Luchthavenbesluit voor de luchthaven voor helikopters van het Nederlands Loodswezen B.V. te Rotterdam

Vergelijkbare documenten
1 Luchthavenregeling voor de luchthaven voor helikopters van het HagaZiekenhuis te Den Haag

ZUID HOLLAND. provincie. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Februari 201 l. 1. Ontwerpbesluit

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Omzettingsregeling luchthaven Port Zelande. 1 Ontwerpbesluit

Provinciale Staten van Noord-Holland; 2 Regels voor het luchthavenluchtverkeer. Besluiten vast te stellen: 1 Algemeen. 3 Milieugebruiksruimte

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 21 november 2017;

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer.

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Omzettingsregeling luchthaven Parc de IJsselhoeve. 1 Ontwerpbesluit

Luchthavenregeling voor de helikopterluchthaven aan de Spoorlaan te Den Haag

Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Heijningen, FD, van

PROVINCIAAL BLAD. Luchthavenregeling voor de helikopterluchthaven aan de Spoorlaan te Den Haag

Luchthavenregeling voor de luchthaven (voor helikopters) van het Maasstadziekenhuis te Rotterdani

2 4 OKT Paraaf Provipaé^écretaris

Luchthavenregeling voor de helikopterluchthaven op het Gavi-kavel gevestigd aan de Spoorlaan, te Den Haag, gemeente Den Haag.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Zweefvliegveld Castricum.

ffi '?îffhorrand EIhf;E] 1 3 okt 2015 Lid Gedeputeerde Staten eerder aan u verstuurde voordracht en bevat de tekst van de regeling. Provinciale Staten

De luchthavenregeling voor de luchthaven Graafstroom gevestigd aan Kweldamweg 6 te Molenaarsgraaf, gemeente Graafstroom.

De luchthavenregeling voor de luchthaven Langeveld gevestigd aan de Vogelaardreef 21 te Noordwijk, gemeente Noordwijk.

NGEKoMEN 1 2 JAN. 2011

en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving

Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant. gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 4 juni /13;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ;

Luchthavenregeling voor de helikopterluchthaven aan de Spoorlaan te Den Haag

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg

Luchthaven Hilversum Beleid

Gelet op de voordracht van Gedeputeerde Staten van 16 december 2014, met kenmerk /475868;

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum

PROVINCIAAL BLAD. Herdruk Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West in Cabauw, gemeente Lopik

Provinciaal blad 2012, 35

Artikel De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel is de heer A.A.M. Zuidgeest.

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Bijlage 1 BEOORDELING AANVRAAG LUCHTHAVENREGELING PER LOCATIE. 1. Helihaven Isala klinieken te Zwolle

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Inwerkingtreding en rechtsmiddelen Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag waarop dit aan u is toegezonden.

PROVINCIAAL BLAD. Luchthavenregeling luchthaven Heidelberglaan 100 te Utrecht

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ januari R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Beleidsregel ontheffing luchtvaartgebruik terreinen Noord-Brabant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot vaststelling van de Luchtvaartverordening Provincie Groningen.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ maart R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum _ mei 2019

ECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het luchthavengebied is aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

besluiten vast te stellen de navolgende Luchtvaarverordening Zeeland

Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen

LUCHTVAARTVERORDENING DRENTHE HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Betreft: aanvraag TUG-ontheffing 2 dagen in juni en augustus/september 2019

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 17. Haarlem, 18 januari Onderwerp: Instelling Commissie regionaal overleg luchthaven Hilversum

Commissie Regionaal Overleg. Wetgeving in de luchtvaart d.d.28 november 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

artikel 8.64 van de Wet luchtvaart en artikel 145 van de Provinciewet;

Provinciaal blad 2011, 54

Onderwerp Besluit luchthavenregeling (voor helikopters) Maasstadziekenhuis Maasstadweg Rotterdam

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Doorkiesnr

Artikel 2 De exploitant van de luchthaven als bedoeld in artikel 3 is Zweefvlieg Club Den Helder, gevestigd aan de Ulkeweg 25 te Slootdorp.

Luchthavenregeling voor het RPAS testcentrum op voormalig Vliegkamp Valkenburg gevestigd aan de 1ste Mientlaan 75, gemeente Katwijk.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Bestemmingsplanregels

bestemmingsplan partiële herziening Vereenigde Binnenpolder 2005 geluidzone industrie Toelichting

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Uw kenmerk. Telefoonnummer

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Geluidsbelasting rondom regionale luchthavens, 2010 en 2016

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ januari R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Wet luchtvaart. Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) provincie'%owpirjj^5p 2013/

De luchthavenregeling voor de luchthaven Voorhout gevestigd aan de 1 e Elsgeesterweg te Voorhout, gemeente Teylingen.

BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (WET LUCHTVAART, ARTIKEL 8A.

Ons kenmerk 2016/ Maastricht 15 december 2016 Zaaknummer Bijlagen 2 Verzonden. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg.

