Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C? Geachte mevrouw/meneer, Voor u ligt de docentenhandleiding bij het onderwijsprogramma "Wiskunde A, B of C?". In deze handleiding vindt u informatie over het museumbezoek en lessuggesties om het museumbezoek voor te bereiden en te verwerken na afloop. Hiermee hopen wij u de mogelijkheid te bieden het onderwijsprogramma goed aan te laten sluiten bij het onderwijsprogramma op school. Het programma " Wiskunde A, B of C?" sluit aan bij de kerndoelen van de leergebieden Rekenen en wiskunde. Heeft u suggesties, vragen of wilt u meer informatie, neem dan contact op met de afdeling Publiek & Presentatie van het museum: tel. 071-7519962 of reservering@rijksmuseumboerhaave.nl. Met vriendelijke groet, De medewerkers van de Afdeling Publiek & Presentatie Bezoekadres Postadres Rijksmuseum Boerhaave Rijksmuseum Boerhaave Lange St. Agnietenstraat 10 Postbus 11280 2312 WC Leiden 2301 EG Leiden 1
Introductie van het programma Inleiding Het programma Wiskunde A, B of C? is bedoeld voor leerlingen in de derde klas havo en vwo. In de derde klas moeten leerlingen kiezen tussen wiskunde A, B (eventueel in combinatie met D) en C (alleen op het vwo). Waar scholen vaak de nadruk leggen op welke wiskunde een leerling nodig heeft (voor bijvoorbeeld een latere studie), wordt bij Rijksmuseum Boerhaave vooral gekeken welk soort wiskunde de leerling leuk vindt en waar hij of zij goed in is. De combinatie van het programma in Rijksmuseum Boerhaave en het advies van de school, kan leerlingen helpen om een goede keuze te maken tussen de verschillende soorten wiskunde. Rijksmuseum Boerhaave gaat hierbij uit van de vanaf 2015 vernieuwde programma s A, B en C. Het programma bestaat uit twee onderdelen: een algemeen wetenschappelijke rondleiding, met de nadruk op wiskunde (ongeveer 30 minuten) en het maken van opdrachten (ongeveer 90 minuten). Het totale programma duurt twee uur zonder pauze. Doelgroep Het programma is in eerste instantie bedoeld voor de derde klas van havo/vwo, maar is ook zeer geschikt en interessant voor de vierde, vijfde en zesde klas. De leerlingen zullen dan geen advies krijgen over de verschillende soorten wiskunde, maar zullen alleen de opdrachten maken. Voor de eerste en tweede klas hebben we het programma Spelen met wiskunde. Voor meer informatie over dit programma kunt u op de website kijken of contact opnemen met Rijksmuseum Boerhaave. Leerdoelen De leerlingen krijgen een idee welk type wiskunde het beste bij ze past. De leerlingen maken kennis met de geschiedenis van wiskunde. De leerlingen maken kennis met (replica s van) museumobjecten en leren deze ook te gebruiken. De leerlingen kunnen beredeneren en benoemen wat het achterliggende wiskundig probleem is. Aansluiting kerndoelen Het programma sluit aan bij de kerndoelen van de leergebieden Rekenen en wiskunde. Dit zijn kerndoelen 20, 22, 24, 26 en 27. Voorbereiding Voor het programma Wiskunde A, B of C? is het niet nodig van te voren op school een voorbereidende les te geven. Wel is het gewenst dat leerlingen al (globaal) weten wat de verschillende soorten wiskunde inhouden, want hier zal tijdens het programma niet 2
expliciet aandacht aan besteed worden. Als hulpmiddel hierbij is voor docenten op de website van Rijksmuseum Boerhaave een document te vinden, waarin de verschillende soorten wiskunde kort worden toegelicht. Voor de rondleiding moet de klas verdeeld worden in twee gelijke groepen van maximaal 15 leerlingen. Het is handig om deze groepen al, voordat jullie naar het museum komen, in te delen. Als u met zowel vwo- als havo-klassen komt, is het het handigst om hen in aparte groepen in te delen. Voor havo-klassen wordt wiskunde C namelijk niet meegenomen in het advies. Bezoek aan het museum Voorwaarden Scholen zijn verplicht vooraf te boeken. De kosten voor de entree en het programma samen bedragen 4,50 per leerling. Begeleiders hebben gratis toegang. Vanuit school is per 15 leerlingen één docent/begeleider gewenst. Er kunnen maximaal 108 leerlingen tegelijk aan het programma deelnemen. Met meer dan 108 