INHOUDSOPGAVE. Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

Vergelijkbare documenten
stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015

Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011

Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv

Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf. Jaarverslag over het boekjaar 2009

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf

INHOUDSOPGAVE. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

Jaarrekening Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg HM Bussum

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf in liquidatie (i.l.) Liquidatieverslag tot en met

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf

III. REGLEMENT AANVULLINGEN EN UITKERINGEN

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2011

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf i.l. Jaarverslag 2014

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf. Jaarverslag over het boekjaar 2008

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Financiële verantwoording Vereniging het Verschil

Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND. (Voorheen Stichting Bewaarder Gold & Discovery Fund) AMERSFOORT JAARREKENING 2012

Balans per 31 december 2017

Liquidatieverslag t/m STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2011

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf i.l.

STICHTING JIMMY NELSON FOUNDATION TE AMSTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2016

Jaarbericht OFE Detailhandel. Jaarrekening Overige gegevens Resultaatbestemming Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum

Wissenraet jj^ Van Spaendonck

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011

Technisch Bureau Bouwnijverheid

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

STICHTING 631/634 TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Rapport inzake jaarstukken 2016

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

MET BELEID VOORUIT. Tijdspaarfonds Bouw & Infra. Aanvullingsfonds Bouw & Infra. Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra

Jaarrapport Stichting Fonds Familie in de Buurt. te Groningen

Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf. Jaarverslag 2009

stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Dakbedekkingsbedrijf (in liquidatie) Jaarverslag 2014

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Bollenstreek

a. het fonds: de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf;

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2014: publicatiegegevens inzake ANBI-regelgeving

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP)

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010

Stichting Present Utrecht Vliegend Hertlaan 4a 3526 KT UTRECHT JAARVERSLAG RAPPORT Inzake jaarverslag

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2017 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2012 publicatie gegevens inzake vernieuwde ANBI regelgeving

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Hoeksche Waard

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Vereniging Aangeboren Heupafwijkingen gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2015

1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Oostland

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

Jaarrekening Bibliotheek IJmond Noord

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

STICHTING 631/634 TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Rapport inzake jaarstukken 2017

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid. Bedrijfstakeigen regelingen. Jaarboek 2011

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

Reglement tijdelijke vergoeding pensioenpremie bij ontslag op economische gronden Inhoudsopgave

BTER Duurzaamheid 2011 J aar v er slag 2 011

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2016 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving

Jaarrekening Bibliotheek IJmond Noord

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Van Spaendonck JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE

INHOUDSOPGAVE. Algemeen. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra

Jaarrekening Groep Stichting Bibliotheek Velsen en Basisbibliotheek Velsen

Jaarrekening Stichting De Bibliotheek

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Oostland

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

JAARRAPPORT 2017 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OMMEN

Financiële verantwoording 2012 van. Gereformeerde Bijbelstichting. te Dordrecht

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Huizen-Laren-Blaricum

Activa. Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen

Jaarrekening ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V.

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken Jaarrekening - Overige gegevens

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Stichting Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie te Bussum

Nota van wijzigingen bij de aanmelding van de tussentijdse wijziging CAO BTER voor de Bouwnijverheid

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

JAARVERSLAG 2018 STICHTING WINKELFONDS DUITSLAND 15

JAARVERSLAG 2014 STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE GOUD- EN ZILVERNIJVERHEID VOORBURG

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar 2017 4 Jaarrekening 2017 20

Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3

BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2017 Bestuur De Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra (Aanvullingsfonds) is gevestigd te Harderwijk. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld uit vijf werkgevers- en vijf werknemersleden. De vijf werkgeversleden zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Van de werknemersleden zijn er drie benoemd door FNV en twee door CNV Vakmensen. Werkgeversbestuursleden (namens Bouwend Nederland) Dhr. N.J. van Til (fungerend voorzitter tot en met 31 oktober 2017) Dhr. D.J. Verhoeven (fungerend voorzitter vanaf 1 november 2017) Dhr. A.W.J. Borst Dhr. J.H. Kets [1] Dhr. P.W.M. van Nieuwenhuizen [2] Dhr. E. Tierolf [1] de heer J.H. Kets heeft per 1 januari 2017 de heer W. Ketting opgevolgd [2] de heer P.W.M.van Nieuwenhuizen heeft per 1 januari 2017 de heer G.C.J.J. Peek opgevolgd Werknemersbestuursleden Dhr. P.H. Roos, voorzitter (namens FNV) Dhr. J.G. Crombeen (namens FNV)[3] Dhr. M. Hulsegge (namens CNV Vakmensen)[4] Dhr. G. Lokhorst (namens CNV Vakmensen) Mw. S.H. ter Maat (namens FNV) [3] de heer J.G. Crombeen is per 1 januari 2018 afgetreden. De heer R.J. van Gemert is per 1 april 2018 benoemd als opvolger [4] de heer R. van Dijk heeft per 1 januari 2018 de heer M. Hulsegge opgevolgd Het fungerend voorzitterschap wisselt per kalenderjaar tussen de werkgevers- en de werknemersleden. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar en zijn herbenoembaar. Bij tussentijds vertrek van een bestuurslid wordt een opvolger benoemd voor de resterende tijd binnen de periode van drie jaar. CLUSTERBESTUUR Partijen bij de cao Bouw & Infra hebben besloten tot clustering van de fondsbesturen. Deze clustering betreft voor het verslagjaar 2017 de volgende bedrijfstakeigen regelingen (BTER): Tijdspaarfonds Bouw & Infra; Aanvullingsfonds Bouw & Infra; Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra. Deze fondsen zijn ondergebracht in stichtingen. Deze stichtingen zijn aparte rechtspersonen, maar de bestuursleden van deze fondsen zijn dezelfde. De fondsen geven invulling aan de collectieve arbeidsvoorwaardelijke afspraken zoals die door partijen bij de cao Bouw & Infra zijn vastgesteld. In de bestuursvergaderingen wordt uit praktisch oogpunt een algemeen gedeelte in de agenda gereserveerd voor de behandeling van onderwerpen die voor meer dan één fonds van belang zijn. 4

