Economische voordelen van gendergelijkheid in de Europese Unie

Vergelijkbare documenten
Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Bijlage VMBO-GL en TL

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Scorebord van de interne markt

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Scorebord van de interne markt

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Scorebord van de interne markt

the state of renewable energies in europe

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

67,3% van de jarigen aan het werk

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

Werkloosheid in de Europese Unie

Arbeidsmarkt allochtonen

Europese feestdagen 2019

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Europese feestdagen 2018

België in de Europese informatiemaatschappij. Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

Het leven van vrouwen en mannen in Europa. EEN STATISTISCH PORTRET Editie 2017

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Europese feestdagen 2017

Europese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

De arbeidsmarkt in oktober 2013

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in november 2015

Sociale bescherming in belgië

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

De arbeidsmarkt in december 2014

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

Onderzoek gunstige prijsligging.

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

De arbeidsmarkt in augustus 2013

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

Zuivelproductie per land 2015 Dairy production by country

De arbeidsmarkt in januari 2016

kennis en economie 2013 statistische bijlage

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Internationale vergelijking kindregelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en)

Inhoudsopgave. Informatie voor grensarbeiders

De werkloosheid in de Europese Unie Maart Indexen van de uurlonen April

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

De invloed van de btw op uw werkkapitaal

De arbeidsmarkt in juni 2015

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

De arbeidsmarkt in juni 2014

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De arbeidsmarkt in juli 2014

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 139 van 26 mei 2016) Bijlage II wordt als volgt ingevoegd:

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

TRACTATENBLAD VAN HET

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Transcriptie:

Economische voordelen van gendergelijkheid in de Europese Unie Europees Instituut voor gendergelijkheid Hoe het overbruggen van de genderkloof in deelnemingspercentage en loon leidt tot economische groei Het vergroten van het aandeel van vrouwen in de beroepsbevolking en het opheffen van het loonverschil tussen mannen en vrouwen zal een positief effect hebben op de economische groei in de Europese Unie. Ondanks recente verbeteringen is er nog steeds sprake van een hardnekkige genderkloof in deelnemingspercentage 1 en loon die leidt tot een lagere arbeidsparticipatie van vrouwen. Dit kan de groei in de EU belemmeren. Het aanpakken van deze vraagstukken is van cruciaal belang om de Europa 2020-doelstelling te behalen, namelijk een arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen van ten minste 75 % in 2020. Een studie van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) over de economische voordelen van gendergelijkheid levert sterk bewijs voor de positieve effecten van vermindering van de genderkloof op de arbeidsmarkt. Maatregelen die de gendergelijkheid kunnen bevorderen zijn onder meer: het verschaffen van kinderopvang en andere vormen van zorg; wijzigingen in de uitkeringen bij en voorwaarden voor ouderschapsverlof; het bevorderen en ondersteunen van regelingen waarbij flexibel of in deeltijd gewerkt wordt; wettelijke voorzieningen en beleidsrichtlijnen met betrekking tot gelijke betaling en arbeidsomstandigheden; het tegengaan van gendersegregatie in sectoren en beroepen; het verminderen van het aantal loopbaanonderbrekingen bij vrouwen; het bevorderen van vrouwen tot hogere functies. Het opheffen van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wat betreft deelnemingspercentage en loon bevordert economische groei Figuur 1. Het effect van het opheffen van het verschil in deelnemingspercentage op de werkgelegenheid Effect op de werkgelegenheid (x 1000) 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 Snelle verbetering Trage verbetering 1 Het deelnemingspercentage is het percentage actieve leden van de beroepsbevolking (werkend of werkzoekend) in verhouding tot de vergelijkbare totale bevolking.

