Opleiding Financiële beroepen

Vergelijkbare documenten
Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Financiële beroepen

Opleiding Financiële beroepen

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Bedrijfsadministrateur (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Bedrijfsadministrateur (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Junior assistent-accountant (P3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan examenplan en diplomavereisten Junior assistent-accountant (P3) (HKS, vanaf augustus 2016)

(voorbeelden van wat we willen zien)

EXAMENPLAN 2018 Crebocode: 25138

Examenplan , 2018, Financieel administratief medewerker (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN 2018 Crebocode: Leerweg: BOL

Examenplan Financieel administratief medewerker (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding bedrijfsadministrateur cohort 16. bedrijfsadministrateur

Examenplan 1.Overzicht

Vertaaldocument huidig format naar verbeterd format kwalificatiedossier Administrateur ECABO

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Bedrijfsadministrateur Bedrijfsadministrateur

Examenplan 1.Overzicht

Bedrijfsadministrateur

Financiële beroepen. Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding

Opleidingsgids (Onderwijs- en examenregeling)

Zelfstandig werkend kok 95420

Examenplan 1.Overzicht

Opleiding Administratief medewerker

Opleidingen Financieel Administratief Medewerker niveau 3, Bedrijfsadministrateur en Junior assistent-accountant niveau 4

Opleiding Administratief medewerker

Kerntaak 1: Houdt de dagboeken bij

Leidinggevende keuken jarig traject

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding: De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Bedrijfsadministrateur Bedrijfsadministrateur

1.Overzicht. 1.1.Specifieke examens Code Examen examenvorm Kerntaak en onderliggende werkprocessen. Cohort: Crebocode: Leerweg: BOL

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Assistent-accountant

Opleidingsgids (Onderwijs- en examenregeling)

1.Overzicht. 1.1.Specifieke examens Code Examen examenvorm Kerntaak en onderliggende werkprocessen. Crebocode: Leerweg: BOL

Kerntaak 1: Houdt de dagboeken bij

Leidinggevende keuken jarig traject

Leidinggevende bediening 94161

Financiële beroepen. Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23157_Haarverzorging

Leidinggevende bediening 94161

Onderwijs- en examenregeling

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Start-datum Naam kwalificatie

Opleidingsinformatie ROC TOP cohort 2018

Examenplan 1.Overzicht

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Leidinggevende bakkerij Cohort: Start in 2018 Leerweg: BOL Niveau: 4

Opleiding Secretariële beroepen niveau 3 en 4

MBO-beroep in beeld. Bedrijfsadministrateur mbo-beroep, niveau 4. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding cohort De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende wijziging op bovengenoemde OER

Commercieel medewerker buitendienst Niveau 3 BBL

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Vakbekwaam hovenier Cohort: Start in 2017 Leerweg: BBL Niveau: 3

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Leidinggevende bakkerij Cohort: Start in 2018 Leerweg: BBL Niveau: 4

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Patissier Cohort: Start in 2018 Leerweg: BBL Niveau: 4

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Kwalificatiedossier Bedrijfsadministrateur. Kerntaken Werkprocessen Proeve van Examenproject. 1. Werkt het inkoopboek bij 1.1 Werkt het inkoopboek bij

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Sectoraal examenprofiel : Financiële beroepen

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23183_Pedagogisch Werk 14_K16_EXAMENPLAN_25485_Onderwijsassistent

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Opzichter/uitvoerder groene ruimte Cohort: Start in 2016 Leerweg: BOL Niveau: 4

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_EXAMENPLAN_25473_Doktersassistent

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Medewerker Bloem, groen & styling Cohort: c19 Leerweg: BOL Niveau: 2

MBO-beroep in beeld. Financieel administratief medewerker mbo-beroep, niveau 3

Examenplan , 2016, examenplan en diplomavereisten Medewerker human resource management (HRM), (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Medewerker secretariaat en receptie (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Vakexpert Bloem, Groen & styling Cohort: Start in 2018 Leerweg: BOL Niveau: 4

Manager/ondernemer horeca 90303

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Startdatum Naam kwalificatiedossier. Commercieel medewerker BOL 2018 aug Commercie

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Zelfstandig werkend bakker Cohort: Start in 2018 Leerweg: BOL Niveau: 3

Naam opleiding Financieel Administratieve Beroepen. Niveau einde opleiding Startdatum

Wijzigingsblad OER. De examencommissie stelt u op de hoogte van de volgende wijzigingen op bovengenoemde Onderwijs- en Examenregeling (OER).

Examineren & Diplomeren doe je zo

Wijzigingsblad OER. Pedagogisch Medewerker Kinderopvang Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 3

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Vakexpert teelt en groen technologie Cohort: Start in 2018 Leerweg: BBL Niveau: 4

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding 2017 en De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

MBO-beroep in beeld. Assistent-accountant mbo-beroep, niveau 4. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

EXAMENPLAN 2015 Crebocode: Leerweg: BBL / BOL

Opleidingsgids (Onderwijs- en examenregeling)

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Vakbekwaam hovenier Cohort: Start in 2018 Leerweg: BBL Niveau: 3

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Zelfstandig werkend kok Cohort: Start in 2018 Leerweg: BOL Niveau: 3

TAALPROFIEL BEDRIJFSADMINISTRATIEF MEDEWERKER VERSIE 1. Gebaseerd op: Beroepscompetentieprofiel 1 Bedrijfsadministratief medewerker

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Medewerker veehouderij Cohort: Start in 2018 Leerweg: BOL Niveau: 2

Onderwijs- en examenregeling

Naam opleiding Financieel Administratieve Beroepen. Niveau einde opleiding Startdatum

Landelijke Kwalificaties MBO

Wijzigingsblad OER. Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 4

Opleiding Secretariële beroepen niveau 3 en 4

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Ontwikkelingsgerichte beoordeling en BSA Junior Accountmanager cohort

Onderwijs- en examenregeling

Opleiding Secretariële beroepen niveau 3 en 4

Examenplan , 2019, examenplan en diplomavereisten Office assistant (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling Opleiding Financiële beroepen Uitstroom Financieel administratief medewerker / crebo 93200 Niveau 3 BBL Uitstroom Assistent Accountant / crebo 93211 Niveau 4 BBL Uitstroom Bedrijfsadministrateur / crebo 93212 Niveau 4 BBL Cohort 2015-2018 Nominale studieduur 3 jaar / 4800 SBU versie 1, juni 2015 1

