TOESLAGEN EN HEFFINGSKORTINGEN EN DE GEVOLGEN VOOR HET VRIJ BESTEEDBAAR INKOMEN

Vergelijkbare documenten
Heffingskortingen 2016

Belastingplan Vs

Jonggehandicapten: Jonggehandicaptenkorting 708 per jaar 59,00 per maand (Wajongkorting)

FACTSHEET TOESLAGEN 1

Partnerschap 2014/2015

TOESLAGEN. Door: Jacques Raaijmakers & Erik de Vries voor Stichting FB-Studiekring Utrecht

Partnerschap Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt. (artikel 1.2 Wet IB 2001)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013

Partnerschap Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr)

Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit

Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt

Toeslagen. Wat zijn de kenmerken?

WELKOM CNV Senioren. Agenda ODP voorlichtingsmiddag

Huurtoeslag Een bijdrage in de kosten voor uw huur. Leuker kunnen we t niet maken. Wel makkelijker.

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016

1. Inkomstenbelasting/premie

Zorgtoeslag Een bijdrage in de kosten voor uw zorgverzekering

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

Voorlichting Low budget, high service

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum:

Belastingplan toeslagen en overige fiscale maatregelen

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2011

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Info voor gastouders over

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Partnerbegrip kinderopvangtoeslag

Algemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene

Kindgebonden budget Een bijdrage in de kosten voor uw kinderen. Leuker kunnen we t niet maken. Wel makkelijker.

Presentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014

ALS JE BURGERS HELPT MET HET DOEN VAN AANGIFTE INKOMSTENBELASTING OF AANVRAAG TOESLAGEN. Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW;

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Zorgtoeslag aanvragen

Huurtoeslag Kunt u huurtoeslag krijgen? Woont u in een huurhuis? Dan krijgt u misschien huurtoeslag. Toeslagen Belastingdienst

Als u 65 jaar of ouder bent

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

Themanummer Kindgebonden budget

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

1. Alle belastingplichtigen

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie

Zorgtoeslag aanvragen

Kinderopvangtoeslag Een bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Leuker kunnen we t niet maken. Wel makkelijker.

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 1

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Kindertoeslag Een bijdrage in de kosten voor levensonderhoud van uw kinderen. Leuker kunnen we t niet maken. Wel makkelijker.

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2017

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2012

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2013

Woord vooraf. Tabellen IB/PH VW.5

ALS JE BURGERS HELPT MET HET DOEN VAN AANGIFTE INKOMSTENBELASTING OF AANVRAAG TOESLAGEN. Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2014

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Inhoud. Workshop Toeslag of tegenslag? André Moerman

Uw zorgtoeslag wijzigen

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2009

Kinderopvangtoeslag Een bijdrage in de kosten voor kinderopvang

Toeslagen. 1 juni

Belastingscan 2015: Alle bedragen

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud. 1. Toeslagen in beweging 2. Samenwerking & AVG 3. Praktische tips

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toeslagen Informatie over zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget

Alles over je belastingtoeslagen

Drs. K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

U ontvangt een uitnodiging tot het doen van aangifte van de Belastingdienst (per post of in uw digitale Berichtenbox).

Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop Heemstede 2016

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

JAN PELLEGROM ORGANISATIEADVIES Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2008

Kindertoeslag, een nieuwe toeslag

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

1. Wie krijgt kinderopvangtoeslag?

Uw kindertoeslag wijzigen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Gelet op de artikelen 25 en 31 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de artikelen 25 en 26 van de Invorderingswet 1990

EINDEJAARSTIPS /5

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren. de Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren vast te stellen:

Hoofdstuk 8 Belastingen

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Regelingen en voorzieningen CODE

Transcriptie:

