FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE REGLEMENT BACHELORPAPER GESCHIEDENIS ACADEMIEJAAR 2017-2018
INHOUD 1. De plaats van de bachelorpaper in de opleiding 3 2. Inschrijvingsvereisten 4 3. Het onderwerp van de bachelorpaper 4 4. Richtlijnen 4.1. Inhoudelijke aspecten 5 4.2. Formele aspecten 5 4.3. Taal 6 5. Begeleiding 6 6. Evaluatie 6 7. Tijdschema 7 2
1. DE PLAATS VAN DE BACHELORPAPER IN DE OPLEIDING De bachelorpaper vormt een belangrijk sluitstuk van de academische bacheloropleiding waarbij de bacheloropleiding zowel als finaliteit en als voorbereiding op de masteropleiding dient te worden gezien. Met deze paper toont de student aan dat hij/zij de eindcompetenties van de bacheloropleiding Geschiedenis beheerst. Via de bachelorpaper zal de student bewijzen dat hij/zij heuristische principes kan toepassen, de grondbeginselen en de basisvaardigheden voor een zelfstandig en kritisch onderzoek onder de knie heeft, de nodige mondelinge en schriftelijke rapporteringvaardigheden bezit. Meer bepaald bestaan de eindcompetenties van dit opleidingsonderdeel hierin: 1. Het formuleren van een probleemstelling; 2. Het toepassen van heuristische vaardigheden; 3. Aanzet tot het ontwikkelen van een bewijsvoering op basis van een coherente en grondig uitgewerkte argumentatie; 4. Blijk geven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Al deze leerdoelen monden uit in de opstelling en de mondelinge voorstelling van een wetenschappelijke paper (omvang : zie hieronder). Bij de beoordeling van de bachelorpaper worden de criteria toegepast zoals die zijn geformuleerd in het evaluatieformulier bachelorpaper (zie appendix). Ten laatste op 2 oktober 2017 moeten de studenten het keuzeformulier bachelorpaper ingevuld en ondertekend afgeven op het vakgroepsecretariaat. Daarop maken ze het onderwerp van hun paper kenbaar, alsook de naam van de promotor die zal instaan voor de begeleiding van het werk. Deze promotor is verbonden aan de opleiding geschiedenis en is ofwel een ZAP-lid ofwel een gedoctoreerd lid van het AAP ( assistenten ) of van het BAP ( onderzoekers ). Elk jaar duidt de opleidingraad een ander lid van de opleiding Geschiedenis aan, die samen met de promotor de paper zal evalueren. Dit tweede lid kan ook behoren tot het niet-gedoctoreerd AAP- of BAP-personeel met minimum twee jaar anciënniteit in die functie. De beoordelingscommissie moet alleszins minstens één ZAP-lid tellen. Dit laatste treedt op als stemgerechtigd lid bij de examendeliberaties. De studenten moeten tijdig contact opnemen met een ZAP-, AAP-, of BAP-lid dat zal optreden als promotor (dit kan eventueel al gebeuren voor de officiële start van het academiejaar waarin ze wensen in te schrijven voor het studiedeel paper Geschiedenis ). De studenten kunnen zelf een onderwerp aan een promotor voorstellen. Ze kunnen ook met hem of haar contact opnemen, na raadpleging van de themalijst op de website van de opleiding Geschiedenis. Toelatingsvoorwaarden tot het studiedeel Paper Geschiedenis : zie punt 2 Inschrijvingsvereisten. Al dan niet in samenwerking met de tweede lezer, moet de promotor de vorderingen van de student opvolgen. De promotor staat in voor de begeleiding van de onderzoeksactiviteiten van de student. Deze laatste moet regelmatig contact onderhouden met de promotor om hem/haar in te lichten over de vorderingen van het onderzoek. 3
In het kader van het opleidingsonderdeel Historisch Atelier presenteert iedere student tijdens een collectieve bijeenkomst rond eind maart/begin april (van Bachelor 3) onderwerp, probleemstelling, methoden en voorlopige resultaten van zijn/haar onderzoek. Op die bijeenkomst (eventueel gespreid over twee of meer dagen) moeten alle studenten een korte mondelinge uiteenzetting geven over de stand van hun onderzoek (maximum tien minuten). Deze vergaderingen worden bijgewoond door de medestudenten en de leden van het academisch personeel van de opleiding Geschiedenis (ZAP, AAP, BAP). Na de uiteenzettingen mogen de toehoorders vragen of kritische opmerkingen formuleren over het exposé. De student(e) kan rekening houden met die opmerkingen of suggesties bij de definitieve redactie