Voorbeelden daarvan zijn: premie-inning en incasso; naleving van de werkingssfeer van de cao; gerechtelijke procedures; communicatiebeleid. In het verslagjaar is het bestuur van het Aanvullingsfonds 5 keer in reguliere vergadering bijeengeweest; 4 keer bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid in Harderwijk en 1 keer bij APG in Amsterdam. CAO BOUW & INFRA In het verslagjaar zijn twee cao s van kracht geweest; een met een looptijd van 1 januari 2015 tot en met 31 januari 2017 en een van 1 februari 2017 tot en met 31 maart 2018. CAO BEDRIJFSTAKEIGEN REGELINGEN BOUW & INFRA Het Aanvullingsfonds maakt deel uit van de cao Bedrijfstakeigen regelingen (BTER) Bouw & Infra. Die cao heeft een looptijd van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019. STATUTEN EN REGLEMENT Het bestuur heeft in het verslagjaar geen aanleiding gehad voor een wijziging van de statuten of de reglementen (behoudens een gewijzigd premiepercentage 2017 ten opzichte van 2016). TECHNISCH BUREAU BOUWNIJVERHEID Het bestuur laat zich bijstaan en adviseren door de Stichting Technisch Bureau Bouwnijverheid. Het Technisch Bureau Bouwnijverheid heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: beoordeling van alle relevante bestuursstukken; voorbereiding van contracten met opdrachtnemers; algehele kwaliteitsbewaking en rapportage over bevindingen; organisatie, planning en agendering van de bestuursvergaderingen; voortgangsbewaking van extern geplaatste opdrachten; het voeren van de bestuurscorrespondentie met instanties en dragende organisaties; analyse van de gevalsbehandeling aan de hand van voorleggers van de uitvoerder; uitbrengen van advies aan het bestuur over de gevalsbehandeling; het in voorkomende gevallen voeren van gerechtelijke procedures namens het bestuur. Dat is onder meer het geval als uit werkingssfeeronderzoek is gebleken dat de cao Bouw & Infra niet of niet juist wordt nageleefd. WERKINGSSFEERONDERZOEKEN Werkgevers die onder de werkingssfeer van de cao Bouw & Infra vallen, zijn verplicht premie af te dragen aan de bedrijfstakeigen regelingen (BTER-fondsen) en het bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw). Werkgevers waarvan het vermoeden bestaat dat zij wel onder de werkingssfeer van de cao Bouw & Infra vallen, maar die zich niet hebben aangemeld bij APG en niets afdragen aan de fondsen, worden onderzocht. Als blijkt dat deze werkgevers ten onrechte niets afdragen aan de fondsen worden ze eventueel met terugwerkende kracht alsnog ingeschreven en worden premienota s opgelegd. Het bestuur neemt kennis van de voortgang en de resultaten van de werkingssfeeronderzoeken door middel van de rapportage werkingssfeeronderzoeken. 5

Het bestuur neemt iedere vergadering kennis van de stand van zaken van gerechtelijke procedures. Dit betreft vaak geschillen tussen werkgevers en de fondsen of de cao Bouw & Infra en/of de pensioenregeling van toepassing is en of daardoor een bijdrage aan de fondsen verschuldigd is. COMPLIANCEREGELING In het verslagjaar is de complianceregeling geactualiseerd. Alle bestuursleden hebben zich hieraan geconformeerd door de complianceverklaring te ondertekenen. De complianceregeling heeft als doel het waarborgen van de integriteit en deskundigheid van bestuursleden. Zo kunnen werkgevers en werknemers onder de cao Bouw & Infra erop vertrouwen dat de bestuursleden zorgvuldig en deskundig met hun (financiële) verantwoordelijkheden omgaan en dat zij de doelstellingen van het fonds goed bewaken. Een belangrijk kenmerk van de regeling is het vermijden van belangenverstrengeling bij de eventuele vaststelling van het beleggingsbeleid. In de complianceregeling zijn onder meer bepalingen opgenomen voor bestuursleden over: functie-eisen; integriteit; rechten en plichten; voorwetenschap bij privé verhandelen van beleggingen en effecten (inclusief partners); aanvaarden van geschenken; vervullen van nevenfuncties; gebruikmaken van diensten van derden tegen marktconforme condities en tarieven; het hebben van een financieel belang in andere organisaties waarmee het fonds te maken heeft. De heren Verhoeven en Roos zijn aangesteld als compliance-officers. VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG In de statuten van het fonds is vastgelegd dat van nieuw te benoemen bestuursleden door de benoemende organisatie een Verklaring Omtrent het Gedrag van de kandidaat overgelegd dient te worden. BESTUURLIJKE COMMISSIE Het bestuur van het Aanvullingsfonds heeft uit zijn midden een commissie aangesteld. In deze commissie worden vooral praktische en uitvoeringstechnische aangelegenheden besproken. De commissie vergadert veelal op dezelfde dag aansluitend aan de vergadering van het bestuur. Een vast agendapunt van de commissievergaderingen is de gevalsbehandeling. Als een werknemer of een werkgever op reglementaire gronden niet of niet volledig in aanmerking komt voor een toekenning van een regeling, kan men een beroep doen op de zogenoemde hardheidsclausule van het reglement. Termijnoverschrijding is een vaak voorkomende grond om een aanvraag op reglementaire gronden af te wijzen. Maar er kunnen bijzondere of onvoorziene omstandigheden aan de orde zijn die toekenning alsnog rechtvaardigen. Het bestuur heeft aan de bestuurlijke commissie de bevoegdheid gemandateerd in voorkomende gevallen een gunstiger besluit te nemen indien daarvoor naar de mening van de commissie aanleiding bestaat. 6

COMMISSIE JAARVERSLAGEN Het bestuur heeft twee leden van zowel werkgevers- als werknemerszijde benoemd als lid van de Commissie Jaarverslagen. Deze commissie beoordeelt en becommentarieert de concept jaarverslagen zowel tekstueel als cijfermatig en rapporteert daarover aan het bestuur. Het bestuur stelt het jaarverslag vast. BESTUURSVERGOEDING De vacatiegelden voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten voor de bestuursleden zijn gelijk aan de bedragen die de Sociaal Economische Raad (SER) voor haar leden heeft vastgesteld. Sinds 1 januari 2015 is de regeling door de SER vereenvoudigd en is de jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor representatieve verplichtingen vervallen. Het bestuur van het Aanvullingsfonds heeft ingestemd met de aangepaste vergoedingsregeling voor het fonds met ingang van 2015 en die geldt voor onbepaalde tijd. 7

Doelstelling Het Aanvullingsfonds heeft als doel uitvoering te geven aan de relevante bepalingen van de cao Bouw & Infra. Het Aanvullingsfonds kent zowel werkgevers- als werknemersregelingen. De werkgeversregelingen zijn: declaratie Extra Verlofdagen oudere bouwplaatswerknemers; declaratie Extra Roostervrijedagen oudere bouwplaatswerknemers; declaratie bij re-integratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers in het tweede ziektejaar. De werknemersregelingen zijn: eindejaarsuitkering voor WAO-gerechtigden; eindejaarsuitkering voor IVA-/WGA-gerechtigden; doorbetaling ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid over maximaal 6 maanden. WERKGEVERSREGELINGEN Het Aanvullingsfonds kent drie vergoedingsregelingen aan de werkgever; een regeling voor extra verlofdagen van oudere bouwplaatswerknemers, een regeling voor extra roostervrije dagen van oudere bouwplaatswerknemers en een bonus bij re-integratie van de werknemer in zijn tweede ziektejaar. N.B. Uta-werknemers hebben ook recht op extra verlofdagen, maar dat komt in dit jaarverslag verder niet aan de orde omdat die verlofdagen niet onder de vergoedingsregeling van het Aanvullingsfonds vallen. Extra verlofdagen oudere bouwplaatswerknemers tot en met 31 december 2015 De EVD-regeling van het Aanvullingsfonds zorgt voor tegemoetkoming in de hogere loonkosten van werkgevers voor de extra verlofdagen van bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder. In de cao Bouw & Infra is vastgelegd dat bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder recht hebben op tien extra doorbetaalde verlofdagen per jaar. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben recht op dertien extra doorbetaalde verlofdagen per jaar. De werkgever krijgt een tegemoetkoming in de loonkosten voor dit extra verlof, zodat de oudere werknemer voor de werkgever niet duurder is dan de werknemer jonger dan 55 jaar. Opgebouwde EVD-rechten kennen een verjaringstermijn van 5 jaren na het jaar van opbouw. Dat betekent dat een EVD-recht uit het verleden nog opgenomen kan worden uiterlijk als volgt: EVD opgebouwd in EVD opnemen uiterlijk 2012 2017 2013 2018 2014 2019 2015 2020 De werkgever moet de declaratie inzenden uiterlijk binnen 6 maanden nadat de EVD is opgenomen door de werknemer. 8