Onderwerp Luchthavenregeling voor het testcentrum voor Remotely Piloted Aircraft Systems op voormalig Vliegkamp Valkenburg

luchthavenregeling luchthaven Zuidzijdseweg 100 a in Polsbroek,

Prince Helicopters T.a.v. mevrouw S. Vermue Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 25 april 2016

Prince Helicopters T.a.v. mevrouw S. Vermue Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 14 mei 2019

Uw Kenmerk. Doorkiesnr

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016

Prince Helicopters Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 8 augustus Betreft: TUG-ontheffing 15 augustus 2019 te Zoutelande

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Transcriptie:

Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering December 2012 Nummer 6533 Onderwerp Luchthavenbesluit van luchthaven voor helikopters van het Nederlands Loodswezen BV in Rotterdam 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 8.43, eerste lid, van de Wet luchtvaart van 18 juni 1992, houdende algemene regeling met betrekking tot het luchtverkeer en artikel 143 van de Provinciewet; Besluiten: vast te stellen vast te stellen het luchthavenbesluit, met bijlagen, voor de luchthaven voor helikopters van het Nederlands Loodswezen gevestigd aan de Markweg 200 te Rotterdam, luidende als volgt: Luchthavenbesluit voor de luchthaven voor helikopters van het Nederlands Loodswezen B.V. te Rotterdam - 21432598 1. Algemeen Artikel 1 In dit luchthavenbesluit wordt verstaan onder: a. wet: de Wet luchtvaart; b. regeling: de Regeling burgerluchthavens; c. luchthaven: een terrein als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart; d. exploitant: de houder van een luchthavenregeling of luchthavenbesluit; e. gebruiker: een luchtvaartmaatschappij, alsmede een persoon of rechtspersoon die vluchten uitvoert, niet zijnde een luchtvaartmaatschappij; f. Rvglt: Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen; g. L den -contouren: contouren ter aanduiding van de beperkingengebieden in verband met de geluidbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer als bedoeld in artikel 9 van het Besluit burgerluchthavens; h. plaatsgebondenrisicocontouren: contouren ter aanduiding van de beperkingengebieden in verband met het externe veiligheidsrisico vanwege het luchthavenluchtverkeer als bedoeld in artikel 9 van het Besluit burgerluchthavens. Rotterdam Pagina 1 van 20

Artikel 2 De exploitant van de luchthaven is het Nederlands Loodswezen B.V. Artikel 3 Dit luchthavenbesluit is van toepassing op de luchthaven aan de Markweg 200 te Rotterdam (Europoort), geografische positie 51 57'33,7" N 004 05' 23,7" E zoals aangegeven op de bij dit luchthavenbesluit behorende kaart (bijlage 5). Artikel 4 Van de luchthaven zoals genoemd in artikel 3 van dit luchthavenbesluit mag gebruik worden gemaakt door de exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 2 van dit luchthavenbesluit en de gebruiker zoals genoemd in artikel 1 onder e van dit luchthavenbesluit. 2. Regels voor het luchthavenluchtverkeer Artikel 5 Onverminderd de bepalingen uit de wet en de Rvglt, mag de luchthaven uitsluitend worden gebruikt door helikopters die overeenkomstig het Flight Manual (vlieghandboek) mogen opereren op een helihaven met een landingsplaats van 20,5 x 20,5 meter omgeven door een veiligheidszone van 3,5 meter breed. 1. Vluchten van/naar de luchthaven dienen uitgevoerd te worden in Visual Meteorological Conditions (VMC). De vluchten mogen tijdens de dag-, avond- en nachtperiode worden uitgevoerd. Voor vluchten buiten de uniforme daglichtperiode is een ontheffing benodigd van het verbod om buiten de daglichtperiode Visual Flight Rules (VFR) vluchten uit te voeren. Deze ontheffing is aan te vragen bij de Inspectie Leefomgeving & Transport. 2. Het gebruik is beperkt tot maximaal 40 vliegtuigbewegingen per etmaal. 3. Het invliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 179 en 29. Het uitvliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 359, 282 en 209. Dit houdt in dat de helihaven vanuit noordelijke en zuidwestelijke richting kan worden aangevlogen, en dat de drie uitvliegrichtingen in noordelijke, noordwestelijke en zuidwestelijke richting zijn gelegen. 4. Het is verboden om de helihaven tegelijkertijd door meerdere helikopters te laten gebruiken. 5. De helihaven mag gebruikt worden door helikopters die worden ingezet voor het beloodsen van zeeschepen, hetgeen moet blijken uit een Air Operator Certificate afgegeven conform de eisen van JAR-OPS 3 met de bijzondere aantekening voor Helicopter Hoist Operations. 6. De helihaven mag incidenteel worden gebruikt door overige helikopters, indien zowel de exploitant als Gedeputeerde Staten of diens gemandateerde daarvoor uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven. 7. Het in lid 6 bedoelde incidentele gebruik bedraagt nooit meer vliegtuigbewegingen dan het maximale aantal dat is toegestaan voor een locatiegebonden tug-ontheffing conform het vigerende beleid met betrekking tot tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen. Rotterdam Pagina 2 van 20