van de paper. De deelname aan deze uiteenzettingenreeks is verplicht. Ongerechtvaardigde afwezigheid wordt gesanctioneerd bij de eindbeoordling van het vak Historisch Atelier door een 0 op dit onderdeel. Studenten die door ziekte (aangetoond door medisch attest) of andere aanvaarde oorzaak afwezig zijn, halen de presentatie op een later tijdstip in. 2. INSCHRIJVINGSVEREISTEN Wie de bachelorpaper aanvat, moet een credit behaald hebben voor het studiedeel Onderzoeksmethoden voor historici, Historische kritiek (en voor minstens één van de hierna vermelde studiedelen - Werkcollege met bronnen en referentiewerken Klassieke Oudheid - Werkcollege met bronnen en referentiewerken Middeleeuwen - Werkcollege met bronnen en referentiewerken Nieuwe Tijd - Werkcollege met bronnen en referentiewerken Hedendaagse Periode Bovendien moet de student reeds voor 40 studiepunten credits behaald hebben in het bachelorprogramma Geschiedenis. De studiedeelfiche Paper Geschiedenis vermeldt informatie over leerdoelen, voorkennis, inhoud, wijze van examineren, enz. Deze kan geraadpleegd worden op de website bij onderwijsaanbod. 3. HET ONDERWERP VAN DE BACHELORPAPER Zoals gezegd wordt het onderwerp van de bachelorpaper gekozen in overleg met de promotor. De studenten kunnen zelf een thema voorstellen en kunnen ook de lijst van onderwerpen raadplegen op de website http://www.vub.ac.be/hist. Het onderwerp van de bachelorpaper kan dienen als aanloop tot de masterproef. 4. RICHTLIJNEN 4.1. Inhoudelijke aspecten Dit opleidingsonderdeel is opgevat als een voorbereiding op de redactie van een omstandige wetenschappelijke monografie. In de allereerste weken van het academiejaar (ten laatste op 3 oktober) moet elke student, onder begeleiding van 4
een promotor, een onderwerp vastleggen. Dat onderwerp kan eventueel gekozen worden in functie en ter voorbereiding van de masterproef die ingediend moet worden op het einde van de masteropleiding Geschiedenis. In het kader van het opleidingsonderdeel Historisch Atelier zet de student, steeds in nauw en regelmatig overleg met de promotor, volgende stappen in het onderzoek : het onderwerp moet precies worden afgebakend, de bibliografie moet worden opgesteld, de wetenschappelijke literatuur moet worden verkend, en de bronnen moeten aan een eerste, preliminair onderzoek onderworpen worden. Deze activiteit mondt uit in de redactie van een paper van minimaal 15000 woorden, exclusief de bibliografie en de eventuele bijlagen. De Bachelorpaper omvat: 1. een probleemstelling; 2. een kritische bespreking van de wetenschappelijke literatuur; 3. een bespreking van de gehanteerde methoden bij de interpretatie van het bronnenmateriaal; 4. een kritische bespreking van het beschikbare bronnenmateriaal met een aanzet tot de verwerking ervan, rekening houdend met de richtlijnen van de promotor. Opgelet: de paper moet meer zijn dan een loutere status quaestionis; hij mag zich dus niet beperken tot de samenvatting van de bestaande wetenschappelijke literatuur. Een deel van de opgespoorde bronnen moet ook al verwerkt worden in de analyse. De Paper dient tevens een lijst van de gebruikte bronnen en publicaties te bevatten. Desgevallend kunnen ook bijlagen worden toegevoegd (zoals reeds aangeduid tellen deze lijst en de bijlagen niet mee in bepaling van de totale omvang van de scriptie). Het spreekt vanzelf dat de paper origineel moet zijn, dit wil zeggen de neerslag van de persoonlijke onderzoeksactiviteit van de student; plagiaat is uiteraard ten strengste verboden (zie ook Onderwijs- en examenreglement, art 118, par. 2). De E.H.B.O.-kit (Eerste Hulp Bij Onderzoeksproblemen) kan nuttig zijn bij de redactie van de paper en is de downloaden via PointCarré. 4.2. Formele aspecten Op het titelblad moeten de volgende elementen voorkomen: - Naam student rechtsboven (Voornaam Naam) - Vrije Universiteit Brussel - Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte - Studiegebied Geschiedenis - Naam promotor (Voornaam Naam) - Titel - Paper ingediend voor het behalen van de graad van Bachelor in de Geschiedenis - Academiejaar rechtsonder De bachelorpaper omvat ook de volgende plechtige verklaring i.v.m. plagiaatregels die samen met het manuscript wordt ingebonden: 5