TOESLAGEN EN HEFFINGSKORTINGEN EN DE GEVOLGEN VOOR HET VRIJ BESTEEDBAAR INKOMEN H.Th.P. van Houdt MFP CP, Certified Financial Planner Nederlandsche Planners Associatie B.V. Dit is het eerste deel van een tweeluik over toeslagen en heffingskortingen en de gevolgen voor het vrij besteedbaar inkomen. In dit eerste deel geef ik u een overzicht van de verschillende toeslagen en heffingskortingen. Hierbij ga ik nader in op de hoogte van de toeslagen, het verkrijgen van een voorschot en de daarbij behorende problemen. Daarnaast is het van belang of er wel of geen sprake is van een toeslagpartner. Tevens laat ik u zien hoe het systeem van heffingskortingen werkt. In het tweede deel van dit tweeluik geef ik u verschillende voorbeelden met berekeningen hoe de heffingskortingen en toeslagen uitwerken op het vrij besteedbaar inkomen. INLEIDING Op het terrein van kinderen, wonen en zorg kan men een tegemoetkoming ontvangen op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. De hoogte van de tegemoetkoming in de diverse regelingen is afhankelijk van de draagkracht van belanghebbende en zijn partner c.q. medebewoner. Gezamenlijke uitvoering van een aantal inkomensafhankelijke regelingen betekent een gedeelde ministeriële verantwoordelijkheid voor die regelingen. Zo blijft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verantwoordelijk voor (de ontwikkeling van) het huursubsidiebeleid, blijft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verantwoordelijk voor (de ontwikkeling van) het beleid voor de zorgtoeslag en blijft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verantwoordelijk voor de (ontwikkeling van) het beleid als het gaat om de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. De uitvoering van voornoemd beleid is daarentegen voortaan in handen van één ambtelijke dienst (de Belastingdienst/Toeslagen) die als organisatieonderdeel van de rijksbelastingdienst onder het gezag staat van de Minister van Financiën. OVERZICHT TOESLAGEN Zorgtoeslag (een bijdrage in de kosten van uw zorgverzekering) Huurtoeslag (een bijdrage in de kosten van de huur) Kindgebonden budget (een bijdrage in de kosten van de kinderen) Kinderopvangtoeslag (bijdrage in de kosten van de opvang van kinderen) Het Rijk keerde in 2013 ruim 10,4 miljard uit aan inkomensafhankelijke toeslagen voor wonen, zorg en kinderen. Inkomensafhankelijke toeslagen, 2006-2013 mid euro 6 5 4 3 2 1 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Zorgtoeslag Kinderopvangtoeslag Kindgebonden budget Huurtoeslag Bron: CBS 18 VAKBLAD FINANCIELE PLANNING JUNI 2017 NUMMER 6

