NOaA 2.0 Verantwoording update 2017

Vergelijkbare documenten
Kenniskansen voor AMZ-relevant synthetiserend onderzoek op basis van Maltarapportages

Archeologische kennisbronnen voor gemeenten

Concept NOaA 2.0 vragen, een eerste aanzet (versie )

Oogst voor Malta Rapporten van Malta opgravingen beter ontsloten

PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE Project: nieuwe NOaA-Oogst voor Malta. Analyse archeologische kenniswinst ( )

Buitendijks erfgoed Congresgebouw de Doelen, Leeuwarden Buitendijks erfgoed in het kust gebied en het gemeentelijk beleid

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

Archeologische rijksmonumenten - aantal complexen

De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen

Archeologie en waterbodems. Meerdere gebruiksfuncties. Marie-Catherine Houkes. Maritiem Programma RCE 29 oktober 2013.

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie

Clustering van groepen complextypen. hoofdthema s PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE

Competentieprofiel. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE, PROJECT WAARDENKAART IN VEELVOUD. Kwaliteitsverbetering. gegevens in Archis

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

Archeologiebeleid op Walcheren

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

3000 jaar historie van Best-Aarle opgegraven

Interview Tessa de Groot

Verslag rondetafel landelijk gebied en erfgoed. 16 februari 2017

Kenniskansen voor AMZ-relevant synthetiserend onderzoek op basis van Malta-rapportages

Het verleden is niet passé! De impact van archeologie en cultuurlandschap op de energietransitie. Monica K. Dütting Stichting NMF

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Handreiking Archeologie, Aardkundige waarden en Cultuurhistorie voor Waterbeheerders Baggernet 9 november 2010

Nieuwsbrief Kromme Rijn

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

.txl. Archeologie Texel. Archeologische Quickscan

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Bredase akkers eeuwenoud

Heesch - Beellandstraat

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Juist Klimaatverandering en kustlandschappen

MEROVINGISCHE PIONIERS BRABANTSE BOEREN

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos)

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Landschap en erfgoed. Over ruimte bieden aan verandering. Henk Baas Hoofd Landschap RCE. 1 oktober Delft

Geachte heer/mevrouw,

Tijd van jagers en boeren

Tijd van jagers en boeren

Veldheem Wezep en archeologie

Programma Mediterranean Archaeology

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018

Dieren in het vroegmiddeleeuwse grafritueel. Inge van der Jagt 10 april 2015

Cultureel erfgoed Boxmeer

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Naar indicatoren voor regionale samenhang. De bijdrage van landschaps- en cultuurgeschiedenis. Prof. dr. Arnoud-Jan Bijsterveld

SIKB-jaarcongres, 6 oktober 2010 in s Hertogenbosch. Sessie B1

PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE Project: Waardekaart in veelvoud. Overzicht gemeentelijke archeologische kaarten 2014

Bijlage 3: Handreikingen voor een beleefbare archeologie

Libau, 4 januari Plangebied kampeerterrein aan de Pageplas te Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek

Ontwerpbesluit beschermd dorpsgezicht

Maasvlakte 2 (Port of Rotterdam) - Hoe werkt Malta op zee? Een case study. Andrea Otte Senior Beleidsmedewerker Maritiem Erfgoed

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Besluit CCvD Archeologie Diploma Archeologie en Aardwetenschappen

Bijlage 3. Vrijstellingen

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Beleef de prehistorie HUNEBEDQUIZ. Door: Nadine Lemmers 1 februari 2016

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

Gevormd en omgevormd landschap Prehistorie tot Middeleeuwen

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Rijksmonumenten - nabijheid

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Plan van aanpak begeleiding aanleg bouwput Helmond-Stiphout, Geeneind

Verslag rondetafel klimaatbestendige stad en erfgoed. 16 februari 2017

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability

terp/wierde Excursie Belangrijke begrippen Wonen op terpen en wierden - Annet Nieuwhof Cursus Seniorenacademie najaar 2015