Het opheffen van het verschil in deelnemingspercentage tussen mannen en vrouwen zou leiden tot een aanzienlijke toename van de werkgelegenheid. De studie voorspelt een toename van 3,5 miljoen tot 6 miljoen banen in 2050 als gevolg van een groter aandeel van vrouwen in de beroepsbevolking. Een toename van het aanbod van arbeidskrachten zal tevens sectoren die voorheen onvoldoende werkenden wisten aan te trekken (bv. wegens een tekort aan geschoolde arbeiders) in staat stellen hun potentiële productie 2 te verhogen. In vergelijking met het opheffen van het verschil in deelnemingspercentage tussen mannen en vrouwen heeft het opheffen van het loonverschil een verhoudingsgewijs gering effect op de arbeidsparticipatie van vrouwen. Aan de ene kant zouden hogere lonen in eerste instantie meer vrouwen aanmoedigen om tot de arbeidsmarkt toe te treden, met als gevolg een toename in productiviteit en arbeidsparticipatie. Aan de andere kant zullen hogere arbeidskosten er waarschijnlijk toe leiden dat bedrijven hun vraag naar arbeid verkleinen en minder banen aanbieden. Een hoger salaris voor vrouwen draagt echter wel bij aan het verminderen van het verschil in deelnemingspercentage. Dit vormt mogelijk een gedeeltelijke verklaring voor de positieve effecten op werkgelegenheid die samenhangen met het verbeteren van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Naarmate het verschil in deelnemingspercentage afneemt, groeit het effect op het bbp per hoofd van de bevolking. Naar schatting neemt het bbp per hoofd van de bevolking toe met 0,8 tot 1,5 % in 2030 en met 3,2 tot 5,5 % in 2050 (ofwel een toename van het bbp met maximaal 280 miljard EUR in 2030 en 1 490 miljard EUR in 2050). Figuur 2. Het effect van het opheffen van het verschil in deelnemingspercentage op het bbp per hoofd van de bevolking Verbetering in bbp per hoofd van de bevolking 8,0 % 7,0 % 6,0 % 5,0 % 4,0 % 3,0 % 2,0 % 1,0 % 0 % Verbetering in bbp per hoofd van de bevolking met 0,8 tot 1,5 % Verbetering in bbp met 150 EUR tot 280 miljard EUR Verbetering in bbp per hoofd van de bevolking met 3,2 tot 5,5 % Verbetering in bbp met 860 EUR tot 1 490 miljard EUR 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 Snelle verbetering van de gendergelijkheid Door verbeteringen in loongelijkheid zou het bbp per hoofd van de bevolking tussen 2030 en 2050 met 0 tot 0,2 % stijgen. Het verminderen van het loonverschil tussen mannen en vrouwen heeft derhalve weinig effect op het bbp, vanwege tegengestelde macro-economische effecten. Hogere lonen voor vrouwen leiden weliswaar tot een toename van het reële inkomen en van de uitgaven van huishoudens, maar ook tot een toename van de kosten voor bedrijven. Op de lange termijn verhogen bedrijven hun prijzen om hun winstmarges te herstellen, waardoor vanaf omstreeks 2040 de reële inkomens van huishoudens afnemen en er sprake is van een neerwaartse druk op productie en bbp. Trage verbetering van de gendergelijkheid Door een exclusieve focus op het bbp blijven andere positieve effecten van het opheffen van loonverschillen veelal onderbelicht. Een toename van de salarissen van vrouwen zal waarschijnlijk leiden tot minder armoede onder vrouwen en een smallere genderkloof in ouderdomspensioenen (EIGE, 2016). Een vermindering van het loonverschil kan vrouwen bovendien meer zelfvertrouwen geven en hen in staat stellen verantwoordelijker functies te verwerven, zodat ze zich kunnen opwerken naar leidinggevende posities (Booth, 2003). Het bevorderen van de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt en het realiseren van gelijke lonen is kortom essentieel voor het behalen van een arbeidsparticipatie van 2 Potentiële productie, ofwel de potentiële productiecapaciteit van de economie, heeft betrekking op de maximale economische productie bij volledige benutting van alle middelen.

