Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau het Nederlands te functioneren en is de eerste plaats gericht op formele communicatie. Dit profiel is bedoeld voor mensen die aan het ed staan een opleidg Nederlands als Vreemde Taal of aan het beg een loopbaan als docent Nederlands als Vreemde Taal 1. Zij moeten kunnen omgaan met mondelge en schriftelijke teksten op academisch niveau. Communicatiepartners zijn vooral onbekende (bijvoorbeeld studenten, publiek bij een lezg,... ), maar ook bekende personen (bijvoorbeeld medestudenten, collega's, docenten,... ). Relete contexten zijn: hoorcollege, werkcollege, lezg, teamvergaderg, debat, zelfstudie vakliteratuur, Alle (geïntegreerde) vaardigheden zijn bnen PAT belang. Profiel Academische Taalvaardigheid PAT Centraal staat algemene academische taal. Er is geen vakspecifieke (bijvoorbeeld juridische, medische,... ) voorkennis of woordenschat vereist. De vaardigheid om met wetenschappelijke teksten met onbekende woorden om te gaan (bijvoorbeeld door het gebruik een woordenboek), is wel een vereiste. Bij het maken en beoordelen examens wordt er rekeng gehouden met de variatie, bijvoorbeeld lexicon en uitspraak, die er bnen het Nederlandse taalgebied bestaat. PAT komt globaal overeen met niveau C1 het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader (Common European Framework of Reference). 1 De taalvaardigheid die nodig is het Nederlandse taalgebied om een hogere opleidg aan te gen waarbij Nederlands als structietaal wordt gebruikt, ligt doorgaans LAGER dan wat er het examen PAT wordt verwacht. Een taalgebruiker met een Certificaat PAT beschikt prcipe over MEER dan voldoende taalvaardigheid om de studie aan te gen. Dit Certificaat kan dus worden beschouwd als een voldoende maar niet noodzakelijke voorwaarde of begniveau. Instellgen voor hoger onderwijs beslissen echter zelf of zij PAT als toegangsniveau aanvaarden. 55
1 Luisteren Taalvaardigheidseisen De taalgebruiker kan op structurerend niveau: 1. formatie, argumenten, standpunten en conclusies selecteren tijdens bijvoorbeeld presentaties, lezgen, hoorcolleges, (wetenschappelijke) documentaires, reportages, terviews, discussies en debatten. Tekstkenmerken Woordenschat Grammatica Structuur/Samenhang/Lengte Uitspraak Tempo Onderwerp Register De woordenschat is gerelateerd aan het academische, wetenschappelijke dome. De teksten bevatten overwegend algemene academische taal, maar vakspecifieke woordenschat kan af en toe ook voorkomen. De zsopbouw is overwegend redelijk complex. Lange, samengestelde znen komen vaak voor. De teksten zijn overwegend lang. De tekststructuur kan complex en slechts impliciet aangegeven zijn. De uitspraak is duidelijk. Een licht dialectgekleurd accent kan voorkomen. Er kunnen zich tempoversnellgen voordoen. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Het register is overwegend formeel. 56
Tabel Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Selecteren tijdens presentaties lezgen hoorcolleges (wetenschappelijke) documentaires en reportages terviews discussies en debatten Bv. tijdens een hoorcollege formatie begrijpen die belangrijk is voor het bestuderen een bepaald vak. 57
2 Luisteren/spreken (mondelge teractie) INPUT Taalvaardigheidseisen De taalgebruiker kan op structurerend niveau: 1. vragen, formatie, argumenten, standpunten, conclusies en structies tot detail begrijpen tijdens bijvoorbeeld mondelge examens, presentaties en lezgen; 2. formatie, argumenten, standpunten en conclusies selecteren tijdens bijvoorbeeld vergadergen, discussies en debatten; 3. de structuur begrijpen of zelf aanbrengen tijdens bijvoorbeeld vergadergen, werkcolleges, terviews. De taalgebruiker kan op beoordelend niveau: 4. formatie, argumenten, standpunten en conclusies vergelijken tijdens bijvoorbeeld discussies, debatten en werkcolleges. 58
OUTPUT Taalvaardigheidseisen De taalgebruiker kan op structurerend niveau: 5. zelf vragen en formatie formuleren tijdens bijvoorbeeld mondelge examens, terviews, vergadergen; 6. formatie weergeven tijdens bijvoorbeeld werkcolleges, terviews, vergadergen. De taalgebruiker kan op beoordelend niveau: 7. zelf formuleren formatie, argumenten, standpunten, conclusies tijdens bijvoorbeeld discussies en debatten, werkcolleges. 59
Tekstkenmerken Woordenschat Grammatica Uitspraak Tempo Onderwerp Register De woordenschat is gerelateerd aan het academische, wetenschappelijke dome. De teksten bevatten overwegend algemene academische taal, maar vakspecifieke woordenschat kan af en toe ook voorkomen. De zsopbouw is overwegend redelijk complex. Lange, samengestelde znen komen vaak voor. De uitspraak is duidelijk. Een licht dialectgekleurd accent kan voorkomen. Er kunnen zich tempoversnellgen voordoen. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Het register is overwegend formeel. INPUT 60
