informatiemap knie-operatie



Vergelijkbare documenten
PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Totale knieprothese Vervanging van het kniegewricht Intensief oefenprogrammabehandeling volgens Rapid Recovery

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstknie

Totale knieprothese polikliniekversie Orthopedie

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Ontslag na een totale knieprothese

Ontslag na een totale heup- of kophalsprothese

Waarom een heupprothese

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstheup

TOTALE KNIE OPERATIE

Totale heupprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

H Een nieuwe knie

Een totale knieprothese

kruisbandoperatie Wat is een voorste kruisbandreconstructie?

Revalidatie nieuwe knie operatie

Een nieuwe knie (totale knieprothese) Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsdelen verwijderd en vervangen door kunstgewrichtsdelen.

Orthopedie. Enkelprothese

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE HEUP OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

tibiakop-osteotomie patiënteninformatie Wat is een tibiakop-osteotomie

TOTALE HEUP OPERATIE

Halve knie-prothese (hemiknie)

4. Totale knieprothese

De Totale Knieprothese

Auteur: Dr. C.J.M. van Loon

Een hele of halve knieprothese

EEn nieuwe heup Een gezond heupgewricht Slijtage

Totale heupprothese (nieuwe heup)

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Correctie stand onderbeen

patiënteninformatie Behandelwijzer knie-operatie

Subtrochantere fractuur. Breuk onder de. Collumfractuur De breuk ligt in het bovenste gedeelte van het dijbeen, collumfractuur. verdikking van het

Voorste kruisbandplastiek

De totale knieprothese

EEn nieuwe heup Een gezond heupgewricht Slijtage

patiënteninformatie behandelwijzer knie-operatie

Een gebroken heup. Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2013 pavo 0174

Weer naar huis na een orthopedische operatie Afdeling Orthopedie

Totale heupprothese polikliniekversie

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Een nieuwe knie. rapid recovery

Orthopedie. Tibiakop osteotomie / correctie van de beenstand

De unicompartimentele knieprothese

Maatschap orthopedie R.M. Feenstra dr. W.G. Horstmann P.T.D. Kingma H.A.J. van Laarhoven dr. R.E.A.M Zwartelé.

Standsverandering been (Osteotomie)

Spoedopname 2 2. Collumfractuur 3 Pertrochantere fractuur 3 subtrochantere fractuur. 3 4

Standscorrectie van de versleten knie

Vervanging van het kniegewricht

Orthopedie. Artrotische knie / correctie kniestand. Afdeling: Onderwerp:

Standscorrectie van de (artrotische) knie

Rapid recovery Heup. Wat is Rapid Recovery. Wat gebeurt er voor de operatie

Maatschap orthopedie R.M. Feenstra dr. W.G. Horstmann P.T.D. Kingma H.A.J. van Laarhoven dr. R.E.A.M Zwartelé.

informatiemap heupoperatie

Patellofemorale prothese

De totale heup- en knieprothese Algemene informatie

Kijkoperatie van de knie: artroscopie van de knie

Standscorrectie van de artrotische knie

Kijkoperatie van de knie (meniscus)

MTP 1 arthrodese (vastzetten grote teen)

De Knieprothese. Patiënteninformatie. Orthopedie Care To Move

Orthopedie. Totale knieprothese

Arthroscopie (kijkoperatie) van het kniegewricht

Gebroken heup. Algemeen

De totale heupprothese

Bovenste spronggewricht artrodese (vastzetten van enkelgewricht)

Orthopedie. Hemi knieprothese

H Arthroscopie (kijkoperatie) van de enkel

Orthopedie. Enkelartrodese of triple artrodese

Patiënteninformatie. Artrose van de duimbasis Artrose van de duimbasis.indd 1

Schouderprothese. Orthopedie

Standscorrectie knie. Tibiakoposteotomie. Orthopedie

H Schouderprothese

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale heupprothese (nieuwe heup)

Fysiotherapie na heupoperatie

H Een nieuwe heup

Schouderprothese Radboud universitair medisch centrum

Vervanging van het kniegewricht (knieprothese)

Kijkoperatie van de knie

Informatie. Knieprothese

Operatie om stand van het been te veranderen

Centrum voor Revalidatie locatie Groningen Het vastzetten van een gewricht

Kijkoperatie (artroscopie) van de heup

H Voorste kruisband reconstructie (VKB)

Schouderprothese. Orthopedie

Inleiding Het kniegewricht

H Amputatie van een teen, voet of (deel van een) been

Informatie. Knieprothese

Orthopedie. Voorste kruisband plastiek

Patiënteninformatie. Leefregels en adviezen na een totale heupoperatie via de voorste benadering Leefregels nieuwe heup ventraal.

Schouder prothese. Orthopedie. alle aandacht

Elleboogprothese Radboud universitair medisch centrum

Heupoperatie. Peri-acetabulaire osteotomie en triple osteotomie van het bekken

Belasten van de heup 8 Herstel en revalidatie 9 Complicaties 10 Nazorg 10 Ontslag Vragen 11. Spoedopname 2 3

Arthroscopie van de knie

Orthopedie. Schouderprothese

Kniedistractie. Gewrichtssparende behandeling bij artrose

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE. (arthroscopie bij gewrichtsproblemen)

Gebroken heup. Heelkunde

Transcriptie:

informatiemap knie-operatie 1

2

Voorwoord U heeft in overleg met uw arts besloten tot een operatie aan uw knie: het plaatsen van een knieimplantaat. De komende tijd kunt u zich gaan voorbereiden op deze operatie, zowel lichamelijk als praktisch. Om het effect van de operatie zo groot mogelijk te laten zijn, is uw eigen inzet daarbij van groot belang. Daarom is deze voorlichtingsmap gemaakt. De map helpt u de operatieve procedure en het revalidatieproces te begrijpen. Ook leest u hoe u het beste met uw nieuwe kniegewricht om kunt gaan. Hoe meer u over uw operatie weet voordat u in het ziekenhuis aankomt, hoe gemakkelijker en sneller u kunt revalideren. In de map is stap voor stap beschreven hoe het traject voor en na de operatie voor de meeste mensen verloopt. De zorg die hierin beschreven staat kan variëren afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie vullen we de map aan met ander foldermateriaal. Wij verzoeken u al het materiaal dat u ontvangt te lezen en eventueel in te vullen. Wees actief betrokken bij uw zorg en stel vragen wanneer u deze heeft. Breng uw map mee naar elke afspraak en vergeet hem vooral niet tijdens uw opname in het ziekenhuis. Tot slot wensen we u veel succes. 3

Inhoud Voorwoord 2 Inhoud 3 Gegevens OLVG 7 1 De knie-operatie 9 1.1 Anatomie van de knie 9 Het kniegewricht 9 Waarom een knieprothese 10 Klachten 11 1.2. Het implanteren van een nieuwe knieprothese 11 De prothese 11 Het plaatsen van de knieprothese 12 1.3 Risico s en mogelijke complicaties 12 2 Voor de operatie 17 2.1 Stap voor stap voorbereiden 17 Stap 1 voorlichting revalidatie en anesthesie 17 Stap 2 houd contact met Bureau opname 20 Stap 3 tien algemene aanwijzingen 21 Stap 4 maak uw spieren sterker 23 Stap 5 regel aanpassingen in uw woonomgeving 28 Stap 6 regel alvast zaken voor uw ontslag 32 Stap 7 ga na of u zich voldoende heeft voorbereid 34 2.2 Meest gestelde vragen voor de operatie 35 3 Verblijf in het ziekenhuis 39 3.1 De verpleegafdeling 39 3.2 De operatie 39 3.3 Na de operatie 39 3.4 Ontslag 41 4