vrouwen en mannen van ten minste 75 % en voor het stimuleren van inclusieve, slimme en duurzame groei. Figuur 3. Het effect van het opheffen van het loonverschil tussen mannen en vrouwen op het bbp 1,0 % Toename van bbp per hoofd van de bevolking 0,5 % 0,0 % -0,5 % -1,0 % 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 Snelle verbetering Trage verbetering Vrouwen hebben een lager deelnemingspercentage, een lagere arbeidsparticipatie en lagere lonen vergeleken met mannen Het aantal werkende vrouwen in de hele EU was 64,3 % in 2015, vergeleken met 75,9 % voor mannen 3. Vrouwen verrichten in het algemeen veel meer onbetaald werk dan mannen, waaronder verplichtingen voor het zorgen voor kinderen en oudere verwanten. Ze nemen minder deel aan de arbeidsmarkt en/of zijn gedwongen te kiezen voor een relatief bescheiden loopbaan. Ondanks de recente toename in heel Europa van het deelnemingspercentage van vrouwen is het gemiddelde verschil tussen mannen en vrouwen in de EU nog steeds 15 %, met op nationaal niveau soms nog veel grotere verschillen. Deze verschillen in deelnemingspercentage leiden ook tot een lagere arbeidsparticipatie voor vrouwen. In 2014 waren de bruto-inkomsten per uur van vrouwen in de EU gemiddeld 16,1 % lager dan die van mannen 4. De genderkloof op de arbeidsmarkt wordt verergerd door het loonverschil tussen mannen en vrouwen. Ondanks technologische veranderingen 5 en wetgeving die gericht is op gelijke lonen voor vrouwen en mannen, bestaat er in de 21e eeuw nog steeds een loonverschil tussen vrouwen en mannen. Dat loonverschil vertoont overigens grote variaties tussen de verschillende lidstaten. Genderafhankelijke verschillen in arbeidsparticipatie en loon komen voort uit allerlei vormen van ongelijkheid waarmee vrouwen in de loop van hun leven te maken krijgen. i. Gendersegregatie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt: vrouwen zijn over het algemeen oververtegenwoordigd in afstudeerprogramma s, opleidingen en beroepen die leiden tot lagere lonen dan beroepen die voornamelijk door mannen worden uitgeoefend. 3 Eurostat definieert arbeidsparticipatie als het aandeel van de werkenden in de bevolking in de werkende leeftijd. Zie voor meer informatie: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/employment_statistics 4 NB: De geciteerde gegevens zijn de meest recente cijfers van Eurostat ten tijde van het opstellen van de inhoud van deze publicatie. Zie voor meer informatie en updates: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/gender_pay_gap_statistics 5 Door technologische vooruitgang op het werk is de waarde van niet-handarbeid gestegen in verhouding tot handarbeid, waardoor het loon van vrouwen relatief is toegenomen (Black en Spitz-Oener, 2010).

ii. Beroepssegregatie, zowel horizontaal (verschillende sectoren en beroepen) als verticaal (verschillende functieniveaus en niveaus van verantwoordelijkheid). iii. Loopbaanonderbrekingen vanwege moederschapsverlof. iv. Ongelijke verdeling van onbetaald huishoudelijk werk en zorgtaken: vrouwen verrichten in het algemeen veel meer onbetaald werk dan mannen, waaronder verplichtingen voor het zorgen voor kinderen en oudere verwanten. Dit heeft gevolgen voor hun kansen op deelname aan de arbeidsmarkt en beperkt hun doorstroming naar hogere functies. Figuur 4. Het niet-gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen, 2014 (het verschil tussen de gemiddelde bruto-inkomsten per uur van mannelijke en vrouwelijke werknemers als percentage van de brutoinkomsten van mannen) 30 25 20 15 10 5 0 EU-28 Slovenië Malta Italië Polen Luxemburg België Roemenië Kroatië Hongarije Bulgarije Ierland Portugal Zweden Litouwen Letland Frankrijk Cyprus Denemarken Nederland Finland Verenigd Koninkrijk Spanje Slowakije Duitsland Tsjechië Oostenrijk Estland Bron: Eurostat (tsdsc340). De genderkloof in arbeidsparticipatie en loon is kostbaar In 2013 bedroegen de totale kosten van de lagere arbeidsparticipatie van vrouwen in de hele EU 370 miljard EUR, gelijk aan 2,8 % van het bbp van de EU. De kosten van de lagere arbeidsparticipatie van vrouwen worden berekend op grond van hun gemiste inkomsten en bijdragen aan sociale verzekeringen, evenals kosten voor overheidsfinanciën, zoals individuele sociale overdrachten en sociale uitkeringen. Afhankelijk van het opleidingsniveau van een vrouw worden de kosten van haar uitsluiting van de arbeidsmarkt gedurende haar hele werkzame leven geschat op 1,2 miljoen tot 2 miljoen EUR (Eurofound, 2016). Er is weliswaar weinig bewijs voor een rechtstreeks economisch effect van het loonverschil tussen mannen en vrouwen, maar uit studies blijkt dat ongelijk loon voor vrouwen niet alleen voor vrouwen maar voor de hele maatschappij nadelig is. Er is een sterk verband tussen enerzijds het loonverschil tussen mannen en vrouwen en anderzijds kinderarmoede, een tekort aan vakmensen en kosten voor de economie als gevolg van de onderbenutting van de vaardigheden van vrouwen. Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt heeft een nadelig effect op het inkomen van vrouwen, zoals loon en bedrijfspensioen. Dit kan weer tot gevolg hebben dat de economische onafhankelijkheid van vrouwen systematisch wordt ondermijnd en dat vrouwen een groter risico lopen op armoede en sociale uitsluiting (EIGE, 2016).