Toeslagen zijn afhankelijk van het inkomen en het vermogen dit laatste geldt niet voor de kinderopvangtoeslag. De huurtoeslag laat het duidelijkst het inkomensafhankelijke karakter zien: huishoudens die tot de 30% van de groep met de laagste besteedbare inkomens behoorden, ontvingen 70% van het bedrag dat aan huurtoeslag werd uitgegeven. De kinderopvangtoeslag ging daarentegen vooral naar de hogere inkomens: meer dan helft van het totale bedrag ging naar de 30% van de huishoudens met de hoogste besteedbare inkomens. Voorschot toeslagen Belanghebbende kan een voorschot op de tegemoetkoming aanvragen. 1 Een voorschot wordt verleend op basis van geschatte inkomsten en vermoedelijke omstandigheden. Pas na afloop van het jaar kan de tegemoetkoming definitief worden berekend op basis van de werkelijke gegevens. De uitbetaling van de verschillende voorschotten wordt niet in één bedrag gecombineerd. Voor iedere tegemoetkoming wordt een apart bedrag op het bankafschrift van belanghebbende vermeld met een omschrijving. Belanghebbenden zullen zich bewust moeten zijn van de (financiële) risico s van foutieve schattingen en van andere gegevens die op basis van verwachtingen worden verstrekt. Een te hoog voorschot plaatst de belanghebbende voor een terugbetalingsplicht, een te laag voorschot leidt tot een recht op nabetaling. Het terug te vorderen bedrag wordt bij beschikking vastgesteld, deze is vatbaar voor bezwaar en beroep. Bij grove nalatigheid kan ook een boete worden opgelegd tot maximaal 150% van het terug te vorderen bedrag. Betaling van het terug te vorderen bedrag moet binnen twee maanden geschieden. Verrekening van toeslagen op grond van deze bevoegdheid is alleen aan de orde als er sprake is van een toeslagschuld en niet als er sprake is van een belastingschuld. De toepassing door de Belastingdienst/ Toeslagen van de verrekeningsbevoegdheid kan pas plaatsvinden als de toeslagschuld niet binnen de daarvoor geldende termijn wordt voldaan en een betalingsregeling niet tot stand komt of als een lopende betalingsregeling niet wordt nagekomen. In het geval een toeslag geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald, biedt de Belastingdienst/Toeslagen standaard een betalingsregeling aan van 24 maanden. Bij dit aanbod wordt vermeld dat de belanghebbende een persoonlijke betalingsregeling een zogenoemde maatwerkregeling kan aanvragen als hij niet in staat is de voorgestelde betalingsregeling na te komen. De maatwerkregeling gaat uit van de individuele betalingscapaciteit van de belanghebbende. Als het van de belanghebbende teruggevorderde bedrag na die termijn niet of slechts gedeeltelijk is betaald, kan betaling van de nog openstaande schuld met behulp van een aantal maatregelen worden bewerkstelligd. Eén van de middelen die de Belastingdienst/Toeslagen dan ter beschikking staat is de verrekening van de openstaande schuld met een aan de belanghebbende uit te betalen bedrag, zowel als het gaat om bedragen in het kader van dezelfde regeling alsook tussen inkomensafhankelijke regelingen onderling. Verrekening is ook mogelijk met een teruggaaf inkomstenbelasting. 2 De partner van belanghebbende kan, ten slotte, aansprakelijk worden gesteld voor de schuld die onbetaald blijft. 3 Als de belanghebbende de schuld voldoet, komt de vordering van de Belastingdienst te vervallen en vervalt daarmee ook de hoofdelijke aansprakelijkheid van de (ex-)partner. De aanvrager heeft de juridische mogelijkheid deze betaling te verhalen op de (ex-)partner. Een derde die kan beschikken over een bankrekening waarop een voorschot of een tegemoetkoming is uitbetaald, is eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor een door de belanghebbende verschuldigd bedrag aan terugvordering voor zover dat bedrag is betaald op die bankrekening. 4 Hoogte toeslag De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het verzamelinkomen. Dit wordt bij de toeslagen het toetsingsinkomen genoemd. 5 Het toetsingsinkomen is het totaal van het binnenlands inkomen, buitenlands inkomen en het vrijgestelde inkomen. De inkomensafhankelijke tegemoetkomingen zijn gebaseerd op het toetsingsinkomen dat in het berekeningsjaar, dat wil zeggen het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, wordt genoten. In de regel zal een voorschot op de tegemoetkoming voorafgaand aan, of in de loop van het berekeningsjaar worden aangevraagd en verleend. Het UWV geeft aan de Belastingdienst door wanneer er sprake is van een nabetaling. Deze betaling kan van invloed zijn op de hoogte van de toeslagen. De Belastingdienst past dan ook de toeslag aan indien dat nodig is. Sommige inkomsten tellen voor de huurtoeslag niet mee. Denk hierbij aan een afkoopsom van een klein pensioen en een nabetaling van inkomsten (loon of uitkering) over vorige jaren. Let op dat groene beleggingen tot een maximum van 57.385 per belastingplichtige zijn uitgesloten van het inkomen in box 3, echter voor het toetsingsinkomen wordt dit inkomen wel meegenomen. Van het vermogen is 25.000 per belastingplichtige vrijgesteld. Voor de zorgtoeslag wordt deze vrijstelling verhoogd met 82.752. Soms telt een deel van het vermogen niet mee. Dit wordt het bijzonder vermogen genoemd. Denk hierbij aan vermogen verkregen vanuit een schadevergoeding. Onlangs zijn nog Kamervragen gesteld over het terugbetalen van huurtoeslag vanwege een uitbetaling van een verzekerde brandschade. Dit bedrag stond op de peildatum op de rekening van belanghebbende en telde derhalve mee voor het vermogen. TOESLAGEN EN HEFFINGSKORTINGEN VFP www.wolterskluwer.nl JUNI 2017 NUMMER 6 19