Ik verklaar plechtig dat ik de bachelorpaper, (titel), zelf heb geschreven. Ik ben op de hoogte van de regels i.v.m. plagiaat en heb erop toegezien om deze toe te passen in deze bachelorpaper. Datum Naam + handtekening De bachelorpaper telt minimaal 15.000 woorden, exclusief bronnenlijst, bibliografie en eventuele bijlagen. Gebruik een standaard lettertype, bv. Times 12 en interlinie 1,5. 4.3. Taal De bachelorpaper wordt in het Nederlands geschreven. Na schriftelijk akkoord van de promotor mag de bachelorpaper eventueel ook in het Engels, Frans of Duits worden opgesteld. 5. BEGELEIDING Het studiedeel Historisch atelier ( 3 SP) zorgt voor de collectieve omkadering van de BA-paper en bestaat uit vier opdrachten: 1) opstellen van beredeneerde bibliografie, 2) formuleren van een onderzoeksvraag ingebed in de wetenschappelijke literatuur, 3) presentatie van bronnen en methoden, en 4) mondelinge presentatie van de BApaper. De promotor (eventueel samen met de tweede lezer) staat de student individueel bij in alle fasen van het onderzoek. Hij of zij superviseert de rapportage van de resultaten van dit onderzoek en verleent ondersteuning bij de vormelijke en de inhoudelijke aspecten van de paper. Conform het Onderwijs- en examenreglement is artikel 122 ook hier van toepassing: De promotor verplicht zich ertoe om de student regelmatig te begeleiden en de student verplicht zich ertoe om de promotor regelmatig in te lichten over de vorderingen van zijn onderzoek. Bij niet naleving kan de student of de promotor dit schriftelijk aan de Decaan mededelen. De Decaan neemt een beslissing die kan leiden tot verandering van promotor of verzaking van het promotorschap en deelt dit mee aan de faculteitsraad. 6. EVALUATIE Studiepunten De bachelorpaper staat voor 9 SP. Wie een onvoldoende (= minder dan 10 op 20) behaalt is niet geslaagd voor de bacheloropleiding. Samenstelling leescommissie De leescommissie wordt samengesteld door de opleidingsraad van Geschiedenis en bestaat uit twee AP-leden die verbonden zijn aan de opleiding (waarvan minstens één ZAP-lid). De promotor is steeds een ZAP-lid of een gedoctoreerd AP-lid. Het ZAPlid bezit het stemrecht op de deliberaties en draagt de academische verantwoordelijkheid voor dit opleidingsonderdeel. 6
Procedure Op grond van het evaluatieformulier bachelorpaper (zie appendix) beoordelen de promotor en de tweede lezer de bachelorpaper onafhankelijk van elkaar en schrijven zij elk een kort evaluatieverslag. Het eindcijfer is het rekenkundig gemiddelde van de quoteringen van de twee begeleiders. Indien de cijfers sterk uiteenlopen, wordt het definitieve eindcijfer bepaald na bespreking met de voorzitter van de opleiding. De student(e) heeft vervolgens het recht om het eindcijfer te kennen (niet het cijfer dat door elk van de juryleden werd voorgesteld) en om de schriftelijke verslagen in te zien of er een kopie van te ontvangen. Hij/zij kan ook vragen om door de jury gehoord te worden. De datum waarop de studenten inzage krijgen in de verslagen van de juryleden zal per e-mail door het vakgroepssecretariaat bekend gemaakt worden. Tot drie werkdagen na deze datum heeft de student(e) de tijd om indien gewenst bij de voorzitter van de opleiding geschiedenis een aanvraag in te dienen voor een mondelinge openbare bespreking van de bachelorpaper met de promotor en het andere jurylid. Deze bespreking moet plaatsgrijpen binnen de examenzittijd. Evaluatiecriteria Het eindcijfer zal bepaald worden door de evaluatie van de schriftelijk ingediende bachelorpaper op grond van de criteria die zijn geformuleerd in het evaluatieformulier bachelorpaper (in de appendix). 