4 Na ontslag uit het ziekenhuis 43 4.1 Dagelijkse activiteiten en verder herstel 43 4.2 Fysiotherapie 44 4.3 Verzorging van uw nieuwe knie 44 4.4 Tips en richtlijnen 45 Checklist: Veiligheid en valpreventie in en om het huis 49 Controlelijst voor de operatie 52 5

6

Gegevens OLVG Belangrijke adressen en telefoonnummers Bezoekadres Postadres Website OLVG OLVG www.olvg.nl Oosterpark 9 Postbus 95500 Amsterdam 1090 HM Amsterdam Algemene telefoonnummer (020) 599 91 11 Bureau opnameplanning Orthopedie (020) 599 36 50 (maandag t/m vrijdag 10.00 tot 12.00 uur) Polikliniek Orthopedie (020) 599 30 52 Nurse Practitioners Orthopedie (020) 599 24 15 of (020) 599 27 56 Verpleegafdeling C7 Orthopedie (020) 599 27 04 Verpleegafdeling C8 Orthopedie (020) 599 29 70 Bezoekuren De bezoekuren van het ziekenhuis zijn dagelijks van 15.30 tot 16.30 uur en van 18.30 tot 20.00 uur. Er mogen maximaal twee bezoekers tegelijkertijd bij elke patiënt. Post De post wordt op de afdeling bezorgd. Voor een snelle verwerking is het prettig als uw post als volgt wordt geadresseerd: Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Naam, afdeling C7 of C8 Postbus 95500 1090 HM Amsterdam 7

8

9

8

1 Informatie knie-operatie 1.1 Anatomie van de knie Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee botstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen (de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen ze gemakkelijk over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de beweeglijkheid. De benige gedeelten van een gewricht zorgen voor de stevigheid. Het kniegewricht Het kniegewricht is het grootste en meest complexe gewricht van het menselijk lichaam. Behalve buigen en strekken zijn er in het gewricht ook andere bewegingen mogelijk, zoals draaien en glijden. De natuurlijke knie bestaat uit 3 botstukken: het dijbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella). In het kniegewricht zijn de uiteinden van het dijbeen, het scheenbeen en de achterkant van de knieschijf bedekt met glad kraakbeen. Door dit kraakbeen is er soepele beweging tussen de twee botuiteinden mogelijk. Als de gezonde knie een beweging maakt, bewegen de twee gewrichtvlakken makkelijk en zonder pijn ten opzichte van elkaar. Tussen de twee uiteinden van het dijbeen en het scheenbeen bevindt zich een andere kraakbenige structuur: de meniscus. Deze fungeert als demper. Het kniegewricht wordt afgesloten door een gewrichtskapsel. Dit kapsel bevat een vlies. Het vlies produceert een stroperige vloeistof die ervoor zorgt dat het gewricht zo soepel mogelijk kan bewegen. Samen werken de vloeistof en de meniscus als schokbreker. Ze absorberen de krachten die op het gewricht komen tijdens activiteit. Sterke gewrichtsbanden verbinden het dijbeen met het scheenbeen, bedekken het gewricht en stabiliseren het. Een sterke dijbeenspier en de spieren van het onderbeen sturen de bewegingen van de knie aan en controleren deze. Een gezonde knie laat het been vrij bewegen binnen zijn bewegingsbereik en absorbeert de schokken die ontstaan door activiteiten zoals lopen en rennen. 9

een gezond kniegewricht Waarom een knieprothese Wanneer een nieuwe knieprothese geïmplanteerd moet worden is in de meeste gevallen sprake van slijtage (artrose) van het gladde kraakbeen tussen dijbeen en scheenbeen. Door slijtage wordt de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aangetast en kan het zijn dat de kraakbeenlaag uiteindelijk helemaal verdwijnt. De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer zo soepel langs elkaar glijden, met als gevolg dat het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt. Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, zoals kraakbeen- en stofwisselingsziekten en kraakbeenbeschadigingen door een breuk. Wanneer in het verleden de meniscus is verwijderd, is er een verhoogde kans op slijtage. Reumapatiënten hebben vaker knieproblemen omdat deze ziekte het kraakbeen aantast. Het kniegewricht kan zo ernstig beschadigd zijn dat vervanging door een knieprothese noodzakelijk is. versleten kniegewricht 10

Klachten Bij een beschadigde of versleten knie treedt meestal pijn op bij lopen, traplopen en lang staan. Ook pijn bij het beginnen van een beweging komt voor. Fietsen levert doorgaans de minste pijnklachten op. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie onmogelijk wordt. Ook kan zich een X- of O-beenstand ontwikkelen waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel aanvoelt. Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: pijnstillers: de arts schrijft deze voor. fysiotherapie: de fysiotherapeut probeert door oefeningen de pijn te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk te houden. operatie: als pijnstillers en fysiotherapie onvoldoende helpen is een operatie vaak de enige oplossing. 1.2 Het implanteren van een nieuwe knieprothese Het doel van het implanteren van een knieprothese is: verminderen van de pijn verbeteren van de kwaliteit van leven corrigeren van vergroeiingen, bijvoorbeeld X-benen of O-benen herstellen van functieverlies van uw knie. De prothese Knieprothesen zijn ontworpen om de anatomie van de knie zo dicht mogelijk te benaderen. Er zijn diverse typen knieprothesen beschikbaar. Uw orthopedisch chirurg kiest de prothese die het meest geschikt voor u is. De definitieve keuze over de meest geschikte knieprothese maakt de arts tijdens de operatie. Iedere knieprothese bestaat uit meerdere delen: Femorale deel: dit vormt het nieuwe oppervlak van het dijbeen. Het is gemaakt van een metaallegering (kobalt-chroom). Patelladeel: patella is Latijn voor knieschijf. De knieschijf wordt niet altijd vervangen of voorzien van een nieuw deel. Dit is afhankelijk van de conditie van het kraakbeen op de knieschijf. Het knieschijfdeel is helemaal van kunststof of van kunststof met aan de achterzijde een metaallegering. Tibiale deel: dit kan uit een of twee delen bestaan. De eendelige versie is gemaakt van kunststof (polyethyleen). De tweedelige variant bestaat uit een metalen vlak en een kunststof inzetstuk. Het metalen vlak wordt aan het bot bevestigd. Het kunststof inzetstuk zorgt voor een glad oppervlak waar het dijbeen overheen schuift. Het kunststof inzetstuk wordt soms bevestigd aan het scheenbeenvlak. 11

nieuw kniegewricht Het plaatsen van de knieprothese Bij de operatie maakt de chiurg de knie open door een snee van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van de knie te maken. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de aangetaste gewrichtsvlakken en de meniscussen. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Hierdoor is een goede verankering met botcement in het boven- en onderbeen mogelijk. Een kunststofschijf tussen de metalen delen van de prothese zorgt voor soepel scharnieren. De arts brengt de knieschijf weer op de plaats. Soms is de knieschijf aangetast en wordt deze ook vervangen. Het gewrichtskapsel, de spieren worden weer dichtgemaakt. De arts hecht de huid met nietjes. De operatie duurt ongeveer meestal 1 tot 2 uur. Dit is afhankelijk van de ernst van de aandoening van uw knie. 1.3 Risico s en mogelijke complicaties Een operatie voor het implanteren van een knieprothese is een vaak toegepaste procedure die veilig en heel effectief is gebleken. Wereldwijd worden jaarlijks maar liefst 700.000 knieprothesen geïmplanteerd. Patiënten hebben minder pijn en ervaren functieverbetering in vergelijking met hun toestand voor de operatie. Het operatief vervangen van een kniegewricht is zelfs een van de succesvolste orthopedische ingrepen. Net als bij andere operaties gelden ook hier de nodige risico s en bestaat kans op complicaties. Deze komen zelden voor en uw orthopedisch chirurg en de medewerkers van de afdeling Orthopedie doen er alles aan om deze complicaties te voorkomen. Een aantal mogelijke risico s en complicaties staat hieronder beschreven. 12