Aan de staatssecretaris is gevraagd of de Belastingdienst de uitkering van een verzekering in de toekomst als bijzonder vermogen kan beschouwen, zodat het geen gevolgen meer heeft voor bijvoorbeeld (huur)toeslagen. De staatssecretaris heeft aangegeven hier geen uitzondering voor te willen maken om reden dat schade-uitkeringen in de regel een materiële uitkering betreft. De uitkeringen zijn van een andere orde dan wanneer er sprake is van een immateriele schade. Vaak zal het geld ontvangen uit een (brand)schadeverzekering binnen niet al te lange tijd na ontvangst worden uitgegeven, waardoor de kans klein is dat dergelijke uitkeringen op de peildatum nog op iemands rekening staan. Overigens behoren niet alleen uitkeringen van de verzekering, maar eveneens op de peildatum van 1 januari voldoende concrete vordering op de verzekeringsuitkering tot het vermogen. Ook het inkomen en het vermogen van de toeslagpartner dient te worden meegenomen in de berekening van de inkomensafhankelijke bijdrage. Een tegemoetkoming wordt niet toegekend indien deze minder dan 24 bedraagt. Evenmin wordt een tegemoetkoming toegekend op het moment de Belastingdienst twijfelt over de juistheid van de adresgegevens van de belanghebbende. Wanneer is er sprake van een toeslagpartner? Toeslagpartner Voor het begrip toeslagpartner wordt aangesloten bij het partnerbegrip genoemd in de Algemene wet inzake rijksbelastingen 6 en in aanvulling daarop in de Wet inkomstenbelasting 2001. 7 Partner zijn gehuwden en geregistreerde partners. Daarnaast is men ook partner als men ingeschreven staat op hetzelfde adres en een notariële samenlevingsovereenkomst is opgemaakt. Indien er geen sprake is van een notariële samenlevingsovereenkomst kan er ook sprake zijn van een toeslagpartner als men samen op het woonadres staat ingeschreven tezamen met een minderjarig kind van één van beiden. Tevens is er sprake van een fiscaal partnerschap in één van de volgende situaties: een kind uit de relatie wordt geboren; een kind van één van beiden heeft erkend; één van beiden aangewezen is als partner in een pensioenregeling; samen een eigen woning bezitten; vorig jaar ook al fiscaal partner waren. Uit de parlementaire geschiedenis van de Awir blijkt dat met een harmonisatie en stroomlijning van de belastingwetgeving onder meer is gestreefd naar een slechts van objectieve factoren afhankelijk partnerbegrip, wat ertoe heeft geleid dat als bepalende factor niet meer geldt of betrokkenen al dan niet een gezamenlijke huishouding voeren. Inschrijving van een meerderjarige op hetzelfde BRP-adres is voldoende om als toeslagpartner te worden aangemerkt op het moment dat ook aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan. Voor de huurtoeslag geldt het volgende. Ongehuwden die op hetzelfde woonadres staan ingeschreven bij de GBA worden beschouwd als medebewoners in de zin van de huurtoeslag en tellen dus mee voor de draagkracht van het huishouden. Uitzondering huurovereenkomst Er is geen partnerschap op het moment dat partijen een op zakelijke gronden huurovereenkomst aangaan. De huurbetalingen moeten daadwerkelijk op de rekening binnenkomen. De Belastingdienst zal dit controleren. In de praktijk gaat het nogal eens mis of er wel of geen sprake is van een toeslagpartner. Zo is er onlangs de volgende rechtszaak gevoerd. 8 Eiser heeft een kindgebonden budget naar de norm van een alleenstaande ouder. Hij heeft een au pair in dienst. De au pair is meerderjarig en woont op hetzelfde adres als eiser en zijn kinderen. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen wordt zij daarom volgens de wet beschouwd als toeslagpartner. Er is alleen een uitzondering mogelijk als er sprake is van een huurovereenkomst. Eiser stelt dat dit niet in geest met de wet is. De au pair-overeenkomst is ook een zakelijke overeenkomst en kan in zijn ogen niet samengaan met een huurovereenkomst. Het beroep van de eiser is ongegrond en hij moet een deel van het kindgebonden budget terugbetalen. In deze rechtszaak is het voorschot voor het kindgebonden budget van eiser over het berekeningsjaar 2015 verlaagd van 2.619 naar 417. Op het moment dat men nog geen fiscaal partner is en later in het jaar wel voldoet aan het partnerschap, is men toeslagpartner vanaf het eerste moment dat men samen staat ingeschreven op hetzelfde adres in de basisadministratie persoonsgegevens. 9 Voorbeelden toeslagpartner met terugwerkende kracht Toeslaggerechtigde woont vanaf 1 februari 2017 samen met iemand die nog niet toeslagpartner is. Op 1 december 2017 gaan zij trouwen. Vanaf 1 februari 2017 zijn zij elkaars toeslagpartner. Toeslaggerechtigde woont op 15 november 2016 samen met iemand die nog niet toeslagpartner is. Op 1 augustus 2017 sluiten zij een samenlevingscontract bij de notaris. Vanaf 1 januari 2017 zijn zij elkaars toeslagpartner. De werking gaat niet verder terug dan het begin van het kalenderjaar. Wanneer er dus sprake is van een partner voor een deel van het jaar, telt toch het inkomen van deze partner voor een geheel jaar mee, waardoor in veel situaties feitelijk een te hoge toeslag is ontvangen en terugbetaling een feit is. Er kan maar sprake zijn van één toeslagpartner In de wet is een rangorde opgenomen. Deze rangorde is van belang voor de situatie waarin meer dan één van de ge- 20 VAKBLAD FINANCIELE PLANNING JUNI 2017 NUMMER 6