OUTPUT Woordenschat Grammatica Structuur/Samenhang/Lengte Uitspraak Tempo Onderwerp Register De woordenschat is uitgebreid en gevarieerd waardoor de formatie helder en gedetailleerd verwoord wordt. Verkeerde woordkeuze komt nog slechts sporadisch voor. Lexicale leemtes worden met duidelijke omschrijvgen verholpen. De begrijpelijkheid wordt nergens verstoord. De teksten vertonen een zeer goede grammaticale beheersg. Kleere grammaticale fouten (lidwoorden, vervoegg niet-frequente onregelmatige werkwoorden, voorzetsels ) komen nog slechts sporadisch voor en zijn niet systematisch. De formatie wordt op een duidelijke, goed gestructureerde en samenhangende manier weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt een duidelijke tekstopbouw en verbdgswoorden. De uitspraak is duidelijk en goed met een bijna natuurlijke tonatie. Het tempo is vlot. Pauzes en aarzelgen komen zelden voor. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Een gepast register wordt gehanteerd. Tekstkenmerken 61
Tabel INPUT Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Tot detail begrijpen vragen structies mondelge examens presentaties en lezgen Bv. vragen en structies tijdens een mondelg examen begrijpen zodat men er correct op kan reageren. Bv. vragen uit het publiek begrijpen tijdens een lezg of presentatie Selecteren tijdens vergadergen discussies en debatten Bv. tijdens een vergaderg de stand zaken een onderzoek begrijpen zodat men op bepaalde punten commentaar kan geven. Structuur begrijpen of zelf aanbrengen vergadergen werkcolleges terviews Bv. een werkcollege volgen om er een verslag over te kunnen schrijven. Bv. een terview de ervargen een respondent kunnen ordenen en samenvatten. Vergelijken discussies en debatten werkcolleges Beoordelend Bv. de standpunten medestudenten over de terpretatie een gedicht begrijpen zodat men zelf een standpunt kan nemen. Bv. een werkcollege argumenten vergelijken om tot een gemeenschappelijke conclusie te kunnen komen. 62
OUTPUT Tabel Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Zelf formuleren vragen tijdens mondelge examens terviews vergadergen Bv. vragen beantwoorden tijdens een mondelg examen. Bv. tijdens een vergaderg of werkcollege om een toelichtg kunnen vragen, zelf formatie kunnen geven of reageren op bepaalde punten. Bv. vragen kunnen stellen tijdens een terview. Weergeven tijdens werkcolleges vergadergen terviews Bv. tijdens een werkcollege mondelg verslag uitbrengen en vragen beantwoorden over een uitgevoerde studieopdracht. Bv. tijdens een terview de antwoorden samenvattend kunnen weergeven. Zelf formuleren discussies en debatten werkcolleges Beoordelend Bv. een discussie verschillende standpunten met elkaar kunnen confronteren en een eigen standpunt formuleren. Bv. tijdens een werkcollege verschillende argumenten met elkaar vergelijken en een conclusie formuleren. 63
3 Lezen Taalvaardigheidseisen Tekstkenmerken De taalgebruiker kan op structurerend niveau: 1. vragen, formatie, argumenten, standpunten, conclusies tot detail begrijpen teksten zoals syllabi, schriftelijke examens; 2. formatie, argumenten, standpunten, conclusies selecteren teksten zoals wetenschappelijke artikelen en boeken, handboeken, woordenboeken, naslagwerken, rapporten, examenreglementen; 3. de structuur begrijpen of zelf aanbrengen teksten zoals syllabi, wetenschappelijke artikelen en boeken, verslagen. De taalgebruiker kan op beoordelend niveau: 4. formatie, argumenten, standpunten, conclusies vergelijken teksten zoals wetenschappelijke artikelen, rapporten, betogen, schriftelijke examens. Woordenschat Grammatica Structuur/Samenhang/Lengte Onderwerp Register De woordenschat is gerelateerd aan het academische, wetenschappelijke dome. De teksten bevatten overwegend algemene academische taal, maar vakspecifieke woordenschat kan af en toe ook voorkomen. De zsopbouw is overwegend redelijk complex. Lange, samengestelde znen komen vaak voor. De teksten zijn overwegend lang. De tekststructuur kan complex en slechts impliciet aangegeven zijn. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Het register is overwegend formeel. 64