I1. Welkom bij het Florijn College Met deze OnderwijsExamenRegeling(OER) willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West- Brabant en dus met het Florijn college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Als Florijn College hebben wij ons ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle wereldburgers. Onze studenten zijn afkomstig uit allerlei culturen. Daar zijn we trots op. Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er dan ook op gericht om het beste uit jezelf te halen. Dat kan alleen als we steeds in beweging blijven en bij de tijd. Dat doen we samen: jij als student en al onze medewerkers. Wij nodigen jou dan ook van harte uit hieraan bij te dragen door jouw ambities waar te maken. Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook. Wij wensen je een leerzame en fijne tijd toe. Lisan van Beurden, directeur 2

I2. Inhoud Algemene informatie I1. Welkom bij het Florijn College... 2 I2. Inhoud... 3 I3. Belangrijk om te weten... 5 Informatie over werk en beroep W1. Het beroep (algemeen)... 7 W2. Het beroep (uitstroomprofielen)... 9 Informatie over het onderwijsprogramma O1. Opleiding op hoofdlijnen... 11 O2. Onderdelen van de opleiding... 13 O3. Maatwerk... 16 O4. Voortgang... 18 O5. Planning van de onderwijstijd... 21 O6. Kerntaken... 25 Informatie over het examenprogramma E1. Verschillende examens... 40 E2. Examenplan... 43 E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen... 71 E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens... 72 3

Informatie over begeleiding B1. Begeleiding bij het leren... 73 B2. Zorgbegeleiding... 75 B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid... 76 B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon... 77 B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie... 79 4

I3. Belangrijk om te weten Op de website van het Florijn College staat belangrijke informatie over procedures, afspraken, rechten en plichten, etc. Deze informatie kan je terugvinden op de website onder de tab Studenteninformatie. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo). Opleidingskosten en schoolkosten Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten Afspraken op Florijn College Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids) Studentenstatuut Onderwijs Doorstroomformulier Onderwijsovereenkomst (OOK) Praktijkovereenkomst (POK) Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-Brabant Vakantierooster Verzuim en consequenties daarvan Studentenbegeleiding Zorgbegeleiding Als het (even) tegen zit Pestprotocol 5

Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen) Examinering Onderwijs- en Examenreglement (OER) Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs Vrijstellingsregeling Herkansingsregeling Hulpmiddelen examen Procedure Bezwaar en beroep Examinering Inzien en bespreken examen en beoordeling ARBO en veiligheid Schoolveiligheidsplan Calamiteitenflyer Wat te doen bij een calamiteit? Studentenraad Namen en contactgegevens Verslagen Klassenvertegenwoordigers Verslagen Data en locatie overleggen 6

W1. Het beroep (algemeen) Werkomgeving De financieel administratief medewerker is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling. De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel deze medewerkers met enige regelmaat externe contacten hebben, is er doorgaans sprake van een back office functie. De financieel administratief medewerker heeft taken gericht op het controleren en bewerken van dagboeken, subadministraties en de daarmee verbonden taken. Bij MKB-bedrijven verricht deze medewerker ook werkzaamheden voor de invordering van facturen. Beroepshouding De financieel administratief medewerker verricht zijn werkzaamheden standvastig, past de regels en voorschriften toe en moet daarvoor voldoende zeker zijn van zijn vakkennis. De financieel administratief medewerker voert zijn taken uit met een kritische houding. Hij 1 vraagt zich altijd af of de informatie die hij ziet geautoriseerd, juist, volledig en tijdig is. Hij controleert zijn eigen werk en dat van anderen systematisch. Hij blijft dit geconcentreerd doen, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. Hij beschikt over cijfermatig inzicht en begrijpt waarom hij bepaalde handelingen verricht. Hij is vaardig met (boekhoudkundige) software, heeft interesse in het vakgebied en wil zich daarin blijven ontwikkelen. 1 Omwille van de leesbaarheid is steeds hij gebruikt in de tekst. Waar hij staat kan uiteraard ook zij worden gelezen. 7

De financieel administratief medewerker is in staat om altijd zorgvuldig om te gaan met gegevens. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie en is soms op de hoogte van privé-gegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. Hij is zich bewust van de gevolgen van niet toegepaste regelgeving voor het bedrijf. Van de financieel administratief medewerker wordt verwacht dat hij altijd integer is en situaties goed beoordeelt. Resultaat Financieel administratieve medewerkers bij bedrijven, instellingen, accountants- en administratiekantoren voeren financieel administratieve werkzaamheden uit, die er toe leiden dat het bedrijf, de instelling of de klant inzicht heeft in de financiële positie en de daarbij behorende rechten en plichten, nu en in de nabije toekomst. Hierdoor kan het management van een bedrijf of instelling beslissingen nemen in de bedrijfsvoering en voldoen aan de eisen voor verantwoording aan interne belanghebbenden zoals een holding, een raad van commissarissen of een raad van toezicht en externe belanghebbenden, zoals banken, externe toezichthouders (bijv. DNB, AFM), de belastingsdienst, aandeelhouders en andere stakeholders. 8

W2. Het beroep (uitstroomprofielen) Voor de opleiding Financiële beroepen bestaat 1 uitstroomprofiel op niveau 3 en twee uitstroomprofielen op niveau 4 P1 Financieel administratief medewerker De financieel administratief medewerker is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling. De werkzaamheden zijn vooral gericht op het bijwerken van de dagboeken, het bijwerken van de subadministraties en het voeren van kwantiteitenregistraties. Daarnaast is de financieel administratief medewerker betrokken bij het creditmanagement en verricht hij ook administratieve taken die niet per se financieel van aard zijn. De werkzaamheden worden uitgevoerd op niveau 3 en omvatten een belangrijk deel van de taken van de bedrijfsadministrateur. In het verlengde van de niveau 3-opleiding financieel administratief medewerker liggen de niveau 4- opleidingen Bedrijfsadministrateur en Assistent-accountant. 9

P2 Assistent-accountant De assistent-accountant is werkzaam bij een accountantskantoor of bij een administratiekantoor. Hij controleert financiële informatie van de klant en biedt, indien gewenst, financieel-administratieve ondersteuning. De werkzaamheden worden meestal op het accountantskantoor uitgevoerd en sporadisch bij de klant. Kenmerkend voor deze functie is de noodzaak goed inzicht te hebben in het boekhouden en overzicht over de gehele administratie met haar subadministraties. Er wordt een klantgerichte houding verwacht van de assistent-accountant en hij moet zich tevens een beeld kunnen vormen van de bedrijven waarvoor hij zijn werkzaamheden verricht. Zijn werkzaamheden zijn gericht op het controleren van (deel)administraties, het voorbereiden van de periodeafsluitingen en het jaarverslag en het opstellen van belastingaangiften. P3 Bedrijfsadministrateur De bedrijfsadministrateur is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling. Zijn primaire taak is om inzicht te creëren in de financiële positie van het bedrijf, ten behoeve van het management en externe belanghebbenden. Daarnaast is de bedrijfsadministrateur betrokken bij het creditmanagement en verricht hij ook administratieve taken die niet per se financieel van aard zijn. Kenmerkend voor deze functie is de noodzaak goed inzicht in het boekhouden te hebben, en overzicht over de gehele administratie met haar subadministraties. Ook moet de bedrijfsadministrateur zich bewust zijn van de fiscale gevolgen van zijn handelingen in de boekhouding. De werkzaamheden zijn enerzijds gericht op het bijwerken en controleren van de dagboeken, anderzijds assisteert de bedrijfsadministrateur bij de periodeafsluitingen en de aangifte omzetbelasting. Hij kan relatief snel als vervanger optreden voor lager gekwalificeerde medewerkers op de subadministraties. 10