3. Rapportageverplichting Artikel 6 Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 7 1. Binnen vier weken na het einde van elk van de drie kalendertrimesters dient de in artikel 2, eerste lid, genoemde exploitant een rapportage te overleggen over het gebruik van de luchthaven gedurende het betreffende trimester. 2. Tevens dient binnen vier weken na het einde van een gebruiksjaar de in artikel 2, eerste lid, genoemde exploitant een rapportage te overleggen over het gebruik van de luchthaven gedurende het gebruiksjaar. 3. De inhoud van de rapportage dient in ieder geval te voldoen aan de vereisten gesteld in de regeling en het format zoals dit door het college van Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland ter beschikking is gesteld. 4. Geluidbelasting Artikel 8 De L den -contouren van 48 db(a) L den, 56 db(a) L den en 70 db(a) L den zijn gesitueerd zoals aangegeven in bijlage 2. Artikel 9 In elk van de drie uitvliegrichtingen is op 100 meter van het helikopterplatform een handhavingspunt gedefinieerd (bijlage 3). De grenswaarden voor de geluidbelasting in deze handhavingspunten zijn als volgt: 1. De grenswaarde in handhavingspunt 1 op 100 meter ten zuidwesten van het helikopterplatform (in de richting 209o, Rijksdriehoekscoördinaten X=65.835, Y=442.122) is 103,1 db(a) L den. 2. De grenswaarde in handhavingspunt 2 op 100 meter ten noordwesten van het helikopterplatform (in de richting 282o, Rijksdriehoekscoördinaten X=65.778, Y=441.911) is 97,1 db(a) L den. 3. De grenswaarde in handhavingspunt 3 op 100 meter ten noorden van het helikopterplatform (in de richting 359o, Rijksdriehoekscoördinaten X=65.725, Y=442.029) is 103,2 db(a) L den. 5. Vliegveiligheid Artikel 10 De risicocontouren ter aanduiding van het 10-5 en 10-6 plaatsgebonden risico zijn gesitueerd zoals aangegeven in bijlage 4. Rotterdam Pagina 3 van 20

6. Luchthavengebied Artikel 11 Het luchthavengebied bestaat uit de landingsplaats van 20,5 x 20,5 meter en de veiligheidszone van 3,5 meter rondom de landingsplaats. De afmeting van het luchthavengebied is hiermee 24 x 24 meter. Zie bijlage 5. 7. Beperkingengebieden Artikel 12 Conform artikel 14 van het Besluit burgerluchthavens en artikel 8 van de Regeling burgerluchthavens stellen wij het gebied met hoogtebeperkingen als volgt vast. De drie gebieden met hoogtebeperkingen in verband met de vliegveiligheid zijn gelegen in noordelijke, noordwestelijke en zuidwestelijke richting, zoals aangegeven in bijlage 1. De hartlijnen van de obstakelvrije gebieden liggen in de richtingen 359o, 282o en 209o. Elk obstakelvrij gebied wordt gedefinieerd door een approach surface en een straight take-off surface. Zowel het approach surface als het straight take-off surface is verdeeld in secties, de volgende afmetingen gelden voor deze secties: Voor het approach surface: Sectie 1 Sectie 2 Sectie 3 Breedte begin 27,5 m 101 m 119,3 m Breedte eind 101 m 119,3 m 119,3 m Hoogte begin 0 m 19,6 m 27,2 m Hoogte eind 19,6 m 27,2 m 150 m Lengte 245 m 61 m 818,5 m Voor het straight take-off surface: Sectie 1 Sectie 2 Breedte begin 27,5 m 119,3 m Breedte eind 119,3 m 119,3 m Hoogte begin 0 m 13,8m Hoogte eind 13,8 m 150 m Lengte 306 m 3027 m De totale lengte van het approach surface is hiermee 1.124,5 meter, de totale lengte van het straight take-off surface is 3.333 meter. Artikel 13 Conform artikel 13 van het Besluit burgerluchthavens stellen wij de veiligheidsgebieden als volgt vast: Rotterdam Pagina 4 van 20

De drie veiligheidsgebieden zijn gelegen in noordelijke, noordwestelijke en zuidwestelijke richting. De hartlijnen van de veiligheidsgebieden liggen in de richtingen 359, 282 en 209. Elk veiligheidsgebied is 60 meter breed en 210 meter lang. Het veiligheidsgebied start aan de buitenste rand van de veiligheidszone en strekt zich in de lengte uit in de richting van de genoemde hartlijnen. Artikel 14 Met betrekking tot het beperkingengebied ten aanzien van het externe veiligheidsrisico geldt dat in het gebied dat gelegen is op en binnen een 10-5 plaatsgebonden risicocontour de beperkingen gelden zoals gedefinieerd in artikel 10 van het Besluit burgerluchthavens. Voor het gebied dat gelegen is op een 10-6 risicocontour en tussen deze contour en de daarbinnen liggende 10-5 plaatsgebonden risicocontour gelden de beperkingen zoals gedefinieerd in artikel 11 van het Besluit burgerluchthavens. Artikel 15 Met betrekking tot het beperkingengebied ten aanzien van de geluidbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer geldt dat in het gebied dat gelegen is binnen de contour van 70 db(a) L den en het gebied dat gelegen is binnen de contour van 56 db(a) L den de beperkingen gelden zoals gedefinieerd in artikel 12 van het Besluit burgerluchthavens. Artikel 16 Een Commissie Regionaal Overleg (CRO) wordt ingesteld. Het beleidskader 'Instelling Commissie Regionale Overleg (CRO) Regionale Luchthavens' wordt toegepast bij de instelling van de CRO. 8. Inwerkingtreding Artikel 17 Dit luchthavenbesluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van de bekendmaking. Rotterdam Pagina 5 van 20

Bijlage 1: Gebiedskaart Rotterdam Pagina 6 van 20

Bijlage 2: Geluidscontouren Geluidscountouren voor 48 db(a) L den, 56 db(a) L den en 70 db(a) L den voor 14.600 vliegtuigbewegingen (vtb s) bij een gelijkmatige verdeling van het verkeer over de aanwezige in- en uitvliegrichtingen. Rotterdam Pagina 7 van 20

