VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

Vergelijkbare documenten
De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Hof van Cassatie van België

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT, 21 NOVEMBER 1996

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 MAART 2011

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE TONGEREN ZITTING HOUDENDE IN CORRECTIONELE ZAKEN TWAALFDE KAMER 5 JANUARI 2011

NIET Tfc K&alSTRSREN ^EONTVMGER/ D'HOOGHEK. 5

l. havenarbeider geboren te _ op wonende.te Belg 2. zonder beroep geboren te wonende.te Belg

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE TONGEREN, 12 KAMER VAN 7 MAART 2012

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE openbare terechtzitting van 26 FEBRUARI 2010

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

AFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011

KOPl 0PSCH0R TING. Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. Vonnis. zestiende kamer (B16)

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT 17 SEPTEMBER 2004

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 19 APRIL 2016

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN. Afdeling Antwerpen ARREST VAN 25 JUNI 2008

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Instelling. Onderwerp. Datum

2) Mevrouw M. K, - geïntimeerde sub 2 - in persoon aanwezig

Hof van Cassatie van België

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN VEURNE 12 NOVEMBER 2002

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 17 OKTOBER 2003

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 MAART 2010

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

Not. HA VONNIS HA Z. M. & T. M. Repertoriumnummer : 470 Vonnisdatum : PRO JUSTITIA

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1265/2019 Repertoriumnummer / Europees

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

Hof van Cassatie van België

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

Hof van Cassatie van België

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 14 JANUARI 2019

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, DERTIENDE KAMER, VAN 15 SEPTEMBER 2010

Hof van Cassatie van België

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 JANUARI 2012

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE 1. Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, met zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 138; 2. I. E., geboren (...), wonende te (...); burgerlijke partijen, gesteld ter zitting van 01.02.2007 door Mr. P. Helsen, advocaat te (...), (...). EN HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN H. A., K.l, J., makelaar in goederen, geboren te (...), wonende te (...), (...), Belg, Verdacht van : te (...), op 05 december 2004 Opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan I. E. die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden, *** *** *** Gelet op de stukken van het geding; Gehoord in openbare zitting: het openbaar ministerie in zijn vordering; beklaagde wordt ter zitting van 01.02.2007 vertegenwoordigd door Mr. J. Swennen, advocaat te (...), (...), pleitende namens beklaagde; Mr. P. Helsen, voomoemd, pleitende namens de burgerlijke partijen. *** *** ***

2 e blad A. Op strafrechtelijk gebied 1. Inbreuken Aan beklaagde wordt verweten opzettelijk slagen of verwondingen te hebben toegebracht aan I. E., die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden. Uit het vooronderzoek (enerzijds verklaring I. E. en Meesters Jan en anderzijds vaststelling van de verbalisanten van de kwetsuren aan de lip van I. E.) en het onderzoek ter zitting blijkt dat beklaagde slagen en verwondingen toebracht aan I. E.. De omstandigheid dat deze slagen voor het slachtoffer I. E. een ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid tot gevolg had komt eveneens bewezen voor gelet op de medische attesten van Dr. M. C. en Dr. C. M.-A. en bij wiens bevindingen de rechtbank zich aansluit. De omstandigheid dat een van de drijfveren van het toebrengen van de slagen en verwondingen in hoofde van beklaagde bestond in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen I. E. wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming, is niet ten genoegen van recht bewezen. Zowel I. E. als Meesters Jan hebben het in him verklaring over "racistische opmerkingen" vanwege beklaagde, zonder dat zij hieromtrent enige precisering of concretiseringen kunnen toebrengen. I. E. verklaarde na de feiten aan de verbalisanten dat beklaagde "racistische opmerkingen" tegen hem had geuit doch preciseerde deze "racistische opmerkingen" niet. Ter zitting van 01.02.2007 bevestigde Meesters Jan dat er "racistische opmerkingen" waren doch hij kon alsdan - ondanks uitdrukkelijk verzoek van de rechtbank hiertoe - niet preciseren waaruit deze bestonden. De bewering dat "racistische opmerkingen" werden gemaakt kan op zich - zonder enige precisering van waaruit deze racistische opmerkingen bestonden - niet als bewijs gelden dat een van de drijfveren van het toebrengen van de slagen en verwondingen bestond in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen I. E. wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming. Beklaagde verklaarde na de feiten aan de verbalisanten dat hij hen had verteld dat 70 % van de gevangenen vreemdeling zijn en dat hij (I. E.) zijn vertrouwen diende in te winnen door zijn visitekaartje te overhandigen. Gelet op de concrete omstandigheden waarin deze mededeling van beklaagde gebeurde kan zulks evenmin als een "racistische opmerking" worden bestempeld. Gelet op bovenstaande werden de feiten in de dagvaarding correct gekwalificeerd en dringt zich geen herkwalificatie in artikel 405 quater Sw, op. Beklaagde stelt dat het betrokken feit werd uitgelokt in de zin van art. 411 SW.

