zelf de zoektocht. Een tijdje geleden was er een mogelijkheid ter hoogte van de Ninoofsepoort. Er werd onderhandeld met Brussel stad, maar deze optie gaat niet meer door. Er worden sociale woningen gebouwd en een fuifzaal in hun achtertuin is geen goed idee. We zijn dus nu op zoek naar een nieuwe locatie. Ik deel de bekommernis van de raadsleden. Iedereen mag suggesties doen. De locatie moet liefst niet te ver van de vijfhoek, makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer, met de fiets enz. zijn. Ofwel wordt er een nieuw gebouw gezet ofwel wordt een oud gebouw gerenoveerd. Er moet dus rekening gehouden worden met de geluidshinder. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik ben blij te horen dat er prioriteit is om een nieuwe piste na te gaan. Het collegelid heeft met veel jongeren gepraat. Is er een rondetafel georganiseerd? Het is belangrijk dat op een bepaald moment alle stakeholders rond 1 tafel worden gezet. Dergelijke kruisbestuiving kan soms interessant zijn. Er kunnen dan ook andere thema s besproken worden. Collegelid Pascal Smet: Een rondetafel als dusdanig werd nog nooit georganiseerd. We hebben veel contacten met jeugdverenigingen, studentenvertegenwoordigers enz. Ik begrijp wat mevrouw Maes zegt, maar ik weet niet of dit voor het zoeken van een locatie een goed idee is. Voor de exploitatie misschien wel. Ik kan het nogmaals op de agenda van de Jeugdraad plaatsen, maar ik verwacht er niet veel van Mevrouw Annemie Maes (Groen): De Brusselse Jeugdraad wordt er ook bij betrokken? En wanneer is de laatste keer dat u er met hen over gesproken hebt?

- 6 - Collegelid Pascal Smet: De Brusselse Jeugdraad is er bij betrokken. De laatste keer dat er over gesproken werd, was tijdens de Jeugdraad van 16 december 2014 en op 23 juni 2015 op het overleg in de voormiddag tussen collegelid Pascal Smet en de agendacommissie van de Jeugdraad en dezelfde dag s avonds tijdens de toelichting door het kabinet van de beleidsnota op Jeugdraad. *** Interpellatie van mevrouw Cieltje Van Achter tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de conceptoproep betreffende de zwembadinfrastructuren Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Mijn interpellatie is door de feiten achterhaald, maar het thema van de zwembaden blijft uiteraard heel actueel. De nood aan nieuwe en betere zwembadinfrastructuren in onze hoofdstad blijft bijzonder hoog. Wij hebben hier al vaker over gedebatteerd. We moeten niet blijven herhalen dat onze kinderen op school moeten leren zwemmen, maar op dit moment is dit niet het geval is. Het zal het collegelid niet verbazen dat ik teleurgesteld ben dat er vanuit Brussel niet is ingetekend op de zwembadenoproep van Vlaams minister Philippe Muyters. Ik vind dit een gemiste kans. Het collegelid weet goed genoeg dat er niet jaarlijks zo n oproep gaat komen en dat alle kansen die zich aandienen, moeten gegrepen worden. Er werd 10 miljoen euro vrijgemaakt.(reactie collegelid Pascal Smet) Het collegelid had te kennen gegeven dat 2 scholen in aanmerking kwamen voor een renovatie van hun zwembad, nl. het Sint-Pieterscollege en het Ruusbroeckcollege. Hij liet ons al weten dat het Ruusbroeckcollege op korte termijn geen plan voor renovatie kon opstellen en pas over 5 jaar wenst te renoveren. Ik hoop dat er dan nog eens 10 miljoen euro is. Ik ken het dossier van deze school wel niet. Het is jammer dat ze dit jaar niet intekenden. Wat betreft het Sint-Pieterscollege, trok het collegelid al snel de conclusie dat het niet in aanmerking komt omdat het zwembad buitenschools beheerd word door een Franstalige vzw. In het verslag van de plenaire vergadering staat dat het zwembad co-eigendom is van de Franse gemeenschap. Welnu, ik lees niet in de projectoproep dat dit een probleem zou vormen. Wie is er nu eigenaar van dat zwembad? Collegelid Pascal Smet: De Franstalige school is enkel eigenaar. Mevrouw Cieltje Van Achter: Wat is er gedaan naar de administratie van de Vlaamse overheid toe, naar het kabinet toe, om dit dossier te bepleiten, te bespreken? Ik heb de indruk dat deze optie nogal snel van tafel werd geveegd. Wat met de andere Nederlandstalige scholen in Brussel. Is er geen enkele school die in aanmerking komt voor een nieuw zwembad? Wat met de nieuwe scholen die de VGC plant?