O1. Opleiding op hoofdlijnen Een studiejaar bestaat uit 4 periodes van 9 of 10 weken. Een lesweek op school bevat ongeveer 8 klokuren aan geroosterde onderwijsactiviteiten op maandag. In alle studiejaren bestaat je lesweek uit een aantal vergelijkbare onderdelen. We maken onderscheid tussen: a. Financieel administratieve beroepsvorming (FABV) Gedurende het volledige schooljaar is er een werkruimte waar je werkt aan beroepsopdrachten. De begeleidende docent ondersteunt je bij vragen, geeft uitleg en organiseert waar nodig groepsinstructies. Je werkt op je notebook met verschillende digitale leermiddelen, simulatieprogramma s en opdrachten. De digitale leeromgeving It s Learning voorziet je van alle informatie en materiaal om aan de slag te kunnen. Daarnaast krijg je binnen de werkruimte op individueel verzoek uitleg en verdieping door middel van theorie op het gebied van Bedrijfsadministratie (BA) en Bedrijfseconomie (BE). Hierbij hanteren wij een model van afnemende sturing door de docent en toenemende verantwoordelijkheid van de student voor het leerproces/traject. b. Generieke vakken In dit onderdeel besteed je aandacht aan vaardigheden die je in het dagelijks leven en in je beroep nodig hebt. Denk daarbij aan computervaardigheden, Nederlands, Burgerschap en Engels. De generieke onderdelen worden op vaste momenten in je rooster aangeboden in aparte lokalen. 11

De snelheid waarmee je het leertraject doorloopt, is niet voor iedereen gelijk. Wanneer het je lukt om sneller door de leerstof heen te gaan, dan kan je ook sneller deelnemen aan de examens. Heb je meer moeite met de stof of vertraag je door andere omstandigheden, dan neem je later deel aan de examens, Afhankelijk van je voortgang en je resultaten krijg je een studieadvies (SA) over je leertraject en het niveau waarop je kan uitstromen. Een schematische weergave van het studietraject (normtraject) vind je terug in de volgende tabel. P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 P11 P12 Intro School School School School School School School School School School School School SA1 SA2 SA3 Periode 1 start met een kort introductieprogramma. Gedurende de gehele opleiding werk je gedurende minimaal 24 uur per week bij een geaccrediteerd leerbedrijf. In het begin van de opleiding werk je in de praktijk aan de werkprocessen die in alle uitstroomrichtingen voorkomen. Tegen het einde van de opleiding voer je taken uit, die passen bij jouw uitstroomrichting. 12

O2. Onderdelen van de opleiding Je opleiding bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Informatie over de inhoud en leerdoelen krijg je van je docent. Documenten waarin de leerdoelen beschreven zijn, vind je op www.kwalificatiesmbo.nl. a. Beroep De kerntaken en werkprocessen komen tijdens je opleiding aan bod in verschillende vakken. Je leert vakkennis en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties. Er zijn kerntaken voor het gemeenschappelijk deel en kerntaken voor het uitstroomprofiel. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. projecten, individuele en groepsopdrachten, digitale oefeningen, praktijksimulatie, leren uit boeken, instructies van de docent. De leerdoelen zijn beschreven in het kwalificatiedossier Financiële beroepen. Meer informatie over de inhoud van de kerntaken vind je in deel C van het kwalificatiedossier. b. Nederlands Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en begrippen. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen. 13

c. Engels Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het Europees ReferentieKader. d. Rekenen In de trainingen rekenvaardigheid wordt aandacht besteed aan 4 domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden. Middels digitale oefeningen, opdrachten en instructie werk je toe naar het Cito-examen. De leerdoelen zijn beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen. e. Loopbaan & Burgerschap Het onderdeel Loopbaan & Burgerschap is gericht op je persoonlijke ontwikkeling. Bij loopbaan staat het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs centraal. Daarbij krijg je inzicht in je eigen kwaliteiten, je mogelijkheden en de waarden en motieven die voor jou belangrijk zijn. Bij burgerschap krijg je inzicht in 4 dimensies: politiek juridische, economische en sociaalmaatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Middels discussie, onderzoek, opdrachten en presentaties werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. De leerdoelen zijn beschreven in het document Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012) 14

f. BPV (stage) Stage wordt ook wel BPV (Beroeps Praktijk Vorming) genoemd. In het begin van de opleiding is de stage gericht op het basisdeel van je opleiding. Later komen er steeds meer taken bij, die passen bij jouw uitstroomrichting. Bij de stage hoort een werkboek met uitleg en opdrachten. Aan het einde van de opleiding sluit je het praktijkgedeelte af met een proeve van bekwaamheid. Hieraan kun je beginnen als je de theorie afgesloten hebt. De keuze voor een stagebedrijf is afhankelijk van de uitstroom die je kiest, het type bedrijf dat bij je past en de beschikbaarheid van bedrijven. Het stagebedrijf moet goedgekeurd zijn voor de opleiding die je gekozen hebt. De lijst met alle goedgekeurde stagebedrijven vind je terug op www.stagemarkt.nl. De BPV-begeleider komt enkele malen bij je stagebedrijf op bezoek voor voortgangsgesprekken en begeleiding. Binnen het stagebedrijf is er altijd een medewerker (praktijkopleider) die je dagelijks begeleidt in het bedrijf. Samen met het bedrijf en de school onderteken je een praktijkovereenkomst (POK) waarin afspraken staan over wat er van jou verwacht wordt en wat jij van het bedrijf mag verwachten. g. Keuzevakken In de BBL opleiding worden er geen keuzevakken aangeboden. h. Begeleiding De wijze waarop je wordt begeleid is beschreven in het hoofdstuk B1. Begeleiding bij het leren. 15