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

BIJLAGE IV WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN

MAAIKE GROOT ARCHEOLOGISCH CENTRUM VRIJE UNIVERSITEIT-HENDRIK BRUNSTING STICHTING

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Waterberging Kruisstraat bij Musselkanaal (gemeente Stadskanaal) Een Archeologisch Bureauonderzoek

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Landbouwschool Larenstein Brinkgeverweg

Sportpark en scoutingterrein aan de Boerhaavestraat en Berkenstraat te Stadskanaal, gemeente Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

statenstukken Provinciale Staten WEB /5 Uitwerkingsnota Immaterieel erfgoed en Archieven VOORSTEL Samenvatting:

Brede School Baflo-Rasquert, gemeente Winsum Een Archeologisch Bureauonderzoek

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het landschap onder de. - Rivieren in de steentijd. Henk Weerts

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De landschapsbiografie: instrument voor onderzoek, planning enm ontwerp. Hans Renes, UU / VU,

Transcriptie:

Verantwoording update 2017

2 Inhoud 1 Inleiding, pag 3 2 Werkwijze Update NOaA 2.0, pag 4 3 Geanalyseerde Oogst voor Malta (OvM)-rapportages, pag 5 4 Nieuwe vragen die in de NOaA 2.0 zijn opgenomen, pag 6 5 Vragen die uit de NOaA 2.0 zijn geschrapt, pag 7 6 Overzicht overige aanvullingen NOaA 2.0, pag 8 Literatuur, pag 10 Bijlage, pag 11

3 1 Inleiding De nieuwe Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA 2.0) is op 31 maart 2016 online gegaan. 1 De NOaA 2.0 bevatte op dat moment 117 vragen die vanuit nationaal perspectief essentieel worden geacht. De NOaA 2.0 is in de eerste plaats bedoeld als hulpmiddel voor selectie en inspiratiebron voor wetenschappelijk relevant veldwerk dat plaats vindt binnen de Malta -archeologie. Om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren, moeten de vragen, hun operationalisering en de bijbehorende bronnen in de NOaA 2.0 actueel zijn. Eind 2017 heeft daarom een eerste update plaats gevonden. Dit rapport bevat de verantwoording van deze update. De belangrijkste reden voor de update is het verschijnen van een groot aantal rapporten in de reeks Nederlandse Archeologische Rapporten, als resultaat van het onderzoeksprogramma Oogst voor Malta (OvM) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen dit programma worden de resultaten van uitgevoerde opgravingen geïnventariseerd, geëvalueerd en gesynthetiseerd. De rapporten hebben nieuwe inzichten en nieuwe vragen opgeleverd. 2 Daarnaast zijn het afgelopen jaar diverse andere publicaties verschenen die als relevante bron bij een specifieke vraag zijn opgenomen of als inspiratie voor een nieuwe NOaAvraag hebben gediend. Bovendien hebben ook gesprekken met collega s of lezingen onder andere bij het Archeologieplatform als inspiratiebron gediend voor het toevoegen van nieuwe vragen, aanscherping van bestaande vragen of het aanvullen van de handreikingen en bronnen. Tot slot zijn ook twee vragen uit de NOaA 2.0 geschrapt omdat ze zijn beantwoord of vervangen door een andere vraag. De update heeft tot resultaat dat NOaA 2.0 op 1 januari 2018 in totaal 134 vragen bevat. 1 Groenewoudt, De Groot, Theunissen & Eerden 2016. Raadpleegbaar via www.noaa.nl. 2 Enkele van deze onderzoeken lopen nog. Wanneer de resterende rapporten zijn verschenen, zullen ook deze op NOaA-input worden geanalyseerd.