- 7 - In de Beleidsnota 2014-2019 Cultuur-Jeugd-Sport laat collegelid Pascal Smet weten dat hij, in overleg met de Vlaamse Gemeenschap, de haalbaarheid van de bouw van instructiezwembaden, gekoppeld aan scholen, onderzoekt. Heeft dit onderzoek plaatsgevonden? De oproep voor zwembaden was toch reeds geruime tijd aangekondigd. Kon het collegelid zijn prioriteiten niet verschuiven? Deze ochtend werd het gebrek aan zwembaden in Brussel ook besproken in de Commissie Binnenlandse Zaken van het BHP. Staatssecretaris Laanan hoorde het in Keulen donderen toen ik vertelde over de 10 miljoen euro die Vlaanderen vrijmaakt voor zwembaden. Hoe is dit mogelijk? Mevrouw Laanan zei letterlijk dat ze van geen enkel aanbod van de gemeenschappen op de hoogte was. De heer Pascal Smet heeft nochtans al verklaard dat hij met alle betrokken Brusselse niveaus zou samenzitten rond de zwembadproblematiek Graag zou ik van het collegelid vernemen welke acties hij heeft ondernomen in dit dossier, met de 2 scholen die hij naar voren schuift, met eventuele andere scholen, en met de andere Brusselse partners want ik denk niet dat we een 2 de keer dergelijke kans moeten laten liggen. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik sluit me aan bij de vragen. We zaten beiden vanmorgen in de commissie van het Brussel Parlement en we waren zeer verbaasd over het antwoord van mevrouw Laanan. Ze deed alsof ze niet op de hoogte was, of ze was dit inderdaad niet. We hebben haar gezegd dat het een gemiste kans was. Het is toch belangrijk dat de Brusselse ministers regelmatig met elkaar overleggen om synergieën te vinden. We delen allemaal de analyse dat er een gebrek is aan zwembaden. Kinderen die in armoede of moeilijke omstandigheden leven, leren vaak niet zwemmen. In scholen is het aanbod zeer beperkt. Heeft het collegelid overlegd met gemeenten? Het moet toch mogelijk zijn dat de VGC samen met de gemeenten synergieën uitwerkt zodat het geld van Vlaanderen via de VGC naar de gemeenten vloeit. Collegelid Pascal Smet: Er werd hierover al een debat gevoerd. De poging van mevrouw Van Achter die steeds wil aantonen dat Vlaams minister Phillippe Muyters in Brussel wil investeren is ontroerend en schattig. (rumoer zaal) Het heeft enige charme. Maar ik vrees dat mevrouw Van Achter zich beter moet informeren. Ik heb ook 5 jaar in de Vlaamse Regering gezeten. Over de zwembaden kwam ik goed overeen met Vlaams minister Muyters, maar er was toen geen grote liefde om te investeren in Brusselse zwembaden. De noden in Vlaanderen zijn ook heel groot. Bovendien kon hij ook niet echt geld vrijmaken voor zwembaden. 10 miljoen euro is niet veel als men een zwembad wil bouwen of renoveren.(reactie zaal) De voorziene 10 miljoen euro was voor alle projecten. Dit is dus een belachelijk klein bedrag. Er is een grote nood aan zwemwater in Brussel. Laat dat duidelijk zijn. Er is ook al 10 jaar een zwembadplan in Brussel, dat ik met toenmalig staatssecretaris Emir Kir liet goedkeuren, en dat gefinancierd werd en wordt met gewestmiddelen en zelfs Belirismiddelen. Ik ben het eens met de analyse, al 12 jaar. Ik vrees dat het geen zin heeft om het te proberen. (Reactie mevrouw Van Achter)

- 8 - Ik denk dat meerderheid en oppositie beter moeten samenwerken. De 10 miljoen euro die Vlaams minister Muyters heeft voorzien, waren niet voor Brussel bestemd. Ik leg uit waarom. De Vlaamse Regering keurde deze oproep voor renovatie- en nieuwbouwprojecten van zwembaden goed op 20 maart 2015. De VGC werd vooraf bij het bepalen van de inhoud van de oproep niet betrokken. Pas op 3 maart 2015, bij het uitnodigen van de Vlaamse Sportraad, waar de VGC-administratie deel van uitmaakt, werden we indirect gevat met een voorstel dat toen inhoudelijk al vastlag. Had Vlaanderen in Brussel willen investeren, had ze eerder met de zeer goed werkende VGC-sportdienst contact opgenomen. Ik vraag niet dat ze dit deden met mijn kabinet, maar dit zou wel hoffelijk geweest zijn. Er had gevraagd kunnen worden onder welke voorwaarden gemeenten, scholen enz. in Brussel kunnen inschrijven. Dit is niet gebeurd. We werden zeer laat op de hoogte gesteld. Het totale budget voor Vlaanderen (inclusief Brussel) bedraagt 10 miljoen euro, wat voor Brussel neerkomt op een potentiële subsidie van ongeveer 500.000 euro (5% norm). Met dit bedrag kan men amper de tegels van een zwembad betalen. Iedereen weet dat een zwembad bouwen enorm veel geld kost. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Hoeveel kost een zwembad bouwen? Collegelid Pascal Smet: Dat weet ik niet juist. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Het beheer van een zwembad kost tussen de 600.000 en 1.000.000 euro. Collegelid Pascal Smet: De dossiers moesten binnen de 2 jaar gerealiseerd kunnen worden, wat in de feiten neerkomt op een uitsluiting van compleet nieuwe dossiers. Dit is niet mogelijk. (Reactie mevrouw Cieltje Van Achter) De VGC-administratie zorgde ervoor dat deze projectoproep gekend was bij de betrokkenen (eigenaars, beheerders van zwembaden die in aanmerking komen). Dit via de nieuwsbrief en info op de website van de Sportdienst. Daarnaast nam de VGC proactief contact op met eigenaars van zwembaden die gelegen zijn in de schoot van een Nederlandstalige onderwijsinstelling zoals Jan Van Ruusbroeckcollege en Sint-Pieterscollege. Beide zwembaden worden zowel tijdens als na de schooluren vrij intensief gebruikt. Het zwembad van Sint-Pieterscollege is eigendom van de Franstalige school (dus geen Vlaamse onderwijsinstantie) en kwam dus niet in aanmerking. Bovendien waren er geen nakende plannen tot renovatie. Het Jan Van Ruusbroeckcollege gaf eerst voorrang aan andere dringende renovaties en had ook de middelen niet om de aanzienlijke eigen inbreng te financieren. Het zwembad van de VUB, waarvoor ik en collegevoorzitter Guy Vanhengel ten tijde van de vorige legislatuur veel moeite hebben gedaan, maar waarvoor de heer Bruno De Lille de verkeerde keuze heeft gemaakt (Reactie van mevrouw Annemie Maes), kwam voor de

- 9 - Vlaamse overheid bij deze projectoproep niet in aanmerking omdat het al eens subsidies ontvangen had, ondanks het feit dat die subsidies amper 15 % van de totale kost bedroegen. Kleinere instructiezwembaden tenslotte kwamen ook al niet in aanmerking, omdat de minimumafmetingen van de zwembaden die intekenden, 25m was. Als we dit op een rijtje zetten dan gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat dit niet bedoeld was voor Brussel, maar voor het subsidiëren van gestarte en eigenlijk ook al gefinancierde projecten. Ik weet dit ook want ik zat vorige legislatuur, toen het zwembadgeld voor de eerste keer werd verdeeld, in de Vlaamse Regering. (Rumoer in de zaal) Ik wist dat niet alle projecten gefinancierd zouden worden en er werd afgesproken dat er later een volgende projectoproep zou komen, maar deze is er pas gekomen na de verkiezingen. Vlaams minister Philippe Muyters heeft dus wat geld bijeengeschraapt om oudere projecten te financieren. Ik veroordeel dit niet. Ik spreek daar geen negatief waardeoordeel over uit. Alleen was het niet de bedoeling om daar nu voor Brussel geld in te stoppen. Ik zou niet liever willen dat Vlaanderen investeert in Brusselse zwembaden en dat Phillippe Muyters en ikzelf met een groot feest en fanfare het nieuwe zwembad kunnen inzwemmen. Eigenlijk zou de Vlaamse Gemeenschap de rol van de VGC in deze ten volle moeten erkennen en de 30%-norm toepassen op alle middelenstromen die in de toekomst voor lokale en bovenlokale sportinfrastructuur in de Vlaamse begroting voorzien worden. Met andere woorden: een voorafname van 5% van deze middelen toe te wijzen aan de VGC, en daarbij de grootst mogelijke autonomie te geven om die te besteden. (Reactie in de zaal) Ik denk dat de heer Paul Delva het met mij eens is. Door de eigen rol op het vlak van hoofdstedelijke aangelegenheden ten volle in te vullen en de ambitie te hebben om een eigen Brusselse, stedelijke BLOSO-sportinfrastructuur uit te bouwen in samenspraak met de VGC. Ik heb samen met collegevoorzitter Guy Vanhengel hiervoor al een brief geschreven naar Vlaams minister Sven Gatz. Tot voor kort, tot vorige week, was het altijd stil vanuit Vlaanderen. Vorige week hebben we een mail ontvangen van het kabinet van Vlaams minister Philippe Muyters met de aankondiging dat de VGC uitgenodigd zou worden voor een overleg over het Vlaams Sportinfrastructuurplan. Brussel zou daarin misschien zelfs een apart hoofdstukje krijgen. Wij kijken uit naar de doodle en naar die eerste vergadering. Ik zal namens het College een bijzonder constructieve, open-minded houding aannemen en ongetwijfeld zal ik de boodschap van mevrouw Van Achter meenemen: dat het manna uit Vlaanderen ook op het vlak van sportinfrastructuur eindelijk moet neerdalen en dat we dat willen zien. En meer nog dat de meerderheid en oppositie in Brussel willen duwen en trekken om een sportinfrastructuur van Bloso te krijgen, wat al heel mooi zou zijn. De VGC wil, kan dit misschien nog meefinancieren, enzovoort. We gaan met een heel open, constructieve houding naar die vergadering gaan. Ik hoop dat Vlaams minister Philippe Muyters eindelijk geld voorziet voor sportinfrastructuur in Brussel. Dat is zeker de moeite waard.