Overgangsregeling extra verlofdagen voor oudere bouwplaatswerknemers sinds 1 januari 2016 Door partijen bij de cao Bouw & Infra is besloten het recht op en het aantal extra verlofdagen voor oudere werknemers te wijzigen vanaf 1 januari 2016. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de groep werknemers van 55 jaar en ouder per 31 december 2015 behouden hun huidige recht op extra verlofdagen; degenen die vlak voor deze leeftijd zitten krijgen in de toekomst ook recht op extra verlofdagen omdat zij niet zelf meer voldoende extra dagen kunnen opbouwen via het nieuwe Individuele Budget *); introductie van een Individueel Budget voor alle werknemers ongeacht hun leeftijd, waaruit zij voortaan zelf extra verlof kunnen betalen, zodat ook jongeren hiervan later profiteren; de regeling 4-daagse werkweek voor 55-plussers blijft behouden. *) In de cao Bouw & Infra is het zogeheten Individueel Budget voor de werknemer geïntroduceerd. Dit is onder meer bedoeld ter compensatie van de versobering van de extra verlofdagenregeling. Dit budget is er zowel voor de bouwplaatswerknemer als voor de uta-werknemer, ongeacht hun leeftijd. De werkgeversbijdrage aan dit budget zal stijgen naarmate de kosten voor de afbouw van seniorendagen zullen afnemen. Met dit individuele budget kunnen de werknemers naar eigen inzicht en verantwoordelijkheid sparen voor de financiering van extra verlofdagen die zij dan voor eigen rekening opnemen. Extra roostervrije dagen oudere bouwplaatswerknemers Per 1 januari 2016 is de Extra Verlof Dagen-regeling (EVD) vervangen door de Extra RoosterVrije Dagenregeling (ERVD als bedoeld in artikel 36c van de arbeidsvoorwaarden-cao Bouw & Infra). Deze dagen zijn geen vakantiedagen in de zin van artikel 7:634 BW, zoals voorheen met de EVD wel het geval was. EVD kent daardoor nog een wettelijke verjaringstermijn van 5 jaar, terwijl ERVD binnen hetzelfde jaar moet worden opgenomen als waarin het recht is opgebouwd. Per kalenderjaar is het recht op ERVD sinds 1 januari 2016 als volgt geregeld: Werknemers Geboren voor 1956 Geboren tussen 1956 en 1961 ERVD per kalenderjaar 13 dagen 10 dagen Werknemers die op 1 januari 2016 50 t/m 54 jaar zijn, hebben vanaf hun 57e jaar recht op de volgende extra roostervrije dagen: Werknemers Geboren in 1961 (57 jaar in 2018) Geboren in 1962 (57 jaar in 2019) Geboren in 1963 (57 jaar in 2020) Geboren in 1964 (57 jaar in 2021) Geboren in 1965 (57 jaar in 2022) ERVD per kalenderjaar 10 dagen 9 dagen 8 dagen 7 dagen 6 dagen Doordat werknemers voortaan recht hebben op ERVD vanaf hun 57e jaar in plaats van hun 55e jaar zijn er in 2016 en 2017 geen nieuwe toetreders in de vergoedingsregeling. Werknemers geboren in 1966 of later krijgen onder de huidige cao-voorwaarden nooit recht op ERVD. 9

Opnemen ERVD binnen het kalenderjaar De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid binnen het kalenderjaar van opbouw de ERVD-rechten op te nemen. Niet opgenomen dagen vervallen na afloop van het kalenderjaar. Een vergoeding voor de extra loonkosten aan de werkgever is alleen aan de orde als de ERVD tijdig is opgenomen en de werkgever binnen 6 maanden na opname van de ERVD de declaratie heeft ingediend. Verlofrecht naar rato Een werknemer die in de loop van het kalenderjaar 57 jaar wordt, heeft recht op ERVD naar rato. Bij dienstverbanden die slechts een deel van het kalenderjaar bestrijken, of hebben bestreken, wordt het recht op ERVD ook vastgesteld naar rato van de duur van het dienstverband in dat jaar. Toeslagpercentage De werkgever krijgt naast de vergoeding voor het dagloon ook een vergoeding in de vorm van een toeslag op het dagloon voor alle werkgeverslasten die aan de loondoorbetaling gekoppeld zijn. Onder werkgeverslasten wordt begrepen de SV-premie inclusief Ziektekostenverzekering, de premie aan het Aanvullingsfonds en het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds, de bijdragen aan het Tijdspaarfonds en de pensioenpremie. Het uniforme toeslagpercentage wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op basis van het loon van een zogenoemde maatman. Voor 2017 is het toeslagpercentage vastgesteld op 57 procent. 10

Ingediende declaraties en uitgekeerd bedrag In 2017 zijn 115.425 declaraties ingediend. In 2016 waren dat er 117.814. Het uitgekeerde bedrag bedroeg in 2017 25,2 miljoen euro. In 2016 was dat 24,5 miljoen euro. Bonus bij re-integratie in het tweede ziektejaar Als een zieke werknemer re-integreert in zijn tweede ziektejaar bestaat er recht op een re-integratiebonus uit het Aanvullingsfonds. De werknemer ontvangt zijn bonus van zijn werkgever in de vorm van een aanvulling op zijn loon. De werkgever ontvangt van het Aanvullingsfonds een bonus bij succesvolle re-integratie van zijn werknemer in zijn tweede ziektejaar. De bonus aan de werkgever betreft een eenmalig en vast bedrag van 2.500 euro. De werkgever vult het loon van de werknemer aan tot 100 procent over de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van de tweede maand van zijn reintegratie. De hoogte van de bonus voor de werknemer kan per geval verschillen. Succesvolle re-integratie Er is sprake van succesvolle re-integratie als de werknemer minimaal twee loonbetalingsperioden van vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk is voor minimaal 50 procent van het voorheen geldende arbeidspatroon. Als er al in het eerste ziektejaar sprake is van re-integratie van 50 procent of meer bestaat geen recht op de bonus. Er is dan immers al sprake van re-integratie van aanmerkelijke omvang. In 2017 zijn 36 verzoeken voor een re-integratiebonus afgehandeld. In 2016 waren dat er 40. In 2017 zijn 34 bonussen bij succesvolle re-integratie toegekend en uitbetaald door het Aanvullingsfonds. In 2016 waren dat er 38. De hiernavolgende figuur geeft een overzicht van de afgelopen jaren. 11