Bijlage 3: Geluidscontouren en handhavingspunten Geluidscountouren voor 48 db(a) L den, 56 db(a) L den en 70 db(a) L den voor 14.600 vliegtuigbewegingen (vtb's) bij een gelijkmatige verdeling van het verkeer over de aanwezige in- en uitvliegrichtingen. Een uitvergroting, in verband met de locatie van de handhavingspunten. Rotterdam Pagina 8 van 20

Bijlage 4: Plaatsgebonden risicocontouren Risicocontouren voor 10-5 en 10-6 plaatsgebonden risico voor 14.600 vliegtuigbewegingen bij een gelijkmatige verdeling van het verkeer over de aanwezige in- en uitvliegrichtingen. Rotterdam Pagina 9 van 20

Bijlage 5: Luchthavengebied Luchthavengebied Rotterdam Pagina 10 van 20

Den Haag, 12 december 2012 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, Rotterdam Pagina 11 van 20

2 Toelichting ALGEMEEN: Onderwerp luchthavenbesluit Op 1 november 2009 is de wet 'Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens - RBML' inwerking getreden en is de provincie Zuid-Holland bevoegd om beslissingen te nemen over waar en onder welke voorwaarden een luchtvaartuig mag opstijgen en landen. Hieronder vallen de milieugebruiksruimte (geluid, externe veiligheid, aantal vliegbewegingen) en de ruimtelijke inpassing. Ook de handhaving van de besluiten met betrekking tot bovengenoemde aspecten is een provinciale verantwoordelijkheid. De invulling van deze nieuwe bevoegdheid door de provincie omvat het opstellen en handhaven van luchthavenbesluiten, luchthavenregelingen en ontheffingen voor luchtvaartactiviteiten van tijdelijke en uitzonderlijke aard. Er is geen verandering gebracht op het terrein van de bevoegdheden van het Rijk met betrekking tot het luchtruim, de interne veiligheid en de beveiliging van luchthavens. Alle veiligheidsaspecten anders dan externe veiligheid blijven een Rijksverantwoordelijkheid, vallend onder de Inspectie Leefomgeving & Transport (IL en T, voorheen Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW)). Ook met betrekking tot Rotterdam The Hague Airport zijn geen bevoegdheden overgedragen aan de provincie Zuid- Holland. Daarvoor blijft de minister van Infrastructuur & Milieu bevoegd gezag. Door de bevoegdheid voor wat betreft luchthavens van regionale betekenis gedeeltelijk te decentraliseren naar de provincie kan de provincie haar rol als gebiedsregisseur beter waarmaken. Denk daarbij aan taken op het gebied van ruimtelijke ordening, mobiliteit, regionale economie en inrichting van landelijk gebied. Met de decentralisatie krijgen Provinciale Staten de bevoegdheid te besluiten over de milieuruimte van een luchthaven en de ruimtelijke gevolgen daarvan. Het Rijk stelt wel randvoorwaarden op grond van milieu- en externe veiligheidsoverwegingen waarmee de provincie rekening moet houden in haar besluiten. Deze randvoorwaarden worden vastgelegd in het Besluit burgerluchthavens (hierna: BBL). Artikel XIV van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) stelt dat binnen twee jaar na inwerkingtreding van de RBML een luchthavenbesluit wordt vastgesteld voor burgerluchthavens waarvoor een besluit is afgegeven op grond van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen. In het Beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020 staat dat de provincie Zuid-Holland luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen zal vaststellen voor de bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart. Op basis van het Beleidsplan zijn, voor zover mogelijk, de bestaande luchthavens één op één omgezet naar de luchthavenregelingen. Wat willen we bereiken? De provincie zal de vergunningen van de op 1 november 2009 bestaande luchthavens omzetten naar provinciale luchthavenregelingen of luchthavenbesluiten. Daarbij worden in principe geen wijzigingen in de vergunningen Rotterdam Pagina 12 van 20

Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? aangebracht. Verder is in het Beleidsplan regionale luchtvaart gesteld dat de leefomgeving niet mag verslechteren door nieuwe luchthavens of groei van bestaande luchthavens. Voor luchthavens met een maatschappelijke functie zal de provincie echter ruimte (blijven) bieden. Provinciale Staten hebben de bevoegdheid te besluiten over de milieuruimte van een luchthaven en de ruimtelijke gevolgen daarvan. Niet van toepassing. Het vaststellen van luchthavenregelingen en besluiten vergt alleen apparaatskosten. Vergunningsituatie Dit luchthavenbesluit betreft de reeds bestaande helihaven van het Nederlands Loodswezen B.V. De helihaven bestaat uit een verhard helidek aan de Markweg 200 te Rotterdam, met een landingsplaats van 20,5 x 20,5 meter omgeven door een veiligheidszone van 3,5 meter breed. De helihaven wordt voornamelijk gebruikt door helikopters die ingezet worden voor het beloodsen van zeeschepen. Deze vluchten mogen tijdens de dag-, avond- en nachtperiode worden uitgevoerd. Het maximum aantal vliegtuigbewegingen van 40 per etmaal leidt tot een theoretisch maximum aantal vliegtuigbewegingen van 14.600 per jaar. In de praktijk worden er ca. 2.000 vliegtuigbewegingen per jaar uitgevoerd. Met het oog op de afgelegen ligging van de helihaven ten opzichte van aaneengesloten woonbebouwing en natuurgebieden, kan de helihaven met toestemming van de exploitant en Gedeputeerde Staten incidenteel ook gebruikt worden voor het opstijgen en landen van overige helikopters. Uit het verleden is gebleken dat er behoefte is aan incidentele landingen en starts voor bijvoorbeeld hoogwaardigheidsbekleders en zakenlieden. Het aantal vliegtuigbewegingen dat niet samenhangt met de functie van de helihaven, kan nooit meer zijn dan het aantal dat conform het vigerende beleid met betrekking tot tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen is toegestaan voor een locatiegebonden tug-ontheffing. Ten tijde van de vaststelling van dit besluit betreft dat 48 vliegtuigbewegingen per jaar. De exploitant is in het bezit van een beoordeling als bedoeld in artikel 7 van het Besluit Inrichting en Gebruik Niet Aangewezen Luchtvaartterreinen (Bignal) afgegeven door de Inspectie Verkeer & Waterstaat op 9 oktober 2006. In het kader van de RBML wordt deze beoordeling omgezet in een luchthavenbesluit. LUCHTHAVENBESLUIT Volgens artikel 5 van het BBL is vaststelling van een luchthavenbesluit vereist indien een contour van het plaatsgebonden risico van 10-6 of een geluidcontour van 56 db(a) L den buiten het luchthavengebied valt. In de overige gevallen volstaat het vaststellen van een luchthavenregeling. Rotterdam Pagina 13 van 20