Complicaties met anesthesie Uw anesthesioloog bespreekt met u de mogelijke complicaties en de verschillende mogelijkheden van verdoving voor de operatie. Heeft u in het verleden complicaties ervaren met verdovingen, zorg dan dat u uw anesthesioloog hiervan op de hoogte stelt. Beschadigingen aan bloedvaten en zenuwen Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van uw kniegewricht. Deze structuren lopen kans om uitgerekt of beschadigd te raken tijdens de operatie. Dit kan gevoelloosheid of slapheid in delen van het geopereerde been tot gevolg hebben. Al het mogelijke wordt gedaan om dit te voorkomen. Infectie Na het plaatsen van een nieuw kniegewricht loopt een zeer klein percentage van de patiënten een infectie op. Dit kan een oppervlakkige infectie zijn, maar ook een diepe infectie rond de delen van de prothese. Diepe infecties kunnen tot ernstige complicaties leiden, waardoor de ziekenhuisopname verlengd wordt. Behandeling van dergelijke infecties kan op verschillende manieren. U kunt via een infuus antibiotica toegediend krijgen, maar ook een operatieve ingreep kan noodzakelijk zijn om de wond te reinigen. Bij een diepe infectie kan uw orthopedisch chirurg besluiten de prothese geheel te verwijderen. Infecties komen vaker voor bij mensen met diabetes, met reumatoïde artritis en bij patiënten met aandoeningen van het immuunsysteem. Er blijft gedurende de tijd dat u een prothese heeft altijd kans op infectie bestaan. Bloeduitstorting/zwelling Het is mogelijk dat na de operatie een bloeduitstorting met een zwelling van het gehele been ontstaat. Dit wordt meestal veroorzaakt door het uitvoeren van de operatie onder bloedleegte. Bloedleegte betekent dat de operateur uw te opereren been aan de bovenzijde afknelt met een speciale band. Hierdoor is het bloedverlies tijdens de operatie minimaal. De zwelling en bloeduitstoring zijn normale verschijnselen na een knieprothese. Ze verdwijnen in de loop van enkele maanden. U kunt de zwelling tegengaan door een steunkous te dragen. Breuken Breuken van het dijbeen, scheenbeen of de knieschijf komen soms voor tijdens de operatie, vooral als de botten zacht of broos zijn. Breuken kunnen ook ontstaan als u na de operatie hard valt. Meerdere chirurgische ingrepen kunnen nodig zijn om het probleem te verhelpen. Soms zijn extra implantaten nodig. Wondcomplicaties Ook huidnecrose (donkergekleurde wondranden door afsterving weefsel) of een situatie waarbij de operatiewond steeds weer open gaat kan voorkomen. Om problemen op lange termijn te voorkomen dienen 13

deze complicaties vroegtijdig te worden gesignaleerd en behandeld. Behandeling bestaat uit operatief reinigen van het gewricht of opnieuw hechten van de wond. Trombose van een diepgelegen ader Het ontstaan van bloedstolsels in de aderen van de benen is een bekende complicatie. Al het mogelijke wordt gedaan om het ontstaan ervan te voorkomen. Een voorzorgsmaatregel is bijvoorbeeld het toedienen van medicijnen. Deze medicijnen krijgt u soms in tabletvorm, maar meestal via een injectie (arixtra). Zij verdunnen het bloed en verminderen hierdoor de kans op stolsels. Een andere belangrijke preventieve maatregel is vroege mobilisatie (zo snel mogelijk uit bed), maar ook het dragen van een elastische kous. Longembolie Bloedstolsels die in een beenader ontstaan kunnen soms losraken, meegevoerd worden in de bloedbaan en in de longen terechtkomen. Dit heet een longembolie. Dit is een ernstige situatie die zelfs een dodelijke afloop kan hebben. Al het mogelijke wordt gedaan om deze complicatie te voorkomen. Vetembolie Vet van het beenmerg kan in de bloedbaan terecht komen en zelfs uw longen bereiken. Dit heet een vetembolie. Ook deze complicatie kan zeer ernstig zijn. Al het mogelijke wordt gedaan om deze complicatie te voorkomen. Doorliggen Doorligplekken, vooral rond de hiel, kunnen al na 24 uur bedrust ontstaan. Neem daarom regelmatig de druk weg van uw hielen en zitvlak. Als u een branderig gevoel of pijn ervaart rond deze lichaamsdelen, breng dan het verplegend personeel hiervan op de hoogte. Losraken Uw knieprothese is een mechanisch werkend geheel en is daarom onderhevig aan wrijving en slijtage. Bijna alle knieprothesen functioneren echter 15 jaar na operatie nog naar volle tevredenheid. Dit geldt bij normaal gebruik. Als de knieprothese overmatig wordt belast zoals uitzonderlijk veel traplopen, rennen, hurken en overgewicht, kan de prothese vroegtijdig losraken of sneller slijten. Als u rekening houdt met de belasting op uw knie heeft uw knieprothese een langere levensduur. Stijfheid van het gewricht U moet er rekening mee houden dat u na de operatie enige bewegingsbeperking ondervindt. Over het algemeen is het resultaat zodanig dat u uw knie voldoende kunt buigen om de meeste dagelijkse activiteiten te verrichten. Het streven is om de knie minstens 90 graden te kunnen buigen. Meestal zal de uiteindelijke functie van de knie meer zijn, ongeveer 125 graden. Indien uw kniegewricht dit niet haalt en 14

uw orthopedisch chirurg niet tevreden is over het buigen van de knie, dan bestaat de kans dat u een verdoving krijgt om de bewegelijkheid van uw kniegewricht te vergroten. Dit noemt men doorbewegen. Indien noodzakelijk wordt dit meestal vier tot acht weken na de operatie uitgevoerd. Algemene medische problemen Na een ingrijpende operatie kan een aantal algemene medische complicaties ontstaan. Gelukkig komen deze zelden voor. Degenen met een grotere kans op deze complicaties worden van tevoren medisch onderzocht. Deze complicaties zijn: hartaandoeningen, beroertes, longontsteking, ingeklapte long, blaasinfecties, nieraandoening. 15

16

17

18

2 Voor de operatie Een goede voorbereiding is het halve werk 2.1 Stap voor stap voorbereiden In dit hoofdstuk beschrijven wij stap voor stap welke voorbereidingen u moet treffen voor de operatie. Hoe beter u bent voorbereid, hoe gemakkelijker u het gehele proces zal doorlopen. Stap 1 voorlichting revalidatie en anesthesie Stap 2 houd contact met Bureau opname Stap 3 tien algemene aanwijzingen Stap 4 maak uw spieren sterker Stap 5 regel aanpassingen in uw woonomgeving Stap 6 regel alvast zaken voor uw ontslag Stap 7 ga na of u zich voldoende heeft voorbereid 17