- 10 - Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik hoor dat het collegelid het grote geld wel wil, maar het kleine niet apprecieert. Ik kan wel begrijpen dat een zwembad veel kost. Als je niet intekent, haal je ook geen geld binnen. Collegelid Pascal Smet: Het heeft geen zin. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik ben er niet van overtuigd dat het geen zin heeft. Mevrouw Laanan is niet eens op de hoogte. (Reactie Pascal Smet) Het collegelid heeft 2 scholen gedetecteerd. Wat met andere mogelijkheden? Ik heb niet de indruk dat alles uit de kast werd gehaald om er iets van te maken. Het collegelid spreekt zichzelf tegen als hij zegt dat hij pas in maart 2015 op de hoogte werd gesteld, terwijl ik hem er al over aangesproken heb tijdens de eerste commissievergadering in september 2014. Het is inderdaad snel dat een zwembad moet gerealiseerd zijn, tegen 2019. Maar dat moet toch mogelijk zijn. Collegelid Pascal Smet: Welk zwembad kan er volgens u op intekenen? Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik ken niet alle zwembaden in Brussel. Dat is ook mijn taak niet. Collegelid Pascal Smet: Jawel. Zeggen dat een minister zijn taak niet goed heeft gedaan, is het recht van een parlementslid. Maar ik toon net aan dat er niemand in Brussel echt in aanmerking kon komen. We hebben een zeer goed functionerende sportdienst en u beledigt hen op dit moment en niet mij. Ik had u graag horen zeggen: collegelid u had dat moeten doen met dat zwembad om het in aanmerking te laten komen. Het werk dat we voor de VUB-zwembad hebben moeten doen om van Vlaams minister Phillippe Muyters 500.000 euro te krijgen Ik heb toen ook geld gegeven uit het Brusselfonds en collegevoorzitter Guy Vanhengel heeft ook geld gegeven. De VUB heeft geld gegeven, maar heeft nog andere middelen moeten zoeken om geld bijeen te krijgen. Het is niet zo evident om een zwembad te renoveren. Geef me nu eens aan welk project, welke gemeente, in aanmerking had kunnen komen. Zelfs als mevrouw Laanan het had geweten, het had geen verschil gemaakt want er was geen enkel zwembad dat in aanmerking kon komen. Als ik me vergis, zal ik bekennen dat ik mij vergist heb. Maar ik denk het niet. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik blijf toch bij mijn punt. Collegelid Pascal Smet: Help ons om Vlaams minister Philippe Muyters te overtuigen.

- 11 - Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik denk niet dat we Vlaams minister Philippe Muyters moeten overtuigen. *** 2. Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de herverdeling van Vlaamse middelen voor de sociaal-culturele sector De heer Paul Delva (CD&V): Begin oktober 2015 werd in het Vlaams Parlement gedebatteerd over de financiële ondersteuning van sociaal-culturele verenigingen. Vlaams minister van Cultuur, Sven Gatz, kondigde daarbij een herverdeling van de werkingsmiddelen aan waardoor er financiële ruimte komt om nieuwe organisaties te kunnen erkennen. Bij verenigingen is het altijd een heikel punt om bestaande organisaties blijvend te erkennen en nieuwe te kunnen erkennen vermits de enveloppen niet eindeloos zijn. Er was sprake van een solidariteitsbijdrage van 1,5%. Dit wil zeggen dat verenigingen 1,5% van hun subsidies niet krijgen. Het niet uitgekeerde bedrag zou dienen om nieuwe verenigingen te erkennen. Uiteraard zijn wij voorstander om meer sociaal-culturele organisaties te erkennen wanneer dit nuttig is, rekening houdend met de gevolgen voor bestaande organisaties. Een solidariteitsbijdrage van 1,5% lijkt draagbaar, maar we weten uit ervaring bij de oude verordening van de VGC, dat zulke besparingen vooral de kleinere organisaties zwaar treffen. De oude VGC-verordening voor sociaal-culturele verenigingen voorzag geen rem op het aantal erkende verenigingen en dus werd