Handleiding Praatposter GVGS met media De opkomst van sociale media, games, internet, tablets en smartphones brengt vele nieuwe vragen met zich mee. Hoe ga je hierover in gesprek met je leerlingen? De praatposter GVGS met media en deze handleiding helpen je op weg. GVGS met media De letters GVGS op de poster staan voor: Gezond, Veilig, Gezellig en Slim. Ieder woord staat voor een categorie van gedrag en houding als het gaat om mediagebruik. Het zijn woorden met een positieve lading, bedoeld om het gesprek over mediagebruik met een positieve insteek te starten en om de nadruk te leggen op gewenst gedrag. Doelgroep Door de eenvoudige opzet is de poster voor een brede doelgroep vanaf groep 7 van de basisschool te gebruiken. Gebruiksmogelijkheden Geef de praatposter een mooie plek in het klaslokaal en gebruik hem: als kader voor een onderwijsleergesprek. als kader voor opdrachten rond mediawijsheid. als reminder om gedurende het schooljaar naar te verwijzen, zodra daar een aanleiding voor is (denk aan actuele zaken uit het nieuws of gebeurtenissen op en rond de school). Mediawijsheid Aan de slag gaan met deze praatposter is werken aan de mediawijsheid van je leerlingen. Mediawijsheid is meer dan handig zijn met Google of weten hoe je je smartphone zodanig instelt dat je er je e- mail op kunt lezen. In 2005 gaf de Raad voor Cultuur een eerste definitie van het begrip mediawijsheid. Die luidde: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Mediawijsheid is iets dat raakt aan alle vormen van onderwijs en leren. Het zou dan ook geen apart vak moeten zijn, maar geïntegreerd moeten zijn in de pedagogische en didactische gereedschapskist van iedere leraar. Hoe mediawijs ben je zelf? Veel leraren vinden voelen zich minder mediawijs dan hun leerlingen. Ze zijn zo snel met hun mobieltjes. Ze draaien hun hand niet om voor het maken van een filmpje. Handig zijn met multimedia- apparaten is echter maar een fractie van het brede spectrum van mediawijsheid. Op veel terreinen zijn leraren mediawijzer dan hun leerlingen. Dit beseffen voorkomt wat met een mooi woord handelingsverlegenheid heet: het gesprek niet aandurven omdat je denkt dat je leerlingen verder zijn dan jij. Het is goed je een beeld te vormen van je eigen mediawijsheid, voordat je in gesprek gaat met leerlingen over dit onderwerp. Hoe ga je zelf om met media? Hoe beoordeel je een gevonden bron op betrouwbaarheid?
Waar moet je aan denken bij Nog te weinig beeld bij waar je aan moet denken bij de vier onderwerpen van de poster? Hieronder geef ik bij elk onderwerp een aantal voorbeelden. Gezond 1. Kies wat vaker voor een game waarbij je moet bewegen. 2. Zet je smartphone helemaal uit of op de vliegtuigstand ruim voordat je gaat slapen. 3. Luister naar signalen van je lichaam: tintelingen, pijntjes, zeurend gevoel, hoofdpijn. Vraag je af er een link is met mediagebruik. 4. Gebruik een app om je sportieve prestaties te meten. Dat werkt stimulerend! 5. Wissel surfen langs korte berichtjes en filmpjes af met tijd nemen voor een goed boek of een goede film. Of even lekker naar buiten natuurlijk. 6. Probeer eens een dag zonder sociale media te leven. 7. Zorg voor een goede houding aan je bureau / computer. Neem regelmatig rust- en beweegpauzes. 8. Neem tijd en aandacht voor elke maaltijd. Zet je telefoon op stil. 9. Luister je graag naar muziek via oortjes? Wees zuinig op je oren. 10. Überslanke fotomodellen, perfecte wasbordjes en porno laat je niet gek maken, gebruik je gezonde verstand. Veilig 1. Klik niet op een link, waarvan je niet weet wat erachter zit. 2. Accepteer geen vriendschapsverzoeken van mensen die je niet kent. 3. Plaats alleen foto s online die iedereen mag zien. Een foto kan heel snel gedeeld worden, ook buiten het netwerk waarin je de beelden hebt geplaatst. 4. Stuur geen informatie door die niet voor anderen bedoeld is. 5. Kijk uit met downloaden van bestanden. Kun je de website vertrouwen? 6. Geef niet zomaar gegevens weg, zoals je e- mailadres, telefoonnummer of credit card- gegevens 7. Kies voor slimme wachtwoorden, kies voor elke toepassing een ander wachtwoord en houd een overzicht bij van je wachtwoorden. 8. Onderneem actie als je iets tegenkomt dat niet klopt. Meld het bij een volwassene. Maak een schermafdruk als bewijs. 9. Vraag je af: kan iemand wat ik ga plaatsen mogelijk verkeerd begrijpen? 10. Laat je in het verkeer niet afleiden door je smartphone. Gezellig 1. Verstuur geen berichten als je boos bent. Wacht een uur, een dag en bedenk dan hoe je slimmer kunt reageren op waar je boos van werd. 2. Reageer niet op je telefoon als je face to face in gesprek bent met iemand. 3. Als er in een groep ruzie gemaakt wordt, geef aan dat het beter werkt de ruzie face to face uit te praten en dat je niet mee wilt doen aan het gesprek. Geldt ook voor pesten. 4. Sluit niemand buiten, bijvoorbeeld in een chat, Facebook- groep of klasse- WhatsApp. 5. Zorg ervoor dat iedereen binnen een groep belangrijke informatie krijgt, ook als ze geen gebruik maken van een bepaald medium.