O3. Maatwerk Aansluiting op je vooropleiding Een diploma van de kaderberoepsgerichte-, gemengde of theoretische leerweg in de sector economie sluit het beste aan. Bij diploma s van de van de kaderberoepsgerichte-, gemengde of theoretische leerweg van andere vmbo-sectoren geeft een vakkenpakket met economie of wiskunde toegang tot de opleiding. Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt, Na de opleiding kun je gaan werken op de financiële administratie van een bedrijf. Ook is het mogelijk door te stromen naar de niveau 4-opleidingen Bedrijfsadministrateur en Assistentaccountant. Die opleidingen bieden je vervolgens de mogelijkheid om verder te leren in het HBO, met name in de economische richtingen. Bedrijfseconomie en Accountancy zijn de opleidingen die de beste aansluiting geven. Versnellen of vertragen Het programma is volledig flexibel. Voor alle studieonderdelen zijn studiewijzers beschikbaar. In deze studiewijzers zijn tussentijdse evaluaties opgenomen om te kijken of de leerstof beheerst en of je in een bepaald onderdeel kunt examineren. Het tempo waarin je de studiewijzers doorloopt is geheel vrij. De volgorde van de studiewijzers wordt bepaald op grond vakinhoudelijke argumenten. Soms is een bepaald examen voorwaardelijk om eerst te behalen, soms is het wenselijk en soms is het beter om simultaan aan verschillende vakken te werken. 16

Binnen de BBLwerkgroep bepaal je dus binnen de kaders van de opleiding je eigen leertempo en bent daar ook verantwoordelijk voor. Docenten en je studieloopbaanbegeleider volgen je voortgang en begeleiden je intensief. De gemiddelde studieduur is 3 jaar, de supersnelle studenten kunnen de opleiding in 1 of 2 jaar afronden en met vertraging kan het traject uitlopen tot 4 jaar. Remediëren, verrijken, verdiepen Omdat het leertraject volledig flexibel is ingericht, kan je waar nodig langer meer opleidingstijd besteden in bepaalde vakken. Ook zijn er mogelijkheden voor extra ondersteuning. Daarvoor kun je maatwerkafspraken maken. 17

O4. Voortgang Ontwikkelingsgericht beoordelen en feedback In het ontwikkelingsgerichte gedeelte word je tijdens de studieonderdelen (bv. projecten, lessen of trainingen) regelmatig beoordeeld. Welke resultaten heb je bereikt en hoe succesvol is je manier van werken? Deze beoordelingen zijn bedoeld om je ontwikkeling te meten en om te kijken waar het beter kan. Bij ieder studieonderdeel wordt je vooraf verteld wat er van je wordt verwacht. Je bent op de hoogte van alles wat je moet doen (bewijslast) en aan welke eisen deze bewijslast moet voldoen. Wanneer je werk is beoordeeld, krijg je feedback op je prestatie: wat is er goed en wat kan beter. Je probeert daarna zelf vast te stellen wat je al goed kan, op welke punten je nog kunt verbeteren en hoe je dat gaat doen. Je tussentijdse resultaten worden bijgehouden op een resultatenoverzicht. Iedere periode worden je voortgang en je resultaten besproken met je studieloopbaanbegeleider. Studieadvies Op basis van je resultaten en voortgang krijg je een studieadvies. Voor het eerste studieadvies (in periode 2) wordt er gekeken of: de opleiding/het beroep bij je past; je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent; je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen. 18

Bij het tweede studieadvies (aan het einde van het eerste schooljaar) wordt bepaald of de voortgang in het traject voldoende is. Afhankelijk van mogelijke achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in het begeleidingsdossier. Bij het derde studieadvies (aan het einde van het tweede schooljaar) wordt bepaald aan de hand van de gemaakte afspraken of de voortgang in het traject voldoende is. Afhankelijk van mogelijke achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Verder wordt besproken of en wanneer je mogelijk de proeve van bekwaamheid kunt uitvoeren en of je na het behalen van het niveau 3 diploma verder gaat op niveau 4. Deze afspraak wordt vastgelegd in het begeleidingsdossier. 19

Eisen aan studievoortgang Norm Studieadvies 1 Studieadvies 2 Voor het eerste studieadvies (resultaatbespreking periode 2) wordt er gekeken of: de opleiding/het beroep bij je past; je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent; je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen. Voor het tweede studieadvies (resultaatbespreking periode 4) wordt er gekeken of: je studieresultaten voldoen aan het normtraject; je op basis van je studieresultaten de opleiding kan voortzetten Studieadvies 3 Voor het derde studieadvies (resultaatbespreking periode 8) wordt er gekeken of: je studieresultaten voldoen aan het normtraject; je op basis van je studieresultaten de opleiding kan voortzetten Of en wanneer je kan deelnemen aan de proeve van bekwaamheid Je na het niveau 3 diploma aan het niveau 4 traject kunt beginnen (adviserend) 20

O5. Planning van de onderwijstijd Planning onderwijstijd (in klokuren per week) Schooljaar 1 P1 P2 P3 P4 Beroep 3,0 3,0 3,0 3,0 Nederlands 1,5 1,5 1,5 1,5 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 0,5 0,5 0,5 0,5 Loopbaan & Burgerschap 1 1 1 1 BPV >=24 >=24 >=24 >=24 Begeleiding 0,5 0,5 0,5 0,5 Totaal 32 32 32 32 21

Schooljaar 2 P5 P6 P7 P8 Beroep 3,0 3,0 3,0 3,0 Nederlands 1,5 1,5 1,5 1,5 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 0,5 0,5 0,5 0,5 Loopbaan & Burgerschap 1 1 1 1 BPV >=24 >=24 >=24 >=24 Begeleiding 0,5 0,5 0,5 0,5 Totaal 32 32 32 32 22

Schooljaar 3 P9 P10 P11 P12 Beroep 3,0 3,0 3,0 3,0 Nederlands 1,5 1,5 1,5 1,5 Engels 1,5 1,5 1,5 1,5 Rekenen 0,5 0,5 0,5 0,5 Loopbaan & Burgerschap 1 1 1 1 BPV >=24 >=24 >=24 >=24 Begeleiding 0,5 0,5 0,5 0,5 Totaal 32 32 32 32 In deze tabellen zijn uren voor introductie, toetsing en andere activiteiten niet opgenomen. 23