WERKNEMERSREGELINGEN De werknemersregelingen van het Aanvullingsfonds zijn de volgende: eindejaarsuitkering bij arbeidsongeschiktheid; doorbetaling van ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid. Eindejaarsuitkering gerechtigden op de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering De werknemer aan wie voor 1 januari 2006 een WAO-uitkering is toegekend, heeft bij voortduring van die uitkering recht op een eindejaarsuitkering van het Aanvullingsfonds. De hoogte van de eindejaarsuitkering is afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse waarin de werknemer is ingedeeld op 1 november van het kalenderjaar waarop de eindejaarsuitkering betrekking heeft. Als de WAO-uitkering in de loop van het kalenderjaar is beëindigd, bestaat recht op de eindejaarsuitkering naar rato. Formeel moet de werknemer de eindejaarsuitkering zelf aanvragen. Bouwplaatswerknemers kunnen de aanvraag via de vakbondsconsulenten indienen. Uta-werknemers kunnen de aanvraag via de vakbondsconsulenten of rechtstreeks bij uitvoerder APG indienen. Het bestuur heeft besloten dat het Aanvullingsfonds rechtstreeks bij het UWV de relevante WAO-gegevens opvraagt van diegenen die al eerder een eindejaarsuitkering hebben ontvangen. Dat betreft gegevens in welke arbeidsongeschiktheidsklasse de werknemer is ingedeeld en over welke periode in dat jaar de WAOuitkering is verstrekt. Als vaststaat dat de werknemer rechthebbende is van de eindejaarsuitkering, dan ontvangt hij in november schriftelijk bericht van het Aanvullingsfonds. De werknemer wordt dan geïnformeerd over de hoogte van de eindejaarsuitkering, wanneer die wordt betaald en op welk rekeningnummer de uitkering wordt overgemaakt. Eindejaarsuitkering gerechtigden op Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten of Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten De werknemer die recht heeft op de eindejaarsuitkering omdat die een IVA- of WGA-uitkering ontvangt moet zich ieder jaar opnieuw aanmelden. Een bouwplaatswerknemer moet zich bij een van de werknemersorganisaties melden. De uta-werknemer kan zich ook direct bij uitvoerder APG aanmelden. Voor de WGA-gerechtigde bestaat alleen recht op de eindejaarsuitkering zolang hij een uitkering ontvangt bij een arbeidsongeschiktheidsklasse van (meestal tijdelijk) 80-100%. 12

Indexatie De eindejaarsuitkeringen worden sinds 2008 ieder jaar geïndexeerd. De indexatie wordt berekend op basis van de percentuele jaarlijkse stijging van de cao-lonen in de Bouw & Infra. Peildatum is 1 juli van ieder kalenderjaar. In 2014 is er niet geïndexeerd omdat de cao-lonen toen niet gestegen zijn. AO-klasse 2017 2016 2015 2014 2013 80-100% incl IVA en WGA 753 744 724 706 706 65-80% 622 614 597 565 565 55-65% 489 483 470 459 459 45-55% 414 409 398 388 388 35-45% 339 335 326 318 318 minder dan 35% Geen Geen Geen Geen Geen Partijen bij de cao BTER Bouw & Infra zijn in 2015 overeengekomen dat er vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe rechthebbenden op de eindejaarsuitkering bijkomen. Alleen als men ook in 2015 recht had op de eindejaarsuitkering dan behoudt men dat recht als ook aan de overige voorwaarden is voldaan. Eenmalige uitkering bij werkloosheid Het Aanvullingsfonds verstrekt aan de werkloos geworden werknemer een eenmalige uitkering van 425 euro bruto. Sinds 1 juli 2012 geldt deze regeling ook voor werknemers die op hun ontslagdatum ziek zijn en direct daarna een Ziektewetuitkering krijgen. In 2017 zijn 7 eenmalige uitkeringen betaalbaar gesteld. In 2016 waren dit er 668. De bouwplaatswerknemer die werkloos raakt, moet de eenmalige uitkering via de vakbondsconsulent aanvragen. Uta-werknemers kunnen die zelf aanvragen bij APG, maar dat kan ook via de vakbondsconsulent. Om in aanmerking te komen voor de eenmalige uitkering moet de aanvrager twee documenten meesturen: een inschrijfbewijs als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf; een ontslagbewijs. Partijen bij de cao Bouw & Infra zijn in 2015 overeengekomen dat er vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe rechthebbenden op de eenmalige uitkering bijkomen. Als de eerste werkloosheidsdag op of na 1 januari 2016 valt dan bestaat geen recht meer. De aanvraagtermijn is maximaal 2 jaar na aanvangsdatum werkloosheid. Na 31 december 2017 is de indieningstermijn gesloten. Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid De werkloos geworden werknemer heeft direct daarna recht op maximaal zes maanden doorbetaling van de ouderdomspensioenpremie als een Werkloosheidswet of Ziektewetuitkering is toegekend. Deze vergoeding moet hij of zij zelf aanvragen. De bouwplaatswerknemer moet de vergoeding via de vakbondsconsulent aanvragen. Uta-werknemers kunnen die zelf aanvragen bij APG, maar dat kan ook via de vakbondsconsulent. De aanvraag wordt ingediend zodra de WW-uitkering is beëindigd. Duurt de werkloosheid langer dan zes maanden, dan kan de aanvraag gedaan worden na afloop van de eerste zes maanden van werkloosheid. Sinds 1 juli 2012 geldt deze regeling ook voor werknemers die op hun ontslagdatum ziek zijn en direct daarna een Ziektewetuitkering krijgen. In dat geval is de maximale duur ook 6 maanden. 13

KERNCIJFERS 2017 2016 2015 2014 2013 Aantal werkgevers ultimo verslagjaar 8.718 8.470 8.182 8.219 8.485 Aantal werknemers ultimo verslagjaar 106.928 101.282 100.175 100.411 105.645 Premies (in miljoenen euro's) 50,5 54,3 41,9 42,8 45,1 Aanvullingen (in miljoenen euro's) 7,5 8,7 11,6 17,0 21,1 14