6. Like, retweet, geef een +1 of een aardige reactie als iemand iets leuks of nuttigs met je deelt. 7. Deel zelf leuke en nuttige bronnen met anderen. 8. Speel vaker games waarbij je met en tegen anderen speelt, in plaats van alleen tegen de computer. 9. Gebruik media om tot leuke afspraken te komen, om met anderen iets leuks te ondernemen. 10. Help anderen online als ze een vraag hebben, met een antwoord of bijvoorbeeld een link naar een plek waar ze het antwoord kunnen vinden. Slim 1. Als je gevonden informatie niet vertrouwt, zoek naar meer en naar andere bronnen. 2. Kies het medium dat het best past bij wat je wilt bereiken. Denk aan Datumprikker om een afspraak te maken met een grote groep mensen. 3. Zoek slim: met meerdere trefwoorden en gebruik van zoekfuncties (zoals het minteken in Google om zoekresultaten met dat trefwoord eruit te filteren). 4. Vraag je af: waarom is dit gratis? 5. Zoek naar digitale hulpmiddelen die leren leuker en effectiever maken. 6. Presenteer je online op een positieve, nette manier. Je toekomstige werkgever of stagebedrijf zal je Googlen. 7. Als je een onderwerp wilt volgen: gebruik alerts, zodat je niet telkens op het onderwerp hoeft te zoeken. De informatie komt dan naar je toe! 8. Formuleer duidelijk naar anderen. Bedenk dat de ander je gezicht niet kan zien en dat deze persoon misschien andere voorkennis heeft dan jij. 9. Gebruik tijdsbesparende ict, zoals een programma waarmee je macro s kunt maken. 10. Durf te vragen! Zet je netwerk in als je ergens niet uitkomt. Aansluiten Om een waardevol gesprek te voeren over mediawijsheid, is het handig de aansluiting te vinden bij de huidige generatie leerlingen. Dat betekent niet dat je per se zelf mee hoeft te gaan doen met je eigen hippe Facebook- profiel of al je dagelijkse beslommeringen moet gaan spuien op Twitter. Wel dat je minimaal bijhoudt wat er omgaat in hun wereld, begrijpt waar de aantrekkingskracht van de door hun gebruikte technologieën vandaan komt, wat voor invloed die heeft op hun dagelijks leven en hun gedrag en dat je die kennis kunt vertalen in de omgang met je leerlingen. Wie uitsluitend vanuit een negatieve houding ten opzichte van moderne media in gesprek wil gaan met leerlingen, komt over het algemeen niet ver. Aansluiten doe je door: vragen te stellen vanuit oprechte belangstelling; oog te hebben voor het plezier dat leerlingen hebben in het gebruik van sociale media; geen suggestieve vragen te stellen; stel vooral open vragen die aanmoedigen tot vertellen waarbij je probeert niet te oordelen; in eigen woorden te herhalen en te vragen om bevestiging: heb ik goed begrepen dat?