4 2 Werkwijze Update NOaA 2.0 In 2017 zijn naar aanleiding van het verschijnen van enkele nieuwe publicaties, gesprekken met collega s en lezingen verbeteringen in de NOaA 2.0 doorgevoerd. Voor de update naar aanleiding van de Oogst voor Maltarapporten is de volgende werkwijze gehanteerd: 1. Inventariseren voorstellen voor nieuwe vragen uit de Oogst voor Malta-rapporten en beantwoording vragen NOaA 1.0 2. Inventariseren van NOaA 2.0-vragen met een voor het OvM-rapport overeenkomstige thematiek, periode en/of regio 3. Beoordelen welke NOaA-vragen uit stappen 1 en 2 beantwoord zijn binnen de OvM-rapporten in samenwerking met de projectleiders OvM van de RCE 4. Voorstellen voor nieuwe vragen uit de OvM-rapportages toetsen aan de criteria voor NOaA 2.0 vragen, 3 dit in samenwerking met de projectleiders OvM. 5. Beantwoorde vragen afvoeren 6. Nieuwe vragen voor de NOaA formuleren en voorleggen aan periode/materiaalspecialisten van de RCE 7. Bestaande vragen, metadatering en bijbehorende toelichtingen en operationalisering aanvullen of aanscherpen. 8. OvM-rapport toevoegen als bron bij NOaA-vragen waarvoor bouwstenen zijn verzameld 9. Nieuwe NOaA-vragen aan projectgroep NOaA voorleggen 10. Goedgekeurde vragen metadateren en in NOaA 2.0 invoeren 11. Verantwoordingsdocument schrijven 3 Zie bijlage.

5 3 Geanalyseerde Oogst voor Malta (OvM)-rapportages 1. Scholte Lubberink, H.B.G., L.J. Keunen & N.W. Willemse 2015: Op het kruispunt van de vier windstreken. Synthese Oogst voor Malta onderzoek de Gelderse Vallei (Utrechts-Gelders zandgebied), Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 48). 2. Schabbink, M. (red.) 2016: Vier eeuwen boeren; Synthese Oogst voor Malta onderzoek: Archeologische sporen van boerderijen en erven 1250-1650, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 49). 3. Ball, E.A.G. & R.M. van Heeringen 2016: Westelijk Noord- Brabant in het Malta-tijdperk. Synthetiserend onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van het westelijk deel van het Brabants zandgebied, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 51). 4. Heeringen, R.M.van & H.M. van der Velde (red.) 2017: Struinen door de duinen, Synthetiserend onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van het Hollands duingebied op basis van gegevens verzameld in het Malta-tijdperk, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 52). 5. Fokkens, H., B.J.W. Steffens & S.F.M. van As 2017: Farmers, fishers, fowlers, hunters. Knowledge generated by development-led archaeology about the Late Neolithic, the Early Bronze Age and the start of the Middle Bronze Age (2850-1500 cal BC) in the Netherlands, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 53). 6. Lange, S., L.I. Kooistra & J. Jelsma (red.) 2017: Uit het juiste hout gesneden. Houten gebruiksvoorwerpen uit archeologische context tot 1300 n.chr., Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 54). 7. Verspay, J.P.W., A.M.J.H. Huijbers, H. van Londen, J. Renes, J. Symonds 2017: Village Formation in the Netherlands during the Middle Ages (AD 800 1600). An assessment of recent excavations and a path to progress, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 56). 8. Van Enckevort, H. & J. Hendriks 2017: Nieuw licht op donkere eeuwen. De overgang van de laat-romeinse tijd naar de vroege middeleeuwen in Zuid-Nederland. Synthese Oogst voor Malta onderzoek, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 58). 9. Ball, E.A.G. & R. Jansen 2017 (red.): Drieduizend jaar bewoningsgeschiedenis van oostelijk Noord-Brabant; Synthetiserend onderzoek naar locatiekeuze en bewoningsdynamiek tussen 1500 v.chr. en 1500 n.chr. op basis van archeologisch onderzoek in het Malta-tijdperk, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 61). 10. Peeters, J.H.M., D.C.M. Raemaekers, I. Devriendt, P. Hoebe, M. Niekus, G. Nobles & M. Schepers 2017 : Paradise Lost? Insights into the Early prehistory of the Netherlands development-led archaeology, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 62).