er bespaard op de uit te keren middelen. De VGC hanteerde toen ook een solidariteitsbijdrage van 2% en een bevriezing van de middelen. De huidige verordening voorziet een beperkte VGC-ondersteuning voor de basiswerking en een belangrijk surplus, mits een goedgekeurde Brusselwerking, maar de middelen zijn wel gegarandeerd. Op welke manier werd het collegelid betrokken bij de discussies op Vlaams niveau? Indien u er niet bij betrokken werd, vindt u dat dit verkeerd is? Welke effecten kan of zal deze herverdeling van Vlaamse middelen op de Brusselse sociaalculturele verenigingen hebben? Hoe groot is deze besparing voor de verenigingen in Brussel? Wat is de impact op de lopende beleidsplannen van de verenigingen? Hoe zit het vandaag met de plannen die het collegelid heeft om binnen de VGC-kaders wijzigingen aan te brengen aan de regelgeving betreffende de sociaal-culturele sector? Collegelid Pascal Smet: Ik werd er op geen enkele manier bij betrokken. Ik vind dat ik bij alles betrokken moet worden.(gelach) De beslissing waar het raadslid naar verwijst, is een uitvoering van het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Dit decreet regelt de erkenning en

- 12 - subsidiëring van verenigingen, bewegingen, vormingsinstellingen en volkshogescholen op Vlaams niveau. Het decreet legt geen enkele link met de ondersteuning van sociaal-culturele verenigingen op andere bestuursniveaus. Bijgevolg worden andere bestuursniveaus niet betrokken bij de uitvoering van het decreet. Met uitzondering van de regionale volkshogeschool Citizenne worden geen exclusief Brusselse organisaties ondersteund via het decreet van 4 april 2003. Met de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap ontplooien landelijke sociaal-culturele verenigingen een werking over heel Vlaanderen, inclusief Brussel. De herverdeling van Vlaamse middelen kan een impact hebben op de werking van die verenigingen in het Brussels hoofdstedelijk gewest, maar dit hangt af van de keuze die de landelijke sociaal-culturele verenigingen zelf maken. De beslissing m.b.t. de erkenning en subsidiëring van het sociaal-cultureel werkveld voor de beleidsperiode 2016-2020 werd in september 2015 genomen door de Vlaamse minister van cultuur. Deze beslissing had een herverdeling van de totale subsidie-enveloppe tot gevolg. Deze herverdeling, die ook nodig was omwille van de erkenning en subsidiëring van nieuwe verenigingen, kan voor sommige organisaties leiden tot een bijsturing van de meerjarenbegroting. Ik heb geen zicht op de bedragen. Het is nog te vroeg om dit te kunnen inschatten omdat de verenigingen afhangen van de landelijke verenigingen. Er kunnen gevolgen zijn, maar het is afhankelijk van de wijze waarop landelijke verenigingen het vertalen naar hun Brusselse afdelingen. *** Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de opstart van het aangekondigde Jongerenfonds De heer Paul Delva (CD&V): Sinds ik mijn vraag heb gediend, is er al een begin van antwoord gekomen omdat er vooruitgang is geboekt in dit dossier. Dit laat me toe om meer punctuele vragen te stellen. Het is al een tijdje bekend en het werd ook in de VGC-beleidsverklaring herhaald: vanaf dit najaar komt de Vlaamse Gemeenschapscommissie met een nieuw Jongerenfonds. Ik moet het collegelid feliciteren want het nieuwe fonds werd voorgesteld als À Fonds. Het is een fonds door en voor jongeren die een financieel duwtje in de rug nodig hebben voor hun eigen wijk- of stadsproject. Op de begrotingslijn Subsidies voor vernieuwende jeugdinitiatieven werden voor het begrotingsjaar 2015 eenmalig 56.000 euro middelen voorzien. Het bevoegde collegelid verklaarde in de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van 10 maart 2015 dat er nadien ook minstens 28.000 euro middelen ter beschikking zouden komen op jaarbasis.

