Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken, van internet of bv. folders opvragen.) Je kunt ook iemand interviewen die met jouw onderwerp te maken heeft. Ook is het belangrijk om afbeeldingen te laten zien. En als het kan spullen mee te nemen naar school. Hieronder staan stappen die je af kunt tekenen zodat je stap voor stap je presentatie goed kunt voorbereiden. Telkens je een stap gezet hebt, mag het inkleuren. stap 1 Kies een onderwerp dat nog niet aan bod kwam voorgaande jaren anders wordt dat een beetje saai voor je klasgenootjes. Mijn onderwerp is... Je mag eender wanneer het onderwerp van je presentatie invullen op het blad in de klas. Je mag je gekozen onderwerp ook nog wijzigen als je dat wenst. Een onderwerp mag slechts éénmaal aan bod komen. Wie als eerste een onderwerp op dit blad noteert, mag zijn presentatie over het gekozen onderwerp doen. Ga niet te overhaast te werk bij de keuze van je onderwerp maar stel de keuze van je onderwerp dus niet te lang uit. stap 2 Luister goed naar de meester. Hij vertelt je tijdig wanneer je de presentatie doet. Ik doe mijn presentatie op... (noteer de datum hier en in je agenda! )
stap 3 Plan hoeveel tijd je nodig hebt. Begin bv. minimaal 2 weken van te voren. Schrijf in je agenda wat je op welke dag gaat doen (maak dus een planning)! Houd rekening met taken, lessen en drukte in je vrijetijd (bv. sport, verjaardagen, familieactiviteiten enz.)maak een inschatting hoelang je erover denkt te doen. Ik begin op... en plan... X...minuten in mijn agenda om mijn presentatie voor te bereiden. stap 4 Zoek informatie. Wat vind jij uit al je informatie belangrijk om te vertellen? Lees alle informatie goed door. Zorg ervoor dat je alles begrijpt. Denk bij het zoeken naar informatie aan de W s (Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Waarmee ) stap 5 Nu ga je je presentatie maken. Maak (niet al te lange) hoofdstukken van de belangrijkste onderwerpen. Schrijf of typ in je eigen taal en lees dit hardop voor. Het is ook leuk om te vertellen waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Zoek ook plaatjes (bv. posters of uit boeken) en neem voorwerpen mee. Laat deze spullen aan het eind pas rondgaan zodat het niet afleidt tijdens je presentatie. Controleer aan het einde van je presentatie of iedereen alles begrepen heeft en of er soms geen vragen meer zijn. Als afsluiting van je presentatie geef je aan de klasgenootjes een toets die je zelf getypt hebt. Je kan die dan tegen de dag nadien thuis zelf verbeteren. Vergeet die toets niet vooraf aan de meester af te geven zodat hij die kan kopiëren voor de klas. stap 6 Geef je spreekbeurt vooraf ook eens af aan de meester. Hij kan je presentatie vooraf eens nalezen en je eventueel nog tips geven.
stap 7 Maakt een Power Point om je presentatie te ondersteunen (vraag zo nodig hulp aan een klasgenoot en als dat niet lukt de meester). stap 8 Leer je presentatie. Onderstreep in de hoofdstukken de belangrijkste kernwoorden. Maak daarmee een samenvatting die je tijdens je presentatie erbij mag hebben (spiekbriefje). Probeer tijdens je presentatie wel zo veel mogelijk uit je hoofd te vertellen. Oefen een keer voor je vader/moeder, broertje of zusje of voor de spiegel. stap 9 Doe je presentatie in de klas. Leg alles van te voren klaar (tijdens de middagpauze). Je mag het eender welk materiaal in de klas gebruiken. Vergeet de meester niet te verwittigen als je bepaald schoolmateriaal wil gebruiken. Praat rustig en duidelijk en probeer je klasgenootjes aan te kijken. Hang de plaatjes aan het bord en zorg dat iedereen het kan zien. Vragen voor het laatst bewaren en spullen doorgeven ook aan het eind. Je presentatie mag ongeveer 10 minuten duren. Na afloop krijg je een beoordelingsformulier waarop je kunt zien hoe je het gedaan hebt. stap 10 Na je presentatie krijg je van de meester een formulier. Daarop moet je een terugblik op je presentatie geven. Je kan daarop invullen wat je zelf van je presentatie vond. Deze terugblik hoort dus nog bij je presentatie. Het is belangrijk om achteraf terug te kijken hoe het ging. Dit heet reflecteren en kan je helpen bij een volgende presentatie.