noemde personen tegelijkertijd als partner zou worden aangemerkt. In een dergelijke situatie wordt de eerstgenoemde persoon als partner aangemerkt. Daarnaast vloeit uit deze systematiek voort dat iemand die als partner van de belanghebbende wordt aangemerkt, niet tegelijkertijd partner kan zijn van iemand anders. In de wet is een keuzeregeling opgenomen voor gevallen waarvoor de rangorderegeling geen uitsluitsel biedt. Dit betreft de situatie waarin tegelijkertijd met meer dan één persoon een duurzame gezamenlijke huishouding wordt gevoerd en geen van deze personen als partner wordt aangemerkt. Deze keuze wordt gemaakt bij de aanvraag. Woont men met meerdere mensen in één woning? Dan geldt de volgende situatie: huwelijk of geregistreerd partners gaat voor samenwoning; de oudste samenlevingsovereenkomst gaat voor. Indien het adres alleen als postadres wordt gebruikt is er geen sprake van een toeslagpartner. Einde toeslagpartner Indien de samenwoning wordt verbroken vanwege het feit dat inschrijving op hetzelfde adres niet meer mogelijk is als gevolg van opname in een verpleeg- of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom van een van de partners, dan blijven zij nog steeds partner. Tenzij één van hen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Belastingdienst/Toeslagen laat weten dat zij niet langer als partners willen worden aangemerkt. 10 Dit geldt niet voor gehuwden of geregistreerde partners. Dit kan betekenen dat er vanaf dat moment weer sprake is van een tegemoetkoming in bepaalde toeslagen c.q. heffingskortingen. In de volgende bijdrage ga ik daar nader op in. Het toeslagpartnerschap eindigt in ieder geval op het moment dat men niet meer op hetzelfde adres staat ingeschreven én één van de volgende situaties geldt: een echtscheiding of scheiding van tafel en bed is aangevraagd bij de rechtbank; de rechtbank, een notaris of advocaat is verzocht om het geregistreerde partnerschap te beëindigen; het samenlevingscontract laten ontbinden. 11 Is de toeslagpartner niet de echtgenoot of partner, maar bijvoorbeeld een familielid? Vanaf het moment dat men niet meer op hetzelfde adres staat ingeschreven, is men ook geen toeslagpartner meer. Voor de berekening van de hoogte van de huurtoeslag moeten de gerechtigde en de toeslagpartner allebei op hetzelfde adres bij de gemeente staan ingeschreven. Dus als de toeslagpartner staat ingeschreven op het adres van het verpleeghuis, dan telt het inkomen en vermogen van de toeslagpartner niet mee voor de huurtoeslag. HEFFINGSKORTINGEN Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Hierdoor betaalt de belastingplichtige minder belasting en premies. Heffingskortingen kunnen doelgericht worden ingezet ten behoeve van de lagere inkomens. Sinds de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 is het aantal heffingskortingen uitgebreid tot de volgende: Algemene heffingskorting Arbeidskorting Werkbonus Inkomensafhankelijke combinatiekorting Heffingskortingen voor AOW-gerechtigden Jonggehandicaptenkorting Levensloopverlofkorting Heffingskorting voor groene beleggingen De heffingskortingen worden in beginsel uitbetaald als er ook daadwerkelijk belasting verschuldigd is. Wanneer het inkomen te laag is kan de heffingskorting ook worden uitbetaald als er sprake is van een partner. Voor heffingskortingen wordt eveneens als bij de toeslagen uitgegaan van eenzelfde begrip partner. Voor de algemene heffingskorting en arbeidskorting geldt een afbouwregeling. Naarmate het belastbaar inkomen (algemene heffingskorting) of arbeidsinkomen (arbeidskorting) stijgt daalt de algemene heffingskorting c.q. arbeidskorting. De werkgever of uitkeringsinstantie houdt in beginsel al rekening met een aantal heffingskortingen. Overzicht heffingskortingen Heffingskorting inkomen uit box 1 niet meer is dan 19.982 inkomen uit box 1 meer is dan 19.982 en niet meer dan 67.068 inkomen uit box 1 meer is dan 67.068 Maximum uitbetaling algemene heffingskorting als u bent geboren na 31 december 1962 en in 2017 de niet- of weinig verdienende fiscale partner bent U bent het hele jaar jonger dan de AOWleeftijd U hebt het hele jaar de AOWleeftijd 2.254 1.151 Bedrag is afhankelijk van uw inkomen 0 0 902 n.v.t. Bedrag is afhankelijk van uw inkomen Werkbonus (maximaal) 1.119 n.v.t. Inkomensafhankelijke combinatiekorting 2.778 1.418 (maximaal) Ouderenkorting bij een inkomen n.v.t. 1.292 niet meer dan 36.057 Ouderenkorting bij een inkomen n.v.t. 71 meer dan 36.057 Alleenstaandeouderenkorting n.v.t. 438 Jonggehandicaptenkorting 722 n.v.t. TOESLAGEN EN HEFFINGSKORTINGEN VFP www.wolterskluwer.nl JUNI 2017 NUMMER 6 21