- 13 - Wat het inhoudelijke luik van het fonds betreft gaf het collegelid aan dat de VGC inspiratie zou kunnen putten uit soortgelijke initiatieven in Vlaanderen, bijvoorbeeld in Gent of Antwerpen. U zou dan met de Jeugdraad in dialoog gaan over de verdere uitwerking van reglementen en dergelijke, horende bij het Jongerenfonds. Ik las in de informatie over de lancering van het fonds dat er gesproken werd over een bedrag van 28.000 euro. Voor de begroting van 2015 werd er uit het reservefonds nogmaals eenmalig 28.000 euro voorzien. In totaal is er dus 56.000 euro beschikbaar. Kan het collegelid hier uitleg over geven want ik begrijp het niet goed. Op welke manier werd er samengewerkt met andere (Vlaamse) steden die een soortgelijk fonds reeds in de praktijk gebruiken? Kan het collegelid meer uitleg geven over de reglementering bij het Jongerenfonds en welke verschillende selectiecriteria gebruikt zullen worden? Welke verschillende partners werden er betrokken bij deze uitwerking? Is er een deadline voor de projectoproep of loopt de projectoproep non-stop door tot het voorziene budget op is? Als alle goedgekeurde project het maximum bedrag krijgen, nl. 3.000 euro, dan is het voorziene budget op na 9 projecten. Op welke manieren zal de communicatie verlopen om het nieuwe fonds kenbaar te maken bij de doelgroep? Aan welk type project kan gedacht worden? Ik kreeg deze vraag van enkele jongeren. Zijn er 1 of 2 concrete voorbeelden? De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Ik feliciteer het collegelid met dit initiatief. Ik denk dat hij een van de geadresseerden was bij het facebook-bericht van Jeroen Camerlynck. Het is een mogelijkheid om communicatie te brengen met het Jongerenfonds. Wat dan een concreet antwoord op het facebook-bericht van Jeroen Camerlynck is. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik sluit me aan bij de vragen. Het is goed om vandaag wat bijkomende informatie te krijgen. De Brusselse jeugd kan niet in 1 hokje worden gestopt. Er moet voldoende openheid zijn naar de diverse achtergrond van de jeugd toe. Collegelid Pascal Smet: Het Jongerenfonds werd gelanceerd op donderdag 22 oktober 2015 via een netwerkmoment voor het middenveld. Het fonds werd À Fonds gedoopt. Deze naam is het resultaat van een eerste try-out tijdens de zomermaanden. Om het fonds nog meer voor en door jongeren te maken werd een oproep gelanceerd voor het bedenken van een naam en look&feel. 5 jongeren dienden een ontwerp in. De jury beoordeelde deze en koos unaniem voor À Fonds. Via de website www.afonds.brussels kunnen projectaanvragen ingediend worden. Alle informatie is ook op deze website terug te vinden. Omdat verwacht wordt dat het fonds dit

- 14 - najaar nog niet op volle kracht benut zal worden, zal bij begrotingswijziging 2 en B worden voorgesteld een deel van het voorzien budget (28.000 euro) over te hevelen naar het Reservefonds in het kader van het Stedenfonds. Dit bedrag zal in 2016 opnieuw toegevoegd worden aan het Jongerenfonds, samen met de reeds voorziene 28.000 euro. Er zal dan in 2016 56.000 euro beschikbaar zijn wanneer het project op full speed draait. Als er echter veel projecten binnenkomen, moet bekeken worden of er extra inspanningen nodig zijn. Er waren verschillende contacten tussen de VGC-jeugddienst en de jeugddienst van de Stad Gent, die met hun Alles Kan -concept in feite de grondlegger waren in Vlaanderen. De Alles Kan-medewerker was ook aanwezig op het lanceringsmoment en gaf toelichting over de do sand-don ts. In de marge hiervan werd afgesproken dat er na een half jaar opnieuw wordt samen gezeten voor de uitwisseling rond concrete projecten, de ondersteuning hiervan etc. Mogelijks worden hierbij ook andere steden betrokken. Het College keurde de leidraad voor het Jongerenfonds goed op 16 oktober 2015. Deze leidraad is samen te lezen met de verordening nr.11-02 van 20 januari 2012 houdende het ondersteunen van het vrijetijdsaanbod binnen het jeugdbeleid en het reglement voor de ondersteuning van jeugdwerkprojecten, zoals goedgekeurd bij collegebesluit nr. 20112012-0257 dd.1 februari 2012. À Fonds is veel meer dan een subsidiereglement. Jongeren en hun projecten worden op verschillende vlakken ondersteund door de jeugddienst. Niet iedereen weet meteen hoe met een goed idee aan de slag te gaan. Het is niet de bedoeling dat het alleen uitgaat van georganiseerde jongeren. Spontane, feitelijke organisaties kunnen ook voorstellen in dienen. De bedoeling is dat de ondersteuning materieel, logistiek, inhoudelijk of financieel is. De jongeren worden uitgenodigd voor een gesprek om samen op zoek te gaan naar het doel dat ze willen bereiken en wat ze daarvoor nodig hebben. De leidraad werd in zeer nauw overleg met de Jeugdraad opgemaakt. Ze hielden letterlijk de pen vast. Ze opteerden voor een eenvoudige en laagdrempelige leidraad die vooral veel kansen moet bieden aan Brusselse jongeren om een straf idee te ontwikkelen. We hebben dus ook geen typevoorbeelden. We willen gewoon de creativiteit van de jongeren ten volle laten spelen. Als we zelf voorbeelden geven, duwen we jongeren makkelijk in een bepaalde richting. De jury kwam een eerste maal samen. Deze jury is multidisciplinair samengesteld uit jongeren en partners uit het werkveld (zie BIJLAGE 1). De Jeugdraad is eveneens vertegenwoordigd. Naast het beoordelen van de ingediende projecten, speelt de jury een belangrijke rol als ambassadeur voor À Fonds. Dit geldt ook voor de verschillende organisaties actief in Brussel op het vlak van toeleiding en communicatie. In principe zal ik de beslissingen van de jury volgen, tenzij er iets uitkomt dat de openbare orde zal schaden. Ik ben wel degene die de formele beslissingen moet nemen. We moeten aanvaarden dat jongeren soms ideeën uitwerken die de mist ingaan. Soms kan uit een mislukking iets anders ontstaan. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Zit er iemand van de scouts, Chiro in de jury?

