Hilversum, 11 april 2018 Betreft: klacht niet voldoen aan Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder

Reactie van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incassoondernemingen (NVI) op het wetsvoorstel wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet.

Onafhankelijkheid van gerechtsdeurwaarder ernstig bedreigd

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Aan : Leden, Ledenraad, bestuur en commissie wetgeving van de KBvG Betreft : wijziging Gerechtsdeurwaarderswet d.d.

Raad. Uïtspraak /A3. Uitspraak !1/A3 Raad van State pagina 1 van 9

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG);

KLACHTENREGELING. Inleiding

Ook bij de deurwaarde staat de tijd niet stil. Naam: Michel van Leeuwen Functie: directeur/gerechtsdeurwaarder

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Raad voor Accreditatie (RvA) Klachtenprocedure RvA

Hilversum, 14 oktober 2015 Betreft: reactie doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht Gerechtsdeurwaarders (34145) Onze ref.:db.

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

1. Algemeen. Gegevensbescherming

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG);

KAMER VAN TOEZICHT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Circulaire gerechtsdeurwaarders Geachte mevrouw, heer,

Zachte aanpak of...incasso met pit!

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Involon Incasso & deurwaarderssymposium. 29 juni Wilbert van de Donk Voorzitter KBvG

Inspectierapport Landstede Kinderopvang KDV Nijntje (KDV) Buckhorstlaan RL Zwolle Registratienummer

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Klachten RvA

Jaargegevens over 2016 voor kantoor en privé

Klachtreglement Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan (OVAL)

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Klachtencommissie Goed Bestuur MBO Reglement

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

REGLEMENT BELANGENVERSTRENGELING FSFE.

Tussenuitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei / /eti Concept-notulen flexbv

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Zachte aanpak of...incasso met pit!

Nederlandse Mededingingsautoriteit

: 3 februari 2015 (verstuurd per post en ) Betreft : Reactie op het eindrapport Commissie Voorfinanciering d.d.

Verzoeker klaagt erover dat de provincie Flevoland hem benadeelt door financiële steun te verlenen aan een directe concurrent van zijn onderneming.

12-50 RvT Arnhem. Taxatie. Taxatie zonder bezichtiging.

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

Informatie niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Perceelsoppervlakte.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/152 Wtra AK van 7 augustus 2015 van

Samenvatting. Achtergrond

ALGEMENE VOORWAARDEN Consecutive Search V.O.F

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten

AANDEELHOUDERSOVERENKOMST GREEN VISION HOLDING B.V. tussen SDI TECHNOLOGY VENTURES B.V. PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ OOST NEDERLAND B.V.

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73a FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

2. De klacht is behandeld ter zitting van de Raad op 20 juni Ter zitting waren aanwezig klager in persoon alsmede O. Z. namens beklaagde.

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak IIII II1 III 1I OBD

Tuchtrecht voor gerechtsdeurwaarders. Martin Scharenborg

Algemene Klachtenregeling IMpact

Converge. Klachtenregeling. Versie

KLACHTENREGELING DELOITTE

André Moerman. Manager sociaal raadslieden Rijnstad Voorzitter signaleringscommissie LOSR Eigenaar website Docent executie en beslag

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Datum 11 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht incassobonussen van deurwaarders voor grote klanten

Ontwerp amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg 8 november 2013

OVEREENKOMST TUSSEN CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU BELASTINGDIENST

BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT. Geachte mevrouw, heer, Hierbij ontvangt u de Circulaire gerechtsdeurwaarders 2019 ( circulaire ). In deze circulaire

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

ECLI:NL:RVS:2014:3998

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.

1e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. ( F)

Transcriptie:

GEANONIMISEERDE VERSIE Aan de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders - uitsluitend per e-mail verzonden: kamervoorgerechtsdeurwaarders@rechtspraak.nl Hilversum, 11 april 2018 Betreft: klacht niet voldoen aan Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder Geachte Dames & Heren, Door middel van deze brief wordt onderstaande klacht ingediend tegen de hierna te noemen gerechtsdeurwaarders. Klacht Beklaagden voldoen niet aan de bepalingen van de Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder en handelen daardoor in strijd met op gerechtsdeurwaarders in Nederland van toepassing zijnde regelgeving. Klagers De klacht wordt ingediend door 1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlandse Belangenvereniging Gerechtsdeurwaarders, gevestigd te Hilversum 2. [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 3. [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 4. [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 5. [-], gerechtsdeurwaarder te [-] Beklaagden De klacht wordt ingediend tegen de navolgende gerechtsdeurwaarders*: 1. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 2. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 3. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 4. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 5. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 6. Mevrouw [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 7. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 8. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-]

9. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 10. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 11. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 12. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 13. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 14. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 15. Mevrouw [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 16. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 17. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] 18. De heer [-], gerechtsdeurwaarder te [-] (*bron: registergerechtsdeurwaarders.nl d.d. 3 april 2018) Nadere toelichting beklaagden 1 t/m 5 Beklaagden 1 t/m 5 exploiteren hun standplaatsen onder de naam LAVG (Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders) en vanuit de besloten vennootschap Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V. Binnen deze besloten vennootschap heeft DAS Holding N.V. 49% van de aandelen, waaronder een preferent aandeel waardoor de juridische zeggenschap 43,75% bedraagt en het winstrecht 89,76%. Deze informatie is gebaseerd op het jaarverslag over 2016 van DAS Holding N.V. Nadere toelichting beklaagden 6 t/m 18 Beklaagden 6 t/m 19 exploiteren hun standplaatsen onder de naam Van Arkel Gerechtsdeurwaarders & Incasso en vanuit de besloten vennootschap Van Arkel Gerechtsdeurwaarders B.V. Binnen deze besloten vennootschap heeft DAS Holding N.V. 49% van de aandelen, waaronder een preferent aandeel waardoor de juridische zeggenschap 49% bedraagt en het winstrecht 100%. Deze informatie is gebaseerd op het jaarverslag over 2016 van DAS Holding N.V. Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder Op 1 juli 2010 trad de door de ledenraad van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders vastgestelde Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder (VO) (bijlage) in werking. De VO kent slechts een beperkt aantal artikelen waarbij de rode draad de (ongewenste) invloed van derden op het functioneren van de gerechtsdeurwaarder is. De kernartikelen (m.b.t. deze beïnvloeding) 3 en 4 luiden als volgt: Artikel 3 (zeggenschap en invloed) 1. De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat het bestuur van de vennootschap waaraan het gerechtsdeurwaarderskantoor toebehoort, geheel of in meerderheid bestaat uit gerechtsdeurwaarders, alsmede dat deelnemingen in de vennootschap door personen die geen gerechtsdeurwaarder zijn, gezamenlijk slechts een minderheidsbelang vormen. 2. Personen die geen gerechtsdeurwaarder zijn, mogen op geen enkele wijze een doorslaggevende invloed verwerven in het bestuur of in vergaderingen van aandeelhouders, leden of vennoten.

Artikel 4 (deelneming door niet-gerechtsdeurwaarders) De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat personen die niet gerechtsdeurwaarder zijn, slechts deelnemen in de vennootschap waaraan het gerechtsdeurwaarderskantoor toebehoort, indien: a. zij bij aanvang van hun deelneming beschikken over een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens; b. zij niet direct of indirect betrokken zijn bij opdrachten aan het kantoor. Toelichting op de VO In de algemene toelichting bij de VO worden onder andere de navolgende opmerkingen gemaakt: Voor betrokkenheid van opdrachtgevers geldt, dat deze onder alle omstandigheden uit den boze is. Een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties kan de gewenste onafhankelijkheid in gevaar brengen. [.] dat niet voldoende is dat de ambtsvervulling feitelijk in onafhankelijkheid plaatsvindt, maar dat het mede aankomt op het aanzien van het ambt, en dus op de naar buiten gewekte indruk. In het bijzonder gaat het daarbij om het stellen van grenzen aan de mate waarin en de wijze waarop de beroepsbeoefening kan plaatsvinden in een juridische structuur waarin wordt deelgenomen door niet-gerechtsdeurwaarders en het uitsluiten van betrokkenheid van opdrachtgevers. In de toelichting op artikel 3 worden de volgende opmerkingen gemaakt: Voorts zullen (financiële) deelnemingen door niet-gerechtsdeurwaarders [ ] in alle gevallen slechts een minderheidsbelang mogen vormen. De eis dat anderen dan gerechtsdeurwaarders slechts een minderheidsbelang mogen bezitten, houdt verband met de gedachte dat iedere participatie gericht is op rendement en ook zonder formele zeggenschap feitelijk gepaard zal gaan met invloed in de onderneming. In beginsel correspondeert de aandelenverhouding of de verhouding van ieders economische deelgerechtigdheid met de winstaandelen van de aandeelhouders of vennoten. Dat hoeft echter niet steeds het geval te zijn: er kan sprake zijn van preferente aandelen of afwijkende afspraken over winstverdeling. [ ] In de toelichting op artikel 4 worden de volgende opmerkingen gemaakt: De bepaling richt zich net als de andere bepalingen van de verordening tot de gerechtsdeurwaarder en niet (rechtstreeks) tot derden: de gerechtsdeurwaarder zal moeten zorgdragen dat zijn kantoor vrij is van betrokkenheid van direct of indirect deelnemende derden die verder gaat dan de verordening toestaat. Onderdeel b maakt duidelijk dat het niet zo mag zijn dat een opdrachtgever een deelneming verwerft in een gerechtsdeurwaarderskantoor. Datzelfde geldt voor degene die niet zelf opdrachtgever is, maar bijvoorbeeld wel directeur-grootaandeelhouder is van een opdrachtgevende vennootschap. In gevallen dat opdrachten worden verstrekt door een incassobureau, sluit de bepaling niet alleen het