Tabel Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Tot detail begrijpen vragen syllabi schriftelijke examens Bv. een syllabus begrijpen die men voor een examen moet bestuderen. Bv. vragen en vraagstellgen een schriftelijk examen begrijpen zodat men er adequaat op kan reageren. Selecteren wetenschappelijke artikelen en boeken handboeken woordenboeken/ naslagwerken rapporten examenreglementen Bv. uit een wetenschappelijk artikel formatie kunnen halen die men nodig heeft voor het schrijven een verhandelg. Bv. een examenreglement de regels kunnen vden die voor een bepaalde situatie belangrijk zijn. Structuur begrijpen of zelf aanbrengen syllabi wetenschappelijke artikelen en boeken verslagen (bv. vergadergen) Bv. een structuur kunnen aanbrengen een syllabus zodat men deze efficiënt kan bestuderen. Bv. de structuur een wetenschappelijk artikel begrijpen zodat men er een samenvattg kan maken. Vergelijken wetenschappelijke artikelen rapporten betogen schriftelijke examens Beoordelend Bv. formatie uit verschillende artikelen kunnen vergelijken met het oog op het schrijven een verhandelg. Bv. een betoog lezen om tot een gefundeerd standpunt te kunnen komen. Bv. als docent antwoorden een schriftelijk examen kunnen vergelijken.... enz. 65
4 Schrijven Taalvaardigheidseisen De taalgebruiker kan op structurend niveau: 1. formatie, argumenten, standpunten, conclusies weergeven teksten zoals verslagen, zakelijke brieven, memo's en boodschappen, abstracts, samenvattgen, rapporten. De taalgebruiker kan op beoordelend niveau: 66 Tekstkenmerken Woordenschat Grammatica Structuur/Samenhang/Lengte Spellg Onderwerp Register 2. formatie, argumenten, standpunten, conclusies bij elkaar brengen teksten zoals papers of verhandelgen, examenantwoorden; 3. zelf standpunten, argumenten, conclusies formuleren teksten zoals betogen, papers of verhandelgen, terne nota's. De woordenschat is uitgebreid en gevarieerd waardoor de formatie helder en gedetailleerd verwoord wordt. Verkeerde woordkeuze komt nog slechts sporadisch voor. Lexicale leemtes worden met duidelijke omschrijvgen verholpen. De begrijpelijkheid wordt nergens verstoord. De teksten vertonen een zeer goede grammaticale beheersg. Kleere grammaticale fouten (lidwoorden, vervoegg niet-frequente onregelmatige werkwoorden, voorzetsels, ) komen nog slechts sporadisch voor en zijn niet systematisch. De formatie wordt op een duidelijke, goed gestructureerde en samenhangende manier weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt een duidelijke tekstopbouw en verbdgswoorden. De spellgsregels worden overwegend correct toegepast. Spellgsfouten komen nog sporadisch voor. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Een gepast register wordt gehanteerd.
Tabel Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Weergeven verslagen zakelijke brieven memo's en boodschappen abstracts samenvattgen rapporten Bv. voor collega's een verslag kunnen maken een lezg. Bv. een samenvattg kunnen maken een bestaande (eigen) paper. Bv. kunnen rapporteren over een studie-opdracht. Bij elkaar brengen papers of verhandelgen examenantwoorden Beoordelend Bv. een verhandelg onderzoeksresultaten met elkaar kunnen vergelijken. Zelf formuleren betogen papers of verhandelgen terne nota's Beoordelend Bv. als opdracht een eigen standpunt kunnen formuleren een betoog en er argumenten voor kunnen geven. Bv. een terne nota suggesties kunnen formuleren voor de aanpak een onderzoek. 67
5 Spreken Taalvaardigheidseisen De taalgebruiker kan op structurerend niveau: Tekstkenmerken Woordenschat Grammatica Structuur/Samenhang/Lengte Uitspraak Tempo Onderwerp Register 1. formatie, argumenten, standpunten, conclusies weergeven teksten zoals verslagen, lezgen, presentaties, hoorcolleges. De woordenschat is uitgebreid en gevarieerd waardoor de formatie helder en gedetailleerd verwoord wordt. Verkeerde woordkeuze komt nog slechts sporadisch voor. Lexicale leemtes worden met duidelijke omschrijvgen verholpen. De begrijpelijkheid wordt nergens verstoord. De teksten vertonen een zeer goede grammaticale beheersg. Kleere grammaticale fouten (lidwoorden, vervoegg niet-frequente onregelmatige werkwoorden, voorzetsels, ) komen nog slechts sporadisch voor en zijn niet systematisch. De formatie wordt op een duidelijke, goed gestructureerde en samenhangende manier weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaak een duidelijke tekstopbouw en verbdgswoorden. De uitspraak is duidelijk en correct met een bijna natuurlijke tonatie. Het tempo is vlot. Pauzes en aarzelgen komen zelden voor. De onderwerpen liggen bnen het wetenschappelijke of academische dome. Een gepast register wordt gehanteerd. 68
Tabel Handelg Taaltaak Tekst Verwerkgsniveau Voorbeeldsituaties Weergeven verslagen lezgen presentaties hoorcolleges Bv. verslag kunnen uitbrengen bij een docent over een uitgevoerde studieopdracht. Bv. na voorbereidg een theorie kunnen uiteenzetten tijdens een hoorcollege. Bv. na voorbereidg een conclusie kunnen presenteren een lezg. 69
70