- 15 - Collegelid Pascal Smet: Neen, deze verenigingen wilden dit niet. Ik snap hun keuze. Er kunnen op termijn nog wijzigingen worden aangebracht. De heer Paul Delva (CD&V): Mijn belangrijkste zorg was dat de voorziene middelen behouden blijven. Ik heb nu begrepen dat ze verspreid worden over meerdere jaren. Dat is goed en ik hoop dat de middelen volledig worden opgebruikt. Ik erken het recht op falen. Er zullen inderdaad af en toe dossiers de mist ingaan, maar dat wordt dan gecompenseerd door andere briljante ideeën. De jury is samengesteld uit veel verschillende hoeken. Ik had dezelfde bedenking als collega Maes. Kunnen verenigingen, los van het overheidsgerichte, geen plaats krijgen in de jury? Dat lijkt mij nuttig te zijn. Het is een aandachtspunt dat we in het oog moeten houden. *** Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de informatiefunctie van Muntpunt Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Ik heb deze vraag om uitleg ingediend omdat de teksten die ik had ontvangen niet heel duidelijk waren. Ik wens door deze vraag een verduidelijking te krijgen. Muntpunt is buiten zijn bibliotheekwerking, ook een informatieloket. Deze Vlaamse haven en vuurtoren in hartje Brussel verleent dan ook niet alleen informatie over het Nederlandstalig aanbod in de hoofdstad, maar bijvoorbeeld ook over de Vlaamse zorginstellingen en tewerkstellingsinstanties. Iedereen die meer informatie wenst over het Nederlandstalig gemeenschapsaanbod in Brussel en de Vlaamse instellingen zou bij Muntpunt geholpen moeten worden. Deze missie van Muntpunt werd duidelijk verwoord in haar oprichtingsdecreet. Naast haar rol als bibliotheek, heeft Muntpunt als missie de kennis en de beleving van Brussel te bevorderen door een geïntegreerd informatie-, communicatie- en promotiebeleid te voeren over het aanbod van Brusselse, Vlaamse instellingen en organisaties. Ook zal Muntpunt Vlaanderen in Brussel en Brussel in Vlaanderen promoten om de hoofdstedelijke uitstraling en aantrekkingskracht te vergroten. Zo staat ook te lezen in de Beleidsnota Brussel 2014-2019 van Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, Sven Gatz; We streven naar één loket, waar alle bewoners en alle fysieke en digitale gebruikers en bezoekers van Brussel terecht kunnen voor meertalige informatie over wonen, werken, studeren, cultuur, welzijn [ ]:- Een fysiek en virtueel communicatie- en informatiecentrum zijn over het Nederlandstalige aanbod in Brussel en Vlaanderen in Brussel; - Een verbindingsinstrument zijn. Ook op de website van Muntpunt worden deze doelstellingen herhaald en wordt er al heel wat informatie weergegeven. Als we de Beleidsnota 2014-2019 Verbinden doornemen, lezen we het volgende: Ook cultuurcommunicatie, inclusief de vrijetijdspas en de toekomstige ontwikkelingen op het vlak

- 16 - van ticketing worden operationeel toevertrouwd aan Muntpunt. Muntpunt en de entiteit Gemeenschapscentra werken samen een traject uit voor de uitbouw van de informatie- en baliefuncties van de 22 gemeenschapscentra. Dezelfde principes zijn verwoord in de laatste Beleidsverklaring 2015-2016, waarbij Muntpunt een rol gaat spelen op vlak van cultuurcommunicatie en waar er slechts een ondersteunende rol wordt weggelegd voor Muntpunt voor de informatiefuncties van de gemeenschapscentra. Deze verwoording is voor mij onduidelijk en lijkt mij niet in overeenstemming met de missie van Muntpunt. Staat het collegelid achter de brede invulling van het informatie-, communicatie- en promotiebeleid voor Muntpunt zelf of wenst hij dat Muntpunt zich beperkt tot cultuurcommunicatie? Waarom spreekt hij enkel van cultuurcommunicatie en participatie? Het collegelid ziet ook een ondersteunende rol weggelegd voor Muntpunt voor de informatiefuncties van de gemeenschapscentra. Over wat gaan de gemeenschapscentra informeren? Heeft dit een andere invulling dan waarover Muntpunt zal informeren? Hoe ziet hij hierbij de rol van Muntpunt? Hoe gaat hij de informatiefunctie van Muntpunt en de gemeenschapscentra verder uitwerken en promoten / zichtbaar maken? Collegelid Pascal Smet: Vooraleer ik op uw punctuele vragen antwoord, wil ik beklemtonen dat er maar 1 Muntpunt is, en dat dit Muntpunt een moderne bibliotheek is waar je informatie kunt vragen, kennis