Stap 1: voorlichting revalidatie en anesthesie Na het besluit tot de knie-operatie heeft de arts u op de wachtlijst geplaatst. De polikliniekassistent heeft voor u een afspraak gemaakt voor de voorlichtingsbijeenkomst, een bezoek aan de nurse practitioner en bij de Polikliniek Pre-operatief Onderzoek (PPO). Deze twee laatste bezoeken vinden altijd aansluitend plaats. U heeft de folder Anesthesie en pijnbestrijding en de bijbehorende vragenlijst ontvangen. Het is belangrijk dat u de folder leest en de vragenlijst invult voordat u naar de afspraak op de PPO gaat. Joint Care Bij knie-operaties volgens het Joint Care programma nemen wij u samen met drie andere patiënten op dezelfde dag op en wordt u op dezelfde dag geopereerd. Samen met hen revalideert u en verblijft u overdag in een speciaal daarvoor ingerichte huiskamer in het ziekenhuis. Tijdens de opname ligt de nadruk op een actieve revalidatie. Dit betekent dat wij u niet als zieke benaderen. U verblijft zo min mogelijk in bed en draagt gewoon uw eigen kleding. Door intensieve oefeningen en een optimale begeleiding kunt u na vier dagen naar huis of naar een revalidatie-instelling. Door complicaties of langzamer herstel bestaat altijd de kans dat de opname langer duurt. Bij het Joint Care programma is het noodzakelijk om twee voorbereidende bezoeken aan het ziekenhuis te brengen. Voorlichtingsbijeenkomst U krijgt voorlichting over de operatie, de revalidatie en de fysiotherapie. De voorlichting wordt gegeven door de nurse practitioner en de fysiotherapeut. U kunt vanzelfsprekend ook uw vragen stellen. Deze bijeenkomst duurt ongeveer twee uur. Nurse practitioner De nurse practitioner is een verpleegkundige die naast een verpleegkundige opleiding ook een medische opleiding gevolgd heeft. Daardoor kan de nurse practitioner bepaalde taken overnemen van de arts. De nurse practitioner bespreekt met u de verschillende revalidatiemogelijkheden en de thuissituatie. Hij overlegt met u de operatiedatum. Indien u dit wenst geeft de nurse practitioner u voorlichting over de totale knieprothese. Vanzelfsprekend kunt u ook uw vragen stellen. De nurse practitioner spreekt u ook tijdens uw opname in het ziekenhuis en bij de nacontroles van uw knie. PPO Op de PPO heeft u een consult bij de anesthesioloog. Hij bespreekt de manier van verdoven met u. Daarnaast heeft u een gesprek met een verpleegkundige. Hij geeft u verschillende praktische instructies. Er zijn twee soorten verdoving: de algehele anesthesie (narcose - helemaal slapen) en de loco-regionale anesthesie (plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik). Naast een van deze verdovingen wordt 18

er voor een knieoperatie vaak een zogenaamde femoralis catheter geplaatst. Dit is een slangetje in uw bovenbeen ter hoogte van de lies dat het been aan de voorkant verdooft. Dit slangetje blijft tot enkele dagen na uw operatie zitten. De anesthesioloog bepaalt in overleg met u de soort verdoving. Indien nodig neemt een medewerker van de PPO bloed af, maakt een hartfilmpje of een foto van longen. Voor in de map vindt u de folder Anesthesie en pijnbestrijding en bijbehorende vragenlijst. 19

Stap 2: houd contact met Bureau opname Het is op dit moment nog niet bekend wanneer u aan de beurt bent voor de operatie. De arts bepaalt hoe lang de wachttijd mag zijn. Een wachttijd kan alleen bestaan indien de arts dit medisch verantwoord acht. Het Bureau opname van Orthopedie plant de opnamedatum in overleg met de arts. U ontvangt telefonisch of per brief bericht over de datum en tijd van uw operatie. Deze datum is onder voorbehoud. Uw opname gaat definitief door als de opnameplanner u oproept en u instemt met de voorgestelde datum. Helaas kunnen spoedoperaties van andere patiënten tot uitstel van uw operatie leiden. Indien u vragen heeft over de opnamedatum of veranderingen wilt door geven, neemt u dan contact op met Bureau opname Orthopedie via telefoonnummer (020) 599 36 50. Het bureau is bereikbaar van maandag tot en met donderdag tussen 10.00 en 12.00 uur. 20

Stap 3: tien algemene aanwijzingen 1. Richt u op het slagen van uw operatie Het is van belang dat u, uw orthopedisch chirurg, het ziekenhuispersoneel en uw familie als een team samenwerkt en een positieve houding heeft ten aanzien van het slagen van de operatie. Dankzij goed overleg onderling krijgt u beter inzicht in de doelen en verwachtingen van alle betrokken partijen. 2. Besteed extra aandacht aan een goede voeding Voeding is een belangrijk element in tijden van stress, zoals voor een operatie. Hoe beter de conditie van uw lichaam voor de operatie, hoe beter het herstel zal zijn. Zorg dat u zoveel mogelijk voedingsmiddelen eet die rijk zijn aan ijzer. Bijvoorbeeld: rood vlees, lever, bonen, noten en gedroogde vruchten. 3. Voorkom overgewicht Overgewicht betekent extra belasting van de toch al beschadigde gewrichten. Daarom is afvallen een van de beste manieren om de toestand van uw knie te verbeteren en de resultaten van de operatie te optimaliseren. Win advies in bij uw huisarts voordat u begint met uw dieet. 4. Stop met roken Als u nog niet was gestopt, is het misschien een goed moment om dat nu te doen. Dit vermindert namelijk de kans op complicaties tijdens en na uw operatie. Heeft u behoefte aan advies en ondersteuning, dan kunt u terecht bij uw huisarts. 5. Zorg dat alle infecties voor de operatie genezen zijn Hieronder vallen onder andere tandabcessen, blaasinfecties, ontstoken beenzweren, verkoudheid en griep. De reden hiervoor is dat infecties zich tijdens de operatie door uw lichaam zouden kunnen verspreiden en zo uw nieuwe gewricht kunnen besmetten. Daarom moet u uw orthopedisch chirurg zo snel mogelijk op de hoogte brengen als u vermoedt of zeker weet dat u een infectie heeft. Dit zou kunnen betekenen dat uw operatie naar een later tijdstip verschoven moet worden. 6. Zorg voor een gezonde huid Het is belangrijk dat uw huid voor de operatie geen defecten vertoont, bijvoorbeeld een geïnfecteerde likdoorn, een eeltknobbel, insectenbeten, wondjes, krabwonden van dieren. Uw huid dient vrij van infectie te zijn. Dit is vooral belangrijk als u huidproblemen heeft zoals eczeem of psoriasis. Als zich aandoeningen ontwikkelen zoals een zweer op uw been of huiduitslag dient u uw huisarts te raadplegen. 21