6 4 Nieuwe vragen die in de NOaA 2.0 zijn opgenomen Nummer Vraag Bron 118 Waar, hoe en binnen welke context manifesteren zich elitegroepen? Roymans, Heeren & De Clercq (eds.) 2017; Nicolay 2014; Theuws 2014. 119 Wat is de betekenis van vroeg-neolithische, non-bandkeramische aardewerkvondsten in een bandkeramische context en daarbuiten? Archeologieplatform-bijeenkomst 3 juli 2014: LBK; Van de Velde & Amkreutz 2017. 120 Binnen welke context, waarvoor en in welke mate werd schrift gebruikt? Derks & Roymans 2002; De Heij 2014; De Mooij 2016. 121 In hoeverre en met welk doel werden sier- en gebruiksvoorwerpen hergebruikt? 122 Op welke wijze worden rivier-overstromingsvlakten en uiterwaarden door de mens gebruikt en ingericht? 123 Op welke wijze, in welke mate, waar en wanneer vond in graven postdepositionele interventie plaats? Nieuwhof 2015. Sessie Ruimte voor de rivier Reuvensdagen 2016. Van Haperen 2017a; Van Haperen 2017b. 124 Hoe lang waren huizen, bijgebouwen en waterputten in gebruik? OvM-NAR 51 Westelijk Noord-Brabant in het Malta-tijdperk 125 Binnen welke context en op welke wijze komt in nederzettingen planmatige ordening tot stand? 126 Wat zijn de vorm, functie, datering en context van verdiepte (delen van) gebouwen? 127 In hoeverre functioneerden (fragmenten van) gebruiksvoorwerpen als primitive valuables? OvM-NAR 51 Westelijk Noord-Brabant in het Malta-tijdperk OvM-NAR 51 Westelijk Noord-Brabant in het Malta-tijdperk OvM-NAR 51 Westelijk Noord-Brabant in het Malta-tijdperk 128 Waar en hoe werd zout gewonnen, verwerkt en gedistribueerd? OvM-NAR 52 Struinen door de duinen 129 Hoe ging men in het kustgebied in de prehistorie en Romeinse tijd om met de doden? 130 Welke rol spelen persistent places en wat zijn daarvan de kenmerken en context? 131 Welke handelingen en activiteiten zijn verbonden met het verlaten van nederzettingen en het buiten gebruik stellen/raken van gebouwen, waterputten etc.? 132 Waar en wanneer ontstaan nuts- en siertuinen, en hoe werden die ingericht en gebruikt? 133 In hoeverre is er variatie in de aard, locatie en functie van mesolithische haardkuilen, en in hoeverre hangt die samen met verschillen in datering, vorm en houtgebruik? 134 Op welke wijze komen identiteit en maatschappelijke positie tot uitdrukking in kleding? OvM-NAR 52 Struinen door de duinen OvM-NAR 53 Farmers, fishers, fowlers, hunters OvM-NAR 53 Farmers, fishers, fowlers, hunters OvM-NAR 61 Drieduizend jaar bewoningsgeschiedenis van oostelijk Noord- Brabant OvM-NAR 62 Paradise Lost? Brandenburgh 2016. NB: Overige vroeg-prehistorische NOaA 2.0 vragen worden in het voorjaar van 2018 in samenwerking met de universiteiten Groningen en Leiden aangescherpt en aangevuld. NB: NOaA vraag 37 Hoe fluctueerde de grondwaterspiegel en wat waren daarvan de effecten op landschap en landgebruik? is het resultaat van NAR 48 Op het kruispunt van de vier windstreken. Deze was bij de lancering van de NOaA in maart 2016 al opgenomen.