Eisen aan het studietraject en studiebelasting De school heeft de wettelijke plicht om je voldoende aantal uren te begeleiden in je studieproces. Deze begeleiding mag je van ons verwachten. Vanaf 18 jaar hangt je recht op studiefinanciering hiervan af. In onderstaande tabel zie je het aantal begeleide onderwijsuren (BOU) en stage-uren (BPV) per studiejaar. FAM Eis BOU Planning Eis BPV Planning Eis totaal Planning Studiejaar 1 200 288 610 864 810 1152 Studiejaar 2 200 288 610 864 810 1152 Studiejaar 3 200 288 610 864 810 1152 Totaal 600 864 1830 2592 2430 3456 BA / AA Eis BOU Planning Eis BPV Planning Eis totaal Planning Studiejaar 1 200 288 610 864 810 1152 Studiejaar 2 200 288 610 864 810 1152 Studiejaar 3 200 288 610 864 810 1152 Totaal 600 864 1830 2592 2430 3456 24

O6. Kerntaken Voor een deel zijn de kerntaken voor de niveau 3- en niveau 4-opleiding hetzelfde. Bij de kerntaken is per uitstroom omschreven welke werkzaamheden van toepassing zijn. Tabel Kerntaak-werkprocesmatrix Financiële Beroepen / Administrateur Financiële Beroepen medewerker (FAM) administratief Financieel eur (BA) Bedrijfsadministrat Assistentaccountant (AA) Kerntaak Werkproces NIV 3 NIV 4 NIV 4 1. Werkt het inkoopboek bij x x x KT1 Houdt de dagboeken bij 2. Werkt het verkoopboek bij x x x 3. Werkt de bankboeken bij x x x 4. Werkt het kasboek bij x x x KT2 Verricht werkzaamheden t.b.v. 1. Verricht boekingen in het memoriaal x x periodeafsluitingen en 2. Verricht werkzaamheden voor de belastingaangiften periodeafsluiting x x 25

KT3 Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer KT4 Houdt kwantiteitenregistratie bij 3. Treft voorbereidingen voor de aangifte omzetbelasting x x 4. Verricht werkzaamheden voor de aangifte inkomstenbelasting x 1. Voert stamgegevens in en wijzigt deze x x x 2. Stelt facturen op x x 3. Bewaakt betalingstermijnen en verricht activiteiten voor de invordering x x 4. Controleert inkoopfacturen en verricht activiteiten voor fiattering van inkoopfacturen x x 5. Controleert het debiteurenbeheer x 6. Controleert het crediteurenbeheer x 1. Houdt een projectadministratie bij of controleert deze x x 2. Houdt een urenadministratie bij x x x 3. Houdt administraties van kwantitatieve gegevens bij of controleert deze x x x 4. Instrueert over het gebruik van administratieve systemen x x 5. Beheert de kas x 26

K1: Houdt de dagboeken bij De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur coderen boekingsstukken of controleren de coderingen die betrekking hebben op de inkopen. Ze voeren gegevens in in een boekhoudkundig pakket. Ze controleren de boekingen aan de hand van het invoerverslag en brengen eventuele wijzigingen aan. De assistent-accountant vraagt indien nodig aanvullende of ontbrekende gegevens op bij de klant. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur coderen boekingsstukken of controleren de coderingen die betrekking hebben op de verkopen. Ze werken het verkoopboek bij op basis van de verzonden facturen. Ze voeren gegevens in in een boekhoudkundig pakket. Ze controleren de boekingen aan de hand van het invoerverslag en brengen eventuele wijzigingen aan. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur ordenen de bankafschriften en vergelijken de bedragen op de afschriften met de onderliggende boekingsstukken. Ze signaleren verschillen en rapporteren deze aan de betrokken collega's/klanten. Ze coderen de bankstukken of controleren de coderingen. Ze voeren de bij- en afschrijvingen in in de bankboeken waarbij de subadministraties debiteuren en crediteuren worden bijgewerkt. Ze controleren de boekingen aan de hand van het invoerverslag en brengen eventuele wijzigingen aan. De assistent-accountant vraagt indien nodig aanvullende of ontbrekende gegevens op bij de klant. 27

De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur ordenen en controleren de kasstukken. Ze signaleren verschillen en rapporteren deze aan de betrokken collega's/klanten. Ze coderen de kasstukken of controleren de coderingen. Ze werken het kasboek handmatig bij of voeren de boekingsstukken in in het geautomatiseerde kasboek. Ze controleren de boekingen aan de hand van het invoerverslag en brengen eventuele wijzigingen aan. De assistent-accountant vraagt indien nodig aanvullende of ontbrekende gegevens op bij de klant. Toelichting: De administrateur heeft als taak de actuele stand van een aantal financiële zaken bij te houden. Over het algemeen werkt hij hier dagelijks aan, door het verwerken van de relevante gegevens in de diverse dagboeken van de boekhouding. Hierbij gebruikt hij een geautomatiseerd boekhoudsysteem, dat in voorkomende gevallen is gekoppeld aan andere (ERP)systemen die in de organisatie gebruikt worden (voor inkoop, verkoop, relatiebeheer, logistiek etc.). Het werk van de administrateur is uitvoerend van aard. Hij werkt zelfstandig, maar binnen vast omschreven regels. Als de administrateur tijdens het bijwerken van de dagboeken op verschillen stuit tussen boekingsstukken en onderliggende documenten, of op onduidelijkheden, neemt hij hierover contact op met betrokken collega's of de klant, om tot opheldering of correctie van fouten te komen. De administrateur levert tijdig producten af, die rekenkundig, inhoudelijk en boekhoudkundig correct zijn en zijn opgesteld conform de wet en de bedrijfsregels. De administrateur werkt nauwkeurig, controleert zijn eigen werkzaamheden en streeft er naar geen fouten te maken. Het herstel van 28

fouten is namelijk vaak tijdrovend en fouten kunnen leiden tot verkeerde beslissingen die de onderneming kunnen schaden. Hij is zich bewust van de fiscale gevolgen van de door hem gemaakte, danwel gecontroleerde boekingen. Hij zorgt voor een systematische archivering van de documenten. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur werken samen met collega's van hun eigen afdeling en hebben daarmee zowel ad hoc als structureel contacten, bijvoorbeeld bij werkoverleg. Zij hebben als daartoe aanleiding is ook contact met collega's van andere afdelingen. Bij de uitvoering van deze kerntaak betreft dat meestal het vragen of geven van aanvullende informatie om onjuiste boekingen te voorkomen of eerder door anderen gemaakte fouten in het inkoop-, verkoop- of betalingsproces te corrigeren. De assistent-accountant voert zijn werkzaamheden uit voor diverse klanten. Hij heeft regelmatig contacten met de klanten, bijvoorbeeld bij het beantwoorden van vragen of bij het opvragen van gegevens. Hierbij houdt hij rekening met de behoeften van de klant. K2: Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen en belastingaangiften Kerntaak 2 is niet van toepassing bij de niveau 3-opleiding Financieel administratief medewerker. De bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur verrichten boekingen in het memoriaal, voor de financiële feiten, die niet geboekt kunnen worden in de andere dagboeken. Ze controleren de aangeboden gegevens op juistheid en plausibiliteit. Bij ingewikkelde boekingen worden de bedragen en de coderingen in overleg met de leidinggevende bepaald. Ze vragen 29