7. Zorg voor gezonde tanden en tandvlees In ongezonde tanden en tandvlees kan een infectie verborgen zitten die zijn weg zou kunnen vinden naar een knieprothese. Indien u een infectie waarschijnlijk acht, dient u een afspraak met de tandarts te maken. 8. Besteed extra aandacht aan al bestaande medische aandoeningen Om te voorkomen dat uw operatie wordt uitgesteld is het belangrijk dat bestaande aandoeningen zoals diabetes, in de gaten worden gehouden en dat eventuele problemen zo snel mogelijk worden behandeld. Een van de meest voorkomende problemen die voor de operatie om behandeling vragen is een hoge bloeddruk (hypertensie). Als u weet dat u last heeft van een hoge bloeddruk, kan het nuttig zijn uw bloeddruk in de periode voor de operatie regelmatig te laten controleren door de huisarts. 9. Stel vragen over het gebruik van geneesmiddelen Mocht u vragen hebben over het voortzetten van het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, bel dan uw huisarts of informeer bij het ziekenhuispersoneel tijdens de geplande intake- en voorlichtingsbijeenkomst. 10. Schakel mensen in om u te helpen Het is wenselijk dat u iemand in uw omgeving hebt, partner, familielid, vriend(in), kennis, die de weken na de operatie ondersteuning kan bieden bij huishoudelijk werk en persoonlijke verzorging. Dit kunnen overigens ook meerdere personen zijn die afwisselend begeleiding bieden. 22

Stap 4: Maak uw spieren sterker Een goede voorbereiding is heel belangrijk. Sterke spieren en een goede lichamelijke conditie kunnen de revalidatie na de operatie vergemakkelijken. U kunt thuis al oefeningen doen om de spieren rond het heupgewricht te versterken en het heupgewricht zelf zo beweeglijk mogelijk te houden. Ook het lopen met elleboogkrukken kunt u voor de operatie al oefenen. Wanneer de operatiedatum bekend is, raden wij u aan om een fysiotherapeut bij u in de omgeving te benaderen voor de revalidatie in uw eigen woonomgeving. U kunt dan alvast een afspraak maken voor na uw ziekenhuisopname. Deze oefeningen maken uw spieren sterker en houden u soepel. Belangrijk hierbij is dat u al deze oefeningen doet afhankelijk van de pijn. Wanneer een bepaalde oefening pijn veroorzaakt moet u deze oefening niet doen. 23

Uitgangshouding Uitvoering Ga in langzit zitten. Leun naar achteren en steun op de ellebogen of handen. Leg de benen gestrekt op de grond. Trek de voet naar u toe en duw de knie in de onderlaag (span de bovenbeenspieren aan). Houdt 5 tellen vast en ontspan. Doe dezelfde oefening maar hef het gestrekte been ongeveer 10-15 centimeter boven de grond en laat weer langzaam zakken. Ga rechtop zitten op een stoel of op de rand van het bed. Strek het been vanuit gebogen stand zo ver mogelijk.houdt 5 tellen vast en daarna weer langzaam terug. 24

Uitgangshouding Uitvoering Ga rechtop zitten op de rand van de stoel of op de rand van het bed. Schuif uw voet zover mogelijk naar achteren voor de buiging van uw knie. Gebruik eventueel uw andere been om verder te buigen. 25

Uitgangshouding Uitvoering Ga in langzit zitten. Leg een opgerolde handdoek onder uw knie. Druk de achterkant van uw knie in de handdoek zodat uw voet los komt van de vloer en de knie gestrekt wordt. Laat uw voet langzaam weer op de vloer zakken. Ga in langzit zitten. Plaats een rol onder de enkel. Ontspan het been en laat de knie doorzakken om de strekking te bevorderen. Leg de benen gestrekt neer. Houdt deze stand ongeveer 5x 1 minuut aan, tussendoor even ontspannen. 26

Uitgangshouding Uitvoering Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Ga langzaam op de tenen staan. Leun hierbij niet naar voren en houdt benen gestrekt. Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Hef het been waarbij de knie gebogen wordt. Leun hierbij niet naar achteren. Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Buig uw knie door uw hiel richting uw zitvlak te buigen. Leun hierbij niet naar voren. 27

Stap 5: regel aanpassingen in uw woonomgeving Omdat u ongeveer drie maanden met een of twee krukken zal lopen, kunt u voor uw operatie in uw woning al een aantal dingen doen die uw thuiskomst na de operatie makkelijker en veiliger maken. U heeft hiervoor hulp nodig van uw familie of vrienden. Hieronder volgt een aantal adviezen. Looppaden Verwijder waar mogelijk losse kleden om struikelen te voorkomen. Als u de kleden niet kunt verwijderen breng er dan een antisliplaag onder aan. Denk ook aan losliggende bedrading. Zorg dat de overgang tussen verschillende soorten vloerbedekking zo gelijkmatig en veilig mogelijk verloopt om struikelen te voorkomen. Trappen Zorg dat de leuningen goed zijn verankerd aan een of beide zijden van de trap (indien van toepassing). Zorg dat eventuele trapbekleding veilig en vlak is. Meubels Zet meubels zo neer dat looppaden niet worden versperd en dat er voldoende ruimte is voor een looprekje, krukken of rollator. Verplaats veel gebruikte voorwerpen naar een gemakkelijke bereikbare plaats ongeveer ter hoogte van uw taille. Hulpmiddelen Wij verzoeken u om een aantal hulpmiddelen te regelen voordat u geopereerd wordt. Het is raadzaam om met deze hulpmiddelen voor de operatie te oefenen. Neemt u de kleine hulpmiddelen ook mee naar het ziekenhuis zodat u ze daar kunt gebruiken. De hulpmiddelen zijn nodig voor een periode van maximaal drie maanden na de operatie. Het gaat om de volgende hulpmiddelen: hulpmiddel wat waarom hoge stoel met armleggers Bijvoorbeeld een verstelbare stoel met armleggers. De stoel dient een goede zithoogte te hebben. Een hoge zitting is minder belastend voor het gaan staan. Met de armleggers kunt u zich afzetten bij het omhoog komen. 28

hulpmiddel wat waarom losse toiletverhoger Een seniorentoilet voldoet aan de juiste hoogte. Een hoge zitting is minder belastend voor het gaan staan en u kunt makkelijker overeind komen. beugels diagonaal naast het toilet Juiste plaats voor de beugels is als u zit en met licht gebogen armen De beugels stevig kunt vastpakken. Om tijdens het omhoog komen vanaf het toilet de knie te ontlasten. toiletverhoger met rekje Deze plaatst u over het toilet voor de juiste zithoogte en biedt tevens steun bij het gaan staan Om tijdens het omhoog komen vanaf het toilet de knie te ontlasten. door de handgrepen die eraan zitten. po-stoel Handig als u s nachts naar het toilet moet en er geen toilet op de slaapetage is. bedklossen/verhogers De hoogte van het bed moet minimaal 50 cm zijn. Een seniorenbed is hoog genoeg. De juiste zithoogte bij het in- en uit bed stappen is belangrijk om te voorkomen dat u te laag komt te zitten. douchestoel/tuinstoel Voor in de douche. De eerste periode na de operatie is het veiliger om zittend te douchen. antislipmat Voor in de douche. Om uitglijden te voorkomen. beugels badplank Bij eventuele drempels in de badkamer bijvoorbeeld bij het instappen van de douchebak. Indien de douche boven het bad hangt. Handgreep biedt stevige steun voor het veilig instappen van de douchebak. Zittend op de badplank douche, dus niet staand in verband met uw veiligheid. Niet in bad gaan zitten! 29