De L den is de Europese Level Day, Evening, Night norm voor de bepaling van de geluidsbelasting. De externe veiligheidscontour wordt bepaald op basis van het door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu beheerde rekenvoorschrift 'Gevers'. Externe veiligheid wordt uitgedrukt in plaatsgebonden risico. Dit is de kans dat gedurende een periode van één jaar een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, waarbij die persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Gebaseerd op het maximaal aantal toegestane vliegtuigbewegingen van 14.600 per jaar en het type helikopter (Dauphin N-serie) zal de 56 db(a) L den contour zich buiten het luchthavengebied uitstrekken zoals te zien is in bijlage 2. Gebaseerd op het maximaal aantal toegestane vliegtuigbewegingen van 14.600 per jaar en het type helikopters (Dauphin N-serie) zal de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 zich buiten het luchthavengebied uitstrekken zoals te zien is in bijlage 4. Dit houdt in dat voor de onderhavige luchthaven het vaststellen van een luchthavenbesluit vereist is. BELEIDSOVERWEGINGEN Natuur De luchthaven gevestigd aan de Markweg 200 te Rotterdam, is niet gelegen in of binnen 1.000 meter van een Natura 2000-gebied, een milieubeschermingsgebied voor stilte of een Beschermd natuurmonument, en is niet gelegen in of nabij een belangrijk weidevogelgebied, een belangrijk ganzen fourageergebied of een Ecologische Hoofdstructuur. Hierdoor zijn er geen (externe) effecten op deze gebieden te verwachten. Ruimtelijke Ordening Volgens artikel 8.47 van de Wet luchtvaart worden in het luchthavenbesluit ten behoeve van de ruimtelijke indeling van het gebied van en rond de luchthaven, het luchthavengebied en het beperkingengebied vastgesteld. Het beperkingengebied beslaat het gebied naast (rondom) het luchthavengebied, dat de geluidscontouren, de plaatsgebonden risicocontouren en het (driedimensionale) veiligheidsgebied (obstakelvrije vlakken) bevat. Ten aanzien van het beperkingengebied zijn in het BBL voorschriften voor de bouw van en aanwezigheid van woningen, kwetsbare en geluidsgevoelige gebouwen en obstakels opgenomen. Hiermee wordt onder meer voorkomen dat woningen aan te hoge geluidsbelasting of een te hoog plaatsgebonden risico worden blootgesteld. Tevens wordt in het kader van de vliegveiligheid een denkbeeldig driedimensionaal vlak geprojecteerd (het veiligheidsgebied) waarbinnen zich geen obstakels bevinden (of breekbaar en licht van constructie). Deze ruimtelijke beperkingen zijn gericht op de gemeenten Rotterdam en Westvoorne en de gebruikers van de gebieden gelegen rondom de luchthaven. In het Besluit burgerluchthavens zijn de voorschriften die gelden in het beperkingengebied uitgewerkt in de artikelen 10 tot en met 15. Rotterdam Pagina 14 van 20