7 5 Vragen die uit de NOaA 2.0 zijn geschrapt NOaA-vraag Vraag Toelichting 55 In hoeverre concentreerde de bewoning zich in de ijzertijd op meer leemhoudende zandbodems? In essentie beantwoord in NAR 61 Drieduizend jaar bewoningsgeschiedenis van oostelijk Noord-Brabant 105 Wat is de functie en gebruiksgeschiedenis van terpen langs rivieren? Is vervangen door (bredere) vraag 122: Op welke wijze worden rivieroverstromingsvlakten en uiterwaarden door de mens gebruikt en ingericht?

8 6 Overzicht overige aanvullingen NOaA 2.0 Vraag Actie Bron 1 Waar, in welke fasen van het Pleistoceen en onder welke klimatologische omstandigheden verbleven vroege hominiden in Nederland? 3 Wanneer, waar en onder welke klimatologische omstandigheden verschijnen de verschillende laat-paleolithische culturen en culturele tradities op het toneel? Wat is hun geografische en chronologische reikwijdte, en wat zijn de onderlinge relaties? 7 Hoe veranderde de bestaanswijze gedurende het laat mesolithicum tot en met de midden bronstijd? 13 Welke verbanden bestaan er langs de kust tussen fysisch-geografische veranderingen, landgebruik en bewoningspatronen? 20 Hoe hebben de productie, de bewerking, het (her)gebruik en de distributie van metaal zich ontwikkeld? 22 Welke rol speelt de exploitatie van natuurlijke voedselbronnen (inclusief jacht en visserij) na de introductie van de landbouw? 23 Wat is de verschijningsvorm van gebouwen en nederzettingen vóór de Midden Bronstijd B (1500 v. Chr.)? 28 Hoe zijn sacrificial landscapes gesitueerd en gestructureerd, en wat is de gebruiksduur? 29 Wat is de aard, context en betekenis van intentionele (rituele?) deposities in en rond huis en erf? 32 Hoe verloopt de ontwikkeling van het laat-prehistorische cultuurlandschap in relatie tot akkercomplexen (ligging, omvang, gebruik, mobiliteit)? 33 Welke economische functies hadden perifere gebieden ( marginale landschappelijke zones) en wat zijn de archeologische verschijningsvormen van dit gebruik? Handreiking aangevuld NAR 61 Handreiking aangevuld NAR 61 Literatuur aangevuld NAR 53 Handreiking en literatuur aangevuld NAR 52 Metadatering, toelichting, handreiking en literatuur aangevuld Literatuur aangevuld NAR 53 Literatuur aangevuld NAR 53 Literatuur aangevuld NAR 53 Toelichting en literatuur aangevuld NAR 51, NAR 53 Vraag aangevuld, metadatering uitgebreid, literatuur aangevuld NAR 53 Literatuur aangevuld NAR 53 35 Hoe waren de interne structuur en de functionele geleding van huizen? Literatuur aangevuld NAR 53 37 Hoe fluctueerde de grondwaterspiegel en wat waren daarvan de effecten op landschap en landgebruik? 38 Hoe verandert de verhouding akkerbouw veeteelt binnen de agrarische economie? Literatuur aangevuld NAR 51 Literatuur aangevuld NAR 49 45 Wat zijn de aard en context van variatie en verandering in het grafbestel? Literatuur aangevuld 48 Waar, in welke mate en hoe functioneerde muntgeld? Literatuur aangevuld 49 Wat zijn de verschijningsvormen en sociaaleconomische context van agrarische specialisatie? 52 Welke culturele en demografische veranderingen voltrokken zich in de Romeinse tijd - Vroege Middeleeuwen in het Noord-Nederlandse kustgebied? 54 Wat is de context en betekenis van los menselijk skeletmateriaal in en buiten nederzettingen? 58 Wat zijn de aard en achtergrond van regionale en chronologische differentiatie in bevolkingsafname, bevolkingstoename en bevolkingssamenstelling? 59 Welke materiële, socio-economische en landschappelijke effecten hadden de opkomst en later het wegvallen van Romeinse netwerken (materieel en immaterieel) en afzetmarkten? 62 Welke rol speelden Romeinse nederzettingen, gebouwen, tempels, infrastructuur en andere structuren nadat ze hun primaire functie hadden verloren? 72 Hoe functioneerden emporia en andere vroegmiddeleeuwse centra en handelsnederzettingen binnen internationale handelsnetwerken, en ook lokaal? Handreiking en literatuur aangevuld NAR 49 Literatuur aangevuld Literatuur aangevuld Literatuur aangevuld NAR 58 Literatuur aangevuld NAR 58 Vraag, toelichting, literatuur aangevuld NAR 58 Literatuur aangevuld 75 Hoe, waar en wanneer ontstaan plaatsvaste dorpen? Handreiking aangevuld NAR 56 83 Hoe en onder invloed van welke factoren verliep de bewoningsexpansie op het (post)middeleeuwse platteland? Handreiking aangevuld NAR 48 87 Welke invloed had de stad op het omringende platteland? Literatuur aangevuld NAR 49