incassobureau uit van deelneming, maar ook de crediteur wiens vordering ter incasso uit handen is gegeven aan het incassobureau. De klacht De beklaagde gerechtsdeurwaarders voldoen niet aan de artikelen 3 en 4b van de VO. Toelichting op de klacht Beklaagden exploiteren hun standplaatsen in constructies waarin DAS Holding N.V. weliswaar voor 49% minderheidsaandeelhouder is, maar door preferentie op de aandelen een winstrecht heeft van bijna 100% in Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V en 100% in Van Arkel Gerechtsdeurwaarders B.V. In de algemene toelichting wordt (o.a.) gesteld: dat het mede aankomt op het aanzien van het ambt, en dus op de naar buiten gewekte indruk. Vooral voor ondernemingen die zich bezighouden met het incasseren van vorderingen ( minnelijke incasso ) kan het aantrekkelijk zijn om vaste banden te hebben met een of meer deurwaarderskantoren, aangezien de gerechtsdeurwaarder in het kader van beslag en executie exclusieve bevoegdheden bezit die voor het incasseren van vorderingen van belang zijn ( formele incasso ). In dit verband worden voordelen beoogd in de sfeer van ketenintegratie van de incassomarkt. Enige vorm van betrokkenheid van derden bij het gerechtsdeurwaarderskantoor hoeft dan ook niet onder alle omstandigheden te worden afgewezen, maar deze dient wel te worden gebonden aan strikte voorwaarden. Voor de onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder dient immers scherp te worden gewaakt. Het optreden in dienst van het algemeen belang mag niet blootstaan aan de invloed van particuliere belangen. Zoals hiervoor al aangehaald wordt bij de toelichting op artikel 3 VO (o.a.) gesteld: De eis dat anderen dan gerechtsdeurwaarders slechts een minderheidsbelang mogen bezitten, houdt verband met de gedachte dat iedere participatie gericht is op rendement en ook zonder formele zeggenschap feitelijk gepaard zal gaan met invloed in de onderneming.(onderstreping van NBG) Met een winstrecht van (bijna) 100% dat toekomt aan een opdrachtgever van beklaagden is geen sprake van (slechts) enige vorm van betrokkenheid en zal in de praktijk het optreden van de beklaagden blootstaan aan de invloed van deze grote particuliere belangen. Beklaagden exploiteren hun standplaatsen in constructies waarin DAS Holding N.V. zowel grootaandeelhouder als opdrachtgever is. DAS Holding N.V. meldt dit ook uitdrukkelijk in haar jaarverslagen over 2015 en 2016: De thans geldende verordening Onafhankelijkheid uit 2010 bepaalt dat een niet gerechtsdeurwaarder die deelneemt in een gerechtsdeurwaarderskantoor niet direct of indirect betrokken mag zijn bij opdrachten aan het kantoor. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) een publiekrechtelijke organisatie met verordenende bevoegdheid - heeft in 2012 een gewijzigde verordening ingediend waarin onder andere het verbod op indirecte opdrachten door aandeelhouders wordt geschrapt. Deze voorgestelde wijziging is niet goedgekeurd door de Minister van Justitie. Tegen deze afwijzing heeft de KBvG in twee instanties geprocedeerd. Op 24 februari 2016 heeft de Raad van State geoordeeld dat de Minister in zijn recht stond om de door de KBvG ingediende gewijzigde verordening af te keuren. De huidige verordening Onafhankelijkheid uit 2010 is daarmee van kracht