Ten behoeve van de helihaven van het Nederlandse Loodswezen B.V. aan de Markweg 200 te Rotterdam, is geen apparatuur voor de luchtverkeerscommunicatie, -navigatie of -begeleiding aanwezig. Het is derhalve niet nodig om een beperkingengebied vast te stellen om de goede werking van dergelijke apparatuur niet te verstoren. Met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied gelegen tussen de geluidscontour van 56 db(a) L den en de geluidscontour van 48 db(a) L den merken wij het volgende op. Dit gebied is grotendeels gelegen boven water. Om die reden zullen in bedoeld gebied geen bouwactiviteiten plaatsvinden. Voor het kleine deel van bedoeld gebied dat boven land ligt, geldt dat sprake is van een gezoneerd industrieterrein (Europoort/Maasvlakte). Het is in strijd met een goede ruimtelijke ordening om daar woningbouw, de bouw van onder andere scholen en ziekenhuizen te realiseren. In het Beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020 is bepaald dat maximaal 10% ernstig gehinderden (woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen) rondom een luchthaven mogen bestaan binnen de 48 db(a) L den geluidscontour. Aan deze eis wordt voldaan. Uit hetgeen hierboven is opgenomen met betrekking tot stiltegebieden, volgt dat eveneens wordt voldaan aan het beleidsvoornemen dat verstoring in stiltegebieden wordt voorkomen. Op grond van artikel 18 BBL worden de contouren voor het 10-5 en 10-6 plaatsgebonden risico op basis van het feitelijk gebruik in het voorafgaande gebruiksjaar, elke 5 jaar na vaststelling van dit luchthavenbesluit berekend. Deze berekening wordt openbaar gemaakt. Het vastgestelde beperkingengebied moet worden overgenomen in de bestemmingsplannen van de gemeenten waarin het beperkingengebied is gelegen. Volgens artikel 8.47, gelezen in samenhang met artikel 8.8 van de Wet luchtvaart geldt het luchthavenbesluit als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening. De gemeenteraad is verplicht binnen een jaar nadat het besluit in werking is getreden het bestemmingsplan of de beheersverordening overeenkomstig het besluit vast te stellen. In de situatie waarin het bestemmingsplan nog niet is opgesteld of gewijzigd, dienen gemeenten de regels in acht te nemen bij het beslissen op een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen. De gemeente Rotterdam heeft aangegeven bovengenoemde beperkingengebieden op te nemen in de bestemmingsplannen die thans ontwikkeld worden voor het gebied Europoort. Daarbij dient te worden opgemerkt dat een groot deel van het beperkingengebied is gelegen boven water. Het beperkingengebied is voor een deel tevens gelegen op het grondgebied van de gemeente Westvoorne. Dit betreft het gebied tussen de 70 db(a) en 56 db(a) L den contour welke aan de gemeentegrens ca. 300 meter breed is, met een lengte van ca. 550 meter, lopend tot in een punt welke eindigt boven het Oostvoornse Meer. Hoewel een zeer klein deel van het oppervlakte aan de gemeentegrens, boven het land, ook in de hoogte wordt beperkt (het obstakelvrije vlak), is het niet de verwachting dat dit grote gevolgen voor de ruimtelijke ordening zal hebben voor de gemeente Westvoorne. Een groot deel van deze oppervlakte is boven het water gesitueerd. Conform het huidige bestemmingsplan kan op het bedoelde oppervlak niet worden gebouwd. Toetsing aan het provinciaal luchtvaartbeleid De provincie Zuid-Holland zal luchthavenbesluiten en luchthavenregelingen op grond van de RBML vaststellen voor de bestaande helihavens. De grenswaarden voor bestaande Rotterdam Pagina 15 van 20

helikopterlandingsplaatsen worden, mits passend binnen de wettelijke kaders, zo gekozen dat de vergunde situatie mogelijk blijft. De onderhavige luchthaven betreft een bestaande helihaven met een bedrijfsgebonden en wettelijke functie, waarvoor volgens het provinciaal beleid een luchthavenbesluit zal worden vastgesteld zodanig dat de vergunde situatie mogelijk blijft. Commissie Regionaal Overleg Volgens artikel 8.58 van de Wet luchtvaart stellen Provinciale Staten voor iedere luchthaven met een luchthavenbesluit een Commissie Regionaal Overleg (CRO) in. De CRO heeft de taak om door overleg van diverse betrokkenen een gebruik van de luchthaven te bevorderen dat zoveel mogelijk recht doet aan de belangen van die betrokkenen. In de CRO kunnen afspraken worden gemaakt over het gebruik, zodat een luchthaven zo optimaal mogelijk in zijn omgeving functioneert. Het gaat er vooral om dat de belangrijkste betrokkenen die taken of bevoegdheden ten aanzien van een luchthaven zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. De CRO bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, vertegenwoordigers van de gemeenten Rotterdam en Westvoorne, de exploitant van de luchthaven en omwonenden van de luchthaven. Daarnaast kan de CRO bestaan uit vertegenwoordigers van rechtspersoonlijkheidbezittende gebruikersorganisaties of milieuorganisaties. In een vooroverleg wordt onder deze partijen geïnventariseerd of de behoefte aan een CRO bestaat. Handhaving Ten behoeve van de handhaving zijn drie handhavingspunten vastgesteld (bijlage 3). Dit zijn denkbeeldige punten gelegen op honderd meter van het centrum van het heliplatform, onder de in- en uitvliegroutes. Indien de vastgestelde maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden, kunnen maatregelen genomen worden om dit tegen te gaan. Ten einde te voorkomen dat aan het einde van het gebruiksjaar blijkt dat de geluidruimte is overschreden, dient de exploitant ieder trimester een rapportage te overleggen over het gebruik van de luchthaven gedurende dat trimester. Er zijn geen handhavingspunten bij aaneengesloten woonbebouwing vastgesteld, omdat de dichtstbijzijnde aaneengesloten woonbebouwing is gelegen op drie kilometer afstand. Er is geen woonbebouwing met een aaneengesloten karakter gelegen op of in de nabijheid van de geluidcontour van 56 db(a) L den. Om die reden zijn, behoudens de handhavingspunten in elk van de drie uitvliegrichtingen op 100 meter van het helikopterplatform, verder geen handhavingspunten noodzakelijk. ZIENSWIJZEN De ontwerpluchthavenregeling heeft 6 weken ter inzage gelegen van 12 juli t/m 22 augustus 2012. Hierop zijn twee zienswijzen binnengekomen. Deze zienswijzen luiden samengevat: a) Het aantal vliegtuigbewegingen in theorie (14.600) meer in overeenstemming brengen met het aantal vliegtuigbewegingen in de praktijk (ca. 2.000); b) Het in overweging nemen om overige vliegtuigbewegingen niet toe te staan richting Natura2000-gebieden; c) De betreffende vergunning zal leiden tot een toename van de geluidsoverlast in de gemeente Westvoorne; Rotterdam Pagina 16 van 20