Uitvoering ADMINISTRATIE De uitvoering van de Aanvullingsfondsadministratie is uitbesteed aan APG Rechtenbeheer N.V. gevestigd te Heerlen. Het bestuur heeft in het verslagjaar de administratieovereenkomst met APG geactualiseerd. Er is met APG een nieuwe administratie-overeenkomst gesloten vanaf 1 januari 2017 met een looptijd van 1 kalenderjaar. Behoudens opzegging of wijziging wordt deze overeenkomst telkens met een jaar verlengd. Tevens heeft het bestuur het jaarplan vastgesteld. In het jaarplan staat welke taken APG voor het Aanvullingsfonds uitvoert tegen welk tarief. KWALITEITSBEWAKING DOOR SERVICE LEVEL MONITORING De prestaties en het kwaliteitsniveau van APG worden door het bestuur bewaakt. Hiertoe wordt jaarlijks een Service Level Agreement (SLA) afgesloten met APG. De controle gebeurt door objectieve metingen waarbij de administratieve processen kwalitatief en kwantitatief in beeld worden gebracht. Door middel van Service Level Monitoring (SLM) wordt het niveau van dienstverlening systematisch door het bestuur gevolgd. In de SLM-rapportage wordt per kalenderkwartaal verslag gedaan aan het bestuur van processen als premie-inning, beheer en uitbetaling van fondsgelden, communicatie en klachtenafhandeling. Het bestuur heeft per 1 januari 2017 en per 1 januari 2018 nieuwe prestatiedefinities vastgesteld voor de SLA. BEGROTING Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op om de kosten van het fonds te monitoren. Deze begroting wordt niet gebruikt om de fondsactiviteiten gedurende het jaar te sturen. Daarom is in het jaarverslag geen begroting opgenomen. PREMIEBELEID Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het Aanvullingsfonds en door partijen bij de cao Bouw & Infra vastgesteld. Bij de vaststelling wordt gekeken naar de te verwachten uitgaven, de ontwikkelingen van de loonsom en de hoogte van de noodzakelijke verplichting. In de hierna volgende tabel zijn de premies van de afgelopen vijf jaar weergegeven. Bouwplaatswerknemer 2017 2016 2015 2014 2013 % werkgeversdeel 1,925 2,115 1,320 1,320 1,390 % werknemersdeel 0,205 0,225 0,310 0,310 0,240 % totaal 2,130 2,340 1,630 1,630 1,630 Uta-werknemer 2017 2016 2015 2014 2013 % werkgeversdeel 0,205 0,230 0,285 0,285 0,240 % werknemersdeel 0,205 0,230 0,285 0,285 0,240 % totaal 0,410 0,460 0,570 0,570 0,480 15

BELEGGINGEN Het fonds had in 2017 geen beleggingen. ACCOUNTANT De jaarrekening van het Aanvullingsfonds is door Ernst & Young Accountants LLP gecontroleerd. De accountantscontrole wordt jaarlijks verricht op basis van een controleplan. In het controleplan wordt aandacht besteed aan de reikwijdte van de controle, de controleaanpak en de geïdentificeerde risicogebieden. In overleg met het bestuur wordt jaarlijks vastgesteld of en zo ja welke specifieke zaken aanvullende aandacht behoeven. De controlewerkzaamheden zijn primair gericht op: de afgifte van de controleverklaring bij de jaarrekening; de beoordeling of het bestuursverslag verenigbaar is met de jaarrekening; de beoordeling of de ontvangen bedragen zijn geadministreerd in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring cao. In het accountantsverslag rapporteert de accountant de uitkomsten van zijn werkzaamheden over het verslagjaar aan het bestuur. Na afronding van de accountantscontrole van de jaarrekening van het fonds worden jaarlijks in de maand juni het accountantsverslag en de overige uitkomsten van de accountantscontrole gepresenteerd aan het bestuur. ADMINISTRATIEVE VERWERKING DIGITAAL Declaraties van het Aanvullingsfonds kunnen uitsluitend digitaal ingestuurd worden. SiRiuS is sinds 2016 het nieuwe systeem voor onder meer de rechtenopbouw en declaratieverwerking EVD en ERVD. SiRiuS kan veel nauwkeuriger dan het voorafgaande systeem de rechtenopbouw van extra verlofdagen vaststellen. De door de werkgever aangeleverde loon- en premiegegevens zijn daarvoor de basis. Er bestaat dan zekerheid dat het dienstverband daadwerkelijk heeft bestaan over de desbetreffende loonperiode(n). Voordeel daarvan is dat de werkgever bij een declaratie EVD of ERVD geen loongegevens van de werknemer hoeft aan te leveren. Ander voordeel betreft handhavingsaspecten: geen premie = geen rechtenopbouw = geen betaling van declaratie. VERPLICHTING EVD EN ERVD Voor opgebouwde EVD-rechten tot en met 2015 geldt een maximale opnametermijn van 5 jaar na het jaar van opbouw. Opsparen van verlofrecht, of het laten ontstaan van het zogenoemde stuwmeer van EVDrecht is daardoor mogelijk. Niet goed te bepalen is wanneer en in welke mate het stuwmeer van opgebouwd EVD-recht wordt opgenomen en gedeclareerd. Het bestuur stelt daarom ieder jaar een verplichting vast voor het geval alle opgebouwde stuwmeer EVD-rechten direct worden opgenomen en gedeclareerd. Door SiRiuS kan nauwkeuriger dan voorheen vastgesteld worden hoe hoog de verplichting moet zijn. Daarvoor is een aantal parameters opnieuw en nauwkeuriger vastgesteld en zijn uitgangspunten opnieuw gedefinieerd op grond van de actuele cao-bepalingen en reglementaire declaratievoorwaarden. 16

