EISENBUNDEL FEDERALE SOCIALE AKKOORDEN 2011-2015 Het Verbond Sociale Ondernemingen Gezondheid (VSO-G) is de pluralistische werkgeverskoepel die zich richt tot alle initiatiefnemers in de preventieve, curatieve somatische en geestelijke gezondheidszorg. VSO-G bevordert de kwaliteitsvolle werking en verdere uitbouw van verschillende takken van de gezondheidszorg door de belangen van haar leden te behartigen. VSO-G is democratisch, sociaal bewogen en progressief. VSO-G gaat uit van de maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers en van het belang van de maatschappelijke verankering van de gezondheidszorg. www.vso-gezondheid.be - 1 -
VOORAF Sociaal ondernemerschap: ondernemingsvrijheid Sociale ondernemers moeten de nodige kansen en steun krijgen om hun maatschappelijke opdracht op een professionele wijze te kunnen waarmaken. De maatregelen die genomen worden in de context van de sociale akkoorden, dienen dan ook de nodige vrijheidsgraden te bevatten om een flexibele implementatie op lokaal vlak toe te laten, zonder dat er geraakt wordt aan de geest van de akkoorden. Nieuwe maatregelen mogen met andere woorden niet verworden tot enkel maar nieuwe regels, bijkomende registraties of een verregaande interventie in het personeelsbeleid van de sociaal ondernemer. Tevens dienen de nieuwe maatregelen zo optimaal mogelijk afgestemd worden, niet alleen op de andere federale, maar ook de Vlaamse regelgeving. Daarnaast vraagt het VSO-G middelen voor managementsondersteuning. Deze middelen, die vrijgemaakt worden voor een aantal specifieke doeleinden zoals vorming van het management en leidinggevenden, IT-ondersteuning, enzovoort, zouden ongeconditioneerd ingezet moeten kunnen worden door de organisaties. Dat de overheid voor de aangewende middelen verantwoording vraagt aan de sociale ondernemers spreekt voor zich. Financiering maatregelen De middelen die ingezet worden om de federale Sociale Akkoorden te financieren dienen op een evenredige manier verdeeld worden over de verschillende sectoren. Tevens dient werk gemaakt te worden van het wegwerken van de anomalieën tussen de sectoren uit de vorige akkoorden. Het is duidelijk dat maatregelen enkel uitgevoerd kunnen worden in zoverre een volledige financiering wordt voorzien door de overheid. Dit betekent dat bij het opstellen van de akkoorden er een voorafgaande en gedetailleerde berekening moet worden gemaakt van de financiële gevolgen en moet de overheid zich duidelijk engageren voor wat betreft de financiering. Geen van de overeengekomen maatregelen mogen gevolgen hebben voor de kostprijs voor de patiënt. Attractiviteit Wat doorheen alle eisen van het VSO-G loopt is om de attractiviteit te verhogen om in de gezondheidssector te werken en er te blijven werken - 2 -
TEWERKSTELLING Door de vergrijzing stijgt het aantal zorgbehoevenden. Ook het aantal oudere werknemers neemt toe. Geschikte arbeidskrachten vinden en houden, wordt de komende jaren één van de grote uitdagingen voor de werkgevers in gezondheidssector. VSO-G blijft vragen naar de nodige maatregelen om de aantrekkingskracht van de sector te verhogen, niet enkel door een beleid uit te bouwen met bijzondere aandacht voor knelpuntberoepen, maar ook door sluitende financiële langetermijnperspectieven te bieden aan de werkgevers binnen de sector: de financiering van de organisaties moet een continuïteit in de tewerkstelling kunnen garanderen. Een aantrekkings- of retentiebeleid moet meer zijn dan het blind toekennen van enkel financiële voordelen aan de werknemers. Er kunnen ook andere maatregelen uitgewerkt worden met een geringere financiële impact en tevens beter inspelen op de groeiende vraag naar een beter evenwicht tussen werken en leven. Sectorspecifieke noden In het vorige Sociaal Akkoord kregen twee sectoren als enige geen uitbreiding van de personeelsequipe met name de revalidatiecentra en wijkgezondheidscentra. In de nieuwe akkoorden zou wel tegemoet moeten gekomen worden aan de eisen van deze sectoren op vlak van een personeelsuitbreiding: Wijkgezondheidscentra Momenteel genieten de artsen in de wijkgezondheidscentra enkel van de attractiviteitspremie. VSO-G pleit ervoor dat de artsen volwaardig mee opgenomen worden voor het harmonisatieluik zoals geldt voor al het andere personeel in een bediendestatuut onder dezelfde voorwaarden als de andere personeelsleden. Daarnaast vragen de wijkgezondheidscentra middelen om de onthaalfunctie