ontbrekende of aanvullende gegevens op bij collega's of klanten. Ze signaleren en noteren fouten en bijzonderheden en bespreken deze met de leidinggevende en maken eventueel een voorstel voor correctieboekingen. De bedrijfsadministrateur en de assistent accountant verzamelen de benodigde gegevens voor hun bijdrage aan de periodeafsluiting. Ze vragen ontbrekende gegevens op of winnen informatie in bij collega s of bij klanten. In voorkomende gevallen controleren ze diverse activa, passiva, kosten en batenposten. Ze voeren indien nodig voorafgaand of achteraf journaalposten in t.b.v. de balans en de resultatenrekening. Ze leggen de bijzonderheden die ze tegenkomen in de boekingsgang en bij de controle van de posten vast. Vervolgens genereren ze de conceptbalans en de conceptresultatenrekening. De assistent-accountant controleert tevens of de boekhouding of enkele deeladministraties van de klant op de juiste wijze gevoerd zijn. Maandelijks, per kwartaal of soms per jaar bereiden de bedrijfsadministrateur en de assistentaccountant de aangifte omzetbelasting voor op basis van de relevante posten uit het grootboek. Ze controleren de berekeningen, vergelijken de aangifte met die van eerdere perioden, noteren eventuele fouten en bijzonderheden en bespreken deze met hun leidinggevende. Ze werken het fiscale bedrijfsdossier bij en archiveren de gebruikte documenten. De assistent-accountant bereidt de aangifte inkomstenbelasting voor. Hij verzamelt en ordent de hiervoor benodigde gegevens en vraagt ontbrekende gegevens op of wint informatie in. Hij controleert de (voorlopige) aanslagen inkomstenbelasting en maakt een vergelijking met de aangiften van vorige jaren. Vervolgens voert hij onderdelen van de aangifte in. Toelichting: 30

Het werk van de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur is uitvoerend van aard. Ze werken zelfstandig, maar binnen vast omschreven regels. Ze leveren tijdig hun producten af, die rekenkundig, inhoudelijk en boekhoudkundig correct zijn en zijn opgesteld conform de voorschriften die het bedrijf hanteert. Ze dienen bijzonderheden goed vast te leggen en te verklaren en/of te motiveren. De bedrijfsadministrateur en de assistent-accountant werken periodiek mee aan de werkzaamheden om te bepalen hoe het bedrijf en/of de klant er financieel voorstaat. Dit leidt tot een balans, een resultatenrekening, aanvullende rapportages en fiscale aangiften. De werkzaamheden voor de periodeafsluiting moeten soms onder grote tijdsdruk, maar toch zorgvuldig en correct worden uitgevoerd. Een complicerende factor voor de assistent-accountant is dat hij de werkzaamheden verricht voor verschillende klanten en daardoor gemakkelijk moet kunnen omschakelen. De werkzaamheden voor de periodeafsluiting zijn ingewikkeld voor de bedrijfsadministrateur en de assistent-accountant, ze moeten daarom goed beoordelen wanneer ze hulp of nadere informatie moeten vragen van hun leidinggevende. De mogelijkheid bestaat dat ze bij controlewerkzaamheden materiële fouten ontdekken, ze moeten daarop bedacht zijn en in zulke gevallen terstond hun leidinggevende inlichten. De bedrijfsadministrateur werkt samen met collega's van zijn eigen afdeling, en heeft daarmee zowel ad hoc als structureel contacten, bijvoorbeeld bij werkoverleg. Hij heeft als daartoe aanleiding is ook contact met collega's van andere afdelingen. De assistent-accountant voert zijn werkzaamheden uit voor diverse klanten. Hij heeft regelmatig contacten met de klanten, bijvoorbeeld bij het beantwoorden van vragen of bij het opvragen van gegevens. Hierbij houdt hij rekening met de behoeften van de klant. 31

De assistent-accountant voert zijn werkzaamheden consequent uit volgens het voorgeschreven werkprogramma en besteedt speciale aandacht aan dossiervorming. Hij registreert en archiveert relevante stukken en notities per klant, zodat deze in voorkomende gevallen snel kunnen worden geraadpleegd, maar ook om te voldoen aan de wettelijke bewaartermijnen. K3: Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur wijzigen de stamgegevens van klanten op basis van mutatiegegevens. Ze controleren de gewijzigde stambestanden met de onderliggende stukken. Ze maken stamgegevens van nieuwe relaties aan. Als er stamgegevens ontbreken, ondernemen ze actie om deze te completeren. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur stellen in voorkomende gevallen een standaard (credit)verkoopfactuur op, op basis van de onderliggende documenten. Soms hebben ze aanvullende informatie nodig waarvoor ze contact op moeten nemen met een klant. Als dit van belang is, controleren ze of de order valt binnen de kredietlimiet. Ze controleren de facturen en creditfacturen die door de verkoopadministratie zijn opgesteld rekenkundig en door vergelijking met de onderliggende stukken, zodat deze gereed zijn om gecodeerd te kunnen worden. 32

De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur maken rapportages van de positie en de uitstaande posten van de debiteuren en voorzien de rapportages van adviezen. Ze versturen (standaard) betalingsherinneringen en/of aanmaningen. Zonodig overleggen ze met collega's van andere afdelingen, als de debiteur een klacht heeft over fouten die gemaakt zijn bij de levering van producten of diensten. Ze benaderen debiteuren met betalingsachterstanden telefonisch en schriftelijk. Zonodig dragen zij, in overleg met zijn leidinggevende, de inning over aan een extern bureau. Ze houden dan de verdere stappen van het invorderingstraject in de gaten. De bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur geven desgevraagd informatie aan hun leidinggevende over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de verkopen op rekening, de ontwikkeling van het debiteurensaldo en een verandering van de gemiddelde betalingstermijn. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur voeren het crediteurenbeheer uit voor de optimale afwikkeling van de betalingsverplichtingen. Ze ordenen de binnengekomen inkoopfacturen en registreert deze. Ze controleren de inkoopfacturen, zowel rekenkundig als door vergelijking met onderliggende stukken. Als de factuur niet correct is, nemen ze telefonisch of schriftelijk contact op met de crediteur. In voorkomende gevallen beantwoorden ze ook vragen van crediteuren als ze wordt gebeld over het uitblijven van een betaling. Ze bieden de inkoopfacturen ter controle en fiattering aan bij de budgethouders en rappelleren de budgethouders als de inkoopfacturen niet op tijd terugkomen. In voorkomende gevallen stellen ze een betalingsvoorstel op, rekening houdend met de betalingstermijn. De bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur geven desgevraagd informatie aan hun leidinggevende over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de inkopen op rekening en de ontwikkeling van het crediteurensaldo. 33