9 Vraag Actie Bron 93 Wat zeggen archeologische resten en structuren over de aard en het verloop van gewapende conflicten en achterliggende militair-strategische inzichten? Literatuur aangevuld 104 Welke veranderingen treden op de in samenstelling en ruimtelijke ordening van erven? 109 Op welke wijze uiten persoonlijke en groepsidentiteiten zich in de materiële cultuur? 112 Binnen welke context, wanneer en op welke wijze werden bouwmaterialen hergebruikt? 113 Wat zijn de aard en herkomst van sier- en gebruiksvoorwerpen uit de periode c. 400-600 AD? 116 Welke invloed hadden lokale landschappelijke omstandigheden (bodem, vegetatie) op regionale huisbouwtradities? Literatuur en handreiking aangevuld NAR 51, NAR 53, NAR 61 Handreiking en literatuur aangepast 117 In hoeverre veranderde de bevolkingssamenstelling van steden en dorpen? Literatuur aangevuld Literatuur aangevuld NAR 58 Handreiking en literatuur aangevuld NAR 58 Literatuur aangevuld NAR 50

10 Literatuur Brandenburgh, C.R., 2016: Clothes make the man. Early medieval textiles from the Netherlands, Dissertation Leiden University. Derks, T & N. Roymans 2002: Seal-boxes and the spread of Latin literacy in the Rhine delta. In: A.E. Cooley (ed.) 2002: Becoming Roman, Writing Latin? Literacy and Epigraphy in the Roman West (Journal of Roman Archaeology Supplementary Series 48.), 87-134. Groenewoudt, B., T. de Groot, L. Theunissen & M. Eerden 2016: Verantwoording NOaA 2.0, Amersfoort. Haperen, M.C. van, 2017a: In touch with the dead : early medieval grave re-openings in the Low Countries, Doctoral thesis Leiden University. Haperen, M.C. van, 2017b: Contact met de doden. Vroegmiddeleeuwse heropende graven in de Lage Landen, Archeologie in Nederland 1-1, 26-35. Heij, M. de, 2014: Zegels en zegelstempels. Een onderzoek naar de ontwikkeling van de middeleeuwse schriftcultuur in Friesland, Groningen en Drenthe aan de hand van een inventarisatie van zegels en zegelstempels, Deventer (Scriptie Saxion-Archeologie). Mooij. B. de, 2016: Tekenen van verschriftelijking. Een onderzoek naar het gebruik van het schrift in de Middeleeuwse samenleving in de provincie Zeeland aan de hand van een inventarisatie van 2406 Middeleeuwse zegels en zegelstempels uit Nederland, Deventer (Scriptie Saxion- Archeologie). Nicolay, J.A.W., 2014: The splendour of power: early medieval kingship and the use of gold and silver in the southern North Sea area (5th to 7th century AD), Eelde/Groningen (Groningen Archaeological Studies, 28). Nieuwhof, A., 2015: Eight human skulls in a dung heap and more. Ritual practice in the terp region of the northern Netherlands, 600 BC - AD 300, Dissertation Groningen University. Roymans, N., S. Heeren & W. de Clercq (eds.) 2017: Social dynamics in the Northwest Frontiers of the Late Roman empire. Beyond decline or transformation, Amsterdam (Amsterdam Archaeological Studies 26). Theuws, F.C.W.J., 2014: De boer en de koning in vroegmiddeleeuws Noordwest-Europa, Leiden (Oratie uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Middeleeuwse Archeologie van Europa aan de Universiteit van Leiden). Velde, P. van de & L. Amkreutz 2017: A world ends: the demise of the northwestern Bandkeramik, Analecta Praehistorica Leidensia 47, 19-3.