Bronnen Black, S. E. en Spitz-Oener, A. (2010), Explaining women s success: technological change and the skill content of women s work, The Review of Economics and Statistics, vol. 92, nr. 1, blz. 187-194. Booth A., Burton, J. en Mumford, K. (2003), The position of women in UK academic economics, The Economic Journal, vol. 110, blz. 312-333. Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (2016), The gender employment gap: challenges and solutions, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg. Beschikbaar op het adres: https://www.eurofound. europa.eu/publications/report/2016/labour-market/ the-gender-employment-gap-challenges-and-solutions Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) (2016), Poverty, gender and intersecting inequalities in the EU Review of the implementation of Area A: Women and Poverty of the Beijing Platform for Action, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg. Beschikbaar op het adres: http://eige.europa.eu/sites/default/files/documents/ti_ pubpdf_mh0416244enn_pdfweb_20161208181320.pdf

Over het onderzoek Het onderzoek naar de economische voordelen van gendergelijkheid is in de EU-context uniek. Het is het eerste in zijn soort dat gebruikmaakt van een robuust econometrisch model om een berekening te maken van een brede waaier aan macro-economische voordelen van gendergelijkheid op diverse veelomvattende gebieden zoals onderwijs, arbeidsparticipatie en lonen. MH-02-17-178-NL-N Algemeen gesteld laten de onderzoeksresultaten zien dat een grotere gendergelijkheid zou leiden tot: tussen de 6,3 miljoen en 10,5 miljoen extra banen in 2050, waarvan ongeveer 70 % zou worden ingevuld door vrouwen; positieve effecten op het bbp die in de loop van de tijd toenemen; een stijging van het bbp per hoofd met bijna 10 % tegen 2050. In het onderzoek werd met behulp van het macro-economische model E3ME een berekening gemaakt van de economische effecten van een verbeterde gendergelijkheid. E3ME is een empirisch macro-economisch model dat specifiek is ontworpen om resultaten op EU- en lidstaatniveau te modelleren. Het onderzoek naar de economische voordelen van gendergelijkheid in de EU heeft negen publicaties opgeleverd: 1. Literature review: existing evidence on the social and economic benefits of gender equality and methodological approaches (Literatuuronderzoek: bewijs met betrekking tot de sociale en economische voordelen van gendergelijkheid en methodologische benaderingen). 2. EU and EU Member State overviews (Overzichten op het niveau van de EU en de EU-lidstaten). 3. Report on the empirical application of the model (Verslag over de empirische toepassing van het model). 4. How the evidence was produced: briefing paper on the theoretical framework and model (Hoe het bewijsmateriaal tot stand kwam: briefingdocument over het theoretisch kader en model). 5. Hoe het bewijsmateriaal tot stand kwam: factsheet over het theoretisch kader en model. 6. Economische effecten van gendergelijkheid in de EU-beleidscontext: briefingdocument. 7. Economische effecten van gendergelijkheid: briefingdocument. 8. Hoe gendergelijkheid in STEM-onderwijs leidt tot economische groei: briefingdocument. 9. Hoe het dichten van de genderkloven op het gebied van arbeidsparticipatie en beloning leidt tot economische groei: briefingdocument. Alle publicaties, uitgebreide onderzoeksresultaten en de gehanteerde methodologie zijn te vinden op de website van EIGE. Het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) is het kenniscentrum van de EU voor gendergelijkheid. EIGE ondersteunt beleidsmakers en alle relevante instellingen bij hun inspanningen om de gelijkheid van vrouwen en mannen tot werkelijkheid te maken voor alle Europeanen, door hen te voorzien van specifieke deskundigheid en vergelijkbare en betrouwbare gegevens op het gebied van gendergelijkheid in Europa. Meer informatie: Europees Instituut voor gendergelijkheid, EIGE Gedimino pr. 16 LT-01103 Vilnius LITOUWEN Tel. +370 52157444 E-mail: eige.sec@eige.europa.eu http://eige.europa.eu http://www.twitter.com/eurogender http://www.facebook.com/eige.europa.eu http://www.youtube.com/eurogender http://eurogender.eige.europa.eu/ ISBN 978-92-9470-099-5 doi:10.2839/538153