kunt vergaren, mensen op activiteiten kunt ontmoeten en media kunt ontlenen. Muntpunt is geen informatieloket naast een bibliotheek, maar een bibliotheek met een loket waar je vragen kunt stellen. Het specifieke is dat dit loket zich in een meertalige grootstad profileert als kruispunt over het Nederlandstalige aanbod voor al wie daar interesse voor heeft. De door u geciteerde passage uit de beleidsbrief van Vlaams minister Sven Gatz lijkt enigszins op eenzelfde passage uit mijn eigen beleidsbrief als Vlaams minister van Brussel van 2 jaar geleden. Ik sta, met andere woorden, niet alleen achter de missie en visie van Muntpunt, ik heb hem mee geschreven. Ik heb proberen te zoeken naar een tegenspraak met mijn beleidsnota in de VGC, maar vind er persoonlijk geen. Mijn beleidsnota Verbinden gaat over mijn bevoegdheden binnen de VGC. Met de vermelding van cultuurcommunicatie, tevens in brede zin en dus ook vrijetijdscommunicatie, richt ik mijn aandacht specifiek op de rol die Muntpunt zal opnemen op het vlak van Cultuur, Jeugd en Sport. Binnen het College, en samen met de Vlaamse Overheid, is er overleg over hoe de bredere scope van gemeenschapsinformatie door Muntpunt kan en zal uitgedragen worden. Vandaar het mogelijke interpretatieverschil. Ook de gemeenschapscentra hebben een expliciete rol als eerste lijn informatieverstrekkers over het (lokale) Nederlandstalige netwerk voor al wie daar interesse voor heeft. Muntpunt is op dat vlak in hoge mate geprofessionaliseerd en heeft dan ook een evidente ondersteunende rol ten aanzien van de 22 gemeenschapscentra. Deze zijn als het ware plaatselijke antennes waar mensen terecht kunnen voor informatie, in de eerste plaats over vrije tijd, maar ook over welzijn en onderwijs.

- 17 - Muntpunt is voor de gemeenschapscentra een expertisecentrum op het vlak van de informatiefunctie. De gemeenschapscentra vormen een complementair informatienetwerk verspreid over gans Brussel. Muntpunt is er in de eerste plaats om het Nederlandstalig aanbod zelf te promoten, en dus om campagnes te voeren voor de bekendmaking van dat aanbod en netwerk. De eerste jaren na de oprichting is het logisch dat een nieuwe instelling zichzelf in de markt wil zetten. Nu is het moment gekomen om in te zetten op de kwaliteit van de informatie zelf, op het actualiseren en uitbouwen van het aanbod van media, en op de zichtbaarheid van het netwerk waarvoor Muntpunt bestaat, en voor wie Muntpunt een vitrine moet zijn. Muntpunt zette overigens reeds grote stappen op dat vlak, vergelijk gewoon even de baliewerking voor en na, dat is een wereld van verschil. De expertise van Muntpunt moet vervolgens gedeeld worden met de balies van de gemeenschapscentra, en overigens ook met de gemeentelijke bibliotheken. En online, omdat communicatie en informatie hoe langer hoe minder gericht zal zijn op het mobiliseren van mensen naar die plaatsen waar ze die info vinden en hoe langer hoe meer op het mobiliseren van de informatie zelf, waar de mensen ook zijn die de informatie nodig hebben. Samengevat is er eigenlijk niets aan de hand. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): De bewoording was inderdaad onduidelijk voor mij. Ik had er eerder vragen over gesteld, maar tot op heden geen antwoord gekregen. Ik denk dat het nu is uitgeklaard en dat we dezelfde zienswijze hebben over waar Muntpunt staat en hoe het verder moet evolueren. *** 3. Regeling van de werkzaamheden In overleg met de aanwezige commissieleden wordt beslist het bezoek aan het VUB-zwembad uit te stellen tot na de vernieuwing van dit zwembad. De diensten zullen nagaan of een bezoek aan De Ritterklub mogelijk is. Andere voorstellen kunnen altijd overgemaakt worden aan de commissievoorzitter.

- 18 - BIJLAGE 1 Juryleden David Allonso Morillo - Jeugddienst Vorst Tom Artois - Stichting Vlaamse Schoolsport Baptist Bosmans - Jeugdhuis DAR HUB STUVO Tine Debaere - Bronks medewerker Nabil Fallah - Urban Compagny vrijwilliger Anna Kennis - Bib Woluwe medewerker Pepijn Kennis - Voorzitter Jeugdraad Frederik Lamote - Lector Odisee Soufiane Marzak - Centrum West vrijwilliger Yousri Mekroum - Voorzitter JHOB vzw student film Lise Vanderpiete - Medewerker evenementen - Muntpunt Liselotte Vanheukelom - Coordinator vrijetijd - JES