HERREKENING OPBOUW SALDO EVD VANAF 2011 - NEGATIEVE DAGEN SiRiuS heeft in 2016 de opbouw van EVD-recht vanaf 2011 opnieuw vastgesteld op basis van de nieuwe meer nauwkeurige rekenregels op basis van betaalde premie. Daarna bleek dat er voorheen meer is gedeclareerd dan waarop recht bestaat of dat een te hoog verlofsaldo is geregistreerd. We spreken in dit verband over negatieve dagen. Het bestuur is daarover in het verslagjaar geïnformeerd met betrekking tot aantallen dagen en daarbij behorende bedragen. Uitgangspunt is dat negatieve dagen òf teruggevorderd òf verrekend worden met nieuwe declaraties en nieuwe verlofrechtenopbouw. De negatieve dagen zijn meegenomen bij de berekening van de verplichting. Een klein deel van de negatieve dagen is na de nieuwe vaststelling ontstaan door afrondingsverschillen van eerder uitbetaalde declaraties. Het bestuur heeft besloten dit verschil af te boeken uit het declaratiesysteem en niet te verrekenen met nieuw saldo of terug te vorderen. Dit betreft cumulatief circa 1.500 dagen tegen het tarief van 223 euro per dag gebaseerd op de jaarrekening 2016. Het totaalbedrag komt daarmee op 334.500. ONTWIKKELING HANDHAVINGSBELEID EVD EN ERVD Het systeem dat vóór SiRiuS in gebruik was stelde het EVD-recht vast op basis van de duur van de openstaande arbeidsverhouding. Als van de werknemer geen einde arbeidsverhouding werd ingezonden door de werkgever ging de opbouw van EVD-recht door en was er gelegenheid het opgebouwde recht te declareren. Als daarna met terugwerkende kracht een einde arbeidsverhouding werd ingezonden kon de situatie zich voordoen dat al eerder een te hoog aantal EVD was gedeclareerd en betaalbaar gesteld. Als er sprake is van negatieve dagen en als die zijn ontstaan doordat de werkgever op oneigenlijke gronden een declaratie betaald heeft gekregen moet dat hersteld worden. Het bestuur heeft APG opdracht gegeven daarvoor handhavingsvoorstellen te doen. Het bestuur verwacht daarover in 2018 besluiten te nemen. BEPALING VERPLICHTING E(R)VD GEWIJZIGD Afgelopen jaren paste het fonds voor de jaarrekening bestendig de grondslag toe dat de verplichting Te betalen E(R)VD oudere werknemers bepaald werd door het saldo mogelijk nog te declareren dagen voor oudere werknemers ultimo boekjaar te vermenigvuldigen met de gemiddeld uitbetaalde vergoeding per gehele verlofdag in dat boekjaar. Dit werd beoordeeld als een acceptabele manier van schatten van de verplichting omdat er beperkt sprake was van het vervallen van rechten uit de verplichting en het financieel effect daarvan niet materieel was voor de jaarrekening. Door de wijziging van de E(R)VD-regeling in 2016 vallen er wel grote bedragen niet gedeclareerde dagen vrij, waardoor de in het verleden gebruikte grondslag volgens de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving niet meer aanvaardbaar is voor het bepalen van de schatting van de verplichting Te betalen E(R)VD oudere werknemers in de jaarrekening. Daarom heeft het fonds de schattingsmethodiek van de verplichting zodanig aangepast, dat nu rekening gehouden wordt met de verwachte vrijval van niet gedeclareerde dagen. In de jaarrekening 2017 is de nieuwe schattingsmethodiek ook gebruikt voor de vergelijkende cijfers van 2016 en zijn de verschillen tussen de aangepaste vergelijkende cijfers en de cijfers van de vastgestelde jaarrekening 2016 toegelicht. 17

Communicatie BOUWPENSIOEN EN BTER-POST Werkgevers ontvangen een aantal keer per jaar een papieren versie van de BOUWpensioen & BTERpost. Via dit nieuwsblad worden werkgevers en administratiekantoren geïnformeerd over nieuwsfeiten van bpfbouw, de BTER-regelingen en incasso aangelegenheden. Het bestuur heeft in het verslagjaar besloten deze papierenversie om te zetten naar een digitale vorm. In deze digitale versie ontvangt men informatie over de ontwikkelingen van de pensioenregeling van bpfbouw, over BTER en andere gemeenschappelijke thema s die meer cao s betreffen zoals Incasso. De eerste digitale BOUWpensioen & BTERpost is in augustus 2017 verschenen. WEBSITE Het Aanvullingsfonds heeft een eigen website: www.bter-bouw.nl/aanvullingsfonds. De website bestaat uit een publiek deel en een privaat deel. Het publieke deel is voor iedereen toegankelijk en geeft algemene informatie over de aanvullingsfondsregelingen en de aanvraagprocedures. Het private deel is bestemd voor de individuele werkgever ten behoeve van de declaraties extra verlofdagen en is alleen toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. Het private deel biedt de werkgever een actueel overzicht van de opgebouwde saldi extra verlofdagen van de oudere bouwplaatswerknemers en van de specificaties van eerder betaalbaar gestelde declaraties. Op basis van de resultaten van een online enquête naar gebruikerservaringen van de BTER-websites heeft het bestuur in 2016 ingestemd met nieuwbouw van de website. De nieuwe website van het Aanvullingsfonds is eind februari 2017 beschikbaar gekomen. De gebruiksvriendelijkheid en de vindbaarheid van informatie is verbeterd. Tevens is de vormgeving en de manier van navigeren meer eigentijds en gelijk aan die van de website van bpfbouw. De informatie op de websites is nu ook goed toegankelijk via de smartphone en tablet. E-MAIL Werkgevers en werknemers kunnen per e-mail met het Aanvullingsfonds corresponderen via administratie@bter-bouw.nl. TELEFONISCHE BEREIKBAARHEID Voor telefonische vragen is het volgende nummer beschikbaar: 020 583 4530. Dit nummer is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.00 uur tot 17.30 uur en op vrijdag van 8.00 uur tot 17.00 uur. Speciaal voor werkgevers is de werkgeversdesk beschikbaar op nummer 020 583 7070. De werkgeversdesk is te bereiken van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur. DECLARATIE-OVERZICHT TER INFORMATIE AAN DE WERKNEMER Aan alle bouwplaatswerknemers die ouder zijn dan 55 jaar wordt eenmaal per jaar een brief gestuurd met algemene informatie over de extra verlofdagen regelingen. Ook wordt de werknemer geïnformeerd over welke dagen zijn werkgever voor hem EVD en/of ERVD heeft gedeclareerd in het voorafgaande kalenderjaar. De werknemer wordt zich daardoor meer bewust van zijn extra verlofrechten. Tevens is de werknemer in de gelegenheid te controleren of de door de werkgever gedeclareerde dagen overeenkomen met zijn werkrooster. In 2017 hebben 11.584 werknemers de brief ontvangen. 18

INFORMATIE EN BEGELEIDING DOOR DE WERKNEMERSORGANISATIES Voorlichting over de aanvullingsregelingen is belangrijk voor de werknemers die werkzaam zijn onder de cao Bouw & Infra. Financiële regelingen en administratieve procedures zijn soms ingewikkeld en geen dagelijkse kost voor de werknemer. Welke regelingen zijn er, welke voorwaarden zijn daarop van toepassing, hoe en wanneer moet een aanvraag ingediend zijn? Vragen waarop de werknemersorganisaties goed antwoord kunnen geven. Naast informatie over de aanvullingsregelingen kunnen de werknemersorganisaties de werknemers ook verder informeren en begeleiden in hun specifieke situatie, en helpen bij het indienen van digitale aanvragen. 19

JAARREKENING 2017 Balans per 31 december 2017 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro s) Activa 2017 2016 Vlottende activa (1) Vorderingen op werkgevers 5.159 6.316 Overige vorderingen 1.145 3.651 Te ontvangen rente 2 8 6.306 9.975 Liquide middelen (2) 59.655 42.934 Totaal activa 65.961 52.909 Passiva 2017 2016 Beschikbaar saldo van baten en lasten (3) 48.727 29.380 Kortlopende schulden (4) Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers 14.498 19.964 Te betalen loonheffing 2.423 2.647 Te betalen aanvullingen 199 467 Overige schulden en overlopende passiva 114 451 17.234 23.529 Totaal passiva 65.961 52.909 20