11 Bijlage Uitgangspunten selectie en afbakening NOaA 2.0 vragen 4 : De vragen betreffen, vanuit (inter)nationaal perspectief, wezenlijke archeologische kennislacunes en kansrijke onderzoeksrichtingen; Het zijn uitsluitend archeologische, cultuurhistorische vragen. Aangezien veel menselijk handelen zich landschappelijk vertaalt, is de aandacht ook gericht op het historische cultuurlandschap, zowel in abiotische en biotische zin als in termen van antropogene invloed; Materiaal- of biospecialistische vragen ontbreken. Specialismen zijn instrumenteel gemaakt; ze spelen een essentiële rol bij de operationalisering van veel vragen; De geografische ondergrens is de archeoregio; De vragen weerspiegelen wetenschappelijke ambitie maar er wordt ook rekening gehouden met de praktische realiteit, met accenten en leemten in de huidige Malta veldarcheologie 5 ; De vragen zijn zo concreet mogelijk geformuleerd (en dus zo min mogelijk abstract); De vragen zijn operationaliseerbaar binnen de context van alledaagse Malta opgravingen; Vanwege het voorgaande worden geen waarom vragen gesteld. Het achterhalen van oorzaken en het analyseren van veranderingsprocessen, ligt veeleer op de weg van universiteiten. Wat het beantwoorden van dit soort vragen betreft, leveren Malta-opgravingen en syntheses normaal gesproken hooguit halfproducten; Balancerend tussen nationale betekenis en wetenschappelijke ambitie enerzijds en praktische toepasbaarheid anderzijds, is gekozen voor middle-range vragen. Dat zijn vragen die het midden houden tussen het hoog abstracte en het heel basale. Middle-range vragen kunnen in de regel niet (volledig) binnen de context van individuele Malta-opgravingen beantwoord worden, maar voor de beantwoording ervan kunnen wel belangrijke bouwstenen (datasets en inzichten) worden verzameld; Zoekacties moeten niet altijd dezelfde set vragen opleveren. Daarom is de reikwijdte van vragen, door restrictieve metadatering, zoveel mogelijk afgebakend (zie bijlagen: geografische-, chronologische- en thematische reikwijdte, en geldigheid voor specifieke complextypen); Dit is gedaan door die reikwijdte te beperken tot die gebieden, perioden, complextypen etc., die het meest perspectief lijken te bieden in termen van het boeken van substantiële kenniswinst. 4 https://archeologieinnederland.nl/sites/default/files/attachments/i03-011%20 Verantwoording%20NOaA%202.0%20webA.pdf 5 Bijvoorbeeld: in de huidige Malta praktijk komt de vroege prehistorie (het grootste deel van de Nederlandse bewoningsgeschiedenis) weinig aan bod maar op dit tijdvak is wel een substantieel aantal vragen gericht.

Colofon Tekst: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Bert Groenewoudt en Tessa de Groot Januari 2018 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Smallepad 5 3811 MG Amersfoort Postbus 1600 3800 BP Amersfoort tel. 033 421 7 421 info@cultureelerfgoed.nl www.cultureelerfgoed.nl