De assistent-accountant controleert of de procesgang m.b.t. het debiteurenbeheer juist is uitgevoerd. Hij genereert rapportages van de positie van de uitstaande posten van de debiteuren. De assistent-accountant geeft desgevraagd informatie aan de klant over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de verkopen op rekening, de ontwikkeling van het debiteurensaldo en een verandering van de gemiddelde betalingstermijn. Hij noteert zijn bevindingen en geeft adviezen ten behoeve van het debiteurenbeheer. De assistent-accountant controleert of de procesgang m.b.t. het crediteurenbeheer juist is uitgevoerd. Hij controleert steekproefsgewijs facturen met alle onderliggende stukken. Hij genereert rapportages van de crediteuren. De assistent-accountant geeft desgevraagd informatie aan de klant over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de inkopen op rekening en de ontwikkeling van het crediteurensaldo. Hij noteert zijn bevindingen en geeft adviezen ten behoeve van het crediteurenbeheer. Toelichting: De administrateur werkt nauwkeurig, controleert zijn werkzaamheden en streeft er naar geen fouten te maken. Het herstel van fouten is vaak tijdrovend en fouten kunnen leiden tot verkeerde beslissingen die de onderneming kunnen schaden. Het werk van de administrateur is uitvoerend van aard. Hij werkt zelfstandig, maar binnen vast omschreven regels. Het gebruik van deze regels en voorschriften vraagt kennis van deze regels en inzicht om de regels te kunnen toepassen in vergelijkbare, niet identieke, situaties. 34

De administrateur levert tijdig producten af, die rekenkundig, inhoudelijk en boekhoudkundig correct zijn en zijn opgesteld conform de voorschriften die het bedrijf hanteert. Hij dient bijzonderheden goed vast te leggen en te verklaren en/of te motiveren. Hij moet bovendien goed beoordelen wanneer hij hulp of nadere informatie moet vragen van zijn leidinggevende. De mogelijkheid bestaat dat hij bij controlewerkzaamheden materiële fouten ontdekt. Hij moet daarop bedacht zijn en in zulke gevallen terstond zijn leidinggevende inlichten. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur voeren het debiteurenbeheer ofwel het creditmanagement uit. Hierdoor worden het debiteurenrisico en het vermogensbeslag van de debiteuren bij een bedrijf of instelling beperkt. Ze voeren tevens het crediteurenbeheer uit voor de optimale afwikkeling van de betalingsverplichtingen die het bedrijf of de instelling is aangegaan. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur werken samen met collega's van hun eigen afdeling, en hebben daarmee zowel ad hoc als structureel contacten, bijvoorbeeld bij werkoverleg. Ze hebben als daartoe aanleiding is ook contact met collega's van andere afdelingen. Ze hebben telefonische contacten met klanten, bijvoorbeeld indien een klant belt met vragen of indien ze gegevens opvragen bij een klant. De assistent-accountant voert zijn werkzaamheden uit voor diverse klanten. Hij heeft regelmatig contacten met de klanten, bijvoorbeeld bij het beantwoorden van vragen of bij het opvragen van gegevens. Hierbij houdt hij rekening met de behoeften van de klant. 35

Kerntaak 4: Houdt kwantiteitenregistraties bij De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur ondersteunen de projectleiders/klanten bij het opstellen van projectbudgetten en het inbrengen hiervan in het geautomatiseerde systeem van projectadministratie. Ze verzamelen financieel administratieve gegevens tijdens de uitvoering van projecten en controleren de aangeboden gegevens op juistheid en plausibiliteit. Ze rappelleren projectmedewerkers en budgethouders/projectleiders die hun gegevens nog niet hebben ingeleverd of ingevoerd. Ze vergelijken de gegevens met de planning en het (jaar)budget van de projecten en noteren de bevindingen. Tenslotte stellen ze periodiek en op verzoek rapportages op en distribueren deze naar de projectleiders/klanten en andere verantwoordelijke(n) in de organisatie. De assistent-accountant vraagt indien nodig aanvullende of ontbrekende gegevens op bij de klant. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur verzamelen gegevens over gewerkte uren, controleren deze en bewerken en/of registreren deze in een geautomatiseerd systeem. Ze rappelleren collega's die gegevens niet (volledig) hebben ingeleverd. De assistent-accountant houdt de urenadministratie bij over zijn gewerkte uren voor klanten. Periodiek genereren ze overzichten en laten deze door betrokkenen controleren. Vervolgens versturen ze de overzichten aan belanghebbenden en zorgen voor archivering van de relevante documenten. In twijfelgevallen overleggen ze met de leidinggevende. In voorkomende gevallen beantwoorden ze vragen van collega's over de procedures en het gebruik van het systeem. 36

De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur verzamelen, registreren, bewerken en/of controleren gegevens, die voor de administratie van de organisatie van belang zijn. Dit betreft bijvoorbeeld voorraden, gebruik van lease auto's, kilometers van dienstreizen, kostendeclaraties, vakantiedagen urenstaten, gegevens ter verantwoording voor verkregen subsidies enz. Periodiek produceren ze overzichten, die ze controleren en waarmee belanghebbenden worden geïnformeerd. Ze maken op verzoek specifieke rapportages, waarbij regelmatig gegevens in kosten/geldwaarde vertaald worden en de vereiste berekeningen worden uitgevoerd. Ze zorgen voor het archiveren van de (digitale) documenten waarmee de gegevens worden aangeleverd, inclusief eventuele bewijsstukken. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur, de assistent-accountant en de salarisadministrateur leggen nieuwe medewerkers/klanten de werking van systemen voor registratie van kwantitatieve gegevens uit. Daarbij instrueren zij hen over de taak die medewerkers/klanten hebben in het aanleveren van gegevens of het zelf inbrengen hiervan in de systemen, en wanneer deze gegevens moeten worden verstrekt. Ze maken ook duidelijk wat het belang is van een correcte en tijdige registratie voor de organisatie als geheel en hun eigen functioneren daarbinnen. Ook geven ze dergelijke uitleg en/of instructies aan collega's/klanten die zich met vragen tot hen wenden of bij wie herhaaldelijk fouten bij het aanleveren of inbrengen van gegevens worden constateert. Als er een nieuw systeem in gebruik wordt genomen of als er een andere manier van werken met een systeem van de medewerkers wordt gevraagd, leveren ze een bijdrage voor de schriftelijke instructie. 37