gebleven. DAS is in gesprek met de KBvG om te bekijken of de werkwijze van DAS moet worden aangepast zodat de werkwijze verenigbaar is met de huidige verordening Onafhankelijkheid. Dat DAS Holding N.V. zelf melding maakt van het niet voldoen aan de VO doet niets af aan de constatering dat de beklaagden, volgens hun aandeelhouder, niet voldoen aan de VO. Het gaat ook niet om DAS Holding N.V. die moet voldoen aan de VO, maar iedere individuele gerechtsdeurwaarder. DAS Holding N.V. kan dan ook niet de gesprekspartner van de KBvG zijn. Verwezen wordt naar de hiervoor opgenomen toelichting op artikel 4 VO. Opmerkelijk is dan ook dat de KBvG in de mail van 31 mei 2017 (bijlage) aan haar leden aangeeft dat er één derde-participant [..] handelt in strijd met de verordening uit 2010. Met de aandeelhouders heeft de KBvG niets van doen en de aandeelhouders hebben niets van doen met de KBvG. Het zijn uitsluitend de gerechtsdeurwaarders in Nederland die moeten voldoen aan de VO. Beklaagden zijn dan ook degenen die verantwoording moeten afleggen. Belang van de klacht Klagers hebben de afgelopen anderhalf jaar het nodige gedaan om aandacht te vragen voor handhaving van de VO. De KBvG heeft tot nu toe categorisch geweigerd om de VO richting beklaagden te handhaven. Klaagster sub 1 heeft, namens haar leden, de ledenraad van de KBvG al op 14 november 2016 (bijlage) gevraagd te gaan handhaven. Het niet door de KBvG handhaven van de VO is op 22 maart 2017 (bijlage) onder de aandacht van BFT gebracht en op 20 juni 2017 (bijlage) is aan de Minister van Veiligheid en Justitie gevraagd de Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder bij AMvB te regelen. De Minister van V en J reageerde bij brief van 10 juli 2017 (bijlage). De VO zelf en de daarbij behorende toelichting, waarvan diverse tekstpassages hiervoor zijn opgenomen, geven op zichzelf al de ultieme redenen aan waarom alle gerechtsdeurwaarders van Nederland, in het bijzonder alle leden van klaagster, belang hebben bij het bestaan van de VO en dus met de handhaving van de VO. De belangrijkste maatschappelijke reden is nog steeds de waarborging van volstrekte onafhankelijkheid van de Nederlandse gerechtsdeurwaarders. Die onafhankelijkheid is één van de belangrijkste pijlers onder het openbare ambt van de gerechtsdeurwaarder. Twijfel over de onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder is de bijl aan de wortel van het ambt. Niet voor niets is bij de totstandkoming van de nieuwe Gerechtsdeurwaarderswet in de Tweede Kamer uitgebreid gesproken over de onafhankelijkheid en de waarborging daarvan. Beklaagden waarborgen die onafhankelijkheid niet. Alle gerechtsdeurwaarders van Nederland hebben niet alleen de verplichting om aan alle op hen van toepassing zijnde regelgeving te voldoen, zij hebben er ook belang bij dat alle gerechtsdeurwaarders dan voldoen aan dezelfde regelgeving. Daar waar geaccepteerd wordt dat bepaalde gerechtsdeurwaarders niet voldoen aan regelgeving ontstaat ongelijkheid. En ongelijkheid leidt tot concurrentievervalsing. Beklaagden hebben hun standplaatsen ondergebracht in rechtspersonen waarvan aandeelhouders ook de incasso-opdrachten aanleveren. Dat is in de VO verboden. Deze aandeelhouders/opdrachtgevers vallen niet onder de regelgeving die voor gerechtsdeurwaarders geldt. Hierdoor kunnen zij offertes aan potentiële opdrachtgevers uitbrengen waarmee (andere) gerechtsdeurwaarders niet kunnen concurreren. Zo kunnen zij bijvoorbeeld voorfinanciering van out of pocketkosten aanbieden. Iets dat gerechtsdeurwaarders verboden is, maar wat voor opdrachtgevers soms wel een breekpunt in de onderhandelingen is.

Conclusie Beklaagden voldoen niet aan de VO en handelen daarmee klachtwaardig en zijn daarvoor tuchtrechtelijk aansprakelijk. Klagers verzoeken u de klacht te beoordelen en deze gegrond te verklaren. Klagers zijn van mening dat de klacht uitsluitend door leden van de Kamer kan worden behandeld en beoordeeld voor zover deze leden niet direct of indirect betrokken zijn geweest bij de totstandkoming en (non-) handhaving van de VO. Klagers verzoeken u uitdrukkelijk hiermee rekening te houden. Hoogachtend, namens klagers A.H. Groenewegen, voorzitter van de bijlagen: als voormeld;