op een professionele manier uit te bouwen. Door het aanwerven van professionele krachten die ingezet worden voor het onthaal en de administratieve opvolging van de patiënten, kunnen de zorgverstrekkers en vooral de huisartsen zich prioritair richten naar de zorg voor de patiënten. De ondersteuning van samenwerking tussen huisartsen (impulseo 2) is totaal ontoereikend voor de ontwikkeling van een performante ondersteuning. Deze ondersteuning is levensnoodzakelijk in een context van een groeiend tekort aan huisartsen. In cijfers betekent dit voor ieder wijkgezondheidscentrum dat minimum drie zorgdisciplines aanbiedt (cf. CAO dd. 18/11/2002) en een minimaal patiëntenbestand heeft van 500 patiënten (GMD of in forfait), een voltijdse onthaalbediende gefinancierd wordt. - 3 -
Autonome Revalidatiecentra Ook in de centra voor ambulante revalidatie NOK en PSY is de nood aan extra personeel hoog. Het personeelskader is sinds 1992 bevroren. Op dit moment voelen de centra een duidelijk tekort op vlak van: het psychosociaal personeel: het personeelskader dient aangevuld te worden door middel van een voltijdse kracht op masterniveau (psycholoog) en een voltijdse kracht op bachelorniveau (maatschappelijk of psychologisch assistent, of paramedicus); het logistieke personeel: sommige centra kunnen niet beschikken over logistiek personeel. Een inhaaloperatie is hier aangewezen. Thuisverpleging Wat de thuisverpleging betreft is het van belang om de zorgkundigen mee op te nemen in het Federaal Akkoord. Hoewel dit nog altijd een piloot project is binnen de thuisverpleging, is deze personeelscategorie zo goed als onmisbaar geworden. Gezien ook de zorgkundigen onder de loon- en arbeidsvoorwaarden vallen zouden zijn moeten kunnen worden opgenomen in het akkoord. Er moet dan ook dringend werk gemaakt worden van de afstemming van de federale regelgeving op de Vlaamse inzake erkenning van de opleidingen tot zorgkundige. De verankering van zorgkundigen is een prioriteit, alsook de daaraan gekoppelde uitklaring van de problemen rond de opleiding en visum en dit voor de beide landsdelen. Beschut Wonen Er wordt geijverd voor de re-integratie van mensen met langdurige psychische problemen op verschillende vlakken binnen de maatschappij. Het hebben van een dagstructurering speelt hierin een belangrijke rol. Voor een bepaalde groep mensen is de stap naar het vrijwilligerswerk, de beschutte- en reguliere tewerkstelling te groot. Het dagactiviteitencentrum met een specifiek dagactiviteitenaanbod biedt een antwoord op deze zorgvraag. Daarom wordt er bijkomend personeel gevraagd voor de zorgfunctie activering voor de uitbouw van dit zorgaanbod. De initiatieven beschut wonen hebben een personeelssleutel van een voltijdse equivalent per acht bewoners. De erkenningsnormen van de initiatieven beschut wonen bepalen dat een personeelslid binnen de toegekende personeelsnorm wordt aangesteld als verantwoordelijke coördinator van de werking. De initiatieven beschut wonen vragen bijkomende middelen voor een coördinator buiten de begeleidingsnorm. Deze persoon kan zich dan daadwerkelijk toeleggen op de leidinggevende en coördinerende taken, waardoor er meer tijd vrijkomt voor de zorg aan de bewoners. - 4 -
EINDELOOPBAAN Ervaring leert ons dat het bestaande systeem van de eindeloopbaanregeling een significante drukverhoging tot gevolg heeft voor werknemers die er (nog) geen recht op hebben. Onvermijdelijk lijdt de kwaliteit van de dienstverlening hieronder. Daarenboven schiet de financiële compensatie voor de vervanging schromelijk tekort. Daarom pleit VSO-G voor een evaluatie van de huidige eindeloopbaanregeling. In de huidige regeling krijgen werknemers boven 45 jaar 6 dagen extra verlof. Voor iedere bijkomende vijf levensjaren, verdubbeld dit aantal (12 op 50 jaar en 24 op 55). Zoals gezegd zet deze maatregel bijzonder veel druk op zowel de individuele werknemer als op de organisatie in haar geheel. VSO-G stelt voor om het mogelijk te maken om deze extra verlofdagen op te sparen en gebundeld op te nemen, bijvoorbeeld op het einde van de loopbaan. Daarnaast moeten 55-plussers aangemoedigd worden (eventueel door een aanmoedigingspremie) om beroepsactief te blijven. Er moet ook blijvend werk gemaakt worden van de verdere uitbouw van de tweede pensioenpijler. Dit voordeel maakt voor VSO-G integraal deel uit van de maatregelen die de attractiviteit van de gezondheidssector moeten verhogen. - 5 -