7. TIJDSCHEMA Datum indienen onderwerp Het onderwerp en de naam van de promotor van je bachelorpaper moeten ten laatste op 2 oktober 2017 worden ingediend op het secretariaat van de vakgroep op het daartoe voorziene formulier (formulier ter beschikking op de facultaire website http://www.vub.ac.be/lw/) Opgelet: Indien de student(e) na de indiening van deze gegevens het onderwerp van de bachelorpaper wil wijzigen of van promotor wil veranderen, moet hij/zij dit schriftelijk aan de voorzitter van de opleiding geschiedenis melden voor de wintervakantie in het academiejaar waarin hij/zij als student is ingeschreven in het derde bachelorjaar. Dit wordt telkens met redenen omkleed. De student die nalaat om het (door de promotor ondertekende) formulier met aanduiding van het onderwerp van de paper bij het vakgroepsecretariaat in te dienen op de daartoe voorziene datum, zal op het definitieve puntenblad als "Afwezig" worden opgetekend. Deze regeling geldt eveneens voor de studenten die nalaten de twee vereiste exemplaren van de paper op het daartoe voorziene ogenblik in te dienen. Datum groepsrapportering Ca. eind maart/begin april 2017. De exacte datum wordt in de loop van het eerste semester bekend gemaakt. Datum indienen paper 7
De bachelorpaper moet in tweevoud ingediend worden op het secretariaat van de vakgroep tijdens de openingsuren (lokaal 404, gebouw B, vijfde verdieping) ten laatste - op 8 januari 2018 (eerste examenperiode van de eerste zittijd) - op 29 mei 2018 (eerste zittijd) - op 6 augustus 2018 (tweede zittijd) De student vergewist zich op voorhand van de openingsuren van het vakgroepensecretariaat. Indien een student wegens bijzondere omstandigheden de bachelorpaper niet persoonlijk kan indienen op het vakgroepensecretariaat, mag hij/zij na goedkeuring door de decaan de nodige exemplaren per aangetekende zending of via een koerierdienst aan het vakgroepensecretariaat bezorgen. De gemotiveerde aanvraag voor deze afwijking moet ten laatste 14 kalenderdagen vóór de uiterste datum van indienen van de bachelorpaper bij de decaan toekomen. Bijzondere regeling voor uitgaande Erasmusstudenten Indien de student(e) vertrekt vóór 2 oktober 2017 moet hij/zij vóór zijn/haar vertrek de nodige regelingen treffen om een onderwerp af te bakenen en de promotor te ontmoeten. 8
APPENDIX. EVALUATIEFORMULIER BACHELORPROEF GESCHIEDENIS Beoordelingsformulier Bachelor- en Masterproef Geschiedenis Naam student: BA of MA TITEL Promotor: Academiejaar: Jurylid: Criteria 1 A tot E Korte commentaar Probleemstelling en relevantie Literatuurverwerking Heuristiek en bronnen Creativiteit Methode(n) Argumentatie en interpretatie Structuur Vorm (prenten, tabellen, grafieken, ) Taal en stijl E zeer slecht; voor verbetering vatbaar mits zware inspanning D slecht; verbeteringen zijn nodig om basiscriteria te halen C aanvaardbaar; voldoet aan basiscriteria B goed; degelijk werk, getuigt van stielkennis A zeer goed; uitzonderlijk mooi en volledig werk 1 Probleemstelling en relevantie: Worden de probleemstelling en de relevantie van het onderzoeksopzet op een goede manier gekaderd in relatie tot bestaande literatuur? Literatuurverwerking: Wordt adequate literatuur gevonden en doelmatig gebruikt (stand van het onderzoek; literatuur gebruikt voor historische context en inspiratie voor benaderingen, debatten, theorie, concepten, bronnen en methoden)? Heuristiek en verantwoording bronnen: Wordt er op een goede manier verantwoord hoe en waarom de gebruikte bronnen gezocht en gekozen werden in relatie tot de probleemstelling? Is er aandacht voor de mogelijkheden en beperkingen van het gekozen bronnenmateriaal in relatie tot de probleemstelling? Onderzoeksmethoden: Wordt de gekozen methode verantwoord? Gebeurt de aanwending en verwerking van het bronnenmateriaal op een systematische manier? Is er aandacht voor de mogelijkheden en beperkingen van de gekozen onderzoeksmethode in relatie tot de probleemstelling? Creativiteit: Geeft de student blijkt van originele of creatieve perspectieven of methoden bij het empirisch onderzoek? Argumentatie en interpretatie: Worden de bevindingen van het onderzoek op een beredeneerde manier geformuleerd? Is het betoog logisch opgebouwd en duidelijk geargumenteerd? Geeft de student blijk van een historisch-kritische houding ten opzichte van het gebruikte bronnenmateriaal? Vorm: Is zorg besteed aan lay out, bibliografie en (voet)noten? Is bronverwijzing aanwezig bij afbeeldingen, grafieken en tabellen; is de nummering correct? 9
Uitgebreide commentaar: Handtekening en naam (cijfer wordt bezorgd aan voorzitter van de opleiding) datum 10