d) De gemeente Westvoorne vraagt zich af of dit vliegtuiglawaai betrokken is bij de evaluatie van het geluidsconvenant Rijnmond-West en de Beleidsregel zonebeheersplan industrielawaai Rijnmond-West waaraan thans door DCMR wordt gewerkt. Nergens in de vergunning wordt aangegeven wat de optredende geluidbelasting vanwege vliegtuiglawaai gecumuleerd met de bestaande geluidbelasting voor gevolgen heeft voor de heersende geluidbelasting; e) De aanvliegroute in zuidelijke richting ligt voor een belangrijk deel over bestaand recreatie- en natuurgebied. Deze aanvliegroute betekent een verstoring van de rust voor de recreanten in deze gebieden en levert een beperking van de recreatieve mogelijkheden aldaar; f) In de toelichting wordt aangegeven dat het beperkingengebied dat binnen Westvoorne valt "een klein gedeelte van enkele meters diep en breed beslaat" (zie hiertoe blz. 9). Dit is niet correct. Volgens blz. 8 van het besluit behoort de 56dB geluidscontour immers ook tot het beperkingengebied. Deze geluidscontour ligt over een lengte van circa 700 meter binnen de grenzen van Westvoorne ligt (met een breedte aan de gemeentegrens van circa 200 meter); g) De 48 db geluidscontour van de aanvliegroute is deels gelegen boven de Natura2000 gebieden Voornes Duin en Voordelta. De 56dB geluidscontour ligt op kortere afstand daarvan. In de toelichting wordt totaal niet ingegaan op de effecten hiervan voor deze gebieden; h) Het meer naar het westen projecteren van de zuidelijke aanvliegroute zodat deze geen extra geluidsbelasting voor de recreatie en de natuur met zich meebrengt. Ad a Het IVW (thans, IL en T) heeft ervoor gekozen om in de Bignal-beschikking van het Loodswezen 14.600 vliegtuigbewegingen per jaar te vergunnen. Dit aantal is gebaseerd op een theoretisch maximum van 40 bewegingen per dag op 365 dagen per jaar. In de praktijk blijken er ca. 2.000 vliegtuigbewegingen per jaar gemaakt te worden. Het Loodswezen heeft de wettelijke taak om schepen te beloodsen. Dit is opgenomen in de bij of krachtens de Loodsenwet vastgestelde regelgeving. Voor geulschepen (schepen met grote diepgang) en schepen met een lengte vanaf 100 meter is een loods zelfs verplicht. Doorgaans worden schepen middels een loodsboot van een loods voorzien. De helikopter wordt ingezet als bij ruw weer de golfhoogte het niet meer mogelijk maakt een schip te beloodsen met een loodsboot. Voor geulschepen wordt nagenoeg altijd de helikopter ingezet, omdat het rendezvous-punt waar deze schepen zich verzamelen op 64 km uit de kust ligt. Het Loodswezen maakt uitsluitend vliegbewegingen noodzakelijk voor de uitvoering van haar wettelijke taak. IVW heeft indertijd een maximum gesteld aan het aantal uit te voeren vliegtuigbewegingen per jaar. Gezien de wettelijke taak die het Loodswezen heeft en het niet meer uitvliegen dan strikt noodzakelijk is (afhankelijk van weersomstandigheden en aantal loodsverzoeken) zou eerder gepleit moeten worden voor het niet hanteren van een maximum vliegtuigbewegingen. Echter, omdat er in het luchthavenbesluit geluidscontouren en externe veiligheidscontouren moeten worden vastgesteld, worden hiervoor het maximaal aantal vliegtuigbewegingen gebruikt. Ad b Rotterdam Pagina 17 van 20