Tips tegen de zenuwen... Bijna iedereen die een presentatie houdt is zenuwachtig. Dat is heel normaal. Volwassenen hebben er net zo goed last van. Toch moet je proberen door te zetten. Hoe vaker je een presentatie houdt hoe minder last je van zenuwen krijgt. Je krijgt er dan meer zelfvertrouwen van. Nog even kort op een rijtje : - Begin met een goede voorbereiding. (op tijd beginnen en plannen!) - Zorg voor een duidelijk spiekbriefje waar je de kernwoorden groot op hebt staan. - Oefen thuis een aantal keer. - Als je gespannen (zenuwachtig) bent, moet je rustig en lang uitademen. Inademen gaat vanzelf. Doe als of je een ballonnetje aan het opblazen bent. - Je kunt niet meer dan je best doen en iedereen in de klas komt een keer aan de beurt. Veel succes bij het opstellen van je presentatie!
Beoordeling presentatie van.. Voorbereiding : De voorbereiding van je presentatie was zeer goed / goed / voldoende / eerder onvoldoende / onvoldoende Ik kon je presentatie vooraf inkijken / Ik kon je presentatie vooraf niet inkijken Alle spullen lagen goed klaar / Je vergat spullen klaar te leggen Presentatie : Het is veel boekentaal / het zijn je eigen woorden. Je doet zo veel mogelijk uit je hoofd / je leest heel veel voor Je vertelt op een prettige manier /Je weet niet zo goed wat je moet vertellen Je durft je klasgenootjes aankijken / je kijkt je klasgenootjes niet aan Je praat duidelijk voldoende snel voldoende luid onduidelijk te traag - te snel te stil Inleiding : Je vertelt waarom je voor dit onderwerp gekozen hebt ja/neen Kern : Je gaf veel / genoeg / te weinig informatie. Er is wel / geen logische volgorde in de informatie. Je had wel / geen boeken mee. Je had spullen mee nl... / Je had geen spullen mee Power Point presentatie goed / niet goed. nl. Slot : Er is wel / geen gelegenheid om vragen te stellen. De lengte van je spreekbeurt is goed / niet goed nl.... Beantwoorden vragen : Je kunt de vragen goed / voldoende / niet zo goed beantwoorden. Beoordeling meester/juf : Opmerkingen : Eindcijfer:
Terugblik op mijn presentatie Vul dit blad in na je presentatie en lever het in bij de meester. Deze terugblik telt ook mee voor de eindbeoordeling van jouw presentatie. Voorbereiding : Ik ben op tijd begonnen. Ik was te laat begonnen. Informatie : Ik heb gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen : boeken internet iemand die er veel van weet anders nl:...... De meeste (beste) informatie had ik van... omdat :... Presentatie : Ik was zenuwachtig. Ik was een beetje zenuwachtig. Ik was rustig. De vragen van de klas vond ik gemakkelijk / moeilijk / gaat wel. De moeilijkste / grappigste / origineelste vraag vond ik :... Dit vond ik heel goed aan mijn presentatie : Bij een volgende presentatie ga ik nog beter letten op : Ik ben wel / niet tevreden met mijn cijfer van de meester omdat... Ik geef mijzelf als cijfer een... Lever dit blad in bij de meester.