Haal de voorkennis op De media, gesprekken met ouders en leraren, de peer group (leeftijdsgenoten) leerlingen weten vaak al best veel op het gebied van mediagebruik. Het is leuk en nuttig die kennis op te halen. Gebruik hiervoor vragen naar aanleiding van de trefwoorden van de praatposter: Kan mediagebruik ook ongezond zijn? Wat is een voorbeeld van onveilig omgaan met media? Wanneer is mediagebruik ongezellig of zelfs vervelend? Wie heeft er een goede internettip om dingen slimmer te doen? Gebruik eventueel een online mindmapping- toepassing (zoals Popplet.com) om de antwoorden op de vragen vast te leggen. Enkele voorbeelden uit een gesprek met leerlingen van groep 8: Pas op met dingen nadoen die je soms in YouTube- filmpjes ziet, zoals het maken van vuurwerk of andere experimenten. Blokkeer mensen die met je willen chatten als je het niet vertrouwt. Eigenlijk moet je alleen mensen toelaten die je kent. Spreek in elk geval niet af met iemand die je niet kent. Vermeld in je profiel niet je woonplaats, adres of e- mail. Je kunt natuurlijk wel vertellen wat je hobby s zijn. Leg het bij de leerling! Mediawijsheid is bij uitstek een onderwerp waarbij alleen maar uitleg geven niet werkt. Het gaat erom de leerlingen zelf actief na te laten denken, ze zelf hun mening te laten vormen én formuleren. Gemakkelijk gezegd, maar hoe doe je dat? Enkele suggesties. 1. Laat leerlingen zelf een onderwerp onderzoeken. a. Hoe is het om een week zonder smartphone te leven? b. Is aspartaam gevaarlijk of niet? c. Waarom is Facebook gratis? 2. Laat leerlingen zelf voorbeelden zoeken, bijvoorbeeld van websites die onwaarheden verkondigen. Of maak samen een overzicht van alle afspraken die in de verschillende gezinnen gelden. 3. Laat leerlingen met elkaar afspraken formuleren over hoe ze met elkaar om willen gaan op sociale media. 4. Zet leerlingen in de deskundigenrol. Laat ze een lijstje met tips maken over hoe je de betrouwbaarheid van een website kunt beoordelen. Of een filmpje waarin de veiligheidsinstellingen van Facebook worden. 5. Stel prikkelende vragen. a. Wat doe ik als ikzelf of een vriend(in) gepest wordt op WhatsApp? b. Wanneer is iemand online een echte vriend? c. Hoe ontdek ik bijtijds dat iemand meer wil dan gezellig met mij chatten? d. Bij wie kan ik terecht als er iets vervelends gebeurt en ik durf het mijn ouders (nog) niet te vertellen? e. Wat kan ik doen als iemand een foto van mij online heeft geplaatst en ik wil die eraf hebben?
Nog enkele tips Zorg voor dialoog tussen alle betrokkenen. Denk aan een werkgroep waarin leraren, ouders, leerlingen en onderwijsondersteunend personeel vertegenwoordigd zijn. Wissel kennis, ervaringen en ideeën uit, binnen de school, bovenschools en met collega s in het land. Gebruik Twitter, sluit je aan bij fora op LinkedIn of Google+. Zorg voor een helder beleid, heldere afspraken en goede werkwijzen rond mediagebruik in en om de school. Besteed er in de communicatie regelmatig aandacht aan. Denk ook aan scholing / deskundigheidsbevordering. Ga zelf gezond, veilig, gezellig en slim om met media. Je geeft niet alleen het goede voorbeeld, maar kunt ook vanuit meer autoriteit in gesprek gaan met je leerlingen en collega s. En bedenk Scholen waar op een positieve manier met media gewerkt wordt en waar open over media gepraat wordt, hebben minder problemen rond mediagebruik. Ik heb daar geen harde bewijzen voor, maar zie dit in mijn dagelijkse praktijk Enkele bronnen Mediawijzer, www.mediawijzer.net MijnKindOnline, www.mijnkindonline.nl Mediaopvoeding, www.mediaopvoeding.nl Kennisnet, thema mediawijsheid, www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid Internetscience, www.internetscience.nl Meldknop: www.meldknop.nl Voor boeken en digitale publicaties, raadpleeg de literatuurlijst Sociale media in het onderwijs : tinyurl.com/literatuurgvgs Meer informatie Erno Mijland Kuikseindseweg 17 5091 TC Middelbeers (013) 5142390 (06) 24 23 22 09 www.ernomijland.com contact@ernomijland.com