Door de wijzigingen in de Wet luchtvaart (wetsvoorstel RBML: Regelgeving burger- en militaire luchthavens, kamerstukken 30452) is een aantal taken en bevoegdheden van de Rijksoverheid sinds 1 november 2009 gedecentraliseerd naar de provincies. Hierbij is er voor gekozen om het luchtzijdige deel van de luchtvaart bij het Rijk te laten (ministerie Infrastructuur & Milieu), en het landzijdige deel van de luchtvaart aan de provincies over te laten. Met andere woorden; zodra een luchtvaartuig zich in het luchtruim begeeft valt deze onder het bevoegd gezag van het ministerie. Er kunnen door de provincie dan ook geen eisen gesteld worden aan de richting waarin gevlogen moet worden. Verder wordt er in de praktijk niet 'gekozen' voor een uitvliegroute. Luchtvaartuigen dienen tegen de wind in op te stijgen. Afhankelijk van die windrichting wordt een vastgestelde uitvliegroute gebruikt. Daarnaast is het vliegen boven een Natura-2000 gebied niet verboden, zolang er niet lager dan 150 meter gevlogen wordt. Ad c Er is geen sprake van een toename van geluidsoverlast. De nieuwe vergunning ziet niet toe op een toename van het aantal vliegtuigbewegingen ten opzichte van de huidige situatie. Er kunnen incidenteel meerdere vluchten plaatsvinden. Wij zullen 'incidenteel' verder definiëren, in de zin van: niet meer dan ingevolge een locatiegebonden tug-ontheffing mogelijk is, zoals bepaald in de vigerende beleidsregel inzake tijdelijk en uitzonderlijk gebruik als bedoeld in artikel 8a.51 Wet luchtvaart. Ten tijde van de vaststelling van dit besluit zijn dat 48 vliegtuigbewegingen per jaar. Ad d Geluidbelasting vanwege luchtvaart is niet meegenomen bij de evaluatie van het geluidsconvenant Rotterdam-West, omdat het geen onderdeel van het convenant is. Conform wet- en regelgeving wordt geluidbelasting vanwege luchtvaart niet gecumuleerd met industrielawaai, dan wel wegverkeerslawaai of spoorweglawaai. Dit is ook vrijwel onmogelijk, omdat op grond van de Wet geluidhinder geluidbelasting wordt uitgedrukt in db(a) (etmaalwaarde), terwijl geluidbelasting op grond van de Wet luchtvaart wordt uitgedrukt in L den (jaargemiddelde). Ad e De aanvliegroute ligt hier al sinds 2008. Omdat naast incidentele vluchten, genoemd onder ad c, niet meer vliegtuigbewegingen worden toegestaan dan tot op heden mogelijk is, kan geen sprake kan zijn van een toename in mogelijke verstoring. De recreatieve mogelijkheden worden daarmee overigens niet beperkt. Ad f Correct. Dit is aangepast met dien verstande dat het gaat om een breedte aan de gemeentegrens van ca. 300 meter, en een lengte van ca. 500 meter uiteenlopend tot een punt boven het Oostvoornse Meer. Ad g De 48 db(a) L den en 56 db(a) L den contouren zijn gebaseerd op 14.600 vliegtuigbewegingen. In de praktijk worden er ca. 2.000 vliegtuigbewegingen gemaakt. De geluidcontouren zijn daarmee in werkelijkheid dus kleiner. Daarnaast zijn de berekeningen gebaseerd op het volledig volgen van de aan- of uitvliegroute. Uit de praktijk blijkt dat de uitvliegroute in zuidelijke richting niet Rotterdam Pagina 18 van 20

helemaal afgevlogen wordt tot aan het Oostvoornse Meer. Vaak wordt er al eerder afgebogen in westelijke richting, om schepen op zee te beloodsen. Verder is bepaald dat indien de helikopter op minimaal 150 meter boven het Natura2000-gebied vliegt, deze de Wet luchtvaart niet overtreedt. Gelet op bovenstaande achten wij het niet noodzakelijk onderzoek uit te voeren naar de effecten van de vliegtuigbewegingen op de Natura2000 gebieden. Ad h Met het oog op het luchtzijdige deel van de luchtvaart (zie ad b) is het aan het Rijk om aan- en uitvliegroutes te bepalen. Echter, deze routes gelden voor de provincies wel als uitgangspunt bij het vaststellen van luchthavenregelingen en -besluiten. In de zienswijze wordt gesproken over een 'extra geluidsbelasting'. Echter, wordt op dit moment niet voorzien in meer vliegtuigbewegingen. Gelet op het voorgaande, zien wij aanleiding om een lid 7 toe te voegen aan artikel 5. Tevens zien wij aanleiding om, gelet op ad f) de toelichting op dat punt aan te passen. Wij zien geen aanleiding om ons ontwerpbesluit op andere punten te wijzigingen. EINDCONCLUSIE Het vaststellen van dit luchthavenbesluit is in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving en met het bepaalde in het Provinciale Beleidsplan Regionale Luchtvaart 2008-2020. BIJLAGEN: Bijlage 1 - Gebiedskaart Bijlage 2 - Geluidscontouren Bijlage 3 - Geluidscontouren en handhavingspunten Bijlage 4 - Plaatsgebonden risicocontouren Bijlage 5 - Luchthavengebied Het origineel exemplaar van dit Luchthavenbesluit wordt verzonden aan de exploitant en afschrift ervan aan: - Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam - Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Westvoorne, Postbus 550, 3235 ZH Rockanje - Provincie Zuid-Holland, Afdeling Mobiliteit en Milieu, bureau Luchtvaart, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag - Ministerie van Infrastructuur & Milieu, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst, Directie Luchtvaartinspectie, Postbus 575, 2130 AN Hoofddorp Rotterdam Pagina 19 van 20

- Rijkswaterstaat, Wegendistrict Zuid-Hollandse Waarden, Directie Zuid - Holland, t.a.v. dhr. Y.G. Boonstra, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam - Luchtverkeersleiding Nederland, Secretariaat MS/PRO, Postbus 75200, 1117 ZT Schiphol Airport - ANWB Medical Air Assistance B.V., t.a.v. Hoofd Vliegdienst, Emoeweg 16, 8218 PC Lelystad - Korps Landelijke Politiediensten/Luchtvaartpolitie, Postbus 100, 3970 AC Driebergen; - StafTactische Luchtmacht, afdeling Ondersteunende Operaties, t.a.v. LRB-1, Postbus 20703, 2500 ES Den Haag - Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) CMILATCC, Postbus 52, 3886 ZH Garderen - Handhavingsdienst Luchtvaart, Postbus 75788, 1118 ZX Schiphol Centrum - CLSK/Afdeling Missie Ondersteuning, t.a.v. HBMLVL, Postbus 8762, 4820 BB Breda - Commando Zeestrijdkrachten, MARSITCEN, Stafbureau Luchtvaartoperaties, Postbus 10000, 1780 CA Den Helder Den Haag, 23 oktober 2012 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom J. Franssen Rotterdam Pagina 20 van 20