Staat van baten en lasten over 2017 (Bedragen in duizenden euro s) Baten 2017 2016 Premies (5) 50.455 54.281 Beleggingsopbrengsten (6) - 144 Overige baten (7) 198 23 Totaal baten 50.653 54.448 Lasten 2017 2016 Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers (8) 19.936 20.980 Eindejaarsuitkeringen (9) 6.912 7.560 Aanvullingen bij werkloosheid (10) 572 1.167 Re-integratiebonus (11) 93 95 Uitvoeringskosten (12) 3.106 3.722 Overige lasten (13) 687 415 Totaal lasten 31.306 33.939 Saldo van baten en lasten 19.347 20.509 21

Kasstroomoverzicht over 2017 (Bedragen in duizenden euro s) 2017 2016 Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten Premies 50.955 51.590 Uitgekeerde extra verlofdagen -25.402-24.774 Aanvullingen -7.859-10.283 Uitvoeringskosten -4.147-2.452 Overige 3.168-3.102 Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten 16.715 10.979 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Directe beleggingsopbrengsten 6 154 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten 6 154 Mutatie liquide middelen 16.721 11.133 Liquide middelen primo periode 42.934 31.801 Mutatie liquide middelen 16.721 11.133 Liquide middelen ultimo periode 59.655 42.934 22

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ALGEMEEN Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra (verder Aanvullingsfonds) is statutair gevestigd te Harderwijk onder nummer 34127515 bij de Kamer van Koophandel. De administratie van het Aanvullingsfonds is bij contract opgedragen aan APG. Het Aanvullingsfonds heeft als doel uitvoering te geven aan de relevante bepalingen van de cao Bouw & Infra. Het Aanvullingsfonds kent zowel werkgevers- als werknemersregelingen: Het verstrekken van tegemoetkomingen aan werkgevers voor de kosten op basis van hun plicht het loon door te betalen over extra verlof- en roostervrije dagen (E(R)VD) waarop werknemers van 55 jaar en ouder recht hebben; Het uitkeren van een re-integratiebonus van 2.500 aan de werkgever als een zieke werknemer in zijn tweede ziektejaar voor tenminste 50 procent van zijn gebruikelijke arbeidspatroon het werk hervat. De bonus is een tegemoetkoming in de extra loonkosten en de kosten voor re-integratie; Het verstrekken van een vergoeding voor kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruik maakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re-integratiebedrijf; Het verstrekken van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een wao- of iva-uitkering; Een aanvulling pensioenpremie om een volledige ouderdomspensioenopbouw tijdens het eerste halfjaar van de ww- en/of zw-uitkering te realiseren; Een eenmalige uitkering van 425 euro voor de werkloos geworden werknemer. Partijen bij de cao Bouw & Infra zijn in 2015 overeengekomen dat er vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe rechthebbenden op de eenmalige uitkering bijkomen. Als de eerste werkloosheidsdag op of na 1 januari 2016 valt dan bestaat geen recht meer. De aanvraagtermijn is maximaal 2 jaar na aanvangsdatum werkloosheid. Na 31 december 2017 is de indieningstermijn gesloten. In de reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voorwaarden gelden voor toekenning van een aanvulling of uitkering. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven. FOUTHERSTEL Na vaststelling van de jaarrekening 2016 is gebleken dat deze jaarrekening een materiële fout bevat waardoor de jaarrekening 2016 in ernstige mate tekort schiet in het geven van het vereiste inzicht. De fout betrof een te hoge vaststelling van de balanspost 'Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers'. Deze post is in de jaarrekening 2016 6.838 te hoog weergegeven. In het beschikbaar saldo van baten en lasten in de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout verwerkt. Hierdoor is het saldo ultimo 2016 in deze jaarrekening 6.838 hoger (29.380) dan in de vastgestelde jaarrekening 2016 (22.542). In de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout inzake 'Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers' en Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers verwerkt. Hierdoor zijn deze posten in de vergelijkende cijfers 6.838 lager en het resultaat 6.838 hoger dan in de vastgestelde jaarrekening 2016. 23

Het effect van het foutherstel is in onderstaande tabel weergegeven: Balans per 31 december 2016 Positie jaarrekening 2016 Effect foutherstel Positie na foutherstel Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers 26.802-6.838 19.964 Beschikbaar saldo van baten en lasten 22.542 6.838 29.380 Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers 27.818-6.838 20.980 WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen vloeien en de waarde van het actief betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers Voor vorderingen op werkgevers wordt op de nominale waarde een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Deze voorziening is gerelateerd aan de uitstaande vorderingen met betrekking tot premies die vermoedelijk buiten incasso worden gesteld. Overige vorderingen De waardering vindt plaats tegen nominale waarde. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze post betreft de nog te betalen vergoedingen aan werkgevers als tegemoetkoming in de loonkosten voor: extra verlofdagen aan werknemers van 55 jaar en ouder (tien dagen), respectievelijk 60 jaar en ouder (dertien dagen) extra roostervrije dagen aan werknemers van 55 jaar en ouder. De toekenning daarvan is sinds 1 januari 2016 als volgt: 24

Werknemers Geboren voor 1956 Geboren tussen 1956 en 1961 ERVD per kalenderjaar 13 dagen 10 dagen Werknemers die op 1 januari 2016 50 t/m 54 jaar zijn, hebben vanaf hun 57 e jaar recht op de volgende extra roostervrije dagen: Werknemers Geboren in 1961 (57 jaar in 2018) Geboren in 1962 (57 jaar in 2019) Geboren in 1963 (57 jaar in 2020) Geboren in 1964 (57 jaar in 2021) Geboren in 1965 (57 jaar in 2022) ERVD per kalenderjaar 10 dagen 9 dagen 8 dagen 7 dagen 6 dagen Voor de opname van de EVD geldt de volgende staffel: EVD opgebouwd in EVD opnemen uiterlijk 2012 2017 2013 2018 2014 2019 2015 2020 ERVD moet binnen hetzelfde jaar worden opgenomen als waarin het recht is opgebouwd. De post is als volgt opgebouwd: voor de over 2012 opgebouwde extra verlofdagen en over 2017 opgebouwde extra roostervrije dagen de tot en met begin mei van het volgende boekjaar uitbetaalde dagen. Voor de nog te declareren dagen tussen begin mei en 1 juli 2018 is een schatting opgenomen, door het geschatte aantal nog te declareren dagen te vermenigvuldigen met de gemiddeld uitbetaalde vergoeding per gehele verlofdag in 2017. voor de werknemers met een beëindigd dienstverband tussen 1 juli 2017 en 31 december 2017 de tot en met begin mei van het volgende boekjaar uitbetaalde dagen. Voor de nog te declareren dagen tussen begin mei en 1 juli 2018 is een schatting opgenomen, door het geschatte aantal nog te declareren dagen te vermenigvuldigen met de gemiddeld uitbetaalde vergoeding per gehele verlofdag in 2017. voor de over 2013 tot en met 2015 opgebouwde extra verlofdagen de ultimo boekjaar nog te declareren dagen, vermenigvuldigd met de gemiddeld te verwachten vergoeding per gehele verlofdag in 2018. Dit geldt voor de werknemers met een actief dienstverband ultimo 2017. 25