hulpmiddel wat waarom elleboogkrukken U heeft zeker de eerste 6 weken na de operatie krukken nodig. U dient hier zelf voor te zorgen. U neemt ze mee naar het ziekenhuis. Kleine hulpmiddelen De kleine hulpmiddelen zijn met name voor het wassen en aankleden. Bij een nieuwe knie mag u niet hurken. Dit heeft consequenties voor het wassen en aankleden. De helping hand is erg handig bij het oprapen of pakken van spullen. Deze hulpmiddelen moet u zelf kopen. Handige hulpmiddelen zijn: Lange schoenlepel vergemakkelijkt het aandoen van de schoenen Elastische veters Tenenwasser/badborstel Sokaantrekker Helping hand zorgen ervoor dat u niet hoeft te bukken om de veters te strikken of de schoenen uit te doen met deze borstel kunt u uw tenen of rug wassen vergemakkelijkt het aandoen van sokken met deze grijper kunt u spullen kunt oprapen zonder te bukken Het lenen van hulpmiddelen via Amsterdam thuiszorg Voor het lenen van hulpmiddelen kunt u terecht bij de uitleenservice van Amsterdam thuiszorg. U kunt hen bereiken op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur. Het is een uitleenpunt waar u artikelen gratis kunt lenen voor een periode van drie maanden. Het is geen winkel voor verkoop. Amsterdam thuiszorg levert de artikelen de eerstvolgende werkdag na de aanvraag gratis thuis. Over het tijdstip van bezorging kunt u op de dag van bezorging telefonisch navraag doen. De uitleenservice levert artikelen niet af in het ziekenhuis. U kunt wel afspreken dat zij bij de buren afleveren. U kunt artikelen ook ophalen na telefonisch overleg. Kniepatiënten lenen vaak de volgende artikelen: elleboogkrukken, toiletverhoger (met of zonder armsteunen), douchestoel, bedverhogers, stoelverhogers. Een hoog-laag bed wordt niet geleverd, alleen in uitzonderlijke situaties. 30

Adres : Uitleenservice Amsterdam Thuiszorg Gyroscoopweg 64 1042 AC Amsterdam (westpoort) Telefoon (020) 886 16 00 Adressen voor het aanschaffen van kleine hulpmiddelen zoals de helping hand, lange schoenlepel Adres: Firma Vos en zoons 1 e Oosterparkstraat 64-66 1091 HC Amsterdam Telefoon: (020) 694 23 79 Adres: Welzorg Buitenveldertselaan 80-82 1081 AB Amsterdam 31

Stap 6: regel alvast zaken voor uw ontslag Wanneer u met ontslag mag na gemiddeld vijf dagen kunt u naar huis of naar een revalidatie-instelling. Het is belangrijk om hier voor uw operatie al over na te denken en eventueel stappen in te ondernemen. Ontslag naar huis Het is belangrijk dat u de aanpassingen in uw huis voor de opname heeft gedaan. Als u na vijf dagen naar huis gaat, heeft u nog een operatiewond. Deze moet verzorgd worden. Ook de trombosemiddelen (prikjes) moeten worden gegeven. Dit kunt u beide zelf doen. Het verpleegkundig personeel kan u dat leren. Ook een famililid of begeleider mag dit leren. Huishoudelijk werk mag u de eerste zes tot twaalf weken na de operatie niet doen omdat u nog met krukken loopt en dit te belastend is. Licht huishoudelijk zoals afwassen is wel mogelijk. Zodra u weer zonder krukken loopt kunt u weer meer huishoudelijk werk doen. De Thuiszorg kan uitkomst bieden, indien niemand uit uw omgeving u kan ondersteunen met deze taken. Thuiszorg Het regelen van thuiszorg, aansluitend op ontslag, verloopt via de transferverpleegkundige in het OLVG. De transferverpleegkundigen zijn medewerkers van Amsterdam thuiszorg die vanuit het OLVG thuiszorg kunnen regelen. Als thuiszorg noodzakelijk is zorgt de verpleegkundige dat een gesprek hierover tussen u en de transferverpleegkundige plaatsvindt. U maakt dan afspraken over de thuiszorg. Een aanmelding bij de transferverpleegkundig moet uiterlijk twee werkdagen voor ontslag plaatsvinden. Zij kunnen alleen bemiddelen voor cliënten die wonen of logeren in Amsterdam of Diemen. Relevante thuiszorg die geboden kan worden in deze situatie: lichamelijke verzorging, aan- en uittrekken van steunkousen, medicatie uitzetten, injecteren van arixtra (antistollingsmiddel), wondverzorging, maaltijdvoorziening, huishoudelijke hulp, alarmering. Er kan geen indicatie afgegeven worden voor huishoudelijke hulp wanneer u samenleeft met een gezonde meerderjarige partner ofhuisgenoot. De transferverpleegkundigen zijn te bereiken op telefoonnummer (020) 599 33 90, e-mail transferverpleging@olvg.nl. Zij zijn aanwezig op werkdagen. Voor thuiszorg dient u een inkomensafhankelijke eigen bijdrage te betalen. Informatie hierover is te verkrijgen bij het CAK (Centraal Administratie Kantoor), telefoonnummer 0800-1925, e-mail: www.cak-bz.nl. Revalidatie elders Wanneer u niet naar huis kunt na opname in het ziekenhuis bestaat de mogelijkheid om verder te revalideren in een verpleeghuis. 32

Flevohuis-orthocare Verpleeghuizen hebben speciale afdelingen om te revalideren: de kort-verblijf-afdelingen. Deze afdelingen zijn bestemd voor tijdelijke opnames. Het revalidatieproces is voor iedereen anders. De duur van een opname kan variëren. Het OLVG heeft een samenwerkingsverband met het Flevohuis in Amsterdam Oost. Het Flevohuis heeft een aantal bedden binnen het OLVG op afdeling B7 (orthocare). Indien nodig gaat u na uw opname op deze afdeling B7 revalideren. Dit is afhankelijk van de beschikbaarheid van bedden. Maar vanzelfsprekend kunt u ook uw voorkeur voor een ander verpleeghuis opgeven. Wel is het noodzakelijk dat daar plaats is. Het transferpunt in het OLVG regelt de plaatsing in een verpleeghuis en verricht alle inspanning om de plaatsing die u wenst mogelijk te maken. Uitgangspunt is dat het niet mag leiden tot verlenging van de ziekenhuisopname. De zorg die in het verpleeghuis wordt geleverd, valt onder de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Dit houdt in dat de zorg in belangrijke mate gesubsidieerd wordt en dat u zelf een eigen bijdrage betaalt. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van uw inkomen en van uw leefsituatie. (zie folder orthocare unit en eigen bijdrage AWBZ) Hersteloord/zorghotel Na uw ziekenhuisopname kunt u ook naar een hersteloord of zorghotel. Dit is een instelling waar u na uw ziekenhuisopname kunt verblijven. Er werken verpleegkundigen, artsen en fysiotherapueten die u de zorg kunnen bieden die u nodig heeft. Een verblijf hier kan wenselijk zijn als u bijvoorbeeld alleenwonend bent. U kunt hier dan enkele dagen tot weken verblijven tot u voldoende aangesterkt bent om zelfstandig weer naar huis te kunnen gaan. Het verschil met de hierboven genoemde kort-verblijf-afdelingen is dat een hersteloord/zorghotel meer een hotel is. U kunt dus ook meer luxe verwachten in de vorm van roomservice, eenpersoonskamers etcetera. Deze zorg wordt niet gesubsidieerd en kan daardoor prijzig zijn, afhankelijk van uw verzekering. Voorwaarde om naar een hersteloord te gaan is dat u dit zelf van te voren geregeld heeft en er dus een plekje voor u beschikbaar is bij ontslag uit het ziekenhuis. 33

Stap 7: ga na of u zich voldoende heeft voorbereid Controlelijsten Vul de controlelijsten achterin deze map in. 34