leerlingen is het mogelijk om een deel s ochtends en een deel s middags het programma te laten doen. Het is niet toegestaan om in het museum te eten. In het museum is een museumcafé en een tuin waar de leerlingen eventueel iets kunnen drinken en eten. Om de tijd optimaal aan de museumles te besteden, vragen wij u de leerlingen van te voren of na het programma te laten eten en drinken. Leerlingen mogen in het museum foto s maken zonder hun flits te gebruiken. Leerlingen laten hun jassen en tassen in de garderobe en mogen deze niet mee het museum nemen. De opdrachten Er zijn in totaal negen opdrachten, waarin logica, ruimtelijk inzicht, kansberekening en andere aspecten van wiskunde een rol spelen. Bij de opdrachten worden objecten gebruikt die ook in het museum staan, zoals de rekenstokjes van John Napier en een prent over de cholera-epidemie. De opdrachten worden gemaakt in groepjes van drie (minimaal twee en maximaal vier) leerlingen. Na afloop van iedere opdracht vullen de leerlingen in of ze deze opdracht makkelijk of moeilijk vonden, en leuk of niet leuk. Aan het eind krijgt iedere leerling hierdoor een score, die hen een indicatie kan geven van welk type wiskunde bij hen past. Korte uitleg per opdracht Opdracht 1 Nabouwen 3
De leerlingen krijgen een voor- en bovenaanzicht te zien en moeten op basis hiervan het figuur nabouwen. Opdracht 2 De rekenstokjes van John Napier Met behulp van de rekenstokjes van John Napier, die ook in het museum liggen, rekenen de leerlingen een aantal vermenigvuldigsommen uit. Opdracht 3 Anamorfose De leerlingen bekijken een aantal anamorfosen, die ook in het museum liggen, met behulp van een cilindrische spiegel. Vervolgens maken ze zelf een anamorfose. Opdracht 4 Waar is het dier? Het klassieke driedeurenprobleem. Opdracht 5 Bord vol Ieder leerling krijgt een bord van 6x6 vakken, die ze volleggen met achttien stenen van 2x1. Vervolgens krijgen ze een ander bord van 6x6 vakken, waar twee vakken weggehaald zijn. Soms lukt het wel om het bord vol te leggen met zeventien stenen van 2x1 en soms niet, afhankelijk van welke vakken weg zijn gehaald. Opdracht 6 Cholera epidemie De leerlingen krijgen een prent over de cholera epidemie, die ook in het museum ligt. De vele informatie op de prent gaan de leerlingen verwerken en overzichtelijk weergeven. Opdracht 7 De tekenaap Met behulp van twee verschillende tekenapen (pantografen), die ook in het museum liggen, vergroten de leerlingen een deel van de kaart van Zeeland. De leerlingen berekenen de vergroting van beide tekenapen. Opdracht 8 Modellen van Archimedes De leerlingen meten het gewicht en berekenen de inhoud van een bol, een kegel en een cilinder. Ze bekijken welke modellen, die ook in het museum liggen, dezelfde inhoud en welke modellen hetzelfde gewicht hebben. Opdracht 9 Voetmaten (Havo) De leerlingen gaan rekenen met de eenheden aan de hand van de voetmaten zoals ze vroeger gehanteerd werden. Opdracht 9 De astrolabe (Vwo) De leerlingen gaan de tijd bepalen met een astrolabe, die ook in het museum liggen, aan de hand van een gegeven dag en de stand van de zon. 4
Verwerkingsles Mocht er tijdens de les op school tijd voor zijn, dan is het aan te raden om het programma met de leerlingen na te bespreken. Er kan dan gepraat worden over de verschillende soorten wiskunde. Hier kan gedacht worden aan waarom een opdracht bij een bepaald type wiskunde hoort, maar ook voorbeelden van opdrachten behorende bij de verschillende type wiskunde in de bovenbouw. Ook is er bij de meeste opdrachten extra verdieping mogelijk, bijvoorbeeld: Waar zit het dier?: Waarom is de kans groter dat je het dier vindt als je wel van deur switcht? Laat leerlingen bijvoorbeeld de verschillende scenario s uittekenen en de kansen hierbij schrijven. Bord vol: Waarom lukte het bij sommige borden niet om ze met 17 stenen te vullen? Kunnen de leerlingen dit bewijzen? Tekenaap: Waarom vergroot de ene tekenaap meer dan de andere? Kan je dit bewijzen met behulp van gelijkvormige driehoeken? Cholera: Wat is de beste manier om veel informatie overzichtelijk weer te geven? Etc. 5