3 e blad Hij verwijst naar de omstandigheden waarin de feiten plaatsvonden (huisbezoek op zondag) en het feit dat het eigen gedrag van I. E. (weigering identiteit kenbaar te maken) aan de oorsprong van de feiten ligt. Art. 411 Sw. bepaalt dat slagen en verwondingen verschoonbaar zijn indien zij onmiddellijk uitgelokt worden door zware gewelddaden tegen personen, Het gaat hier om een strafverminderende verschoningsgrond. Er is echter geen sprake van uitlokking in de zin van art. 411 Sw. In casu is geen sprake van een zware gewelddaad in de zin van art 411 Sw, Er is totaal geen spraken van enige voorafgaande slagen uitgaande van I. E., Het feit dat er tussen I. E. en beklaagde onenigheid was houdt niet in dat het feit gepleegd door beklaagde door zware gewelddaden werden uitgelokt. Een ruzie, een onenigheid maakt geen zware gewelddaad uit 2. Strafmaat In hoofdorde verzoekt de raadsman van beklaagde de veroordeling bij eenvoudige schuldigverklaring uit te spreken wegens schending van de redelijke termijn. De raadsman van beklaagde wijst op de lange periode die verlopen is tussen het einde van het vooronderzoek en het aanhangig maken voor het vonnisgerecht. De rechtbank stelt vast dat het onderzoek word afgesloten per 21.09.2005 en dat op 15.09.2006 bevel tot dagvaarding werd gegeven aan de heer deurwaarder. Derhalve is een periode van bijna 1 jaar verlopen tussen het einde van het vooronderzoek en het aanhangig maken voor het vonnisgerecht. Het verloop van een dergelijke lange periode maakt in casu een overschrijding uit van de redelijke termijn in de zin van artikel 6.1 EVRM en artikel 14.3 IVBPR. In toepassing van artikel 21ter V.T.Sv. is de rechtbank van oordeel dat in deze de veroordeling bij eenvoudige schuldigverklaring passend voorkomt B. Op burgerrechtelijk gebied Burgerlijke partii het centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. Deze burgerlijke partij vordert een schadevergoeding van 1,00 euro. Er kan enkel vergoeding worden gevorderd voor schade welke werd veroorzaakt door het bewezen verklaarde misdrijf De door deze burgerlijke partij gevorderde schade werd niet door het bewezen verklaarde misdrijf veroordeeld. Het gevorderde dient derhalve als ongegrond te worden afgewezen.

4 e blad Burgerliike partii I. E. Bij schadenota neergelegd op de zitting van 01.02.2007 vordert deze burgerlijke partij een schadevergoeding van 1,00 euro provisioneel. Deze burgerlijke vordering komt ontvankelijk en gegrond voor. Er wordt geen vergoeding gevorderd voor schade welke met door het bewezen verklaarde misdrijf werd veroorzaakt. Gezien de hiemavolgende artikelen: Wetboek strafvordering art. 185-190-194-197; Strafwetboek art. 2, 2e lid-44-45-50-392-399 al.1; Artikel 21 ter V.T.Sv.; Burgerlijk Wetboek 1382; Wet 1/8/85 art. 29, gew. Wet 22.04.2003 art. 3 gew. K.B. 19.12.2003 art. 23 gew. K.B. 31.10.2005 art.1; Verordeningen (EG) nr. 1103/97, raad van 17.06.1997, en nr. 974/98, raad van 03.05.1998; Wet 30.10.1998, wet 26.06.2000 art. 2, 3 en 4, K.B. 20.07.2000 m.b.t de euro; Wet 15.06.1935 art. 2-14-24-31-32-34-35-36-37-41. OM DEZE REDENEN De Rechtbank, rechtdoende OP TEGENSPRAAK. Op strafrechtelijk gebied Verklaart beklaagde schuldig aan het ten laste gelegde feit zoals in de dagvaarding omschreven. Stelt vast dat de redelijke termijn werd overschreven en veroordeelt beklaagde bij toepassing van artikel 21 ter V.T. Sv. tot eenvoudige schuldig verklaring voor het bewezen verklaarde feit. Verwijst de veroordeelde tot de kosten van de publieke vordering, in totaal begroot op de som van 90,76 EURO. Legt aan de veroordeelde in toepassing van art. 91 K.B. 28.12.1950, gewijzigd bij art. 1 K.B. 23.12.1993 en gewijzigd bij art. 1 K.B. 11.12.2001 de verplichting op tot betaling van een vergoeding van 25 EURO.

5 e blad Op burgerrechtelijk gebied Verklaart de vorderingen van Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en racismebestrijding en I. E. ontvankelijk, deze van Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en racismebestrijding ongegrond en deze van I. E. gegrond. Veroordeelt H. A. tot betaling aan I. E. van de som van 1,00 euro provisioneel meer gerechtelijk intresten vanaf heden. Veroordeelt H. A., voor zoveel als nodig, tot de kosten van de burgerlijke vordering. Aldus gevonnist in openbare zitting van de ZESTIENDE KAMER. op 1 maart 2007, alwaar zetelden : Mevr. I. LOMMELEN, rechter, enige rechter, Mevr. K. SMEETS, substituut procureur des Konings, en Mevr. J. VANGRONSVELD, griffier.