2.2 Meest gestelde vragen voor de operatie Hoe lang blijft mijn knieprothese goed? Onder ideale omstandigheden functioneert een knieprothese goed en gaat de rest van uw leven mee. Sommige gewrichten slijten echter al voor die tijd en worden losser. Over het algemeen blijft een knieprothese langer dan tien jaar goed functioneren. Hoe lang uw knieprothese goed blijft is afhankelijk van allerlei factoren zoals: uw fysieke conditie uw gewicht de mate waarin u actief bent. Het is nuttig om te bedenken dat een prothesegewricht anders is dan een natuurlijk gezond gewricht. Tegenwoordig is het operatief implanteren van een knieprothese een veelvoorkomende en voorspelbare procedure geworden. Veel patiënten ervaren verlichting van pijn en functieverbetering vergeleken met hun situatie voor de operatie. De onderdelen van de prothese kunnen echter slijten omdat ze bij het bewegen tegen elkaar schuiven en rollen. De mate van slijtage van de kniedelen is gedeeltelijk afhankelijk van hoe ze gebruikt worden. Activiteiten die veel druk uitoefenen op het implantaat kunnen de levensduur van uw prothese verkorten. Dit komt veel voor bij zwaardere en actievere patiënten. Losraken en slijtage van de implantaten kan ertoe leiden dat een revisie-operatie nodig is: een operatie om uw prothese te vervangen. Dit onderwerp kunt u het beste met uw orthopedisch chirurg bespreken. Wat is de gemiddelde leeftijd waarop mensen een knieprothese krijgen? De gemiddelde leeftijd is 65-72 jaar. Sinds ik op de wachtlijst sta heb ik minder pijn in mijn knie. Wat moet ik doen? Als de pijn minder is geworden kan dat betekenen dat u niet geopereerd hoeft te worden. Mocht u om welke reden dan ook twijfelen, bespreek dit dan met uw eigen huisarts of orthopedisch chirurg. Welke problemen kan ik verwachten in het ziekenhuis? Verwardheid Verwarring in de eerste paar dagen na de operatie komt vrij vaak voor. Dit wordt meestal veroorzaakt door een combinatie van de narcose en het verblijf in een vreemde omgeving. Tegen de tijd dat u naar huis gaat is de verwarring normaal gesproken weer helemaal verdwenen. De ene patiënt heeft meer kans om verward te raken dan de andere. De verpleegkundige bepaalt tijdens het opnamegesprek aan de hand van een scorelijst of dat bij u het geval is. Als dit zo is overlegt zij dit met de arts. 35

Duizeligheid en misselijkheid Dit is niet ongebruikelijk en kan tot een aantal weken na de operatie aanhouden. Toch is het belangrijk dat u gezond eet en voldoende vloeistof binnen krijgt om uw herstel te bespoedigen. Obstipatie (moeilijke stoelgang) Een ander veelvoorkomend probleem dat kan ontstaan na een operatie is obstipatie. Dit wordt meestal veroorzaakt door verandering in leefritme, de geneesmiddelen en door het voedsel. Obstipatie kan vrij snel worden opgelost als het vroeg wordt ontdekt. Het is dan ook belangrijk dat als dit gebeurt of als u gevoelig bent voor obstipatie, u de verpleegkundige hiervan op de hoogte brengt. Hoe gevaarlijk is het implanteren van een knieprothese? Een knieprothese implanteren is een zware operatie. Net als bij elke grote operatie is er een kleine kans op overlijden. Heb ik na de operatie geen pijn meer? Tijdens de operatie wordt de oorzaak van uw pijn weggenomen. U moet er echter wel rekening mee houden dat uw nieuwe gewricht en de wond tot twaalf weken na de operatie behoorlijk pijnlijk kunnen zijn. Om deze pijn te verminderen kan het ziekenhuispersoneel verschillende vormen van pijnverlichtende technieken toepassen, zoals zenuwblokkades, orale pijnstillers, ijspakkingen en beenoefeningen. De pijn na het plaatsen van een knieprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer een maand na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer twaalf maanden na de operatie. 'Startpijn' (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit! Hoe lang blijft mijn knie dik? De knie en enkel kunnen dik worden, dit is normaal. Het dik worden vermindert door dagelijks de benen hoog te leggen, één uur 's morgens en één uur 's avonds. De zwelling is over het algemeen 's avonds het grootst en neemt af wanneer u de oefeningen goed blijft doen. Hoe lang zal ik in het ziekenhuis blijven? U gaat meestal vier dagen na uw operatie met ontslag, naar huis of revalidatie. Hoe succesvol is deze operatie? Na de operatie ondervindt u een belangrijke toename in de bewegelijkheid van de geopereerde knie en een duidelijke vermindering van de pijn. Onderzoek heeft aangetoond dat vrijwel alle knieprotheses succesvol zijn geweest. 36

Hoe goed kan ik mijn knie na de operatie bewegen? Over het algemeen is na de operatie de beweeglijkheid van het betreffende gewricht iets minder. Toch wordt de beweeglijkheid van de knie ten behoeve van de meeste dagelijkse activiteiten hersteld. Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik teveel geoefend heb? Drie keer per dag 30 minuten oefenen, vooral het strekken en buigen van de knie is belangrijk. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! U kunt de oefeningen terugvinden in deze map. Wat kunnen de meeste mensen met hun gewricht doen nadat zij uit het ziekenhuis zijn ontslagen? U zou in staat moeten zijn om te lopen met een loophulpmiddel, zonder hulp van iemand anders. U zou in staat moeten zijn om zelfstandig in en uit bed te stappen, op een stoel te gaan zitten en er weer uit op te staan. U kunt plaatsnemen op het toilet en weer opstaan. U zou ook in staat moeten zijn om uzelf te wassen en aan te kleden. Wanneer mag ik weer gaan autorijden? Autorijden is een individuele aangelegenheid. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been kunt u na zes weken weer gaan autorijden. Het is niet verstandig om te rijden wanneer u nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg uw arts en ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. Wanneer mag ik weer gaan fietsen? Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben. Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap. Het is aan te raden van tevoren te oefenen op een hometrainer. Wanneer mag ik weer douchen of in bad? Wij raden u aan de wond niet nat te laten worden tijdens het douchen en baden. Als het hechtmateriaal is verwijderd, is er geen belemmering meer. De hechtingen worden meestal twee weken na de operatie verwijderd. Wat voor soort schoenen kan ik het best aantrekken? Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Vermijd de eerste drie maanden hoge hakken en slippers. Moet ik een steunkous dragen? Het dragen van een steunkous helpt om de zwelling in het been te verminderen. U dient de steunkous thuis alleen te dragen als dat is afgesproken met het ziekenhuis. 37

Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? U mag op uw zij slapen met een kussen tussen de benen, zodat u comfortabel ligt. Plaats nooit een kussen onder de knie. Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom het hechtmateriaal kan er wat rood en geïrriteerd uitzien. Wanneer het hechtmateriaal na ongeveer 14 dagen verwijderd is, zal deze roodheid langzamerhand afnemen. Wanneer het wondgebied gezwollen of rood wordt of er komt vocht uit, is het verstandig met de verpleegkundige van de Thuiszorg of de huisarts te overleggen wat u moet doen. Na het verwijderen van het hechtmateriaal kunt u zich weer gaan douchen. Het beste kunt u de wond van boven naar beneden wassen en niet van links naar rechts. De eerste maanden is het beter om de wond met uw handen te wassen en niet met een washand. Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. Hoeveel buiging kan ik verwachten van mijn knie? De gemiddelde buiging is 110 graden. Er is echter niets mis met de knie als dit niet wordt gehaald. U moet wel 80 graden kunnen halen. De maximale buiging bedraagt ongeveer 125 graden. Hoe lang blijft mijn knie warm aanvoelen? Uw knie kan gedurende zes tot twaalf maanden na de operatie warm aanvoelen. Is het normaal dat mijn knie een soort klikkend geluid maakt? Dit is normaal en niet verontrustend. Ongeveer 70 procent van de patiënten ervaren of horen een soort klikgeluid wanneer ze de knie buigen. 38