Levensloopverlofkorting 210 n.v.t. Korting groene beleggingen 0,7% van de vrijstelling in box 3 0,7% van de vrijstelling in box 3 Arbeidskorting (maximaal) U bent het hele jaar jonger dan de AOW-leeftijd U hebt het hele jaar de AOWleeftijd Bij een arbeidsinkomen tot en met 32.444 3.223 0 1.645 0 Bij een arbeidsinkomen meer dan 121.972 Bron: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/ bldcontentnl/belastingdienst/prive/inkomstenbelasting/heffingskortingen_boxen_tarieven/heffingskortingen/totaaloverzicht/overzicht_heffingskortingen_2017 Afbouwregeling algemene heffingskorting In 2024 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner. Deze regeling wordt sinds 2009 afgebouwd. De afbouw vindt overigens niet plaats als rechthebbende geboren is vóór 1 januari 1963. Terugvordering heffingskorting Bij de terugvordering van te veel betaalde heffingskorting wordt belastingrente gerekend. Belastingrente is een vergoeding voor gemiste rente. De vergoeding bedraagt momenteel 4%. In tegenstelling tot de toeslagenregeling is de partner niet aansprakelijk voor de terugbetalingsregeling van de te veel betaalde heffingskortingen. Zowel de toeslagen als de heffingskortingen hebben invloed op het vrij besteedbaar inkomen van de klant. Feitelijk is het mogelijk om de leefomstandigheden aan te passen om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de diverse regelingen. Denk hierbij aan het bewust uit elkaar gaan van partners om zo optimaal te profiteren van de diverse toeslagen. In het volgende deel van dit tweeluik ga ik op dat onderwerp nader in. Informatie: h.van.houdt@nlpa.nl 1 Art. 16 Awir. 2 Art. 30 Awir. 3 Art. 33 lid 1 Awir. 4 Art. 33 lid 3 Awir. 5 Art. 7 Awir. 6 Art. 5a AWR. 7 Art. 1.2 Wet IB 2001. 8 ECLI:NL:RBMNE:2016:3285. 9 Art. 1.2 lid 3 Wet IB 2001. 10 Art. 1.2 lid 6 IB 2001. 11 Feitelijk wordt de samenleving ontbonden door het metterwoon verlaten van de woning. Dit blijkt uit uitschrijving uit de Basisadministratie Persoonsgegevens. 22 VAKBLAD FINANCIELE PLANNING JUNI 2017 NUMMER 6