De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur beheren een kas. Ze betalen en ontvangen geld en geldswaardig papier, volgens instructies en op basis van de stukken die hen worden aangeboden. Ze vullen (standaard-)stortingsbewijzen, kwitanties, voorschotformulieren en facturen in en tekenen deze of laten deze tekenen. Ze controleren parafen, gebruiken een kasregister en controleren periodiek de hoeveelheid geld en andere documenten met waarde. Ze storten overtollig kasgeld af, of halen geld om de kas aan te vullen. Ze nummeren de kasstukken en archiveren documenten. Ze leggen verantwoording af over de inhoud van de kas en melden kasverschillen. Toelichting: Naast zijn werkzaamheden voor de financiële administratie voert de administrateur ook andere administratieve taken uit. Hij verzorgt de registratie van diverse kwantitatieve gegevens. Welke gegevens geregistreerd worden en hoe de administrateur daarmee precies moet werken is afhankelijk van het bedrijf, zowel van de core business daarvan als van de geautomatiseerde systemen die in gebruik zijn (bijv. voor de voorraadadministratie) als van de verdeling van taken waartoe is besloten binnen het bedrijf. De financieel administratief medewerker, de bedrijfsadministrateur en de salarisadministrateur werken samen met collega's van hun eigen afdeling, en hebben daarmee zowel ad hoc als structureel contacten, bijvoorbeeld bij werkoverleg. Ze hebben als daartoe aanleiding is ook contact met collega's van andere afdelingen, voor het rappelleren, het bespreken van foutief aangeleverde informatie of het uitkeren van kasgeld aan een collega, die niet over de juiste papieren of autorisatie beschikt. 38

De assistent-accountant voert zijn werkzaamheden uit voor diverse klanten. Hij heeft regelmatig contacten met de klanten, bijvoorbeeld bij het beantwoorden van vragen of bij het opvragen van gegevens. Hierbij houdt hij rekening met de behoeften van de klant. 39

E1. Verschillende examens Een examen is een eindtoets die meetelt voor diplomering. In het examenplan staan alle examens die meetellen voor je diploma. Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen. Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm. Praktijkexamen of Proeve van bekwaamheid (PE) Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak beheerst. Het examen vindt plaats in je stagebedrijf of in een simulatie op school. Je wordt beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt. Theorie-examen (TE) Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen afsluiten. Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE) Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College. De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen. Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en Meten en Meetkunde. 40

Instellingsexamens Nederlands (IE-S en IE-M) Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie). Examens Moderne vreemde talen (MVT-S en MVT-M) Voor Engels zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands. Examens Loopbaan en Burgerschap (BuCo) Bij je studieloopbaangesprekken wordt aandacht besteed aan het onderdeel Loopbaan. Er is geen apart examen voor dit onderdeel. Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Een overzicht van al deze examens, tref je verderop aan in het Examenplan. 41

Hulpmiddelen bij examens Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachine. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld. Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de website in de bijlage Hulpmiddelen bij examens. Voor studenten met een beperking kunnen speciale hulpmiddelen worden toegestaan. Ook is er toetstijdverlenging mogelijk. Je vraagt dit aan bij de zorgcoördinator. De examencommissie beslist welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een daisyspeler of computer. Je krijgt hiervoor een speciaal pasje dat tijdens het examen moet tonen aan de surveillant. 42

E2. Examenplan Examenplan cohort 2015 Naam opleiding Niveau Leerweg Cohort Crebo Startdatum Studiejaar diplomering Kwalificatiedossier Kwalificatieeisen L&B Vaststellingsdatum examenplan Financieel administratief medewerker 3 BOL BBL 2015 93200 1/8/2015 2015-2016 Financiële beroepen 2014 Brondocument 2012 1/6/2015 43

Beroepsgerichte examens Examencode Vorm Titel examen Kerntaken/ werkprocessen Periode afname Duur examen Aantal gelegenheden BPV Plaats afname School Beoordelaar beroepspraktijk Beoordelaar school Weging examens Resultaat Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1 Houdt de dagboeken bij FBPVBFB-1 PVB Pvb-kt1 houdt de dagboeken bij 1.1 t/m 1.4 Flex nvt 3 x x x 1 o-v-g FBKV1-1 TE Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen 1.1 t/m 1.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec FBKV2-1 TE Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen 1.1 t/m 1.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec FBKV3-1 TE Elementaire kennis bedrijfsadministratie 1.1 t/m 1.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec FBKV6-1 TE Elementaire kennis bedrijfseconomie 1.1 t/m 1.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec Slaag-/zakregeling: alle bovenstaande examens dienen met minimaal een voldoende (V of 5,5) te zijn afgesloten. Het kerntaakcijfer (KT1) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens (hierbij wordt een V meegenomen als een 6 en een G als een 8) 44

Examencode Vorm Titel examen Kerntaken/ werkprocessen Periode afname Duur examen Aantal gelegenheden BPV Plaats afname School Beoordelaar beroepspraktijk Beoordelaar school Weging examens Resultaat Kerntaken en werkprocessen FBPVBFB-3 FBKV1-1 FBKV2-1 PVB TE TE Kerntaak 3 Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer Pvb kt3 ver.act.debiteuren - crediteurenbeheer Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen 3.1 t/m 3.4 Flex nvt 3 x x x 1 o-v-g 3.1 t/m 3.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec 3.1 t/m 3.4 Flex 120 3 x x 1 1-dec Slaag-/zakregeling: alle bovenstaande examens dienen met minimaal een voldoende (V of 5,5) te zijn afgesloten. Het kerntaakcijfer (KT3) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens (hierbij wordt een V meegenomen als een 6 en een G als een 8) 45

Examencode Vorm Titel examen Kerntaken/ werkprocessen Periode afname Duur examen Aantal gelegenheden BPV Plaats afname School Beoordelaar beroepspraktijk Beoordelaar school Weging examens Resultaat Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 4 Uren- en kwantiteitenadministratie FBPVBFB-4A PVB Pvb kt4 houdt kwant.reg. bij (4A) 4.2 en 4.3 Flex Nvt 3 x x x 1 o-v-g FBKV1-1 FBKV2-1 TE TE Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen 4.2 en 4.3 Flex 120 3 x x 1 1-dec 4.2 en 4.3 Flex 120 3 x x 1 1-dec Slaag-/zakregeling: alle bovenstaande examens dienen met minimaal een voldoende (V of 5,5) te zijn afgesloten. Het kerntaakcijfer (KT4) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens (hierbij wordt een V meegenomen als een 6 en een G als een 8) 46