39

40

3 Verblijf in het ziekenhuis 3.1 De verpleegafdeling Specifieke informatie over de gang van zaken tijdens uw opname op de afdeling Orthopedie kunt u lezen in de folder Informatie over Orthopedie. 3.2 De operatie Informatie over de operatie kunt u lezen in het gedeelte over de knie-operatie. 3.3 Na de operatie Direct na de operatie brengen we u naar de verkoeverkamer. Dit wordt ook wel de recovery of uitslaapkamer genoemd. Een verpleegkundige is bij u om bepaalde functies te controleren. Wanneer uw bloeddruk en hartslag stabiel zijn gaat u terug naar de verpleegafdeling. U heeft dan: een infuus in uw arm, om vocht en antibiotica (24 uur) toe te dienen een catheter in uw blaas, om urine op te vangen een drukverband om uw been, om bloeduitstortingen zoveel mogelijk te voorkomen een wonddrain: deze zuigt overtollig wondvocht en bloed af. Deze drain met opvangsysteem heet retransfusiesysteem. een femoraliscatheter: een slangetje in uw lies dat de voorkant van uw been verdooft. Retransfusiesysteem Via dit systeem is het mogelijk uw eigen verloren bloed terug te geven. Tijdens en na de operatie kan bloedverlies optreden. Vroeger was het soms nodig om bloed van de bloedbank te geven. Nu krijgt u op de operatiekamer een drain in uw been om bloed op te vangen. Een filtersysteem zuivert dit opgevangen bloed. Via een infuus krijgt u dit bloed weer terug. Via dit systeem krijgt u de eerste zes uur na de operatie uw eigen bloed terug. Een verpleegkundige brengt u in uw bed terug naar uw eigen kamer. De verpleegkundigen van de afdeling Orthopedie nemen de zorg weer over. U mag na enkele uren beginnen met het drinken van water. Uitbreiden van drinken en eten is afhankelijk van eventuele klachten van misselijkheid. De eerste dag heeft u bij uw lichamelijke verzorging nog hulp nodig van een verpleegkundige. Het is de bedoeling dat u zich zo snel mogelijk weer zelfstandig verzorgt. Uw versleten knie is immers vervangen en verder bent u niet ziek. De dag na de operatie nemen we bloed af om te controleren of u tijdens de operatie niet te veel bloed heeft verloren. Het drukverband gaat de eerste ochtend na de oefening af. Ook de drain wordt dan verwijderd. Het infuus blijft een a twee dagen in uw arm om vocht en eventueel medicijnen toe te dienen. De katheter gaat meestal na een of twee dagen uit en de femoraliscatheter na twee of drie dagen. 39

Liggen en slapen Het is het meest gemakkelijk om gedurende de eerste weken op uw rug te liggen. Het is belangrijk dat uw knie zoveel mogelijk gestrekt ligt. Daarom mag er geen kussen onder de geopereerde knie liggen. Revalideren De dagen na de operatie komt u na het ontbijt uit bed. U begint afhankelijk van hoe u zich voelt met revalideren. Het zal de eerste dagen niet altijd even makkelijk zijn om te revalideren, maar zo behaalt u de beste resultaten. U oefent twee tot drie keer per dag op een buigapparaat (shiene) in bed. Een shiene is een apparaat dat uw been passief buigt en strekt (zie plaatje). Uw been komt op dit apparaat te liggen, terwijl u in bed ligt, en zal het been heel langzaam gaan buigen en strekken. Daarnaast start u met looptraining en gaat u op weg naar zelfstandigheid. Bij het revalideren zijn mensen om u heen om u te steunen. Denk hierbij aan de verpleegkundige, fysiotherapeut, medepatiënten en begeleider. een shiene Pijn Het is normaal dat u na de operatie enige pijn en ongemak ervaart. U krijgt regelmatig pijnstillers om uw pijn zoveel mogelijk te verlichten en u in staat te stellen fysiotherapie te volgen. Breng altijd de verpleegkundige op de hoogte als u pijn heeft! Antistolling Om een complicatie als trombose te voorkomen leren wij u om zichzelf eenmaal daags een injectie met antistolling te geven. Deze injectie geeft u tot vier weken na de operatie. 40

Wondzorg Uw wond moet schoon en droog gehouden worden tot deze volledig is genezen. U kunt dit zelf doen of uw partner kan dit verzorgen. Wanneer het noodzakelijk is kan ook de wijkverpleging uw wond verzorgen. Fysiotherapie Na de operatie komt de fysiotherapeut soms al op de operatiedag zelf om u oefeningen op bed te laten doen. De daaropvolgende dagen bezoekt de fysiotherapeut u iedere dag. De oefeningen worden uitgebreid en er wordt ook veel aandacht geschonken aan het weer goed kunnen lopen. Een van de eerste dingen die u met behulp van de fysiotherapeut leert, is hoe u veilig uit bed kunt stappen, hoe u moet zitten en staan. Meestal loopt u met elleboogkrukken. Na overleg is het soms ook mogelijk met een ander loophulpmiddel te lopen, bijvoorbeeld met een rollator. Naarmate u vooruitgang boekt en u meer vertrouwen krijgt, bent u steeds beter in staat om zelfstandig te lopen met behulp van het loophulpmiddel. De fysiotherapeut leert u, indien mogelijk en van toepassing, om trappen op en af te lopen. Na ontslag adviseren wij u om minimaal nog zes weken door te gaan met oefenen, thuis en bij een fysiotherapeut in uw directe omgeving. Wanneer u met ontslag mag krijgt u een brief voor uw eigen fysiotherapeut mee om verder te revalideren. Actief blijven en doorgaan met oefenen is de snelste manier om volledig te herstellen. Begeleiding van een fysiotherapeut is heel belangrijk bij het werken aan een goed looppatroon en het afbouwen van het gebruik van de krukken. De eerste paar maanden na de operatie vergen veel inspanning, inzet en motivatie van uw kant om uw knie weer goed te laten functioneren. 3.4 Ontslag U gaat met ontslag wanneer de arts in overleg met u heeft geconcludeerd dat de medische behandeling in het ziekenhuis kan worden afgesloten. U heeft in de voorbereiding op de operatie of bij het opnamegesprek al aangegeven waar u na ontslag naartoe gaat. De dag van ontslag Op de dag van ontslag heeft u zowel met de arts als met de verpleegkundige een ontslaggesprek. In deze gesprekken krijgt u adviezen voor thuis en krijgt u informatie over recepten en controleafspraken. U kunt meestal tussen 10.00 en 11.00 uur het ziekenhuis verlaten. Vervoer na ontslag Meestal kunt u met een auto worden vervoerd. Soms is het medisch noodzakelijk dat u per rolstoeltaxi of ambulance naar huis of revalidatie wordt vervoerd. De behandelend arts geeft hier een verklaring voor. Houdt u er rekening mee dat u de vervoerskosten van de rolstoeltaxi eerst zelf (contant) moet betalen. Afhankelijk van uw verzekering kunt u deze kosten declareren bij uw zorgverzekeraar. Wilt u meer informatie neem dan contact op met uw zorgverzekeraar. 41