RESULTAATBEPALING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen als een vermeerdering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt als een vermindering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Premies De premies zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten bestaan uit directe beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten werd tot en met 2016 de rente van de beleggingen verantwoord. Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze vergoedingen betreffen de lasten van de vergoedingen voor extra verlof- en roostervrije dagen. Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten worden toegerekend aan de periode waarop het door APG in rekening gebrachte bedrag betrekking heeft. GRONDSLAGEN VOOR HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 26

Toelichting op de balans per 31 december 2017 (Bedragen in duizenden euro s, tenzij anders vermeld) ACTIVA.. 1. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers 2017 2016 Nog te innen premies van werkgevers 6.402 7.275 Af: voorziening dubieuze vorderingen - stand begin boekjaar 959 648 - afgeboekte premies -373-83 - toevoeging voorziening dubieuze vorderingen 657 394 Stand einde boekjaar 1.243 959 Stand einde boekjaar van de vorderingen op werkgevers 5.159 6.316 Voor de vorderingen op in faillissement verkerende werkgevers is een 100 procent voorziening getroffen. Ook de vorderingen ouder dan twee jaar zijn voor 100 procent voorzien. Overige vorderingen Dit betreft een vooruitbetaald bedrag inzake administratiekosten 704 (2016: 0), een vooruitbetaald bedrag betreffende een liquiditeitsbuffer aan Technisch Bureau Bouwnijverheid 441 (2016: 441), een vordering op het Tijdspaarfonds 0 (2016: 3.000) en een vordering op Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid inzake te veel afgedragen ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid 0 (2016: 210). Te ontvangen rente Dit betreft nog te ontvangen rente op de liquide middelen. 2. Liquide middelen De liquide middelen betreffen het saldo van de bankrekeningen van het Aanvullingsfonds en staan ter vrije beschikking van het fonds. Het saldo bevat voor 44,8 miljoen (2016: 29,8 miljoen) aan liquide middelen die op een private banking spaarrekening staan met een hoger rendement dan een reguliere bankrekening. 27

PASSIVA 3. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit is het cumulatieve saldo van lasten en baten. Het verloop is als volgt: 2017 2016 Stand begin boekjaar 29.380 8.871 Saldo van de staat van baten en lasten 19.347 13.671 Foutherstel Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers - 6.838 19.347 20.509 Stand einde boekjaar 48.727 29.380 Het beschikbaar saldo van baten en lasten is vrij besteedbaar. Het saldo over 2017 is toegevoegd aan het cumulatief saldo van baten en lasten. In het beschikbaar saldo van baten en lasten in de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout verwerkt. Hierdoor is het saldo ultimo 2016 in deze jaarrekening 6.838 hoger (29.380) dan in de vastgestelde jaarrekening 2016 (22.542). 4. Kortlopende schulden Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Dit bedrag betreft de per 31 december 2017 te betalen extra verlof- en roostervrije dagen. In de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout inzake 'Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers' verwerkt. Hierdoor is deze post ultimo 2016 in deze jaarrekening 6.838 lager (19.964) dan in de vastgestelde jaarrekening 2016 (26.802). Te betalen loonheffing Deze post omvat de nog af te dragen loonheffing over uitkeringen 2.423 (2016: 2.647). Te betalen aanvullingen Dit betreft nog te betalen aanvullingen 199 (2016: 467). Het bedrag van 467 in 2016 is inclusief 144 te betalen pensioenpremie. Dit bedrag was in de jaarrekening 2016 gepresenteerd onder 'Overige schulden en overlopende passiva. Omdat deze schuld betrekking had op een aanvullingsregeling zijn de vergelijkende cijfers 2016 aangepast. Overige schulden en overlopende passiva Deze post omvat nog te betalen administratiekosten 114 (2016: 451). De overige schulden hebben een looptijd van korter dan een jaar. 28

Toelichting op de staat van baten en lasten over 2017 (Bedragen in duizenden euro s, tenzij anders vermeld) BATEN 5. Premies Sinds 1 januari 2006 zijn de bij het fonds aangesloten werkgevers verantwoordelijk voor het aanleveren van de loongrondslag ten behoeve van de premieberekening. Over deze grondslag wordt vervolgens de premie voor het fonds vastgesteld. Dientengevolge worden de premies voor de jaarrekening bepaald op de door werkgevers aangegeven loongrondslag en de daarop vastgestelde premie tot en met drie maanden na afloop van het boekjaar. Het premiepercentage bedraagt: 2017 2016 Bouwplaatswerknemers 2,130 2,340 Uta-werknemers 0,410 0,460 De premies voor bouwplaatswerknemers, respectievelijk uta-werknemers, betreffen in het jaar 2017 42,2 miljoen (2016: 45,4 miljoen), respectievelijk 8,3 miljoen (2016: 8,9 miljoen). 6. Beleggingsopbrengsten Dit betrof tot en met 2016 de rente over de beleggingen. 7. Overige baten Dit betreft een vrijval inzake oude aanvullingslasten van 2014 en ouder 158 (2016: 0), baten incassokosten 28 (2016: 22) en overige incidentele baten 12 (2016: 1). LASTEN 8. Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze vergoedingen betreffen de lasten van de extra verlof- en roostervrije dagen. 9. Eindejaarsuitkeringen Deze post betreft de verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. 29

10. Aanvullingen bij werkloosheid De aanvullingen bij werkloosheid zijn als volgt te specificeren: 2017 2016 Doorbetaling ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid 567 920 Vergoeding pensioenpremie bij werkloosheid wegens bedrijfseconomische redenen 4 181 Eenmalige uitkering bij werkloosheid 1 66 Totaal 572 1.167 Voor de eenmalige uitkering bij werkloosheid is de indientermijn ultimo 2017 gesloten. De lasten in 2017 en 2016 hebben betrekking op declaraties met een eerste werkloosheidsdag voor ultimo 2015. 11. Kosten re-integratie Deze post betreft de kosten van de bonus bij re-integratie in het tweede ziektejaar. 12. Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten zijn als volgt te specificeren: 2017 2016 Administratiekosten APG 2.551 3.133 Fondskosten 555 589 Totaal 3.106 3.722 De leden van het clusterbestuur BTER ontvangen vacatiegelden volgens de SER-normen. Deze worden verdeeld over de BTER-fondsen. In 2017 was het aan het Aanvullingsfonds toegerekende bedrag 27 (2016: 21), inclusief vergoeding voor reis- en verblijfkosten. Het Aanvullingsfonds heeft geen personeel in dienst. 13. Overige lasten Dit betreft overige resultaatposten. Deze post is als volgt te specificeren: 2017 2016 Toevoeging voorziening oninbaarheid 657 394 Overige incidentele lasten 30 21 Totaal 687 415 30

ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING Harderwijk, 20 juni 2018 Het bestuur, D.J. Verhoeven, werkgeversvoorzitter P.H. Roos, werknemersvoorzitter A.W.J. Borst J.H. Kets P.W.M. van Nieuwenhuizen E. Tierolf R. van Dijk R.J. van Gemert G. Lokhorst S.H. ter Maat 31